donderdag 7 juni 2007

Het Israelisch Expansionisme 46


Ik heb hem het volgende geantwoord:

beste anoniem,
waarom zouden mensen toch zo vaak prefereren om anoniem te blijven? bescheidenheid? angst? maar dit terzijde.
Ik vond deze twee fragmenten van de NOS opmerkelijk: 'Daarmee ging een lang gekoesterde wens van veel religieuze joden in vervulling: de verovering van wat zij noemen Judea en Samaria , onderdeel van het bijbelse land Israël. Plus de inname van Oost-Jeruzalem inclusief de ‘oude stad’, met de voor joden heilige klaagmuur...Het gaat dan vooral om de Westelijke Jordaanoever. Hier wonen ongeveer 2,5 miljoen Palestijnen en 400.000 kolonisten in joodse nederzettingen. Het is een illusie om te denken dat Israël die nederzettingen allemaal zal ontmantelen, zoals de Palestijnen willen. Dat geldt in het bijzonder voor de nederzettingen in en rond Oost-Jeruzalem.'
De eerste zin is onjuist, omdat het suggereert dat gebiedsuitbreiding 'de lang gekoesterde wens' was van alleen religieuze joden. Zowel de religieuze als de seculiere zionisten in Israel hebben gestreefd en streven nog steeds naar een Eretz Israel, een zo groot mogelijk Israel. Vandaar ook dat de staat Israel al bijna 60 jaar lang weigert zijn eigen grenzen aan te geven. Daarnaast is er een groep religieuze joden die de staat Israel weigert te erkennen, aangezien de messias nog niet is verschenen. Voorbeeld van de seculiere zionisten, die niet in God geloofden, maar wel in de overtuiging dat die God hen het beloofde land had gegeven is de atheist Ben Goerion, vader des vaderlands van de joodse natie. In 1938 zei de grondlegger van de ''joodse staat,'' David Ben-Goerion: ''after the formation of a large army in the wake of the establishment of the state, we will abolish partition and expand to the whole of palestine.'' Al in 1937 schreef hij aan zijn zoon Amos: ‘‘Geen zionist kan afstand doen van ook maar het kleinste gedeelte van het land van Israël. Een joodse staat in een deel van Palestina is geen einde, maar een begin.’’ Het bezit van een eigen stuk grondgebied was, volgens hem, doorslaggevend want juist "daar door vergroten we onze macht en elke machtstoename maakt het mogelijk het land in zijn geheel in handen te krijgen. Het vestigen van een [kleine] staat… zal dienen als een zeer krachtig instrument in onze historische inspanning om het hele land te bevrijden." De woorden en de daden spreken voor zich. Maar dat is kennelijk nog niet doorgedrongen tot de NOS, die met het bekende propagandistische verhaal komen.
In januari van dit jaar was de Israelische historicus Ilan Pappe -hij is inmiddels naar het buitenland uitgeweken - in Nederland. Hij gaf in Amsterdam drie lezingen.Toen in de jaren negentig de militaire archieven in zijn land open gingen, was Ilan Pappe een van de eerste wetenschappers die ze raadpleegde. Pappe, die politieke wetenschappen doceerde aan de Universiteit van Haifa, deed met name onderzoek naar de begintijd van zijn vaderland. Hij vond de bewijzen van vooropgezette plannen om de Palestijnen te verdrijven en schreef daarover het boek 'The Ethnic Cleansing of Palestine'. Ik las zijn boek, volgde die lezingen en sprak met hem. Pappe zei het volgende:
"In het midden van de jaren vijftig was de eerste premier van Israël en de belangrijkste leider van de zionistische beweging in Palestina, David Ben-Goerion, voor het eerst niet aan de macht en had zodoende tijd om door het land te reizen. Omdat hij het noorden niet goed kende, besloot hij door Galilea te trekken. Ben-Goerion bezocht er een fabriek, een kibboets, een militaire basis en al met al leek hij een aangename tijd te hebben. Maar ’s avonds schreef de vader des vaderlands in zijn dagboek dat één ding zijn dag danig had verpest, namelijk het feit dat hij voor het eerst besefte dat er zoveel Arabieren in Galilea woonden. Zijn ergernis benadrukt nog eens het feit dat Ben-Goerion een ideologische beweging leidde die al sinds het eind van de negentiende eeuw Palestina wilde veranderen in een joodse staat, waarin zo min mogelijk Palestijnen zouden leven, eigenlijk geen. Met andere woorden: als de aanwezigheid van zoveel Palestijnen de grondlegger van de joodse staat dwars zat, dan betekende dit dat het plan om het te ontvolken van alle Palestijnen niet gelukt was. En als de leider van het Israëlische zionisme - en dus geen marginale randdebiel - zich stoorde aan de aanwezigheid van zoveel Palestijnen, dan kunnen we zonder meer aannemen dat ook de meeste Israëlische joden in de jaren vijftig zich hieraan stoorden. Wat dat betreft is er anno 2007 niets veranderd. Vanaf het allereerste moment dat Palestina gekozen werd als territorium voor een zogeheten ‘joodse staat’ was de enige formule die zionistische leiders als Ben-Goerion konden bedenken het de-arabiseren van het land, aangezien het meteen voor hen duidelijk was dat er een ander volk leefde. Al in 1937 schreef hij aan zijn zoon Amos: “Geen zionist kan afstand doen van ook maar het kleinste gedeelte van het land van Israël. Een joodse staat in een deel van Palestina is geen einde, maar een begin.” Het bezit van een eigen stuk grondgebied was, volgens hem, doorslaggevend want juist “daardoor vergroten we onze macht en elke machtstoename maakt het mogelijk het land in zijn geheel in handen te krijgen. Het vestigen van een [kleine] staat… zal dienen als een zeer krachtig instrument in onze historische inspanning om het hele land te bevrijden.” Kortom, men wilde gewoon een lege ruimte om de zionistische droom te verwezenlijken. Dat was een vitaal onderdeel van de ideologie en het betekende in de praktijk: verdrijf alle inwoners van Palestina, en wel omdat men geen joodse staat kon stichten met destijds slechts 600.000 joden terwijl er ook nog eens 1 miljoen Palestijnen leefden.
Gedetailleerde orders
Die etnische zuivering werd militair voorbereid in een van de mooiste panden in Tel Aviv, bijgenaamd Het Rode Huis, waar sinds 1947 het hoofdkwartier was gevestigd van de Haganna, de belangrijkste ondergrondse zionistische militie, de gewapende tak van links. En in dit inmiddels gesloopte gebouw, er staat nu een Sheraton Hotel, werd op de koude woensdagmiddag van 10 maart 1948 door elf speciaal geselecteerde zionistische leiders van de joodse gemeenschap in Palestina (na een jaar lang op woensdag te hebben vergaderd) de laatste hand gelegd aan een plan om ongeveer 1 miljoen Palestijnen te deporteren. Diezelfde avond nog werden militaire bevelen rond gestuurd naar gevechtseenheden in het hele land voor een systematische verdrijving van de Palestijnen. Die orders waren voorzien van gedetailleerde beschrijvingen van de methodes die gebruikt moesten worden om de Palestijnse burgers met geweld te verjagen: grootscheepse intimidatie; het belegeren en bombarderen van dorpen en bevolkingscentra; het in brand steken van woningen en eigendommen; en tenslotte het opblazen van bebouwde centra om te voorkomen dat de verdreven inwoners zouden terugkeren. Elke gevechtseenheid kreeg haar eigen lijst van dorpen en buurten die etnisch gezuiverd en met explosieven verwoest moesten worden. Deze militaire campagne kreeg als codenaam Plan D. Net als bij andere dergelijke catastrofale besluiten bestaan ook van deze bijeenkomst geen notulen. Politici en generaals die besluiten het lot van zoveel mensen in handen te nemen, laten doorgaans geen bewijzen hiervan achter. Maar er bestaat in dit geval genoeg indirect bewijs, stille getuigen, die het ons als historici mogelijk maken om te reconstrueren wat er tijdens die bijeenkomst werd besloten. Misschien veel belangrijker nog, we beschikken nu over de documentatie die resulteerde uit deze geheime bijeenkomst, te weten een reeks militaire orders aan de joodse gevechtseenheden om te beginnen met de systematische verdrijving van een miljoen Palestijnen uit hun woningen, dorpen en steden. In een tijdsbestek van zeven à acht maanden was de operatie voorbij en hadden tenminste 750.000 Palestijnen hun huizen verloren, hun velden, boomgaarden, bedrijven, bankrekeningen en hun leven in Palestina, waar hun families eeuwenlang zo niet langer hadden geleefd.
De wereld keek toe
Het verbazingwekkende van deze campagne was dat het gemeld werd door de internationale pers. De meeste grote westerse kranten en radiostations berichtten destijds bijna dagelijks over de grootscheepse deportaties en verwoestingen. Bovendien waren ook waarnemers van het Rode Kruis en de Verenigde Naties ter plaatse die aan hun hoofdkwartieren uiterst feitelijk verslag uitbrachten van wat ze zagen. En toch was al deze informatie voor de internationale gemeenschap geen aanleiding om krachtdadige stappen te ondernemen, met als gevolg dat driekwart van de Palestijnse bevolking kon worden verdreven en hun huizen en bedrijven konden worden verpulverd. Aan het eind van 1948, toen de omvang van de misdaad niet meer genegeerd kon worden, deed de VN nog wel een zwakke poging om het onrecht te stoppen. De Algemene Vergadering nam resolutie 194 aan die bepaalde dat Israël de terugkeer van de vluchtelingen moest toestaan, maar Israël negeerde die resolutie net zoals het naderhand alle andere resoluties zou negeren waarin een beroep wordt gedaan op de “joodse natie” om de Palestijnen menswaardig te behandelen. Voor enige tijd was de wereldgemeenschap tamelijk verbolgen over de Israëlische houding, zelfs de Amerikaanse regering ergerde zich eraan en, geloof het of niet, legde Israël enkele maanden lang sancties op, om het land te dwingen de verdreven Palestijnen te laten terugkeren. Maar uiteindelijk liet de wereldgemeenschap Israël zijn gang gaan en werden zo de kiemen gelegd van wat nu eufemistisch heet het Arabisch-Israëlisch Conflict, een conflict dat niet alleen het Midden Oosten destabiliseert maar nu ook de veiligheid in de rest van de wereld in gevaar brengt.Dit alles als direct gevolg van het feit dat elf mannen, joodse leiders die claimden de slachtoffers van de holocaust te vertegenwoordigen, drie jaar na de holocaust koelbloedig besloten alle Palestijnen te deporteren. Het was de logische consequentie van het eerdere zionistische besluit dat Palestina de enige ruimte in de wereld was waar men niet alleen een veilige plaats voor de joden kon scheppen maar waar men tevens het judaïsme kon herdefiniëren als een nationale beweging. Deze speciaal door Ben-Goerion samengestelde denktank besliste bovendien dat in Palestina een westerse joodse staat moest worden gevestigd, ze wilden geen joden uit Arabische landen, want Ben-Goerion had verklaard dat die joden in feite Arabieren waren en die wilden ze niet. Later veranderde hij zijn standpunt, toen hij er meer joden bij wilde hebben. Ze werden toegelaten op voorwaarde dat ze allereerst gede-arabiseerd en verwesterd zouden worden. En zo gebeurde het ook. Tegelijkertijd realiseerden de adviseurs zich ook dat de holocaust in Europa dermate drastisch was geweest dat emigratie daar vandaan nagenoeg verwaarloosbaar zou zijn. Ten derde wisten ze dat de demografische balans in Palestina ten nadele was voor de joden. Hoe ze ook de grenzen van een toekomstige joodse staat zouden laten lopen, de joden zouden altijd in de minderheid blijven. En dus kwamen ze tot de conclusie dat alleen een etnische zuivering een joodse staat mogelijk zou maken. En aldus geschiedde.
Verachtelijke ideologie
Het is duidelijk dat een ideologie waarbij een ander verdreven moet worden om mij veilig te laten voelen in moreel opzicht absoluut verachtelijk is. Bovendien is het juridisch volstrekt illegaal. Als elf mannen kunnen besluiten dat één bepaalde groep mensen, louter en alleen omdat ze Palestijnen zijn, geen recht heeft om in hun eigen huizen te leven, dan beschouwd zeker vandaag de dag het internationaal recht, de internationale gemeenschap, dit als een misdaad tegen de mensheid. Met andere woorden: deze elf mannen zijn misdadigers, maar zo worden ze niet gezien door de Israëli’s. Integendeel, zij behoren tot de meest gerespecteerde helden in het Israëlische pantheon, de bekendste is de vader des vaderlands David Ben-Goerion, die de bijeenkomst voorzat en die de etnische zuivering bedacht, het initiatief ervoor nam en de leiding erover had. Nu gaat het mij niet om het veroordelen van deze daders, die zijn inmiddels allemaal dood, maar in mijn boek hou ik me bezig met de misdaad, het verdrijven van al die burgers, het opblazen van 531 dorpen en zwaar beschadigen van 11 steden, het stelen van al hun bezittingen. Weliswaar slaagden de zionisten er niet in om heel Palestina te zuiveren, maar toch was het voor de joodse kolonisten en hun militaire eenheden geen slecht resultaat. Slechts 250.000 Palestijnen bleven achter, vooral in het Noorden waar de zionistische troepen op het laatst te uitgeput waren om hen te verdrijven. Het was een onvoorstelbare tragedie voor al die burgers die uit hun huizen werden verdreven, die ineens hun geboorte- en woonplaats verloren, en voor al die nabestaanden van mensen die waren afgeslacht, en al die vrouwen die waren verkracht tijdens de militaire operaties. Los van deze wreedheden ben ik van mening dat men anno 2007 de Israëlische misdaden van 1948 moet erkennen, niet om rekeningen te vereffenen, want wie zou moeten worden veroordeeld? De daders zijn al dood. Ik denk dat we het briljante idee van Desmond Tutu zouden moeten adopteren dat uitgaat van de gedachte: we willen de daders niet eens misdadigers noemen, we willen dat ze de misdaad toegeven. Wij moeten die misdaad onder ogen zien. We zullen moeten erkennen dat de etnische zuiveringen waren gepland, dat Israël de oorlog in 1948 wilde om Palestina etnisch te kunnen zuiveren en niet - zoals de Israëli’s beweren - dat die oorlog de reden was om de Palestijnen te verdrijven. Het was allemaal voorbereid, de orders lagen klaar. Niet alleen de joods-Israëli’s zullen de misdaden moeten erkennen, maar ook de rest van de zwijgende wereld, en zeker Europa.
‘Deel van de schepping’
De wereld heeft Israël al in 1948 een vrijbrief gegeven. En als een staat gebaseerd is op de verdrijving van een ander volk en de mensheid zwijgt daarover, dan moet men niet verbaasd zijn dat deze staat nog steeds de ideologie van het etnisch zuiveren als hoeksteen heeft. De boodschap die de zionistische beweging en later Israël van de wereld kreeg was dat dit geen misdaad was, maar dat het een legitiem onderdeel is van de schepping van de staat Israël. Geen officiële instantie in de wereld heeft Israël ooit veroordeeld voor de etnische zuiveringen van 1948. En nog steeds krijgt het de boodschap dat het onderdeel is van de beschaafde wereld en dat het ervan mag uitgaan dat in moreel, juridisch en politiek opzicht Israël volkomen gelijk heeft om een moderne staat te vestigen op een ideologische basis van etnische exclusiviteit. Zodra het gaat om de rechten van de joden om het enige volk te zijn op Palestijns gebied hoeven ze zich in de praktijk niet druk te maken over mensenrechten, of rechten van de burger of over de democratie. En omdat dit de boodschap was van de machtige westerse wereld gelooft elk zionistisch Knessetlid blind dat het belang van een joodse meerderheid in Palestina alle andere religieuze of humanitaire waarden teniet doet. Die mentaliteit is het product van de misdaden van 1948 en de stilzwijgende goedkeuring ervan door met name de Europese elites, die gepijnigd werden door de gedachten aan wat Europa de joden had aangedaan. Daardoor zijn ze nu blind voor wat de Israëlische joden de Palestijnen aandoen. Die boodschap heeft de merkwaardige tweedeling veroorzaakt in het denken van de joods-Israëli’s. Enerzijds zijn ze ervan overtuigd geraakt dat ze de enige Verlichte mensen in het Midden Oosten zijn, de enige democraten, het enige westerse volk aldaar, het enige cultureel ontwikkelde volk in het Midden Oosten. En anderzijds menen de Israëli’s dat ze het volste recht hebben om nu soms zelfs openlijk te zeggen dat Palestijnen verdreven moeten worden uit welk gebied dan ook waar de Israëlische joden geen meerderheid vormen. Zodra de Palestijnen in de ogen van de zionisten daar een zogeheten ‘existentiële bedreiging’ vormen, dan zijn alle middelen toegestaan, inclusief bloedbaden, inclusief het bombarderen van burgers met F-16’s, inclusief het deporteren in vrachtwagens van Palestijnen en inclusief het economisch wurgen van hun samenleving door hen op te sluiten achter een muur, in de hoop dat hun leven zo miserabel wordt dat ze zelf besluiten te vertrekken. Om hiermee ongestoord door te kunnen gaan, moeten natuurlijk de westerse media worden bespeeld en daar zijn de zionisten buitengewoon effectief in. Ze beseffen maar al te goed dat ze kleine wreedheden moeten begaan, want daar is de Amerikaanse en Europese pers niet echt in geïnteresseerd, die wil kolossale catastrofes. Zolang men vijf mensen of meer per maand verdrijft, hier en daar een dertigtal huizen vernietigt en permanent het leven van burgers bij militaire controleposten ondraaglijk maakt, zijn de massamedia niet geïnteresseerd. Ondertussen blijft het Israëlisch beleid gebaseerd op het inpikken van zoveel mogelijk Palestijns grondgebied, maar dan zonder Palestijnen. Onderling debatteren ze over hoe ze dat doel het best kunnen verwezenlijken. Het meest doortrapt zijn de linkse partijen. De verlichte Israëli’s maakt het niet uit om het grote gevangeniskamp Gaza en de Bantoestans op de Westbank een Palestijnse staat te noemen. Links doet het voorkomen alsof het bereid is tot een grootmoedig gebaar, namelijk het geven van wel 15 procent van het Palestijns gebied aan het Palestijnse volk. Maar rechts in Israël is niet zo hypocriet. De rechtsen willen het liefst ook nog die 15 procent. Die zeggen tegen links: “Als jullie Palestina willen, neem dan het hele grondgebied en verdrijf alle Palestijnen ineens. Wat voor spelletje is het van jullie om 85 procent in te pikken en vervolgens de bewoners van de resterende 15 procent langzaam weg te treiteren?” En ze hebben gelijk, het liberale zionisme is het meest verachtelijk.
Het onrecht gaat door
Sinds de Oslo-akkoorden zijn er meer nederzettingen gebouwd dan voorheen. Het zogenaamde vredeproces is het middel bij uitstek dat Israël helpt het beleid van de langzame de-arabisering ten uitvoer te brengen. Daarom zal de wereld de Israëli’s een duidelijke boodschap moeten geven, namelijk: als jullie vrede en verzoening willen zullen jullie allereerst moeten erkennen wat er in 1948 is gebeurd. Ze moeten ophouden het te ontkennen, ze moeten verantwoording voor hun misdaden nemen. Daarnaast zouden ze officieel moeten verklaren dat er een automatisch recht op terugkeer is voor de slachtoffers van de etnische zuiveringen, zoals overigens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op zijn website bepleit. Alleen verzwijgt Washington de Israëlische verdrijving van Palestijnen. Een tweede boodschap aan de Israëli’s zou moeten zijn dat ze onmiddellijk ophouden met de politiek van het etnisch zuiveren die sinds 1948 wordt gevoerd. En de Israëli’s moet duidelijk worden gemaakt dat het ontmenselijken van de oorspronkelijke bevolking slechts tot misdaden leidt. Daarbij moet dit niet bij een vermaning blijven, het veroordelen van mijn volk helpt niet, Israëli’s zijn totaal immuun tegen veroordelingen, ze lachen erom, want ze weten dat die geen consequenties hebben dankzij het Amerikaanse vetorecht. Daarom zou Europa de ‘joodse natie’ moeten boycotten, net zoals het deed met Zuid-Afrika toen daar misdaden tegen de mensheid werden begaan. Anders gaat het onrecht gewoon door. Sterker nog: er is sprake van een escalatie, op korte termijn zullen de Palestijnen worden geconfronteerd met nog wredere Israëlische beleidsdaden. Het einde van de etnische zuiveringen in Palestina is nog lang niet in zicht. Op dit moment sturen ze aan op een etnische zuivering van de Westbank. Het resultaat van die politiek zal verschrikkelijke reacties oproepen tegen de joden in Israël en ik durf zelfs te zeggen tegen de joodse gemeenschappen in de rest van de wereld." © de Humanist 1/2007 . Zie: http://www.humanist.nl/101299
U kunt hier luisteren naar twee van Pappe's lezingen: http://www.stanvanhoucke.net/audioblog/pivot/entry.php?id=25#body
Komen we nu op het tweede fragment uit het NOS-verhaal: 'Het is een illusie om te denken dat Israël die nederzettingen allemaal zal ontmantelen, zoals de Palestijnen willen.' Beste anoniem. Naties die weigeren zich te houden aan het internationaal recht heten in de politiek 'failed states' of 'schurkenstaten'. De NOS beweert hier dus dat Israel een schurkenstaat is. Het wonderlijke alleen is dat de NOS in zijn berichtgeving dit feit telkens weer probeert te verdoezelen. Het presenteert de illegale bezetting van Palestijjns gebied alsof die bezetting niet veranderd kan worden, alsof het een onveranderlijk feit is. Bovendien presenteert de NOS beide partijen in dit conflict niet eens als gelijkwaardig, maar alsof Israel het recht heeft de Palestijnse burgerbevolking te terroriseren met bombardementen,met het beleg van steden, met het gevangen houden van kinderen, met het vermoorden van tenminste 120 Palestijnse kinderen alleen al in 2006. Zie Amnesty. Palestijns geweld tegen Israelische burgers wordt terecht terreur genoemd, maar Israelisch terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking wordt eufemistisch afgedaan met 'Israelische militaire acties.'
Daarnaast zijn beide partijen in feite niet gelijkwaardig. Israel bezet in strijd met het internationaal recht al 40 jaar lang Palestijns gebied, acht keer zo lang als de Duitse bezetting van Nederland, die wij meer dan een halve eeuw later nog steeds herdenken. Israel bezit een van de machtigste legers ter wereld die nagenoeg ongestoord de Palestijnse samenleving kan aanvallen. Weliswaar mogen de Palestijnen volgens het internationaal recht zich gewapend verzetten tegen het bezettende leger, maar zodra ze dit doen spreken de westerse commerciele media en de westerse politici onmiddellijk van terreurdaden, om zo het Palestijnse verzet te criminaliseren. Dit alles is de context waarin dit conflict zich afspeelt en die door de NOS en ook de andere commerciele massamedia in Nederland stelselmatig wordt verzwegen.'

Geen opmerkingen: