Ik zag de wanhoop in Twan Huys zijn ogen toen hij Hans Verhagen voor zich zag. Het waren twee werelden die niets met elkaar hadden, de een was kunstenaar, de ander tv-presentator. De een vertegenwoordigde de complexiteit van het bestaan, de ander het eendimensionale, de een gebruikte het woord, de ander het cliche, de een sprak namens de kunst, de ander namens de macht. Die twee werelden spreken elkaars taal niet en blijven daardoor van elkaar gescheiden door een diepe kloof, door het bewustzijn.
De Britse auteur John Berger wees erop dat dankzij onder andere de overvloed aan massamedia ‘er grote delen van de… arbeiders en middenklasse bestaan die zich niet helder kunnen uitdrukken als gevolg van de grootscheepse culturele deprivatie. De middelen om datgene wat ze weten te vertalen in gedachten is hen ontnomen… Ze bezitten geen voorbeelden die ze kunnen volgen, waarbij woorden ervaringen duidelijk maken.’ Een avondje televisie kijken en men weet wat Berger bedoeld. ‘Wat kan er, uitgezonderd halve waarheden, grove simplificaties of onbenulligheden, overgebracht worden aan dat halfgeletterde massale gehoor, dat… overal de voorstelling mag bijwonen?’ zo schreef de hoogleraar George Steiner, die aan Yale en Oxford doceerde. Op zijn beurt noemt de auteur Milan Kundera journalisten ‘termieten van de reductie,’ die ‘over de hele wereld dezelfde simplificaties en clichés uit[strooien], waarvan mag worden verwacht dat ze door de meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid.’
Een kwarteeuw geleden leerde ik bij Stad/Radio Amsterdam Twan Huys kennen als aankomend journalist, net uit de provincie en brandend van ambitie. Hij was geen onaardige jongen, maar het onbrak hem aan journalistiek talent. En dat kwam doordat hij niet echt geinteresseerd was in mensen. Het enige dat hem interesseerde was zijn carriere, en daar offerde hij alles aan op. Toen ik een keer de auteur Frans Kellendonk langdurig had geinterviewd en daarvan anderhalf uur had uitgezonden op de radio, was de enige reactie van Huys dat het interview te lang was. Al die gedachten van Kellendonk hadden tot een half uurtje beperkt kunnen blijven. Wat moest de massa der mensen met al dat intellectuele gedoe over zin en betekenis van het bestaan. Per slot van rekening kon toch de eerste de beste politicus zijn praatjes in een tijdsbestek van 5 minuten proppen. Toen ik hem probeerde uit te leggen dat dit nu juist het probleem was van de commerciele massamedia keek hij me verbaasd aan. Hij begreep het niet.
Welnu de wereld in een half uur, de wereld van Twan Huys, heeft het gewonnen van de wereld die de complexiteit probeert te weergeven, mijn wereld dus. En vandaar dat hij met een mond vol tanden zat toen hij Hans Verhagen moest interviewen. Hij kon alleen maar zenuwachtig lachen. Zoveel gekte had hij al in jaren niet gehoord en gezien. Ikzelf heb samen met Mattias Ylstra enkele jaren geleden een lang filmportret gemaakt van Hans Verhagen. We hebben geprobeerd de diepzinnigheid van Hans in woord en beeld te vangen. Dat portret is nooit door de Hilversumse omroepen uitgezonden. Het was te complex, de kijker was kennelijk te onnozel om het te kunnen begrijpen.
Het gevolg van het feit dat de Twan Huysen in de wereld gewonnen hebben, is onder andere de culturele deprivatie waar Berger over sprak. Wat de boer niet kent, eet hij niet. Het gevolg daarvan is weer dat een deel van de kijkers inmiddels is afgehaakt, omdat ze niet langer meer naar de shit kunnen kijken die nu wordt uitgezonden. En de Twan Huysen hebben zo hun eigen oppervlakkige kijkerskring geschapen, en denken nu dat daarmee hun gelijk bewezen is. Want kijk maar, dit is wat de mensen willen. 'Twan hoort de woorden maar heeft geen idee waar het over gaat.' Net als zijn zelf geschapen publiek. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg, zei Twan Huys ooit eens. A self-fulfilling prophecy. 'Such is Life', waren de laatste woorden van Ned Kelly. 'Er bestaat een valse bescheidenheid, die niets anders is dan ijdelheid.'
1 opmerking:
Stan, ik krijg net van mijn broer de link naar dit artikel. We hadden het namelijk over het oppervlakkige van Twan en mijn broer herinnerde zich jouw opinie. We hadden het over Twan omdat hij het van de week niet kon laten om aan Diederik Samson te vragen wat de door de PvdA voorgestelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek de burger zal gaan kosten. Nou is Diederik gek op getallen, dus hij wist het precies. Toen vroeg Twan maar niet meer naar de prijs van een halfje melk wit. (Wie eet nou dat vissendeeg? Twan?) Voor Twan is een goed politiek programma een handzaam prijslijstje.
Een reactie posten