zondag 5 maart 2006

Salman Rushdie

Een korte ontmoeting tussen Hirsi Ali en Salman Rushdie.

HA: Dag meneer Rushdie.

SR: Hallo.

HA: In 1989 was ik er voor dat u gedood zou worden, dat vond ik oprecht.

SR: O.

HA: Ik was toen nog lid van de Moslim Broederschap.

SR: O.

HA: Ik ben nu een extremistische aanhanger van de vrijheid van meningsuiting.

SR: O.

HA: Vrijdag 3 maart stonden wij beiden in de Volkskrant onder de kop: "Samen tegen een nieuw totalitarisme," weet u wel, het islamisme.

SR: O.

HA: Wij pleiten voor de universele erkenning van de vrijheid van meningsuiting, zodat in alle continenten ruimte ontstaat voor kritiek, op alle vormen van misbruik en dogma's. Daarom ben ik van de VVD.

SR: O.

HA: Ja, want de vrijheid van meningsuiting is het recht om te krenken. Daar hebben we heel lang voor gevochten hier in het Westen. Dat gevecht hebben we overwonnen.

SR: O... Weet u mevrouw Ali, in de roman Blackbox analyseert mijn Israëlische collega Amos Oz de identiteitsloosheid van de extremist: ‘Geloof uit on-geloof: hoe meer hij zijn geloof in zichzelf verliest, des te sterker wordt zijn fervente geloof in de verlossing, des te intenser zijn dringende behoefte verlost te worden…. In dezelfde mate waarin zijn zelfrespect, zijn bestaansgrond, ja de zin van zijn leven verloren gaan, wordt de recht-vaardiging van zijn geloof, zijn volk, zijn ras, het ideaal dat hij aanhangt of de beweging waaraan hij trouw gezworen heeft, verheven, vergroot, verheerlijkt en geheiligd.’ Het gaat in zijn roman over joodse fundamentalisten, maar het mechanisme geldt voor alle religies, alle ideologieën en alle culturen, want zoals mijn vriend Amos stelt: ‘De mens houdt zich bezig met persoonlijke zaken zolang hij zaken heeft en zolang hij een persoonlijkheid heeft. Als die afwezig zijn, gaat hij zich, uit angst voor de leegheid van zijn leven, vol vuur bezighouden met zaken van anderen: hij brengt hen op het rechte spoor. Tuchtigt hen. Probeert te onderrichten wie malende is en te verpletteren wie dwalende is. Schenkt andere gunsten of vervolgt hen meedogenloos. Tussen de nobele fanaticus en de moordzuchtige fanaticus is uiteraard een verschil van morele gradaties, maar geen verschil in aard.’ Dat is tevens de reden waarom elkaar bestrijdende extremisten zoveel op elkaar lijken, vertelde Oz me toen ik hem veertien jaar geleden over dit onderwerp sprak. De atheïst die de gelovige te vuur en te zwaard bestrijdt, verschilt nagenoeg in niets van zijn opponent. En de grootste fanatici zijn doorgaans degenen die tot een andere religie of ideologie zijn bekeerd. Die blijven extremisten van geest.

HA: O.

SR: En nu u mij toch aanspreekt... Ik ben de dans ontsprongen, mij hebben uw voormalige ideologische vrienden niet kunnen vermoorden, maar hoeveel mensen van vlees en bloed zijn er in die tijd namens u wel vermoord? Ik ken u verder niet. God verhoede, maar misschien heeft u wel ergens in Afrika bewust dan wel onbewust meegewerkt aan het liquideren van uw toenmalige tegenstanders. Voor een extremist is niets ondenkbaar. Als schrijver, die in de huid van een ander kan kruipen, weet ik dit maar al te goed. Ik bedoel: wie bent u mevrouw Hirsi Ali?

HA: ...

Geen opmerkingen:

"Israel is burning children alive"

Khalissee @Kahlissee "Israel is burning children alive" "You are destroying this country shame on all of you" Ex U.S. ...