Nogmaals: met wat voor soort iemand hebben we te maken die stelt dat de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar één van de 'curative measures' is, dus één van de 'heilzame maatregelen'? Wat voor mens rechtvaardigt de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen met het eufemisme 'collateral damage', dus 'bijkomende schade.' Wat voor soort mens antwoord op de vraag: 'Aren't the deaths of half a million children mass destruction?' met de woorden: 'I don't think you can use that argument to convince me.'
Is Peter van Walsum een monster? Nee, hij is de banaliteit van het kwaad, een moderne bureaucraat die gedachteloos bevelen uitvoert en wiens geweten geen enkele rol van betekenis speelt in zijn besluitvorming. Van Walsum is wat de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills een 'crackpot realist' noemde, iemand behept met 'the kind of short-run thinking that cannot reconsider an existing policy, no matter how disastrous.' De moord op tenminst een half miljoen Irakese kinderen is voor een dergelijke 'bizarre fanaticus' geen 'argument dat mij overtuigd' om een genocidale politiek ogenblikkelijk te stoppen. En waarom niet? Simpelweg omdat zijn terreur een interne logica bezit. Het is 'rationalisme zonder rede,' vergelijkbaar met de absurde logica van de Mutual Assured Destruction, de officiele NAVO-doctrine, waarbij de vijand vernietigd wordt ten koste van de eigen totale vernietiging.
Als men ervan uitgaat dat de vijand koste wat kost vernietigd moet worden dan geldt er geen ratio meer, geen recht, geen beschaving, dan is er slechts sprake van Joseph Goebbels' 'rationalisme zonder rede,' de 'logica' van 'den totalen Krieg.' Daar komt nog iets anders bij: een ingeboren haat tegen de cultuur. In dit verband wees de Canadese auteur Michael Ignatieff terecht op 'the force of male resentment that has been accumulated through the centuries of gradual European pacification. The history of our civilization is the history of the confiscation of the means of violence by the state.' Die ontwikkeling bevordert het verlangen bij een bepaald slag mannen naar grootschalig geweld. Het is de enige manier waarop ze hun haat tegen de beschaving vorm kunnen geven, een haat die volgens Freud voortkomt uit het ingeboren onbehagen tegen de cultuur. Van Walsum is daar een perfecte illustratie van. We hebben te maken met een hoogbejaarde man die als het ware over zijn graf heen probeert te regeren. Ondanks zijn 76 jaar en ondanks de chaos die zijn politieke leer heeft veroorzaakt blijft hij al dan niet verkapt een fervent voorstander van grootschalig geweld tegen anderen, waarbij humanitaire overwegingen volstrekt genegeerd worden. En daarbij geldt dat 'the joy of killing is strengthened... if the ''enemy'' is distant and impersonal. Since injury comes to us from remote sources we must find a remote victim on which to wreak our vengence,' aldus de Amerikaanse socioloog Philip Slater, die de ressentimenten van de Van Walsums ziet als bron waaruit de behoefte voortkomt naar wraak via technologische vernietiging van anderen en van uiteindelijk zichzelf. Hoe gefrustreerder de man des te meer hij verlangt naar de totale vernietiging. Dit slag mensen 'love their machines more than life itself -- more even than their children, toward whom... feelings of adoration and resentment are in precarious balance.'
De vraag is dus waarom zogenaamd beschaafde burgers niet doodziek worden van het door henzelf georchestreerde rücksichtslose geweld tegen bijvoorbeeld kinderen? Voor Van Walsum geldt dat als een volk eenmaal tot vijand is verklaard dit gegeven tenslotte gruweldaden rechtvaardigt. Wat mankeert een man als Peter van Walsum?
Daarover meer in een volgend stukje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten