zaterdag 15 januari 2022

Jan van Loenen en de 'Journalistiek' van Nieuwsuur 4

Laat het volgende duidelijk zijn: Jan van Loenen’s meningen weerspiegelen de opvattingen van de doorsnee omroepjournalist die ik door de jaren heen van nabij heb zien manoeuvreren. Hij of zij is iemand die, op het dagelijkse nieuws na, opvallend weinig leest en dit niet als een gemis ervaart. Zij hebben het te druk met de waan van de dag, die, zolang hij duurt, van ultiem belang lijkt, maar doorgaans de volgende dag alweer verdrongen is door een nieuwe begoocheling. Na zoveel virtuele werkelijkheid heeft het vermoeide journaille geen zin om nog meer geschreven non-fictie op te nemen, laat staan te analyseren en te verwerken. En dus ploft hij neer voor de televisie om zich, net als de grote meerderheid, onder te dompelen in simplistische beelden, oftewel, in de woorden van Jan van Loenen, in ‘drama en amusement.’ Wanneer het ‘theatrale’ net als bij Jan 45 jaar lang dagelijkse kost is, dan raakt het bewustzijn zo afgestompt door een gebrek aan intellectuele prikkels dat men als vanzelf niet meer ‘houdt van debatteren’ en het als ‘zinloos’ beschouwt ‘om daar je tijd aan te besteden,’ zoals  Van Loenen stelt ‘Het zijn allemaal morele kwesties, en die interesseren me zelden.’ Er treedt op den duur een soort hersenverweking op, of, om het wetenschappelijker te stellen: de patiënt raakt vervreemd van zijn omgeving en uiteindelijk van zichzelf. Een kenmerkend voorbeeld: nadat ik eens de eindredacteur van de radiozender STAD/Radio Amsterdam had verteld dat een geïnterviewde weinig te vertellen had, reageerde hij met de woorden: ‘ach, wat maakt het uit, als het maar geluid maakt.’ Van een soortgelijke orde is Jan van Loenen’s opvatting dat hij ‘om Wittgenstein, Chomsky of hoe ze ook mogen heten nog nooit [had] hoeven lachen,’ en hij daarom ‘afhaakt’ zodra zijn denken wordt aangesproken. In dit bewustzijn is alles betrekkelijk, niets is daadwerkelijk van belang, de waarheid, die allang niet meer bestaat, wordt elk moment ter plaatse gefabriceerd. En omdat niets meer waar en belangrijk blijft, is alles waar, en dat er eens een hiërarchie van waarden bestond, is een te verwaarlozen feit. Al in de tweede helft van de negentiende eeuw waarschuwde Friedrich Nietzsche voor deze ontwikkeling, toen hij God dood had verklaard en het verlies aan houvast dat religie bood, manifest werd. Hij schreef:

Es wird sich einmal an meinen Namen die Erinnerung an etwas Ungeheueres anknüpfen, — an eine Krisis, wie es keine auf Erden gab, an die tiefste Gewissens-Collision, an eine Entscheidung, heraufbeschworen gegen Alles, was bis dahin geglaubt, gefordert, geheiligt worden war.


Nadat de Verlichting een begin had gemaakt aan de massale ontheiliging van de natuur en de massamens, stelde de Duitse filosoof: 


Mir besteht mein Leben jetzt in dem Wunsche dass es mit allen Dingen anders gehen möge, als ich sie begreife; und dass mir jemand meine ‘Wahrheiten’ unglaubwürdig machen,


en wel omdat met het verdwijnen van God het ‘nihilisme’ zijn intrede had gedaan: 'der unheimlichste aller Gäste.’  Met als gevolg dat ‘drama en amuseument’ voortaan de leegte moest vullen. Als er maar wat te ‘lachen’ valt. En wat de rest betreft: ‘Dan ben ik al weg. Sorry Stan,’ het is allemaal ‘te wijdlopig, niet bondig genoeg. Ik sla het over.’ Bovendien ‘houdt’ hij als modaal mens überhaupt niet van ‘debatteren,’ en ‘houdt het' voor hem allemaal 'op,’ omdat hij en honderden miljoenen andere westerlingen het gevoel krijgen dat het uitwisselen van gedachten neerkomt op ‘zichzelf te serieus’ nemen, zoals Jan zo kort en bondig wist te beweren. Weg met het complexe, dood aan de nuance, leve het simplisme dat uiteindelijk altijd op bloedbaden uitloopt. Van Loenen verwoordt het helderder dan ik het ooit had gekund. Als ik Jan’s beweringen zelf had geschreven dan zou men mij ervan hebben beschuldigd die verzonnen te hebben. Maar wanneer de Nieuwsuur-verslaggever op zijn 65ste mij schrijft ‘niet zo streng Stan. Een beetje relativeren en wat zelfspot kan geen kwaad,’ dan meent hij echt dat wij ons op dit moment de luxe kunnen permitteren om op die manier de kapitalistische systeem-crisis, waarmee de hele mensheid geconfronteerd wordt, te neutraliseren. Van Loenen’s  voorgestelde vlucht in ‘drama en amusement,’ in sport en spel is als dansen op de rand van de vulkaan. Dat de on- en half-geschoolden dit doen, is begrijpelijk, zij hebben niets anders dan escapisme, maar dat een senior televisie-verslaggever de dreigende rampen 'een beetje' wil 'relativeren' toont aan hoe omvangrijk de collectieve dwaasheid het maatschappelijk weefsel heeft geïnfecteerd. Het dringt niet door tot de zogeheten ‘politiek-literaire elite’ dat het de hoogste tijd is zichzelf eens in de spiegel te aanschouwen, met dezelfde eerlijkheid

waarmee de grote Poolse journalist Ryszard Kapuściński de postmoderne beschaving bekeek, toen hij een jaar voor zijn dood in zijn laatste boek De Ander. Essays van de reporter van de eeuw ((2006) schreef dat het ‘einde van de Europese Middeleeuwen en het begin van de moderne tijd’ tevens het begin was van: 


een grote Europese expeditie met als doel de wereld te veroveren, de Ander te knechten en te beroven schreef bloedige en wrede bladzijden in de geschiedenis van onze planeet. De schaal van deze genocidale praktijken van dit ruim drie eeuwen durende tijdperk zou pas in de twintigste eeuw worden overtroffen,


door de wreedheden tegen de ongewapende burgerbevolking. Auschwitz en Hiroshima, de Amerikaanse terreur in Vietnam en de NAVO-misdaden in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië zijn slechts enkele voorbeelden van een lange reeks westerse oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. April 2018 interviewde de Amerikaanse journalist en auteur Chris Hedges, 15 jaar lang gerenommeerd buitenland-correspondent van The New York Times, de gerenommeerde Mark Crispin Miller. Deze Amerikaanse hoogleraar Media Studies aan de New York University zette desgevraagd uiteen:


as the press has vanished into the media cartel — six transnational corporations that control some ninety percent of the content that we digest daily — and as the media cartel becomes more concentrated, it is simultaneously also becoming closer and closer to the state. 


I have never seen anything like the moment that we are living through, having studied the media in this country for decades, and of course having lived with it all my life, like you have, I can’t really find the words to convey my astonishment at the constant hurricane of propaganda in which eye we are all living on a daily basis, and as you note, the all pervasive, stigmatization of those wo dare to depart from the official story, even to look into it, much less to contradict it vocally. 


I think one day soon we will be able to have a comprehensible look at the history of for example The New York Times, and see how there were indeed parts, sectors within the institution, within the newspaper, were one had a certain amount of latitude (speelruimte. svh). For instance, I have been very carefully studying the media-performance since the assassination of John Kennedy for a film-project I am involved in, and I have been quite struck by the fact that as unanimous, univocal (eenduidig. svh) as the official story was back then, still there were, even within the mainstream media, here and there contradictions of the official story. I mean, you had to hunt for them, you had to search them out, they were so buried as to be almost non-existent, but then at the same time you were also struck by the fact that there was really a lot more latitude in, say, the book review sections of the newspapers. In 1975, amazingly enough, The Washington Post, which by now seems to me a kind of CIA-agent, actually ran in the book review-section a very positive review of Philip Agee’s ‘Inside The Company,’ which had not been published yet. 

Ter verduidelijking: als voormalig CIA-agent onthulde Agee de misdadige praktijken van de geheime dienst tegen linkse organisaties en regeringen in Zuid- en Midden-Amerika en hoe Washington en Wall Street militaire dictaturen en doodseskaders aldaar steunden en op vijanden afstuurde. Bovendien schreef hij over de infiltratie van de CIA in West-Europa en Afrika. In 1990 toonde Agee aan dat de VS het regime van Saddam Hoessein had uitgelokt om Koeweit binnen te vallen. Washington had immers na de val van de Sovjet Unie een nieuwe vijand nodig om de biljoenen-verspilling van het Amerikaans militair-industrieel complex te kunnen blijven rechtvaardigen. Professor Mark Crispin Miller:


It is an indispensable book and an outrageous book, because Agee actually listed the names of all the CIA-officers he worked with in South-America as a way to make them ineffective. This was a very bold thing to do. It is now illegal since 1982. Not only did The Washington Post book review section gave that book a positive review, but because it was not available in the United States yet — it had only be published in Britain — there was a footnote telling people how to get copies. That will never happen nowadays.   


Over de reden waarom dit in de jaren zeventig wel kon en nu niet meer, zei Crispin Miller: 


Starting in the mid-seventies the CIA went through its big public relations crisis because of a Congressional investigation, it was a watershed (mijlpaal. svh) moment for domestic dissident expression about the intelligence community. There was also the Pike Committee of the House of Representatives. It’s report was more pugnacious (strijdlustig. svh) and ended up being classified by the House. If you go back and look at rural papers, small papers all over the country, the letter sections, the editorials sections, you are really struck by the fact that a very broad range of American people was deeply troubled by the excesses of the CIA. The response was not uniformly authoritarian and defensive as I think it would be now. What happened is that in response to that crisis the CIA set about to make sure that nothing like that would happen again. 


Enige achtergrond-informatie: 


Under Pike's chairmanship, the committee investigated illegal activities by the U.S. Central Intelligence Agency (CIA), the Federal Bureau of Investigation (FBI), and the National Security Agency (NSA).


The Pike Committee’s demands for information were resisted and stalled by US President Gerald Ford's Administration. The eventual report produced by the Pike Committee described the Administration's sandbagging (saboteren. svh)this way: ‘when legal proceedings were not in the offing, the access experience was frequently one of foot-dragging, stone-walling, and careful deception.’


In fact, the Administration's reluctance to release documents requested by the Committee almost ignited a constitutional crisis in 1975. Newly declassified documents from the National Security Archive demonstrate the highly contentious nature of this conflict, showing the CIA’s refusal to comply with the Pike Committee’s requests for information. Ultimately, when the Pike Committee was preparing to sue for the documents’ release, the CIA determined the likelihood of winning the lawsuit was remote, and Ford was able to orchestrate a compromise. The Agency would release the requested documents ‘on loan’ to the Committee, and if there were disagreements about a specific document, the President would have the final say. The Pike Committee was then able to proceed with their investigation, and generated a report.

https://en.wikipedia.org/wiki/Pike_Committee 

https://archive.org/details/PikeCommitteeReports 

Maar het eindrapport van ‘the Pike Committee was never officially published, due to Congressional opposition.’ De opmerking van Chris Hedges dat ook de FBI kritiek aan banden probeerde te leggen, beaamde Crispin Miller: ‘The FBI was trying to do the same thing.’ Begin jaren zeventig waren de geheime, illegale FBI-praktijken, onder de codenaam COINTELPRO, bekend geworden. Uit FBI-gegevens bleek dat:


COINTELPRO (Counter Intelligence Program) een reeks van geheime en deels illegale projecten [was] die werden uitgevoerd door de Federal Bureau of Investigation (FBI) gericht op het observeren, infiltreren, in diskrediet brengen en verstoren van binnenlandse politieke organisaties.


En:


dat 85% van de acties van COINTELPRO gericht waren op groepen en individuen die de FBI zag als ‘staatsgevaarlijk,’ zoals communistische en socialistische organisaties, organisaties en individuen van de burgerrechtenbeweging, Martin Luther King en andere leden van de Southern Christian Leadership Conference, de National Association for the Advancement of Colored People, de Congress of Racial Equality en andere burgerrechtenorganisaties, zwarte nationalistische groepen, de American Indian Movement, een breed scala aan organisaties met het label Nieuw Links (New Left), de Students for a Democratic Society en Weathermen, bijna alle groepen die protesteerden tegen de oorlog in Vietnam, maar ook individuele studenten, de National Lawyers Guild, de vrouwenbeweging, nationalistische groepen… Ook extra opvallende Amerikanen, zoals Albert Einstein, die lid was van een aantal burgerrechtengroepen, kwamen onder FBI toezicht.

https://nl.wikipedia.org/wiki/COINTELPRO


Dat het bespioneren van de eigen burgers geen incident was, blijkt uit het feit dat bijna vanaf ‘haar oprichting in 1908’ de FBI zich ‘bezig hield met politieke onderdrukking,’ hetgeen de VS nog steeds niet weerhoudt om zich keer op keer op te werpen als de verspreider en beschermer van de democratie en de mensenrechten. Daarentegen wees professor  Crispin Miller er op:


I don’t think the FBI was as influential with the media or as adapt in handling them as the CIA was, because we know of Carl Bernstein’s famous Rolling Stone-article in 1977 that the CIA had hundreds of journalists either on their payroll outright or working with them.  Bernstein gave the impression that it stopped, but I think it was just getting started. What we have seen over the decades since the mid-seventies — and I’m going to make a provocative comparison — is something analogous to what the nazi’s called ‘Gleichschaltung,’ (gelijkschakeling. svh) streamlining. When they came to power they made it their business to make sure that not only all media-outlets, but all industries, all sectors of the culture, would be streamlined, which meant getting rid of anyone who was not fully on board with the nazi-program, so that every single sector of the media, theater, filmmaking, radio and so on, were all completely on board. 


Well, what we are living through now is unprecedented in American experience. I mean, even ten years ago I would have flinched if someone had compared outright our press to the nazi-press. I would have thought that a kind of vulgar overstatement, but recently I was reading William Shirer’s ‘Berlin Diary: The Journal of a Foreign Correspondent 1934-1941.’ Shirer was the great CBS-newsman who was doing radioreports from Berlin in the late thirties, and who smuggled his diary out of nazi-Germany when he was kicked out. I recommend the people to read this bestseller, particularly the entry for the 10th of August 1939, when he just returned from a trip through Europe and was struck by the stridency (alles overheersende. svh) and utter dishonesty of dr. Goebbels’ newspapers. Shirer was  flabbergasted to see that all the newspapers on the newsstands throughout Germany were all screaming in their headlines about Poland’s imminent attack on Germany. All these absurd, lunatic projections, were completely reversing the actual situation. 


Hetzelfde zien we nu met de zogeheten ‘vrije pers,’ die allerminst ‘vrij’ is, aangezien haar allereerste en belangrijkste taak het maken van winst is voor de eigenaren van de ‘corporate press.’ Crispin Miller:


There is no question that the commercial press is a kind of starveling (hongerlijder. svh) now, because they don’t have the advertising revenue’s anymore they used to have to keep them fully staffed. A few years ago The New York Times had to let go more than 110 journalists and you can see it today, the newspaper is a pamflet. 


Het is overigens niet alleen het gebrek aan inkomsten, ook de neoliberale ideologie is nu volledig geïnternaliseerd geraakt, evenals de anti-Rusland propaganda van de toonaangevende The New York Times, waarvan alleen het Amerikaanse militair-industrieel complex profiteert. De propagandistische 'fakenews' voor een ideologie waarin de financiële macht bepaalt welke politieke koers er gevaren moet worden, en de klinkklare nonsens dat Rusland Donald Trump aan de macht had geholpen, maakte deze krant een aanfluiting van de journalistiek. Dit is uiterst gevaarlijk, vooral ook omdat de westerse mainstream-media de ‘New York Times’ braaf volgen. De visie van de hoofdaap in het voortdurende machtspel kan niet worden genegeerd. Zo kwalificeerde bijvoorbeeld de VPRO-journalist Chris Kijne The New York Times als ‘de beste krant van de wereld,’ en prees de voormalige adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, Arie Elshout, de Times, omdat, in zijn ogen, 'feit en commentaar nergens zo tastbaar [zijn] gescheiden als bij The New York Times,' en neemt de zelfbenoemde kwaliteitskrant NRC Handelsblad klakkeloos onbewezen beweringen uit The New York Times over, ondanks het feit dat in een uitgebreid gedocumenteerde wetenschappelijke studie Manufacturing Consent. The political economy of the Mass Media (1988) de Amerikaanse geleerden Edward S. Herman en Noam Chomsky over de berichtgeving van de westerse commerciële media, met voorop de NYT, concludeerden:


In contrast to the standard conception of the media as cantankerous, obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees the media as serving a ‘societal purpose,’ but not that of enabling the public to assert meaningful control over the political process by providing them with the information needed for the intelligent discharge of political responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the ‘societal purpose’ of the media is to inculcate and defend the economic, social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic society and the state. The media serve this purpose in many ways: through selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of acceptable premises…


As we have stressed throughout this book, the U.S. media do not function in the manner of the propaganda system of a totalitarian state. Rather, they permit — indeed, encourage — spirited debate, criticism, and dissent, as long as these remain faithfully within the system of presuppositions and principles that constitute an elite consensus, a system so powerful as to be internalized largely without awareness. No one instructed the media to focus on Cambodia and ignore East Timor. They gravitated naturally to the Khmer Rouge and discussed them freely — just as they naturally suppressed information on Indonesian atrocities in East Timor and U.S. responsibility for the aggression and massacres. In the process, the media provided neither facts nor analyses that would have enabled the public to understand the issues or the bases of government policies toward Cambodia and Timor, and they thereby assured that the public could not exert any meaningful influence on the decisions that were made. This is quite typical of the actual 'societal purpose' of the media on matters that are of significance for established power; not 'enabling the public to assert meaningful control over the political process,' but rather averting any such danger. In these cases, as in numerous others, the public was managed and mobilized from above, by means of the media's highly selective messages and evasions. As noted by media analyst W. Lance Bennett: 'the public is exposed to powerful persuasive messages from above and is unable to communicate meaningfully through the media in response to the messages... Leaders have usurped enormous amounts of political power and reduced popular control over the political system by using the media to generate support, compliance, and just plain confusion among the public.'


En: 


Given the imperatives of corporate organization and the workings of the various filters, conformity to the needs and interests of privileged sectors is essential to succes. In the media, as in other major institutions, those who do not display the requisite (vereiste. svh) values and perspectives will be regarded as 'irresponsible,' 'ideological,' or otherwise aberrant, and will tend to fall by the wayside. While there may be a small number of exceptions, the pattern is pervasive, and expected. Those who adapt, perhaps quite honestly, will then be free to express themselves with little managerial control, and they will be able to assert, accurately, that they perceive no pressures to conform. The media are indeed free — for those who adopt the principles required for 'societal purpose.'


Dat wat betreft de ideologische achtergrond, maar ook op de werkwijze van de zogeheten vrije pers valt het nodige op te merken:


The technical structure of the media virtually compels adherence to conventional thoughts; nothing else can be expressed between two commercials, or in seven hunderd words, without the appearance of absurdity that is difficult to avoid when one is challenging familiar doctrine with no opportunity to develop facts or argument… The critic must also be prepared to face a defamation apparatus against which there is little recourse, an inhibiting factor that is not insubstantial... The result is a powerful system of induced conformity to the needs of privilege and power. In sum, the mass media of the United States are effective and powerful ideological institutions that carry out a system-supportive propaganda function by reliance on market forces, internalized assumptions, and self-censorship, and without significant overt coercion. This propaganda system has become even more efficient in recent decades with the rise of the national television networks, greater mass-media concentration, right-wing pressures on public radio and television, and the growth in scope and sophistication of public relations and news management.


Onder de kop 'The New York Times Versus The Civil Society' wees professor Edward S. Herman naderhand in een vernietigend artikel over 's werelds invloedrijkste krant op het volgende:


The veteran Times reporter John Hess has said that in all 24 years of his service at the paper he 'never saw a foreign intervention that the Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And don’t let me get started on universal health care and Social Security. So why do people think the Times is liberal?' The paper is an establishment institution and serves establishment ends. As Times historian Harrison Salisbury said about former executive editor Max Frankel, 'The last thing that would have entered his mind would be to hassle the American Establishment, of which he was so proud to be a part.' 

https://www.alainet.org/es/node/113764


Op zijn beurt wees één van ’s werelds meest prominente onderzoeksjournalisten, John Pilger, op het volgende: 


On August 24 2006 the New York Times declared this in an editorial: 'If we had known then what we know now the invasion if Iraq would have been stopped by a popular outcry.' This amazing admission was saying, in effect, that journalists had betrayed the public by not doing their job and by accepting and amplifying and echoing the lies of Bush and his gang, instead of challenging them and exposing them. What the Times didn’t say was that had that paper and the rest of the media exposed the lies, up to a million people might be alive today. That’s the belief now of a number of senior establishment journalists. Few of them — they’ve spoken to me about it — few of them will say it in public.


Het is veelzeggend dat de mainstream-opiniemaker Ian Buruma, een graag gezien gast in het Hilversumse omroepwereldje, in maart 2017 deelnam aan de meerdaagse Plenaire Vergadering van de Tri Lateral Commission in het luxe THE RITZ CARLTON te Washington. Hij bevond zich in gezelschap van onder andere Henry Kissinger, die begin jaren zeventig als Nationale Veiligheidsadviseur erop toezag dat Washington in het geheim ‘een strategie van destabilisatie, ontvoering en moord,’ ontwikkelde ‘met als doel’ in Chili ‘een militaire staatsgreep uit te lokken,’ waarbij het democratisch gekozen bewind van president Allende met geweld uit de weg zou worden geruimd, zo blijkt uit ‘sanitized’ Amerikaanse documenten. Hoewel het een recht is van soevereine staten om hun eigen beleid uit te stippelen, instigeerde destijds president Nixon een economische boycott nadat de regering Allende de Chileense kopermijnen had genationaliseerd. Toen bleek dat Nixon’s opdracht ‘make the economy scream’ niet onmiddellijk het gewenste resultaat had opgeleverd, adviseerde Kissinger de hele Chileense democratie te vernietigen, aangezien — in de woorden van Kissinger — ‘the issues are much too important for the Chilean voters to be left to decide for themselves.’ En daarom voltrok zich op 11 september 1973 — de dag dat de Senaat in de Washington Kissinger’s benoeming als minister van Buitenlandse Zaken goedkeurde — een door de CIA voorbereide militaire staatsgreep, waarna tenminste 3200 Chileense burgers werden geëxecuteerd, en in totaal zo’n 80.000 anderen gevangen werden gezet, terwijl tienduizenden Chilenen werden gemarteld. 

Dit alles was onderdeel van het ‘dirty work’ dat al decennialang door het Pentagon wordt gecoördineerd, een gegeven dat over het algemeen door de westerse ‘corporate press’ wordt verzwegen dan wel toegejuicht. Sindsdien is niets wezenlijks veranderd. Bijna drie decennia later, op 16 juli 2002, tijdens de aanloop naar de illegale inval in Irak, adviseerde mijn oude vriend en hoogleraar in ondermeer democratie en mensenrechten, Ian Buruma, in The Guardian dat ‘we too’ in Europa ‘must do the dirty work, and take the risk of being held accountable,’ voor de daaruit voortvloeiende onvermijdelijke oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, en mogelijk zelfs genocide. Zodoende zou Europa ‘onze NAVO-bondgenoot’ de VS kunnen ontlasten. Een democratische burger mag Buruma’s advies dan wel weerzinwekkend vinden, maar daar heeft de neoliberale elite geen boodschap aan. Geheel in lijn met de noodzaak van een broodschrijver om zijn opdrachtgevers te behagen, werd zijn bellicose houding beloond met, in Ian’s geval, een hoogleraarschap in de VS en allerlei prestigieuze onderscheidingen, waaronder de Erasmusprijs in 2008. Dit alles demonstreert hoe actueel Erasmus' Lof der Zotheid nog steeds is, en hoe hoerig een vooraanstaande opiniemaker in het huidige neoliberale bestel wel moet functioneren. Zolang men in de pas blijft lopen, en braaf de eisen van Washington en Wall Street opvolgt, heeft men niets te vrezen. Daarentegen moeten dissidenten in het ‘Vrije Westen’ goed oppassen niet volkomen gemarginaliseerd of gecriminaliseerd te worden. Die komen er overigens nog genadig van af vergeleken met dissidenten elders die voorgoed verdwijnen in één van de martelkampen die de CIA heeft opgezet in landen met een ‘weerspannige’ bevolking, zoals dit in de Newspeak van de ‘vrije pers’ heet. 

http://trilateral.org/download/files/annual_meeting/2017%20Washington%20Program%2019E.pdf  

De Amerikaanse hoogleraar Jason Stanley, die filosofie doceert aan de prestigieuze Yale University, schrijft met betrekking tot de mainstream-media in zijn boek How Propaganda Works (2015)


It is plausible to suppose that the multi-trillion dollar cost of the Iraq War, not to mention the lives lost on both sides, was not in the interest of the nearly 70 percent of Americans convinced by the flawed ideology of patriotism and demonization used to motivate it. We thus have provided evidence that the highly privileged group will in fact be able to exploit the mechanisms of the media and public schools to produce beliefs that are contrary to the interests of the majority of people who are served by them.


I must defer (verwijzen. svh) an explanation of the mechanisms by which the privileged group or groups control the media to their advantage to the by now large literature on government and corporate influence on the media. But there should be no doubt that the phenomenon is real.


That the groups that control the resources will control the dominant public narrative is not a surprising empirical claim. When the ideology of the groups that control the resources is one of their own superiority, which is a consequence of the claim that resource control is distributed by merit, this will be the dominant public narrative. And some of the iconic studies in social psychology are devoted to explaining why people tend to accept something presented by ‘expert’ authority figures as the official narrative.


There are not many multiply replicable results in social psychology. But one result that stands out in terms of both its robustness and its bearing on the issue at hand shows that the psychology of persons is not naturally suited to pursue autonomy, either of belief or of action. These are the well-known results of the Yale social psychologist Stanley Milgram in the 1960s. Milgram’s large body of experimental work on obedience to authority provides strong evidence that the assertions of authority figures are accepted even in the face of explicit counter-evidence. We have argued that the highly privileged groups will present their ideology as the dominant narrative, presumably including ‘experts’ who argue for it from positions of authority. Milgram’s results give an evidential basis for the claim that such claims will be given special weight.


Talloze wetenschappelijke experimenten:


show that the ideological beliefs of authority figures, especially when presented as scientific ‘experts,’ are given great weight… Max Weber points out that all highly privileged groups throughout history share one thing in common, the ideology that they have achieved their success through merit. Members of the highly privileged group, through control of the media and the education system, will make it part of the dominant narrative of the society that the goods of society are justly distributed, according to merit rather than accident of birth position (this will occur even in conditions in which there are obvious differences in equality from birth, due, for example, to inheritance). This is, as Weber argues, exactly what one should expect in any society with a highly privileged group that has an unjust accumulation of its goods. In fact, one would expect that the more unjust and more arbitrary the distribution of goods is in a society, the more intensely and more fervently the view that the distribution of goods is due to pure merit will be held… 


De berichtgeving in het Westen is handel, onderworpen aan de marktwetten van vraag en aanbod, en almaar stijgende winsten. Ralph Nader waarschuwde terecht:


Face it, America. You are a corporate-controlled country with the symbols of democracy in the constitution and statutes just that-symbols of what the founding fathers believed or hoped would be reality.


Onder de kop: 


Ouch. Jill Abramson, Ex-New York Times Editor: The ‘Narcissistic’ New York Times Is Making ‘Horrible Mistakes,’ Needs a ‘Course Correction,’ 


zette de Amerikaanse journalist Lloyd Grove, op de website van The Daily Beast van donderdag 28 juni 2018 uiteen: 


It may not have been the tweet heard around the world, but it was certainly heard — like a thunderclap — at The New York Times’ headquarters at 620 Eighth Avenue in Manhattan.


'Kind of pisses me off that @ nytimes is still asking Who Is Ocasio-Cortez? when it should have covered her campaign,' Jill Abramson erupted on Twitter on Wednesday morning—a biting reference to the newspaper’s original headline concerning the 28-year-old socialist’s shocking Democratic primary upset, a landslide actually, over incumbent Joe Crowley in New York’s 14th Congressional District.


Indeed, a quick review of the Times’ coverage of the primary race turned up mention of and quotes from Alexandria Ocasio-Cortez in two news stories prior to Election Night, and a few name-checks in editorials — one of which, published in the June 20 print edition, noted that she’s 'a challenger [Crowley] is heavily favored to beat.'


'Missing her rise [is] akin to not seeing Trump’s win coming in 2016,' Abramson added in her tweet — an even more biting reference to the Times’ self-acknowledged failings in the paper’s reporting of the presidential campaign.


In response to Abramson’s critique — which she elaborated in several emailed comments shared with the Times — Times spokeswoman Eileen Murphy told The Daily Beast: 'We have enormous respect for Jill and deeply appreciate her passion. Criticism and feedback helps us do better work and we’re always open to it. On these specifics though, we just disagree with Jill.' A few hours after Abramson’s tweet, the headline phrase that pissed her off, 'Who is Alexandria Ocasia-Cortez?' was changed online to 'Alexandria Ocasio-Cortez: A 28-Year-Old Democratic Giant Slayer.'


The Times, of course, is used to reader complaints — but not to public spankings from former executive editors.


Abramson, 64, famously held that job for nearly three years — the first and only woman to do so — until she was summarily sacked amid an unseemly public-relations melee in May 2014.

https://www.thedailybeast.com/jill-abramson-ex-new-york-times-editor-the-narcissistic-nyt-is-making-horrible-mistakes-needs-a-course-correction


En als vanzelf zijn we terug bij Jan van Loenen, 45 jaar lang televisie-verslaggever, nu bij het programma Nieuwsuur, maar die volgens eigen zeggen 'nooit' de moeite nam om 'een kritisch boek over mijn vak' te lezen, ‘Het is me te wijdlopig Stan, niet bondig genoeg. Ik sla het over.’ Tegelijkertijd beweert hij toch met grote stelligheid dat de Hilversumse omroepen hun werk naar behoren verrichten, maar weigert in te gaan op voorbeelden die het tegenovergestelde bewijzen. Laat ik nog een voorbeeld geven:


NIEUWSUUR • 26-04-2018, 21:39

Rusland laat 'getuigen' verklaren over aanval Douma


Op een persconferentie in Den Haag hebben Rusland en Syrië naar eigen zeggen ooggetuigen uit de Syrische stad Douma aan het woord gelaten, die hebben verklaard dat er geen gifgasaanval is geweest.

Zie nieuwsuur https://www.google.com/search?client=safari&rls=en&q=nieuwsuur+douma&ie=UTF-8&oe=UTF-8


En ook de NRC van maandag 25 juni 2018 ging zich te buiten aan oorlogspropaganda:


Onderzoek New York Times : Assad zit achter chemische aanval op Douma


Na eigen ‘forensisch’ onderzoek concludeert The New York Times dat Assad achter de gifgasaanval op Douma in april zit. Met Virtual Reality sta je ín het gebombardeerde gebouw.

https://www.nrc.nl/nieuws/2018/06/26/de-gifgasaanval-op-douma-in-virtual-reality-a1608014


De door de polderpers verzwegen werkelijkheid, is e evenwel geheel anders. Onder de kop ‘Jim Mattis refutes the “Fake News” from Israël and NATO’ berichtte de goed geïnformeerde Franse onderzoeksjournalist Thierry Meyssan op de website Voltaire Network van 19 februari 2018: 


The Atlantist Press has been claiming for years that President Bachar el-Assad used chemical weapons against his own people. Except that according to US Secretary for Defense, General Jim Mattis, this is fake news. Like Saddam Hussein’s chemical weapons, this story, which has been occupying the columns of newspapers for the last five years, is pure war propaganda.


This should have been headline news in all the Western news outlets. But only Newsweek mentioned it. During his Press conference on 2 February, Secretary for Defense General Jim Mattis indicated that while he ‘thought’ that Damascus had used chemical weapons against his own people, no-one in the Pentagon has ever provided the slightest proof.


The journalist, who knows General Jim Mattis personally, heard him declare, off the record, his aversion for the myth of Syrian chemical weapon. He offered him the opportunity to repeat his claim, this time in public. Here is the transcript of this conversation (published a little late).


Question : Is there any proof that chlorine weapons were used – proof of chlorine weapons?

Jim Mattis : I think so.

Question : No, I know, I heard you.

Jim Mattis : I believe they have been used several times. And that, as you know, is a rather specific category, that’s why I ruled out sarin as being something different - yeah.

Question : So there is credible proof that sarin and chlorine …

Jim Mattis : No, I don’t have any proof, not specifically. I don’t have proof. What I’m saying is that other groups on the ground, NGO’s, soldiers on the ground, have said that sarin was used. So we’re looking for proof. I have no proof, either credible or non-credible.

Source: ‘Media Availability by Secretary Mattis at the Pentagon,’ Press Secretary, Departement of Defence, February 2, 2018

http://www.voltairenet.org/article199753.html 


Het feit dat zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant als Nieuwsuur deze informatie van de inmiddels oud-minister van Defensie Jim Mattis niet vermeld, demonstreert hoe journalistiek corrupt zij zijn. Een ander voorbeeld van het moedwillig verzwijgen van de realiteit, is dat de Nederlandse pers bewust zes jaar lang verzweeg dat de Nederlandse regering onder Rutte terroristen in Syrië steunde, een feit dat alom bekend was gemaakt via de ‘sociale media.’ Dezelfde hierboven genoemde Thierry Meyssan berichtte namelijk al op 3 augustus 2012 via Voltaire Network:


No one doubts that terrorism in Syria is being sponsored by NATO and the GCC but until now it was being carried out behind a veil of hypocrisy. Unable to bombard and raze the country because of the Russian and Chinese double veto, the Western powers and their Arab partners decided to bleed the country while setting it up for an attack by mercenaries. Then on February 12 came the call to jihad issued by Ayman al-Zawahiri. Suddenly, NATO, the GCC and al-Qaeda found themselves pursuing the same objective. Notwithstanding, Brussels took the view that the Egyptian sheik’s declarations were his alone and were therefore unworthy of comment as if to underline that NATO doesn’t revise its positions in response to such fatwas. This rationale remained unconvincing because it ignored the issue of the common objectives shared by the self-proclaimed advocates of democracy, on the one hand, and Islamism, on the other. It did allow appearances to be preserved. The masks are now off. The Western powers have acknowledged their links with terrorists.

https://www.globalresearch.ca/the-west-and-the-glorification-of-terrorism/32193 


Wat de corruptie van de commerciële massamedia aantoont is vooral dat zij — net als het Amerikaanse politieke elite — de ‘deep state’ beschermen, de macht achter de staat. Dit proces is uitgebreid gedocumenteerd, van binnenuit, beschreven door de Amerikaanse voormalige hoge ambtenaar Mike Lofgren, die de ‘deep state’ omschrijft als ‘a hybrid association of elements of government and parts of top-level finance and industry that is effectively able to govern the United States without reference to the consent of the governed as expressed through the formal political process.’ Meer informatie waarover Jan van Loenen vanzelfsprekend absoluut niet wil debatteren de volgende keer.



1 opmerking:

Feng zei

Goed dat je Professor Mark Crispin Miller voorstelt aan de lezers.
MCM heeft trouwens ook een lijst dagelijkse nieuws over de hedendaagse waanzin, waar je je voor kunt inschrijven.

LIKELY RAPED TO DEATH BY JEWISH ZIONISTS