zaterdag 27 september 2025

Natascha van Weezel. 'In één woord: mesjogge' 5

Het volgende schreef ik in 2007 over de joods-Nederlandse journalist Leonard Ornstein en zijn zionistische vriend Max van Weezel:

Hun pro-Israel berichtgeving bracht hen ook wel eens in moeilijkheden, zo bleek in juni 2002, toen Amira Hass, de joods-Israëlische correspondente op de Westbank van de Israelische kwaliteitskrant Ha'aretz, in de Amsterdamse Balie sprak. De bijeenkomst vond plaats onder voorzitterschap van Ornsteins makker Max van Weezel, die in Nederland wonderlijk genoeg wordt gezien als de deskundige bij uitstek op het gebied van de Israelische politiek. Amira Hass, wier werk door de Israëlische auteur David Grossman is geprezen als "een van de zeldzame tekenen van gezond verstand, moed en menselijke waardigheid," leeft al jarenlang tussen de Palestijnen in bezet gebied. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse correspondenten. De meesten van hen spreken geen Arabisch en gaan zelden of nooit naar de bezette gebieden, met als excuus dat ze zich daar als joodse journalisten niet welkom voelen. Nadat Amira Hass ruim een uur lang voor een volle zaal over de Israëlische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking had verteld, stelde Van Weezel de vraag: "Waarom hebben wij in Holland niet enkele van de ontwikkelingen gezien waarover Amira Hass schreef en zag in Gaza en Ramallah? Waarom hebben wij daar nooit over gediscussieerd?" Een luid gejoel steeg op. Een jonge vrouw in het publiek reageerde met de opmerking: "Spreek voor je zelf. Je moest je schamen dat je dit vraagt. Als je het had willen zien dan had je het makkelijk kunnen zien. Veel buitenlandse journalisten hebben daarover geschreven, veel mensen hier zijn in Israël geweest en zagen zelf wat daar gebeurde. Als journalist zou je hebben moeten spreken met de mensen die daarheen gingen en terug kwamen, en verhalen te vertellen hadden," daarbij verwijzend naar onder andere joodse Nederlanders in de zaal die spontaan applaudisseerden. Kennelijk in tegenstelling tot de Nederlandse commerciële massamedia weten degenen die zich in het conflict hebben verdiept, maar al te goed aan welke kant Leonard Ornstein en zijn joodse vriend Max van Weezel staan.

De pro-Israel lobbyist doet al het mogelijk om moslims in een verdacht daglicht te plaatsen. Dat is soms zelfs komisch. Zo sprak Van Weezel in 2006 als presentator van het Radio I Journaal over “Niet Marokkaanse Nederlanders.” De voor de hand liggende impliciete vraag is of een fatsoenlijke burger zich bij 'Niet Marokkaanse Nederlanders' veilig kan voelen? En bij “Marokkaanse Nederlanders,” wat dat dan ook wezen mag? En bij een Niet Nederlandse Nederlander, zoals ik me begin te voelen? Enige tijd geleden verklaarde Max van Weezel: “De belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen. Dat kreeg je vroeger mee van je ouders als je net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren en joods was. Als ik iemand leer kennen vraag ik me af of ik in tijden van nood bij hem of haar zou durven onderduiken, zou ik me bij deze persoon veilig en geborgen voelen?” Dat benoemen van iedereen, het eeuwig kwalificeren van de ander. Zou de pro-Israel lobby er nooit moe van worden, ik bedoel van die levenslessen die bijvoorbeeld Max als kind kreeg?

Een collega van me attendeerde me op een stuk van de journaliste Elma Verhey: “Islambashing door Vrij Nederland. De zogenaamde kwaliteitspers wil wel vaker een loopje nemen met de waarheid, zeker als het om de islam gaat. Maar Vrij Nederland maakte er een marathon van. Dit weekend had ik een feestje waar ook veel Turken en Irakezen waren,” schreef politiek commentator Max van Weezel in Vrij Nederland van 10 juni. "Zelfs daar werd een glas ouzo geheven op Rita Verdonk. Die had Ayaan Hirsi Ali, die de profeet had belasterd, toch maar over de grens gezet! Het is een merkwaardig monsterverbond dat Verdonk steunt." Heidi Zandbergen, radiojournalist, wees me op het stuk in VN; het was dan ook háár feestje. En ik, net als Max van Weezel en andere (ex)collega’s van VN, waren uitgenodigd. Er waren helemaal geen Turken en slechts één Irakees: het vriendje van Heidi, een Koerd, die kok is in een van de beste specialiteitenwinkels in de Amsterdamse binnenstad. Hij heeft niets met religie en beslist geen glas ouzo geheven op Ayaan/Verdonk, omdat Ayaan "de profeet had belasterd.” 

Max van Weezel was  als zionistische lobbyist één van de eersten die zo een journalistieke hetze begon tegen Turkse en Arabische Nederlanders. 

Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=max+van+weezel 


Pas nadat zijn rol bij het ten ondergaande weekblad Vrij Nederland was uitgespeeld en als maandblad voort kwakkelde, ontdekte VN dat Israel “een koloniale macht” was. Het blad ontdekte 69 jaar na de Nakba tot zijn stomme verbazing: “Israël is een koloniale macht en niemand ligt er wakker van,” en kreeg de veel jongere journalist Harm Ede Botje de kans om een verslag te maken van de bijeenkomst van de uit Israel verbannen NRC-correspondent Derk Walters en de Ha’aretz-verslaggever Amira Hass, die in een bomvol Nieuwspoort over pers en persvrijheid in Israël, waardoor bekend werd dat de “leugens, de propaganda, het ging maar door,”    en dat “Israël een koloniserende staat” was, met “een Apartheidsregime,” en dat “Gaza een gigantische concentratiekamp” bleef, terwijl “Op de Westbank Bantustans ontstaan” zijn, een feit dat ik al een kwart eeuw eerder vergeefs had geschreven, nadat de bekende Joods-Israelische vredesactivist Uri Avnery mij dit duidelijk had gemaakt. 

“We moeten aanvaarden dat Israël een koloniale staat is, waarbij de originele bevolking eruit wordt gejaagd en een nieuwe groep wordt geplaatst.”

Bovenstaande uitspraken zijn niet afkomstig van een Palestijnse Israël-hater of een linkse activist, maar van Amira Hass, sterverslaggeefster van de Israëlische kwaliteitskrant Ha’aretz. Al twintig jaar woonde zij in de Palestijnse stad Ramallah op de Westbank, van waaruit ze verslag deed van de “misdaden die dag in dag uit” worden gepleegd door het Israëlische leger. 

In de Nederlandse media was de urgentie van het “Israëlisch-Palestijnse conflict” zo goed als van de agenda verdwenen, óók bij Vrij Nederland. Het was méér van hetzelfde, een uitzichtloos conflict. Stichting Een Ander Joods Geluid trachtte het onderwerp op de agenda te houden en organiseerde destijds het “Enough = Enough-festival.”  

"Dat Walters er was, is bijzonder. Hij is de eerste Nederlandse journalist ooit die door de Israëlische autoriteiten de deur werd gewezen: hij moest uiterlijk 1 juli 2017 het land verlaten. Walters werd gevraagd bij Pauw en andere talkshows op te treden, maar hield alles af. Voor het eerst keek hij publiekelijk terug op de turbulente gebeurtenissen." https://www.vn.nl/walters-hass-pers-israel/  

Vrij Nederland meende dat 'niemand er wakker van [ligt].' Dit is in zoverre juist dat de Hollandse mainstream-journalistiek er 'niet wakker van’ lag, en er decennialang nooit van “wakker” had gelegen. Daar zagen twee van de voormalige VN-journalisten, Max van Weezel en Leonard Ornstein, beiden zionisten, wel erop toe. De Israel-verslaggeving moest in hun handen blijven.  Ornstein stond bij ingewijden vooral bekend door formuleringen als deze over de “butcher” Sharon: “een lastig iemand, niet echt een tacticus,” een eufemistische typering die in progressieve kringen in Israel als een bijna hilarische typering werd gezien. Voor hen was Sharon een oorlogsmisdadiger en daar is uitgebreid over geschreven door gerenommeerde Joods-Israëlische auteurs en journalisten.

Ik kwam Leonard Ornstein een keer in Israel tegen waar hij me met een knipoog wist te melden dat op de WC van Arafat een fotootje van Hillary Clinton hing. “Echt waar, we hebben het zelf gezien.” En die “we” was hij en zijn reisgenoot Max van Weezel. Dat was overigens één van de zeldzame keren dat het duo in Palestijns gebied was geweest, maar een rondreis hadden ze er nooit gemaakt, want joden zouden daar niet veilig zijn. Desondanks waren ze toen bezig met het schrijven van een boek dat als ondertitel kreeg: 'Achter de schermen van het Vredeproces.' Ik was net terug van een rondreis door de Westbank en Gaza en probeerde mijn collega's voorzichtig aan het verstand te brengen dat er in de praktijk geen enkele sprake was van een “Vredesproces.” Dat kon ook niet omdat -- in de woorden van Shlomo Ben-Ami de Oslo Akkoorden: “were founded on a new colonialist basis, on a life of dependence of one on the other, forever.” Ben-Ami was de Israelische voormalige minister van Buitenlandse Zaken en de belangrijkste Israëlische onderhandelaar tijdens de Camp David- onderhandelingen. Maar van dit alles wisten Van Weezel en Ornstein niets. Behalve Arafat hadden ze zich gericht op Israelische politici, en die laatsten vertelden iets heel anders. Toen later bleek hoe erg ze zich door de Israelische propaganda in de luren hadden laten leggen, waren ze, volgens eigen zeggen, verbijsterd geweest en bleek dat Sharon meer dan een heel “lastig iemand' was om te geloven.

De pro-Israel lobbyist doet al het mogelijk om moslims in een verdacht daglicht te plaatsen. Dat is soms zelfs komisch. Zo sprak Van Weezel in 2006 als presentator van het Radio I Journaal over “Niet Marokkaanse Nederlanders.” De voor de hand liggende impliciete vraag is nu of een fatsoenlijke burger zich bij ‘Niet Marokkaanse Nederlanders’ veilig kan voelen? En bij een ‘Marokkaanse Nederlander,' wat dat dan ook wezen mag? En bij een 'Niet Nederlandse Nederlander,' zoals ik me begin te voelen? Enige tijd geleden verklaarde Max van Weezel: “De belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen. Dat kreeg je vroeger mee van je ouders als je net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren en joods was. Als ik iemand leer kennen vraag ik me af of ik in tijden van nood bij hem of haar zou durven onderduiken, zou ik me bij deze persoon veilig en geborgen voelen?” Dat benoemen van iedereen, het eeuwige kwalificeren. Zou de pro-Israel lobby er nooit moe van worden, ik bedoel van die levenslessen die bijvoorbeeld Max als kind kreeg?

Een collega van me attendeerde me op een artikel van de journaliste Elma Verhey: “Islambashing door Vrij Nederland De zogenaamde kwaliteitspers wil wel vaker een loopje nemen met de waarheid, zeker als het om de islam gaat. Maar Vrij Nederland maakte er een marathon van. Dit weekend had ik een feestje waar ook veel Turken en Irakezen waren,” schreef politiek commentator Max van Weezel in Vrij Nederland van 10 juni. "Zelfs daar werd een glas ouzo geheven op Rita Verdonk. Die had Ayaan Hirsi Ali, die de profeet had belasterd, toch maar over de grens gezet! Het is een merkwaardig monsterverbond dat Verdonk steunt."

Heidi Zandbergen, radiojournalist, wees me op het stuk in VN; het was dan ook háár feestje. En ik, net als Max van Weezel en andere (ex)collega’s van VN, waren uitgenodigd. Er waren helemaal geen Turken en slechts één Irakees: het vriendje van Heidi, een Koerd, die kok is in een van de beste specialiteitenwinkels in de Amsterdamse binnenstad. Hij heeft niets met religie en beslist geen glas ouzo geheven op Ayaan/Verdonk, omdat Ayaan "de profeet had belasterd.”

Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=max+van+weezel 


Zaterdag 10 juni 2017 schreef ik dat nu ook het maandblad Vrij Nederland ontdekt had dat Israel “een koloniale macht”  was: “Israël is een koloniale macht en niemand ligt er wakker van”

De uitgezette NRC-correspondent Derk Walters en Ha’aretz-verslaggever Amira Hass spraken afgelopen week in een bomvol Nieuwspoort over pers en persvrijheid in Israël. "De leugens, de propaganda, het ging maar door." Enkele uitspraken:

"Israël is een koloniserende staat.

Israël heeft een apartheidsregime.

Gaza is een gigantisch concentratiekamp.

Op de Westbank zijn Bantustans ontstaan.

We moeten aanvaarden dat Israël een koloniale staat is, waarbij de originele bevolking eruit wordt gejaagd en een nieuwe groep wordt geplaatst."

Bovenstaande uitspraken zijn niet afkomstig van een Palestijnse inwoner van Gaza of de Westbank of van een linkse activist, maar van de Joodse Amira Hass, sterverslaggever van de Israëlische kwaliteitskrant Ha’aretz. Al twintig jaar woonde ze in de Palestijnse stad Ramallah op de Westbank, van waaruit ze verslag deed van de “misdaden die dag in dag uit” werden gepleegd door het Israëlische strijdkrachten. Desondanks was het Israëlisch-Palestijnse conflict zo goed als van de agenda verdwenen, óók bij Vrij Nederland. Het was voor de polderpers steeds meer van hetzelfde, een uitzichtloos conflict. Maar de stichting Een Ander Joods Geluid wilde het onderwerp op de agenda houden en organiseerde daarom het Enough = Enough-festival. De journalist Harm Ede Botje van VN merkte op: 

“Ze vroegen mij een avond te leiden waarin Amira Hass (welbespraakt, vol met verhalen, fel) en de NRC-correspondent Derk Walters (bedachtzaam, bescheiden) in een bomvol Nieuwspoort met elkaar in gesprek gingen.


Dat Walters er was, is bijzonder. Hij is de eerste Nederlandse journalist ooit die door de Israëlische autoriteiten de deur werd gewezen: hij moest uiterlijk 1 juli 2017 het land verlaten. Walters werd gevraagd bij Pauw en andere talkshows maar hield alles af. Nu kijkt hij voor het eerst publiekelijk terug op de turbulente gebeurtenissen."

https://www.vn.nl/walters-hass-pers-israel/  

Vrij Nederland meende dat “niemand er wakker van” lag. Dit is in zoverre juist dat de Hollandse mainstream-journalistiek er 'niet wakker van,' lag maar daar staat tegenover dat eveneens VN ten tijde van adjunct-hoofdredacteur Max van Wezel er nooit van wakker heeft gelegen. Niet verbazingwekkend aangezien twee voormalige joodse VN-journalisten, Max van Weezel en Leonard Ornstein, erop toezagen dat zij als pro-Israel lobbyisten, de Israel verslaggeving in handen hielden. Ornstein staat bij ingewijden vooral bekend door formulering dat de 'butcher' Sharon: “een lastig iemand was, niet echt een tacticus,” een eufemisme die in progressieve kringen in Israel als een hilarische absurditeit werd gezien. Voor humanistische Joden in Israel was Sharon een oorlogsmisdadiger. Ik kwam Leonard O. een keer in Israel tegen waar hij me met een knipoog wist te vertellen dat op de WC van Arafat een fotootje van Hillary Clinton hing. “Echt waar, we hebben het zelf gezien.” En die “we” waren hij en zijn reisgenoot Max van Weezel. Dat was overigens één van de weinige keren dat het duo in een middagje in Palestijns gebied was geweest, maar een rondreis hadden ze er nooit gemaakt. 

Desondanks waren ze toen bezig met het schrijven van een boek dat als ondertitel kreeg: Achter de schermen van het Vredeproces. Ik was net terug van een rondreis door de Westbank en Gaza en probeerde mijn collega's voorzichtig aan het verstand te brengen dat er in de praktijk geen enkele sprake was van een “Vredesproces.” Dat kon ook niet omdat — in de woorden van Shlomo Ben-Ami -- de Oslo Akkoorden ‘were founded on a new colonialist basis, on a life of dependence of one on the other, forever.’ Ben-Ami was de Israelische voormalige minister van Buitenlandse Zaken en de belangrijkste Israëlische onderhandelaar tijdens de Camp David-onderhandelingen. Maar van dit alles wisten Van Weezel en Ornstein niets. Behalve Arafat hadden ze zich gericht op Israelische politici, en die laatsten vertelden iets heel anders. Toen later bleek hoe erg ze zich door de Israelische propaganda in de luren hadden laten leggen, waren zij volgens eigen zeggen “verbijsterd” geweest en bleek dat Sharon meer dan een “lastig iemand” was.




Geen opmerkingen: