woensdag 1 juni 2022

Hoe Oekraïense- en Amerikaanse 'Hofjoden' Gebruikt Worden 17


‘Als je invloed en macht wilt hebben, moet je groots zijn. Dat is iets wat we in Europa van ze kunnen leren,’
zo meent Geert Mak over ‘Amerikanen,' de bewoners van het ineenstortend imperium waarvoor de bestsellerauteur, volgens eigen zeggen, al decennialang een 'geheime liefde' koestert.

Veel genuanceerder is de Amerikaanse auteur Wallace Stegner, die in zijn boek The American West as Living Space (1987) de keerzijde van ‘Amerika’s’  hoogmoed uiteenzette: 


Our very virtues as a pioneering people, the very genius of our industrial civilization, drove us to act as we did. God and Manifest Destiny spoke with one voice urging us to ‘conquer’ or ‘win’ the West; and there was no voice of comparable authority to remind us of Mary Austin’s quiet but profound truth, that the manner of the country makes the usage of life there, and that the land will not be lived in except in its own fashion.


Ter verduidelijking: 


‘Mary Hunter Austin (September 9, 1868 — August 13, 1934) was an American writer,’ die ‘For 17 years made a special study of the lives of the indigenous peoples of the Mojave Desert. Her publications set forth the intimate knowledge she thus acquired. She was a prolific novelist, poet, critic, and playwright, as well as an early feminist and defender of Native American and Spanish-American rights.

https://en.wikipedia.org/wiki/Mary_Hunter_Austin 


Maar Geert Mak en zijn publiek kennen Mary Austin niet, en hebben bovendien geen interesse in een complexere visie van de werkelijkheid. Aangezien zij in de vooruitgangsideologie geloven, beseffen zij ook niet dat de Grieken uit de oudheid al wisten dat de zogeheten Vooruitgang een hoge prijs eist, zoals de mythe van Prometheus die het vuur van de goden stal, duidelijk maakt. 

De mateloosheid van het Amerikaanse neoliberale kapitalisme is typerend voor de genegeerde keerzijde van het Vooruitgangsgeloof. Het is dit geloof dat bij het Rockefeller Center in het financiële hart van de westerse wereld, New York, wordt gesymboliseerd door een groot goudkleurig beeld van Prometheus die het vuur van de Goden stal om het aan de mens te geven. Achter de door de lucht vallende titaan staat in gouden letters op rood graniet een inscriptie van Aeschylus: ‘Prometheus, teacher in every art, brought the fire that hath proved to mortals a means to mighty ends.’ In 1962 werd tegenover dit beeld een plaquette geplaatst in opdracht van John D. Rockefeller, zoon van de stichter van de gelddynastie, die als rijkste man ter wereld bekend stond vanwege zijn zogeheten ‘heavy-handed marketing tactics,’ hetgeen in de praktijk neerkwam op elke denkbare zo nodig illegale praktijk om de concurrent te verpletteren. De voorbijganger kan op de gedenkplaat het volgende lezen:


I believe in the supreme worth of the individual and in his right to life, liberty, and the pursuit of happiness.
I believe that every right implies a responsibility; every opportunity, an obligation; every possession, a duty.
I believe that the law was made for man and not man for the law; that government is the servant of the people and not their master.
I believe in the Dignity of labour, whether with head or hand; that the world owes no man a living but that it owes every man an opportunity to make a living.
I believe that thrift is essential to well ordered living and that economy is a prime requisite of a sound financial structure, whether in government, business or personal affairs.
I believe that truth and justice are fundamental to an enduring social order.
I believe in the sacredness of a promise, that a man's word should be as good as his bond; that character not wealth or power or position – is of supreme worth.
I believe that the rendering of useful service is the common duty of mankind and that only in the purifying fire of sacrifice is the dross of selfishness consumed and the greatness of the human soul set free.
I believe in an all-wise and all-loving God, named by whatever name, and that the individuals highest fulfilment, greatest happiness, and widest usefulness are to be found in living in harmony with His Will.
I believe that love is the greatest thing in the world; that it alone can overcome hate; that right can and will triumph over might.


Met de puriteinse god aan hun kant overtraden de Rockefellers, om hun vermogen te kunnen vergroten, alle morele regels die op de plaquette staan. En dat doet deze schatrijke en machtige familie nog steeds. Geenszins verwonderlijk, aangezien Prometheus, tegelijk met het vuur, eveneens het kwaad van de mateloosheid introduceerde. In het ééndimensionale mens- en wereldbeeld van de Rockefeller’s cum suis bestaat geen plaats voor de keerzijde van de Vooruitgang. Met geen woord wordt gerept over het bestraffen van Prometheus’ hybris door Zeus. In 2010 schreef de Nederlandse filosoof Ton Lemaire daarover in zijn boek De val van Prometheus:


de oppergod liet deze vermetele daad niet ongestraft: hij ketende Prometheus naakt aan een rots in de Kaukasus en beval een gier (of een arend) elke dag diens lever aan te vreten. ‘s Nachts groeide die weer aan zodat de vogel de volgende dag zijn pijniging kon herhalen. Volgens sommige bronnen werd de geketende held na dertigduizend jaar van zijn rots bevrijd doordat Herakles met een pijl de kwelgeest doodde. Zeus greep niet in; wellicht vond hij de straf wel voldoende.


Hoewel de roof van het vuur in de Griekse mythen de meeste aandacht kreeg, werden nog andere weldaden aan Prometheus toegeschreven die hij de mensen zou hebben geschonken, zoals de kunst van het smeden, het pottenbakken, de bouwkunde en nog enkele.


Prometheus en daarmee de mensheid werd ook op een andere wijze gestraft voor zijn hoogmoed. Lemaire:


Onder de vele verhalen die de Grieken over Prometheus vertelden, waren ook enkele waarin zijn broer Epimetheus optrad. Terwijl de naam van de eerste ‘vooruit denkend’ betekent, betekent die van zijn broer ‘achteraf denkend.’ Dit onderscheid speelt een rol in de mythe die verhaalt over de wraak die Zeus op Prometheus nam door hem een verraderlijk geschenk te sturen, namelijk Pandora, een mooie vrouw; zij had een doosje bij zich met een zekere inhoud. Hoewel Prometheus zijn broer had gewaarschuwd om geen geschenken van Zeus aan te nemen, was deze zo onverstandig om blij met Pandora te zijn, die daarna de doos opende waaruit achtereenvolgens alle rampen ontsnapten die de mensheid sindsdien teisteren, zoals oorlog, ziekte en dood. Maar het laatste wat erin bleek te zitten, was de hoop om tenslotte de mensen toch een zekere tegenwicht te geven, 


namelijk de illusie dat het ooit allemaal beter zou worden. De Grieken beseften dus dat vooruitgang ambivalent is, want ook al is de mens in staat door het vuur van alles te veranderen en daardoor zijn eigen cultuur weet te ontwikkelen, nooit zal hij aan de onveranderlijke natuurwetten kunnen ontsnappen. Het lijden zal altijd de kern van zijn bestaan blijven. Ton Lemaire:


In het antieke wereldbeeld was ‘hybris’ een belangrijk begrip want het ergste wat mensen konden doen was zich schuldig maken aan onmatigheid, de grens te overschrijden die de goden aan de mensheid hadden gesteld, 


waarbij moet worden opgemerkt dat de goden de natuurkrachten vertegenwoordigden. En met de natuur kon niet gespot worden. Vandaar de spreuk Meden Agan, ‘alles met mate.’ Maar ‘de moderne Prometheus is veeleer de supermens,’ aldus Lemaire, ‘die tegen de godheid opstaat en hem van zijn plaats verdringt. Hij is een godmens geworden die geen “hybris” meer vreest, niet meer bang is door de goden te worden terechtgewezen; de moderniteit herkent zich alleen in een ontketende Prometheus,’ met andere woorden: in een soort Übermensch zoals die eveneens Hitler voor ogen stond. In Mein Kampf (1925) schreef de Fürhrer ‘dat de Ariër de Prometheus is van de mensheid; de goddelijke vonk van het genie is te allen tijde aan zijn stralend voorhoofd ontsprongen.’ Deze stellige overtuiging bleef niet beperkt tot het nationaal-socialisme, maar is ook terug te vinden in de uitspraken van Amerikaanse presidenten als bijvoorbeeld Theodore Roosevelt: ‘When men fear work or fear righteous war, when women fear motherhood, they tremble on the brink of doom,’ en ‘It is only the warlike power of a civilized people that can give peace to the world ,’ en ‘We cannot, if we would, play the part of China... in this world the nation that has trained itself to a career of unwarlike and isolated ease is bound, in the end, to go down before other nations which have not lost the manly and adventurous qualities.’ 

http://www.weisbord.org/conquest32.htm 


Gezien zijn houding is het niet onverklaarbaar dat Theodore Roosevelt en de Duitse Keizer Wilhelm II elkaar bewonderden. De moderne mens van de daad kan net zo min als Epimetheus vooruit zien en de consequenties van zijn daden inschatten. In plaats van dat dit gebrek hem voorzichtiger maakt gaat hij nog doldriester te werk, immers:


In de prometheïsche benadering bevindt zich de mens in oppositie tot de natuur, die men tracht te domineren en ten nutte te maken. De natuur is voor de mens het vijandige en vreemde, dat weerstand biedt die hij wil overwinnen door inspanning, vernuft en eventueel list… de wil tot beheersing en exploitatie maakt gebruik van machines en apparaten. […] Dichters, kunstenaars en musici verzetten zich gewoonlijk tegen de al dan niet expliciete claim van een technisch-natuurwetenschappelijk gezinde maatschappij om het monopolie te bezitten van de adequate omgang met de wereld. Alsof de ware aard van de werkelijkheid zou kunnen worden neergelegd in een getal, een berekening, een formule — hoe geniaal ook bedacht; alsof de natuur eigenlijk een ingewikkelde machinerie is en niet langer een gedicht, een zang, een melodie,


zo stelt Lemaire, om daaraan toe te voegen:


Als mijn diagnose juist is, moet veel van de ellende van de moderne tijd worden toegeschreven aan de fatale samenhang tussen daadkracht en destructie en dus aan de realisering van de prometheïsche ambities. Wat we nodig zouden hebben, is een denken dat het idee van maat en begrenzing bij voorbaat in zijn systeem opneemt en daardoor paal en perk stelt aan de verabsolutering van het subject en de arrogantie van het humanisme, dus een niet-prometheïsche opvatting van de vooruitgang.


Maar dit inzicht stuit op de ideologie van de eeuwige groei en het kapitalistisch expansionisme, altijd rusteloos op zoek naar meer, een geloof dat diep verankerd ligt in het westerse bewustzijn. De Amerikaanse journalist/auteur Garry Wills schreef in John Wayne’s America (1997) met betrekking tot dit onderwerp:

Why was Wayne the Number One Movie Star, even as late as 1995? He embodies the American myth. The archetypal American is a displaced person — arrived from a rejected past, breaking into a glorious future, on the move, fearless himself, feared by others, a killer but cleansing the world of things that ‘need killing,’ loving but not bound down by love, rootless but carrying the Center in himself, a gyroscopic direction-setter, a traveling norm.


Other cultures begin with a fixed and social hearth, a temple, a holy city. American life begins when that enclosure is escaped. One becomes American by going out. We are a people of departures, not arrival. To reach one place is simply to catch sight of a new Beyond. Our basic myth is that of the frontier. Our hero is the frontiersman. To become urban is to break the spirit of man. Freedom is out on the plains, under endless sky. A pent-in American ceases to be American. In his 1844 lecture on ‘The Young American,’ Emerson said that the Americans need the boundless West in order to become themselves.


De houding van het ‘ontheemd’ zijn, van de niet aflatende vervreemding, verklaart de neoliberale vorm van het expansionistische kapitalisme, dat zich alleen in stand kan houden door overal meedogenloos te zijn tegenover mens en natuur. De onverzadigbaarheid van dit ideologisch geloof leidde al tijdens het interbellum ertoe dat de grote Russisch-Amerikaanse geleerde Pitirim Sorokin het volgende schreef:


The organism of the Western society and culture seems to be undergoing one of the deepest and most significant crises of its life. We are seemingly between two epochs: the dying Sensate (zintuiglijke. svh) culture of our magnificent yesterday, and the coming Ideational or Idealistic culture of the creative tomorrow. We are living, thinking, acting at the end of a brilliant six-hundred-year-long Sensate day. The oblique rays of the sun still illumine the glory of the passing epoch. But the light is fading, and in the deepening shadows it becomes more and more difficult to see clearly, and to orient ourselves safely in the confusions of the twilight. The night of the transitory period begins to loom before us and the coming generations — perhaps with their nightmares, frightening shadows, and heart-rending horrors. Beyond it, however, the dawn of a new great Ideational or Idealistic culture is probably waiting to greet the men of the future.

Dat na twee alles verwoestende wereldoorlogen een Derde Wereldoorlog dreigt bewijst hoe het Westen al geruime tijd in een diepe systeem-crisis verkeert, zoals Sorokin die al in 1937 beschreef. Als gerespecteerd socioloog werd hij ‘personally requested to accept a Harvard University position, founding the Department of Sociology.’ In diezelfde tijd laat één van de meest geprezen dichters van de 20ste eeuw, W.H. Auden, in The Massacre of the Innocents de vazalkoning Herodes het verval aldus beschrijven:


Legislation is helpless against the wild prayer of longing that rises, day in, day out, from all these households under my protection: ‘O God, put away with justice and truth for we cannot understand them and do not want them’ [...] Reason will be replaced by Revelation. Instead of Rational Law, objective truths perceptible to any who will undergo the necessary intellectual discipline, and the same for all, Knowledge will degenerate into a riot of subjective visions — feelings in the solar plexus induced by undernourishment, angelic images generated by fevers or drugs, dream warnings inspired by the sound of falling water. Whole cosmogenies (verklarende modellen voor de vorming en ontwikkeling van het universum svh) will be created out of some forgotten personal resentment, complete epics written in private languages, the daubs (geklieder. svh) of school children ranked above the greatest masterpieces. 


Idealism will be replaced by Materialism... Diverted from its normal and wholesome outlet in patriotism and civic or family pride, the need of the materialistic Masses for some visible Idol to worship will be driven into total unsocial channels where no education can reach it... Justice will be replaced by Pity as the cardinal human virtue, and all fear of retribution will vanish. Every corner-boy will congratulate himself: ‘I'm such a sinner that God had to come down in person to save me. I must be a devil of a fellow.’

En inderdaad, ‘de wetgeving is hulpeloos tegen de hartstochtelijke gebeden' die de begeerte moeten verzadigen, zo zien we opnieuw rondom ons. Zelfs, of beter nog, juist de intellectuelen, politici, en pers zijn bereid hun ziel voor een grijpstuiver te verkopen, zij willen geen ‘rechtvaardigheid en waarheid,’ want zij ‘kunnen die niet begrijpen.’ Daarom kan in een piepklein land, waar iedereen die een beetje meetelt elkaar kent, twee achtereenvolgende kabinetten terroristen in Syrië blijven financieren, en zonder mandaat de ‘agressieoorlog’ tegen het soevereine Irak militair steunen, zonder dat hieraan politieke- of juridische consequenties werden verbonden, om vervolgens de Russische inval in Oekraïne te bestraffen met een boycot zo stringent dat Rusland zelfs op het gebied van de kunst wordt geïsoleerd. Het is niet eens meer meten met twee maten, maar een politiek van hysterische paniek, al was het maar omdat een grootmacht met 11 tijdszones niet geïsoleerd kan worden. Daardoor gebeurt nu alleen datgene wat Washington en Brussel wilden voorkomen, namelijk de versnelde afbraak van de westerse hegemonie, het verschuiven van het centrum van de macht naar Azië. Meer de volgende keer. 






 

Geen opmerkingen: