maandag 13 november 2023

Lodewijk Asscher en het Zionistisch Terrorisme

Symptomatisch voor de houding van Nederlandse autoriteiten zodra de zelfbenoemde Joodse staat de rekening krijgt gepresenteerd voor zijn al driekwart eeuw durend terrorisme tegen de Palestijnse burgerbevolking, was de recentelijke reactie van de GroenLinkse burgemeester van de multiculturele hoofdstad. Zij liet de Israelische vlag op het stadhuis hijsen, uit medeleven met de Joods-Israelische slachtoffers van de Hamas-aanval. Inmiddels weten we uit Joodse getuigenverklaringen dat de Israelische strijdkrachten op 7 oktober 2023 op alles dat maar bewoog schoten, zowel Joden als Palestijnen, en daardoor mede verantwoordelijk zijn geweest voor het aantal doden en gewonden op 7 oktober. 

Femke Halsema beperkte zich niet tot dit opmerkelijk vlagvertoon, zo maak ik op uit het betoog van de PVDA-er Lodewijk Asscher in de Volkskrant. Hoewel hij wel zijn vader opvoerde verzweeg deze politicus de rol van zijn overgrootvader, Abraham Asscher, van wie bekend is dat hij samen met 'David Cohen in 1941 door de Duitse bezetter' werd 'aangewezen om de Joodse Raad voor te zitten. Zo werden zij een instrument van de' Nazi's 'in de deportatie van tienduizenden Joodse Nederlanders. Asscher en Cohen werden uiteindelijk in september 1943 ook zelf gedeporteerd, Asscher naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Daar heeft hij de oorlog overleefd.

Na de oorlog werd het Asscher en Cohen door de Joodse Ereraad zwaar aangerekend dat zij door hun lidmaatschap van de Joodse Raad hadden meegewerkt aan de massamoord op Nederlandse Joden. Het werd hun verboden ooit nog een functie in een Joodse organisatie uit te oefenen (een besluit dat in 1950 werd teruggedraaid). Asscher was hierover zo verbolgen dat hij zijn lidmaatschap van de Joodse Gemeenschap beëindigde. Een van de gevolgen daarvan was dat hij niet op de joodse begraafplaats in Muiderberg begraven mocht worden.'

https://nl.wikipedia.org/wiki/Abraham_Asscher_(1880-1950) 


Ik vermeld dit aangezien het psychologisch verklaarbaar is dat Lodewijk's houding ten opzichte van de decennialange Israelische oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid onder andere gekleurd is door het besef dat zijn overgrootvader fout was tijdens de Tweede Wereldoorlog, en hij zich op de een of andere manier schatplichtig voelt aan de joodse gemeenschap die collectief het slachtoffer was geworden van ondermeer één van Lodewijk's  familieleden. 
Dit zou een reden kunnen zijn waarom hij een artikel in de Volkskrant schreef waarin hij protesteerde tegen een cartoon van Jos Collignon. Het opmerkelijke is namelijk dat als 'linkse' politicus, vice-premier en Zionist Asscher nooit heeft durven te opperen dat het EU Associatie-Akkoord met Israel zou moeten worden opgeschort zolang deze 'Apartheidsstaat' --zoals Amnesty International en Human Rights Watch Israel betitelen -- weigert de langdurige en massale Zionistische schendingen van het internationaal recht te stoppen. 

De lezer mag ervan uitgaan dat ook Lodewijk Asscher weet hoe extremistisch de ideologie van Ben-Goerion was, de socialistische vader des vaderlands.  Al in 1938 verklaarde hij: ‘na de formatie van een groot leger, zodra de staat is gesticht, zullen wij de verdeling afschaffen en het geheel van Palestina in bezit nemen.’ Een jaar eerder schreef hij aan zijn zoon Amos: ‘Geen zionist kan afstand doen van ook maar het kleinste gedeelte van het land van Israël. Een Joodse staat in een deel van Palestina is geen einde, maar een begin.’ Het bezit van een stuk grondgebied was volgens hem doorslaggevend, want juist 'daardoor vergroten we onze macht en elke machtstoename maakt het mogelijk het land in zijn geheel in handen te krijgen. Het vestigen van een [kleine] staat… zal dienen als een buitengewoon krachtig instrument in onze historische inspanning om het hele land te bevrijden.' 

Alleen al dit feit maakt Lodewijk Asscher's houding verwerpelijk,  vooral ook omdat ook voor hem als jood de 'Wet op de Terugkeer' geldt, 'een Israëlische wet die dateert van 5 juli 1950. Hierin staat vermeld dat iedereen waar ook ter wereld die van (gedeeltelijke) Joodse komaf is, het recht heeft zich in Israël te vestigen en het Israëlische staatsburgerschap te verkrijgen.'

De Nederlander Lodewijk Asscher bezit dus een recht dat de Palestijnse bevolking wordt ontzegd, en in 1948 leidde tot de etnische zuivering van het merendeel van Palestina. De genocidale aanval van zijn zelfbenoemde Joodse staat leidt nu tot wat hij 'antisemitisme' noemt, maar in werkelijkheid voor een aanzienlijk deel de walging betreft van fatsoenlijke niet-joden, en daarnaast van steeds meer fatsoenlijke Joden in Israel en joden buiten Israel.





Geen opmerkingen: