dinsdag 18 november 2025

Chanan Hertzberger van de joods zionistische Lobby in Nederland (3)


Chanan Hertzberger's aperte weigering om zich persoonlijk verantwoordelijk te voelen voor de misdaden van de groep waartoe hij zichzelf rekent en ook nog eens in Nederland woordvoerder van is, heeft natuurlijk weinig te maken met het joods-zijn, maar alles met extremisme en fanatisme van mensen die in wezen lijden aan een gebrek aan identiteit, en zich wanhopig vastklampen aan de schijn van een zionistische identiteit. Het verraadt de mentaliteit van de moderne consument die alles ineens wil, die ongebonden wil zijn door een onverzadigbare ‘entitlement.’ En of ze daarvoor nu Joden of Palestijnen in Israel en de bezette gebieden moeten opofferen maakt hen niet uit; wat voor hen doorslaggevend blijft, is dat zij de schijn kunnen hooghouden ergens bij te horen. Esther Voet is niet als joodse geboren, maar een identiteitsloze voor wie onschuldige kinderen elders moeten sterven om haar psychische leegte te vullen. Helaas is zij niet de enige. Onder de kop ‘Er is altijd nog hoop’ publiceerde De Groene Amsterdammer van 20 december 2023 een artikel over de ‘dilemma’s waarover linkse Nederlandse joden’ in 1983 schreven ten tijde van de uiterst gewelddadige Israëlische inval in Libanon, met als absolute dieptepunt de bloedbaden in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila, waar duizenden Palestijnse burgers werden vermoord door christelijke milities, daarbij geassisteerd door Israëlische militairen. 


De bundel waarover De Groene sprak heette ‘Israel: een blanco cheque?’ Eén van de schrijvers van toen, de inmiddels 70-jarige auteur Marja Vuijsje, geeft een kenmerkend voorbeeld van de schrijnende onwetendheid van veel joodse Nederlanders, die ik de afgelopen vier decennia over dit onderwerp heb gesproken, door te stellen:


“de huidige oorlog zorgt voor een almaar groeiende derde categorie waar wij toe behoren: de ‘eenzame jood.’ De verdwaalde linkse jood, die zich ongemakkelijk voelt bij de haviken die zich haast blind achter de Israëlische veldtocht scharen. Maar die tegelijkertijd ineenkrimpen bij het zien van demonstraties waar naar hartenlust Intifada Intifada wordt geroepen.


Een paar weken geleden sprak Vuijsje af met een van haar joodse vriendinnen. Ze haalden herinneringen op over de geur van de Jaffa-sinaasappel. De lekkerste, zoetste, sappigste sinaasappel. Bij hen allebei stond de Jaffa voor Israël, dat het joodse volk als een feniks uit de as had doen herrijzen. ‘Ik verbind de herinnering aan de sinaasappel aan mijn broer. Die emigreerde naar Israël en ik miste hem heel erg.’ Haar vriendin verbond die sinaasappels aan haar vader. Bij hem was er zodra hij Jaffa’s rook een tederheid bovengekomen die hij niet meer had voor mensen.


‘Ah, die Jaffa-sinaasappels,’ verzucht Vuijsje. ‘We vroegen ons af of ze eigenlijk wel zo lekker waren. Volgens mij waren ze een beetje zuur, volgens haar hadden ze een veel te dikke schil om met onze kleine vingertjes te schillen. Maar vroeger zeiden we dat niet. Want we wisten: die sinaasappels staan voor iets waar wij alleen maar respect voor moesten hebben.’


Behalve met de Jaffa’s als het zoete symbool van het beloofde land, groeide Vuijsje op met het boekje Chaweriem (‘vrienden’ in het Hebreeuws) van Leonard de Vries. Hierin kwam een jongetje, Jaap, als wees uit de Tweede Wereldoorlog. Opgegroeid in socialistisch vooroorlogs Amsterdam emigreert hij naar Israël, met idealen van gelijkheid en eendracht. In het boek is Israël nog een idylle. Jaap vraagt zich onbevangen af waarom hij Arabisch moet leren in zijn kibboets. ‘Waarom ook Arabisch, dat allesbehalve gemakkelijk is en ook weer heel andere lettertekens heeft? Omdat de Arabieren onze buren zijn!’ Inmiddels lijken de vredesidealen uit Chaweriem te hebben plaatsgemaakt voor een vicieuze cirkel van oorlogsgeweld, met gekwetste ego’s die naar vergelding zinnen. De slachtoffers van 7 oktober worden bij de zes miljoen ingelijfd om de oorlog in Gaza te rechtvaardigen.


Vuijsje groeide ook op in de sociaal-democratische traditie: in wezen is iedereen gelijk. ‘Voor mijn gevoel is Israël afgegleden van een land dat uit was op gelijkheid en een sociaal-democratisch ideaal naar een extreem-rechtse bezettingsmacht, met een premier die nog maar één ding wil: zelf aan de macht blijven.’ Nog steeds streeft Vuijsje naar een wereld waarin mensen elkaar kunnen vinden of verliezen op grond van wat ze van dingen vinden, in plaats van op grond van afkomst. Ze herinnert zich hoe de orthodoxe antropoloog en schrijver Minny Mock in Een blanco cheque? een uitspraak aanvulde die David Ben-Gurion, een van de drijvende krachten achter de Israëlische staat, in 1967 deed. Israël behaalde dat jaar een verbluffende militaire overwinning in de Zesdaagse Oorlog en was uit de overlevingsstrijd tevoorschijn gekomen als bezetter en veroveraar, maar Ben-Gurion riep nog in de woestijn: ‘Israëls meest glorieuze overwinning zou nog giftiger kunnen uitpakken dan een nederlaag. Vasthouden aan de gebieden zou de joodse staat verstoren en zelfs kunnen vernietigen.’ Minny Mock voegde toe: ‘Een fatsoenlijke bezetting bestaat niet, dat is een contradictio in terminis. Een bezetting verloedert, altijd, en de tijd keert zich ertegen.’


De Palestijnse bevolking exporteerde al vanaf de negentiende eeuw hun wereldberoemde sinaasappelen uit de havenplaats Jaffa.

  

Enkele kanttekeningen bij dit fragment in De Groene, dat doorgaat voor een tijdschrift van en voor Nederlandstalige intellectuelen. Conform het gecultiveerde joodse slachtofferschap begint ook mevrouw Vuijsje met de bewering dat “de huidige oorlog zorgt voor een almaar groeiende derde categorie [zorgt] waar wij toe behoren: de ‘eenzame jood.’” Het is deze schrijfster ontgaan dat de genocidale aanvallen van de zelfbenoemde Joodse staat geenszins de kenmerken zijn van een “oorlog,” zeker wanneer bekend is dat “Israeli military’s own data indicates civilian death rate of 83% in Gaza war,” zoals onder andere The Guardian op 21 augustus 2025 bekend maakte, die hieraan toevoegde dat: Figures from classified IDF database listed 8,900 named fighters as dead or probably dead in May (2025) as overall death toll reached 53,000. Figures from a classified Israeli military intelligence database indicate five out of six Palestinians killed by Israeli forces in Gaza have been civilians, an extreme rate of slaughter rarely matched in recent decades of warfare.


As of May, 19 months into the war, Israeli intelligence officials listed 8,900 named fighters from Hamas and Palestinian Islamic Jihad as dead or “probably dead,” a joint investigation by the Guardian, the Israeli-Palestinian publication +972 Magazine and the Hebrew-language outlet Local Call has found.


At that time 53,000 Palestinians had been killed by Israeli attacks, according to health authorities in Gaza, a toll that included combatants and civilians. Fighters named in the Israeli military intelligence database accounted for just 17% of the total, which indicates that 83% of the dead were civilians.


That apparent ratio of civilians to combatants among the dead is extremely high for modern warfare, even compared with conflicts notorious for indiscriminate killing, including the Syrian and Sudanese civil wars.


“That proportion of civilians among those killed would be unusually high, particularly as it has been going on for such a long time,” said Therése Pettersson from the Uppsala Conflict Data Program, which tracks civilian casualties worldwide. “If you single out a particular city or battle in another conflict, you could find similar rates, but very rarely overall.”


In global conflicts tracked by UCDP since 1989, civilians made up a greater proportion of the dead only in Srebenica.


De Guardian wijst tevens op het volgende: Israel’s government says the war is one of self-defense after the Hamas-led attacks on 7 October 2023, which killed 1,200 people.


But political and military leaders regularly use genocidal rhetoric. The general who led military intelligence when the war began has said 50 Palestinians must die for every person killed that day, adding that “it does not matter now if they are children.” Aharon Haliva, who stepped down in April 2024, said mass killing in Gaza was “necessary” as a “message to future generations” of Palestinians, in recordings broadcast on Israeli TV this month.

https://www.theguardian.com/world/ng-interactive/2025/aug/21/revealed-israeli-militarys-own-data-indicates-civilian-death-rate-of-83-in-gaza-war 


palestinians killed by israel are wrapped in shrouds

The bodies of victims of an October 31, 2023 Israeli bombing of the Jabalia refugee camp in the Gaza Strip are lined up outside the Indonesian Hospital in Gaza City. 

(Photo by Fadi Alwhidi/Anadolu via Getty Images)

‘We Took the Gloves Off’: Former Israeli Military Chief Admits 220,000 Gaza Casualties


Kortom, deze bewust geplande genocide” een “oorlog” noemen is de banalisering van het kwaad dat een grootscheeps bloedbad in feite is. Vuijsje’s taalgebruik leidt onvermijdelijk tot het normaliseren en accepteren van het geweld, en verontschuldigt de “verdwaalde linkse jood, die zich ongemakkelijk voelt bij de haviken die zich haast blind achter de Israëlische veldtocht scharen. Maar die tegelijkertijd ineenkrimpen bij het zien van demonstraties waar naar hartenlust Intifada Intifada wordt geroepen,” waarbij het onnodige, tendentieuze adjectief de geestesgesteldheid verraadt van zowel Vuijsje als De Groene Amsterdammer.


Ook het volgende fragment is buitengewoon typerend voor het gebrek van veel joden aan empathie met en kennis van Palestina en de langdurige vervolging/etnische zuivering van de Palestijnse bevolking: 


Een paar weken geleden sprak Vuijsje af met een van haar joodse vriendinnen. Ze haalden herinneringen op over de geur van de Jaffa-sinaasappel. De lekkerste, zoetste, sappigste sinaasappel. Bij hen allebei stond de Jaffa voor Israël, dat het joodse volk als een feniks uit de as had doen herrijzen. ‘Ik verbind de herinnering aan de sinaasappel aan mijn broer. Die emigreerde naar Israël en ik miste hem heel erg.’ Haar vriendin verbond die sinaasappels aan haar vader. Bij hem was er zodra hij Jaffa’s rook een tederheid bovengekomen die hij niet meer had voor mensen.


‘Ah, die Jaffa-sinaasappels,’ verzucht Vuijsje. ‘We vroegen ons af of ze eigenlijk wel zo lekker waren. Volgens mij waren ze een beetje zuur, volgens haar hadden ze een veel te dikke schil om met onze kleine vingertjes te schillen. Maar vroeger zeiden we dat niet. Want we wisten: die sinaasappels staan voor iets waar wij alleen maar respect voor moesten hebben.’


Zij heeft het niet over de Palestijnse boeren die de sinaasappelbomen hadden geplant en al decennialang massaal hadden geëxporteerd via de haven van Jaffa, maar over het “respect” voor de “Jaffa’s als het zoete symbool van het beloofde land,” terwijl Vuijsje en De Groene weten dat het juist de met geweld verdreven Palestijnse families waren die de Jaffa wereldberoemd hadden gemaakt. Verhelderend was de filmdocumentaire van de bekende Joods Israelische regisseur Eyal Sivan. De Nederlandse cultureel antropologe Jenny Schings publiceerde al op 26 november 2009 het volgende artikel met informatie die mevrouw Vuijsje en De Groene angstvallig verzwegen: "Wij hadden geen Jaffa’s in Tel Aviv," vertelt de regisseur Eyal Sivan na afloop van de documentaire. "Wij hadden sinaasappels. Jaffa is een marketingnaam geworden. Het is een symbool van Israël." Het publiek is anderhalf uur lang ondergedompeld in de geschiedenis van de bekende sinaasappel en diens herkomst: de Palestijnse havenstad Jaffa. Met film, foto’s, liederen en persoonlijke verhalen schetst de van oorsprong Joods-Israelische Sivan de ontwikkeling van ‘de Jaffa.’

Hoewel sinaasappels niet in eerste instantie aan het slepende conflict tussen Israël en Palestina doen denken, laat Jaffa, An Orange’s Clockwork zien dat de vitaminebommetjes doordrenkt zijn met symboliek. Ze hebben de omslag gekenmerkt van een vreedzame samenleving tussen Joden en Arabieren, naar vijandigheid tussen Zionisten en Palestijnen. Langzaam zien we een ontwikkeling van een vruchtbare handelswaar naar een met ideologie doorspekt product.


De sinaasappelteelt wordt de trots van de Zionisten. In de vele archiefbeelden die Sivan benut — van fotografie uit 1840 tot recentere videobeelden —, is duidelijk zichtbaar hoe de joodse inwoners worden afgebeeld als ontwikkelde, gezonde mannen en geëmancipeerde vrouwen die met overgave en moderne machinerie het oranje goud uit de boomgaarden verzamelen. Daarnaast zien we de onontwikkelde, stoffig geklede Arabier, die met ouderwetse methoden de gezamenlijke orchards bewerkt.

 

Stralende reclameposters en vrolijke televisiespotjes benadrukken al het goede waar de Jaffa-sinaasappel voor is komen te staan. De vrucht representeert voor Israël alles dat het land bereikt heeft dan wel wil bereiken: moderniteit, vruchtbaarheid, technische vooruitgang en een sterke band met het land. Maar deze positieve eigenschappen staan in schril contrast met de verhouding tot de Palestijnen, die tegelijkertijd sterk verslechtert. Sivan laat wetenschappers, kunstenaars en politiek activisten van beide zijden aan het woord om de sinaasappelteelt te analyseren. Op die manier wordt de geschiedenis van Israël verweven met het verhaal van de Jaffa-sinaasappel.


De zionist zoals hij zichzelf graag ziet. Niet als Jood, maar als witte westerling.


Eyal Sivan groeide op in Jeruzalem en werkte als fotograaf in Tel-Aviv totdat hij in 1985 naar Parijs verhuisde. Sindsdien leeft en werkt hij tussen Europa en Israël in. Sivan regisseerde en produceerde verschillende politieke documentaires, die wereldwijd in de prijzen vielen, waaronder Izkor, Slaves of Memory (IDFA 1991) en Route 181, Fragments of a Journey in Palestine-Israel (IDFA 2003).


"Israël is geobsedeerd door die sinaasappels," vertelt de regisseur. "Het heeft een bijna erotische band met het land, die wordt uitgebeeld in de hele marketing rondom Israël. Mensen dansen constant in de boomgaarden. Zelfs in de wiskundelessen wordt er, bij wijze van spreken, gerekend in dozen sinaasappels.”


De documentairemaker, die ook sociale wetenschappen doceert in Londen, vindt deze overmatige marketing gevaarlijk. "Bijna mijn gehele omgeving gaat over marketing. Het resultaat daarvan is de destructie van de mogelijkheid tot denken. Alles gaat uiteindelijk op de automatische piloot. Vroeger noemden we die strategie fascisme.”


Toch sluit de documentaire af met een enigszins hoopvolle noot. Eén van de sprekers verwijst naar het verleden van de stad Jaffa, waar joden en Arabieren in vrede samenwerkten, als ‘een eventuele herinnering van de toekomst.’ Alleen dan kan het sprookje van Jaffa goed aflopen, en zullen de inwoners van dit gebied nog lang en gelukkig leven. Al dan niet samen dansend in de boomgaarden.

https://www.oneworld.nl/mensenrechten/hoe-israel-een-sinaasappel-werd/ 


Eyal Sivan’s fimdocumentaire Jaffa, The Orange Clockwork, eindigt met de woorden van de hoogbejaarde Joods-Israelische dichter en journalist Haim Gouri, die als militair betrokken was bij de etnische zuivering in 1948 dat leidde tot de verdrijving van ongeveer 760.000 Palestijnse burgers, en zo het begin was van wat eufemistisch het Palestijns-Israelisch conflict heet. Zes decennia na deze etnische zuivering zegt Gouri in Sivan’s documentaire dat de van origine Palestijnse Jaffa-sinaasappel tevens een ‘metafoor is voor een wereld die vernietigd werd. Die metafoor draagt in zich een immense pijn en een zeker gevoel van wraak, maar ook de poging om de breuk te herstellen. Ik erken dus dat, het is bijna iets anti-historisch, voor mij veel pijn onlosmakelijk verbonden [is] met het verlies van die wereld. Op de een of andere manier verlang ik zelfs nu nog naar een land dat genoeg heeft van de dood en waarnaar de mensen terugkeren. En juist in deze herinneringen bestaat die sinaasappel waarover we gesproken hebben. Het is geen nostalgie. Het is iets veel dieper dan dat. Het is een soort ‘vervoersbewijs’ naar de toekomst die, zo hoop ik, nog steeds bestaat.”


Uit Gouri's woorden valt op te maken dat het geweten niet ongestraft genegeerd kan worden. De mens kan niet eeuwig in oorlog leven met zijn directe omgeving. Hoe graag de zionisten en de christelijke filosemieten dit ook willen. De dromen van nogal wat joden in de westerse diaspora zijn gebaseerd op kinderlijke illusies van het dorp — de getto zo u wilt — waar ze eens, net als de hobbits, afgesloten waren van de wereld. Het gruwelijke is nu dat een aanzienlijk aantal Joden in zowel Israel als de diaspora na Hitler hun eigen geweten lijken te zijn kwijtgeraakt, waardoor het fascisme alsnog zegeviert. Meer daarover de volgende keer.


Antisemitisme tegen Gaza. "We Took the Gloves Off’: Former Israeli Military Chief Admits 220,000 Gaza Casualties "


Shame on the Jews Who Support This

 Look Jewish Dutchman, how primitive and bloodthirsty Jews in Israel can be. Ramy Abdu| رامي عبده @RamAbdu Nine years before Oct. 7, Israel’...