In schril contrast met de werkelijkheid presenteert Brill de zionistische historicus als een gematigd mens, die nu na al het bloedvergieten 'ervoor' is 'dat Israel 98 procent van de Westoever teruggeeft.' Dezelfde Westoever dus die tot zijn grote droefenis niet in 1948 etnisch gezuiverd werd door de zionistische troepen, waardoor er momenteel 'een groot en veranderlijke demografische reserve op de Westbank en Gaza en binnen Israël zelf' is achtergebleven, een soort vijfde kolonne die gewantrouwd moet worden. En dat allemaal omdat de grondlegger van de 'joodse natie,' David Ben-Goerion, de zionistische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking destijds liet stoppen uit angst de sympathie van het christelijke Westen te verliezen. 'Hoewel hij het demografische vraagstuk begreep en de noodzaak van het vestigen van een joodse staat zonder een grote Arabische minderheid, werd hij tijdens de oorlog bang. Op het laatst aarzelde hij…' aldus de nu teleurgestelde extremistische historicus.
De 'Arabische minderheid,' voelt u hem. Palestijnen bestaan in het wereldbeeld van dit soort zionisten niet. Het zijn allemaal Arabieren met theedoeken om hun hoofd en kamelen naast de dadelpalmboom, lui die eigenlijk uit het Arabische achterland komen, woestijnnomaden die overal kunnen wonen, maar niet in het 'beloofde land'. Het zijn al die verborgen boodschappen in de taal van een bepaald slag fanatieke zionisten en hun lobby in de politiek en de commerciele massamedia. 'De Arabische minderheid,' die overigens een meerderheid was in Palestina en daarom ook verdreven moest worden, anders zouden de joden nooit een democratische staat hebben kunnen stichten, want de joden waren in de minderheid. In 1948 vormden de joden 30 procent van de bevolking in Palestina. Maar liefst 54 procent van de totale oppervlakte kregen ze van de door het christelijke Westen gedomineerde VN en bleef er voor de Palestijnse meerderheid van 70 procent slechts 46 procent over van het land, minus nog eens het gebied rond Jeruzalem dat onder internationaal toezicht zou komen te staan. Dus van de 1,7 procent in 1917 kwam 30 jaar later 54 procent in handen van de zionisten, en dat terwijl ze in 1948 niet meer dan 6 procent van het land in handen hadden weten te krijgen. Meer dan 475 Palestijnse steden en dorpen lagen op het grondgebied dat de nieuwe staat kreeg toegewezen. Plotseling vielen honderdduizenden oorspronkelijke bewoners onder de heerschappij van mensen die de voorafgaande decennia in Palestina waren neergestreken. Maar ook dat verzwijgt Brill in zijn poging het propagandabeeld overeind te houden. Zijn woorden blijven voor hem consequentieloos, voor de gevolgen moeten de joden en Palestijnen in Israel opdraaien.
De werkelijkheid past niet in de pro-Israelische voorstelling van zaken die de opiniemaker Paul Brill probeert te geven. Integendeel, bij hem is Benny Morris geenszins een reactionaire extremist, maar een humanistische persoonlijkheid die 'is geboren op een kibboets,' en een 'uitgesproken linkse achtergrond' heeft, zoals hij de lezers wil doen geloven. Die kibboets-achtergrond suggereert een bepaalde kameraadschappelijkheid en links idealisme, die in de praktijk nooit bestaan hebben. Althans niet voor 20 procent van de Israelische bevolking die niet-joods is, en die volgens Morris weliswaar had moeten worden verdreven, maar in 1948 nog niet verdreven kon worden. Palestijnen werden door de meeste linkse kibboetsniks beschouwd als primitieve lui van een ander ras, die daarom ook geen lid van een kibboets mochten worden, maar op den duur wel het vuile en zware werk voor de linkse joden mochten verrichten. Bovendien waren de kibboetsniks de ware pioniers en kolonisators die er met geweld voor zorgden dat de verdreven Palestijnse boeren niet naar hun eigen land konden terugkeren. Degenen die dat wel lukten werden doodgeschoten.
De Amerikaanse hoogleraar in Hebreeuwse literatuur, wijlen Gila Ramsas-Rauch, schreef over het werk van Amos Oz, zelf een voormalige 'linkse' kibboetsnik: “Zijn romanfiguren zijn gebiologeerd door angst en begeerte, ze zijn weggezonken in het irrationele, en hun tragedie is dat het hen aan een tragisch levensgevoel ontbreekt. De stichters van de staat bijvoorbeeld die in een kibboets leven zijn blind voor aard en wezen van de hen omringende Arabieren en dit kan als symbolisch worden opgevat voor de nationale ziekte.” De kibboetsniks leven op de 88 procent van het Israelisch grondgebied dat nog steeds nagenoeg onbewoond is, ze vormen niet meer dan 1,2 procent van de joods-Israeli’s. En dit zeer kleine aantal leeft op deze enorme van de Palestijnen gestolen oppervlakte. Allemaal feiten die de opiniemaker Brill verzwijgt omdat het niet in zijn pro-Israelische propagandabeeld past.
Wat Brill wil is de angst voor de vijand vergroten, en de vijand is de gekleurde, de Arabier, de Aziaat, in elk geval de ander. En dus tekent hij gretig de verder niet onderbouwde mening van Morris op dat 'Iran reden [ geeft] om te vrezen dat het in staat is tot suicidaal gedrag.'
Stemming kweken om ergens bij te kunnen horen. Collaboreren met de sterkste jongetjes in de klas. We zien het wel meer bij politieke en religieuze bekeerlingen, uiteindelijk worden ze roomser dan de paus, plus royaliste que le roi. Brill is daar een prachtige illustratie van, een schoolvoorbeeld voor psychologen. Ziedaar, het jongetje dat getreiterd en vernederd werd, door joden en niet-joden omdat hij nergens bijhoorde, en die eenkwart eeuw geleden als volwassen man schreef: 'En dan arriveer je in Israel. Jij zult daar met je eigen afkomst worden geconfronteerd, was me van zeer nabij voorspeld. Maar wat is je afkomst wanneer je joodse vader geheel heeft gecapituleerd voor de bekeringsijver van je katholieke moeder? Nebbisj. Of nog minder: minder dan een halfjood, zoals me eens smalend werd toegevoegd door iemand die zich op latere leeftijd had laten besnijden.'
Paul Brill heeft gekozen, en wel voor de sterkste partij, de partij die zijn eigen vader - in de ogen van de zoon - niet kon zijn. Dat is niet onverklaarbaar, zwakke figuren trekken van nature naar de sterken, en zo heeft Brill onvoorwaardelijk gekozen voor een nucleaire staat die streeft naar regionale hegemonie en daarvoor het op drie na machtigste militaire apparaat ter wereld heeft. En een inwoner van die nucleaire staat laat hij zeggen dat 'Iran... in staat is tot suicidaal gedrag,' om het beeld te scheppen dat er een nieuwe holocaust dreigt. En zo bouwt Paul steentje voor steentje zijn identiteit op ten koste van nagenoeg alles, journalistieke onafhankelijkheid, persoonlijke integriteit, humanisme, mensenrechten, fatsoen. Alles zal hij opofferen om maar niet in die gruwelijke leegte van de identiteitsloze te hoeven vallen. Over mensen als Paul Brill werden vroeger psychologische romans geschreven, maar helaas heeft de journalistiek deze werkelijkheid inmiddels onzichtbaar gemaakt. Meer over Paul in een volgend stukje.
2 opmerkingen:
Beste Stan,
als ik je nog een tip van de hand mag doen..
http://www.1888pressrelease.com/noam-chomsky-breathless-just-reading-it-pr-81665.html
Triest geval die het moet hebben van dat hij nog iets van een jood is. Ja, je kunt ook niet alles hebben. Verder vertegenwoordiger van een corrupt blad de volkskrant waar mensen met een andere mening geblokkeerd worden en dan vooral in de kwestie Gaza-Israel.
Jose
Een reactie posten