Eén van de dingen die indruk op me maakten aan de teksten van de Amerikaanse politicoloog Michael Parenti is zijn kijk op “linkse oppositie”. Parenti maakt onderscheid tussen een “liberal complaint” (een linksige klaagzang) en een “radical analysis” - een radicale analyse. Een grondige analyse van de politiek-economische werkelijkheid is altijd “radicaal” - je dringt door tot de wortel (radix) van de feiten die spelen. Pas daarna volgen de eventuele politieke consequenties, die per definitie subjectief zijn, en redelijk of onredelijk kunnen uitpakken.
Linksige mensen willen, in tegenstelling tot “radicalen”, wel commentaar leveren op politiek-economische omstandigheden, maar ze willen het dominante paradigma niet verlaten. Vandaar dat ze geen radicale kritiek kunnen leveren, maar slechts een marginale klacht kunnen indienen. Het lijkt erop dat ze aan de zijlijn staan, omdat ze in de praktijk geen posities van echte macht bekleden. Maar in plaats daarvan maken ze deel uit van het mainstream speelveld, en verlenen ze daaraan legitimiteit door daarbinnen wat aan de linkerkant te staan. Zo geven ze de indruk dat er allerlei meningen kunnen worden geuit - maar dan wel alleen binnen dat speelveld. Hun macht bestaat eruit te voorkomen dat radicale analyse opgeld doet en doordringt tot het linksige publiek dat met de klagers sympathiseert.
Het meest duidelijk uit zich deze opstelling in de hardnekkige “incompetentietheorie” die veel linksige mensen, onbewust, aanhangen. Aangezien zijzelf de wereld zoveel beter begrijpen dan de machthebbers, en ook zoveel intelligenter menen te zijn dan de meeste mensen, zijn de dingen die “misgaan”, die “niet goed werken”, per definitie het gevolg van stompzinnigheid. De stupide gedragingen van irrationele machthebbers zorgen ervoor dat er van alles fout gaat in de wereld. Als men maar zou luisteren naar de linksige klaagzang, zouden die blunders niet worden begaan.
Een voorbeeld hiervan is een econoom als Paul Krugman, Nobelprijswinnaar en scribent voor de New York Times. Over het (economisch) beleid van o.a. Bush Jr., de Federal Reserve, de Wereldbank en het IMF weet Krugman te melden dat het “niet heeft gewerkt”. Armoede wordt er wereldwijd niet minder door, de economie gaat er niet op vooruit, het tekort wordt er niet minder op, enzovoort. Als ze maar naar hem, de econoom Krugman, zouden luisteren werkte het allemaal een stuk beter.
Maar het economisch beleid van Bush Jr., de Federal Reserve, de Wereldbank en het IMF werken juist buitengewoon goed. Het beleid werkt immers briljant voor de mensen die ervan profiteren. Heeft Krugman misschien iets gemist? Een radicale analist verzuimt niet, zoals linksige klagers dat doen, de vraag te stellen: Cui bono? Wie profiteert ervan? En wie is de klos? Als aanhangers van de incompetentietheorie kunnen ze de machthebbers en schatrijke moghuls en mandarijnen niet anders zien dan als “incompetent” - die zijn nou eenmaal niet zo intelligent als de linksige klager. Vandaar dat ze de problemen in de wereld niet kunnen oplossen. In die toestand kunnen de linksige klagers zich niet voorstellen dat er sprake zou kunnen zijn van opzet - dat de economische structuren (en de globaliseringsideologie die deze structuren ondersteunen) niet de nobele bedoelingen hebben die de propagandisten ons voorhouden.
Een radicale analyse zal uitwijzen dat deze “liberals”, de progressieve goedbedoelers, juist de onnozelste figuren van het speelveld zijn. Ze zijn de ideale “useful idiots” voor het politiek-economische establishment. In hun verzuchtingen over de onnozelheid van machthebbers en beleidsmakers kweken ze een fatalisme bij de slachtoffers van dat beleid. Wat kun je immers doen aan de generaties “stompzinnige” politici die steeds maar weer opstaan? Burgers die zich boos maken over de kwade intenties van sluwe en manipulatieve regenten, zijn veel makkelijker te mobiliseren dan burgers die machteloos hun handen ten hemel heffen over al die “stompzinnigheid” van de mensen die boven hen geplaatst zijn. Wat moet je immers beginnen tegen “stompzinnigheid”? Een paard kun je ook niet leren rekenen.
In Nederland zijn clubs als GroenLinks en ook de Socialistische Partij goede voorbeelden van linksige klagers zonder radicaal analytisch vermogen. Ook zij gaan er impliciet vanuit dat de neoliberale consensus “niet heeft gewerkt”. Bij gebrek aan een radicale analyse zijn ze vervolgens niet in staat een alternatief te formuleren dat mensen buiten de eigen partijburelen kan aanspreken. Een verbijsterend voorbeeld hiervan gaf de Socialistische Partij, toen Nederlandse banken dreigden om te vallen en door de regering werden “gered” met miljardeninjecties. De SP had het marginale commentaar dat het liever een “meerderheidsbelang” van de staat in zo’n geredde bank had gezien. Vervolgens werd de SP gretig en pleitte voor “nationalisatie” van de bank. De minister van financiën was daar allang mee bezig, niet vanuit socialistische motieven maar omdat de zaak hopeloos verrot was en het kapitalisme tegen zichzelf in bescherming moest worden genomen.
Een radicale analyse had de SP kunnen en moeten uitwijzen dat het redden van banken een verwerpelijke zaak is. Banken parasiteren op de economie, in plaats van eraan bij te dragen. Juist toen het financieel kapitalisme werd ontmaskerd als het monetaire bedrog dat het ten diepste is, liet de SP het afweten en droeg het bij aan de “redding” van het systeem dat ze zeggen te willen bestrijden. De staatsschuld werd met tientallen miljarden verhoogd, waarover Nederlandse belastingbetalers tot in lengte van jaren rente zullen moeten betalen. Ook toen voor miljarden aan banktegoeden door de staat werden “gegarandeerd”, wat een recept is voor nog meer financiële ellende, waren de linksige klagers in geen velden of wegen te bekennen. Wel maakten ze zich nog boos over de bonussen van een aantal bankmedewerkers - waarlijk klein bier vergeleken met de gigantische bankgaranties, die de belastingbetaler nog een hoop misère zou kunnen bezorgen.'
Het meest duidelijk uit zich deze opstelling in de hardnekkige “incompetentietheorie” die veel linksige mensen, onbewust, aanhangen. Aangezien zijzelf de wereld zoveel beter begrijpen dan de machthebbers, en ook zoveel intelligenter menen te zijn dan de meeste mensen, zijn de dingen die “misgaan”, die “niet goed werken”, per definitie het gevolg van stompzinnigheid. De stupide gedragingen van irrationele machthebbers zorgen ervoor dat er van alles fout gaat in de wereld. Als men maar zou luisteren naar de linksige klaagzang, zouden die blunders niet worden begaan.
Een voorbeeld hiervan is een econoom als Paul Krugman, Nobelprijswinnaar en scribent voor de New York Times. Over het (economisch) beleid van o.a. Bush Jr., de Federal Reserve, de Wereldbank en het IMF weet Krugman te melden dat het “niet heeft gewerkt”. Armoede wordt er wereldwijd niet minder door, de economie gaat er niet op vooruit, het tekort wordt er niet minder op, enzovoort. Als ze maar naar hem, de econoom Krugman, zouden luisteren werkte het allemaal een stuk beter.
Maar het economisch beleid van Bush Jr., de Federal Reserve, de Wereldbank en het IMF werken juist buitengewoon goed. Het beleid werkt immers briljant voor de mensen die ervan profiteren. Heeft Krugman misschien iets gemist? Een radicale analist verzuimt niet, zoals linksige klagers dat doen, de vraag te stellen: Cui bono? Wie profiteert ervan? En wie is de klos? Als aanhangers van de incompetentietheorie kunnen ze de machthebbers en schatrijke moghuls en mandarijnen niet anders zien dan als “incompetent” - die zijn nou eenmaal niet zo intelligent als de linksige klager. Vandaar dat ze de problemen in de wereld niet kunnen oplossen. In die toestand kunnen de linksige klagers zich niet voorstellen dat er sprake zou kunnen zijn van opzet - dat de economische structuren (en de globaliseringsideologie die deze structuren ondersteunen) niet de nobele bedoelingen hebben die de propagandisten ons voorhouden.
Een radicale analyse zal uitwijzen dat deze “liberals”, de progressieve goedbedoelers, juist de onnozelste figuren van het speelveld zijn. Ze zijn de ideale “useful idiots” voor het politiek-economische establishment. In hun verzuchtingen over de onnozelheid van machthebbers en beleidsmakers kweken ze een fatalisme bij de slachtoffers van dat beleid. Wat kun je immers doen aan de generaties “stompzinnige” politici die steeds maar weer opstaan? Burgers die zich boos maken over de kwade intenties van sluwe en manipulatieve regenten, zijn veel makkelijker te mobiliseren dan burgers die machteloos hun handen ten hemel heffen over al die “stompzinnigheid” van de mensen die boven hen geplaatst zijn. Wat moet je immers beginnen tegen “stompzinnigheid”? Een paard kun je ook niet leren rekenen.
In Nederland zijn clubs als GroenLinks en ook de Socialistische Partij goede voorbeelden van linksige klagers zonder radicaal analytisch vermogen. Ook zij gaan er impliciet vanuit dat de neoliberale consensus “niet heeft gewerkt”. Bij gebrek aan een radicale analyse zijn ze vervolgens niet in staat een alternatief te formuleren dat mensen buiten de eigen partijburelen kan aanspreken. Een verbijsterend voorbeeld hiervan gaf de Socialistische Partij, toen Nederlandse banken dreigden om te vallen en door de regering werden “gered” met miljardeninjecties. De SP had het marginale commentaar dat het liever een “meerderheidsbelang” van de staat in zo’n geredde bank had gezien. Vervolgens werd de SP gretig en pleitte voor “nationalisatie” van de bank. De minister van financiën was daar allang mee bezig, niet vanuit socialistische motieven maar omdat de zaak hopeloos verrot was en het kapitalisme tegen zichzelf in bescherming moest worden genomen.
Een radicale analyse had de SP kunnen en moeten uitwijzen dat het redden van banken een verwerpelijke zaak is. Banken parasiteren op de economie, in plaats van eraan bij te dragen. Juist toen het financieel kapitalisme werd ontmaskerd als het monetaire bedrog dat het ten diepste is, liet de SP het afweten en droeg het bij aan de “redding” van het systeem dat ze zeggen te willen bestrijden. De staatsschuld werd met tientallen miljarden verhoogd, waarover Nederlandse belastingbetalers tot in lengte van jaren rente zullen moeten betalen. Ook toen voor miljarden aan banktegoeden door de staat werden “gegarandeerd”, wat een recept is voor nog meer financiële ellende, waren de linksige klagers in geen velden of wegen te bekennen. Wel maakten ze zich nog boos over de bonussen van een aantal bankmedewerkers - waarlijk klein bier vergeleken met de gigantische bankgaranties, die de belastingbetaler nog een hoop misère zou kunnen bezorgen.'
4 opmerkingen:
Doet me denken aan al die mensen die nu geloven dat met Obama alles anders wordt.
Uitermate helder en analyserend stuk. Het gezeur en geklaag van de SP, en de traditionele verontwaardiging-met-overslaande-stem van zijn politici, betreft geen 'karaktertrek', maar een maskering van onkunde.
Briljant
Beste Sonja,
Nou die onkunde zie ik niet in het dagelijkse gewone leven. Bij mij in de woonplaats (en in veel andere plaatsen) is de SP erg aktief en hebben zij al veel voor elkaar gekregen. Kan ik niet van de andere partijen zeggen of het moeten al die torenhoge lelijke kantoorflats zijn die al jaren leegstaan. En wat die traditionele verontwaardiging betreft, er zijn mensen die zich zaken oprecht aantrekken en zich er in verdiepen. Ik hoop juist dat zij wat smeriger, wat viezer worden om dat criminele tuig via hun eigen smerige middelen weg te krijgen! Of wil je die houden dan? En als je zegt dat je niet stemt, stem je toch!
Anzi
Een reactie posten