Starters krijgen amper voet aan de grond in
Amsterdam: ‘Op mijn 32ste wéér op kamers. Dat
is toch pijnlijk?’
Twintigers en dertigers hebben aan één baan niet meer genoeg om iets op te bouwen in de stad. Het betekent nóg meer werken, of beleggen, met het nodige risico. ‘Op mijn 32ste wéér op kamers. Dat is toch pijnlijk?’
De 30-jarige Kevin (zijn volledige naam is bij de redactie bekend) hoeft niet op geld te letten. Al tijdens zijn universitaire studie bestuurskunde kocht hij met zo’n 4000 euro spaargeld Bitcoins. Inmiddels leeft hij van die investering. “Ik kocht weer nieuwe, andere digitale munten en bij crypto krijg je nog wel rente als je het ‘staket’, dat is een soort sparen.” Zijn koophuis is voor 70 procent betaald met het geld dat hij verdiende met de handel in cryptomunten. Hetzelfde geldt voor zijn auto. “Mijn vermogen is de afgelopen jaren enorm gegroeid en het blijft groeien. Ik kan op vakantie wanneer ik wil en kan mijn geld herinvesteren.”
Serie
Amsterdam verandert met elke nieuwe generatie die er woont en werkt. Journalist Raounak Khaddari (27) onderzoekt hoe twintigers en dertigers hun weg zoeken in de stad. Sociaal-geograaf, oud- politica en feminist Hedy d’Ancona (83) reageert. Dit is de tweede aflevering, de eerste lees je hier.
Hoe anders is het verhaal van Afsanne Ghafarian (29). Echt bouwen aan een zelfstandig leven in de stad is haar sinds haar HvA-studie nog niet gelukt. Ze woont in een jongerenwoning in Noord, waar een huurcontract van vijf jaar aan verbonden is. Zo’n tijdelijk contract moet jongeren de ruimte en tijd geven door te stromen in de woningmarkt. In de praktijk blijkt dat lastig. “Ik verdien als freelance fotograaf niet genoeg om in aanmerking te komen voor een huis.” Haar huurcontract loopt nog twee jaar, maar ze maakt zich nu al zorgen. “Straks zit ik op mijn 32ste wéér op kamers. Dat is toch pijnlijk?”
Ghafarian bouwt geen pensioen op en heeft geen financiële hulp van haar ouders gekregen. “Ik probeer hier en daar wat bij te verdienen. Over bitcoins heb ik ook nagedacht, maar die handel vind ik moeilijk. Ik begrijp het systeem niet goed en mij is geleerd: beleg met geld dat je kan missen. Als ik eerlijk ben, kan ik nu geen euro missen. Dat is stressvol, alsof ik aan het overleven ben.”
Meer doen
Het is een pijnlijk contrast: de vermogenden worden vermogender en de minder rijken leven van maand tot maand. Voor twintigers en dertigers is de huidige situatie ‘historisch gezien bijzonder’ stelt hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen. “Als jongere had je het altijd beter dan je ouders. Dat is omgeslagen. De jongvolwassenen van nu behoren tot de eerste generatie waarvoor dat niet geldt.”
Zij moeten meer doen om hetzelfde te bereiken. Een baan, een koophuis, spaargeld, pensioen – het is niet langer vanzelfsprekend. “Velen moeten zelfs kiezen: sparen voor een reis of huis betekent veelal níét sparen voor het pensioen. Want ook dat, pensioen opbouwen via een vaste baan, is allang niet meer de standaard.”
CBS-cijfers tonen de snelle verandering op de arbeidsmarkt: in 2008 had de helft van de 24-jarigen een vast contract, in 2018 werd die 50 procent pas bij 27 jaar gehaald.
Autonomie
Het niet kunnen bouwen aan die fundamenten is volgens Toon Cillessen, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de Radboud Universiteit, een zorgelijke ontwikkeling. Hij benadrukt dat mensen veerkrachtig zijn en tegenslagen kunnen verwerken of een stressvolle periode kunnen overbruggen. “Maar de vraag is: hoe tijdelijk is deze situatie? Je wil als individu perspectief hebben, een toekomst opbouwen en jezelf ontwikkelen. Daar hoort ook autonomie bij, dat is een fundamentele behoefte van de mens.” Als externe factoren die ontwikkeling beperken, heeft dat gevolgen. “Het kan leiden tot frustratie of zelfs depressie. Je moet op zijn minst de kans krijgen om iets op te bouwen en jezelf te kunnen ontwikkelen.”
Naast hun baan zoeken twintigers en dertigers naar extra inkomsten, ziet econoom Wilthagen. Nieuw is dat niet: mensen belegden altijd al, verhuurden hun huis of handelden in spullen, om wat te noemen. Maar was het vroeger voor velen een ‘extraatje’ en voor ‘de leuk’, Wilthagen constateert nu dat extra inkomsten – een ‘side hustle’ – vaker noodzaak is .
Een baan is niet genoeg. Dat komt niet zozeer door een te veel aan avocadotoast en haverlattes, wat graag over millennials wordt gezegd, maar door een hogere studieschuld – ook dankzij het leenstelsel. In 2015 ging het gemiddeld om 12.400 euro, in 2019 om 13.700 euro. Ook het aantal studenten met een schuld is opgelopen: in 2019 hadden in totaal 1,4 miljoen mensen een studieschuld, 388.000 meer dan 2015.
Wilthagen wijst ook op het feit dat de startsalarissen in sommige sectoren tegenwoordig relatief laag zijn voor de huidige levensstandaard, dat geldt voor de horeca, maar ook de detailhandel en bij de politie. “En het leven is duurder geworden, de woningmarkt is daar het duidelijkste voorbeeld van.”
“Een gewone baan levert tegenwoordig vaak te weinig op om datgene te kunnen krijgen dat voor vorige generaties ‘normaal’, was. De day job en night job kennen we eigenlijk alleen uit Amerikaanse films: het beeld van een alleenstaande ouder die overdag én ’s nachts werkt om de kinderen te onderhouden, maar zo Amerikaans is dat niet meer.”
Bijverdiensten
Ook de lage en negatieve spaarrentes maken dat naar alternatieven wordt gezocht om bij te verdienen. ‘Je moet geld voor je laten werken’, is de gouden tip die je overal hoort. Finfluencers – mensen die ‘influencen’ op het gebied van financiën –, budgetcoaches, finance bloggers, ze raden het allemaal aan.
De zoektocht naar passief inkomen wint terrein onder jonge Amsterdammers. Een trend die hoogleraar Wilthagen ook ziet. Het gaat onder meer om beleggen (of instanties voor je laten beleggen), de handel in cryptocurrency, investeren in vastgoed, ‘affiliate links’ delen op sociale media – als iemand vervolgens iets koopt via ‘jouw’ link, ontvang je een percentage van het aankoopbedrag – en het maken van bijvoorbeeld digitale templates (wie een beetje creatief is en digitaal onderlegd kan bijvoorbeeld een sjabloon voor een website maken en te koop zetten of een cv-sjabloon of een ander soort digitale mal die maar één keer hoeft te worden gemaakt en meerdere keren kan worden verkocht zonder er verder naar om te kijken) en die verkopen via websites als Etsy.
Slapend geld verdienen; niet uit luiheid, maar uit noodzaak.
Het grote probleem met veel van die ‘bijverdiensten’: ze gaan gepaard met risico. Zekerheid is er immers niet. Zo is de koers van Bitcoin enorm gestegen, maar ook enorm volatiel gebleken. “Het is volstrekt intransparant wat daar gebeurt,” zegt Wim Boonstra, econoom bij de Rabobank en hoogleraar economische en monetaire politiek aan de Vrije Universiteit. Ook de directeur van het CPB wijst op het gevaar van cryptomunten. In een essay in het Financieele Dagblad schreef hij dat de cryptomunten ongeschikt zijn als betaalmiddel en rekeneenheid. ‘Waardevastheid bestaat niet, het gebruiksgemak lijdt onder een gebrek aan acceptatie en de veiligheid wordt ondergraven door regelrechte zwendelpraktijken.’
Live!
Hoe bouw je aan een toekomst zonder vermogen? Kijk maandag om 21.00 uur naar het nagesprek met Raounak Khaddari en hoogleraar economie Robert Dur, via het Instagramkanaal van Het Parool.
Succesverhalen
Kenners roepen dan ook: gebruik alleen geld dat je kan missen. Een stuk spaargeld dat in rook opgaat, is vervelend, bij leefgeld wordt het echt een probleem. Je hoort vooral de succesverhalen, zegt Boonstra. “Dat zijn mensen die bij de hype horen, maar de mensen die op de top van de hype zijn ingestapt zijn een paar weken later alweer 30 tot 40 procent van hun geld kwijt.”
Neemt niet weg dat de economen de zoektocht begrijpen. “Er zijn heel wat jongvolwassenen die niet kunnen studeren, aan hun loonstrook niet genoeg hebben, geen ouders hebben die kunnen helpen, extra geld nodig hebben om te kunnen wonen of hun schuld moeten aflossen,” zegt Wilthagen.
Boonstra pleit voor een hervorming van de woningmarkt en vindt dat de overheid goed onderwijs voor iedereen mogelijk moet maken. “Het leven zal helaas altijd oneerlijk blijven, dat begint al met waar je geboren wordt. Maar de samenleving moet zo zijn ingericht dat de kansen om vooruit te komen in het leven zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. Haal alle barrières weg om onderwijs te volgen: dan beginnen jongeren in de buurt van dezelfde startlijn.”
Hedy d’Ancona: ‘Wij wisten: later wordt het beter’
Het wonen, een van de basisbehoeften in het leven, is verworden is tot een ‘superkapitalistisch speeltje’ vindt oud-politica en feminist Hedy d’Ancona (83)
“Als je het treft, dan erf je wat van je grootouders, maar come on. Het is toch ongehoord dat je niet meer door je eigen normale inspanningen geld kunt verwerven? Terwijl een groot deel van mijn generatie rijker wordt door niets te doen. Door gewoon sloom te blijven zitten in een huis, dat is toch idioot? De groepen haves en have-nots komen steeds verder uit elkaar te liggen. Dat is een onrechtvaardige ontwikkeling.
Ik herinner me nog dat ik rond mijn twintigste in zo’n miezerig kamertje aan de Marnixstraat woonde. Zonder douche, met een petroleumkacheltje en een elektrisch plaatje om wat soep op te warmen. Die stinkende kamer was armoedig, maar mijn leeftijdsgenoten en ik voelden ons nooit ellendig. We waren vrij. We hoefden niet bij onze ouders te wonen en wisten dat het later beter zou worden. Mensen die geen geld van huis uit meegekregen, hadden een renteloos voorschot. Dat noemden wij geen studieschuld, want als je niet genoeg geld verdiende of een paar jaar in het onderwijs ging, werd dat automatisch verrekend.
En als je ging werken, kon je een huis kopen, want je had een vaste baan. Dat was gewoon in mijn tijd. Gokken met geld in dingen als bitcoins, wat overigens het oppotten van geld is waar je belasting over zou moeten betalen, en dubbele banen waren niet nodig voor een prettig leven.
Mijn kinderen zijn in de vijftig en hebben deze ellende net niet meegemaakt, maar ik vraag me wel af: hoe moet dat met mijn kleinkinderen gaan? Ik heb enorme compassie met de jongvolwassenen van nu en ben verontwaardigd dat bestuurders dit hebben laten gebeuren. Iedereen die met deze ontwikkelingen te maken had, ontbrak het aan een vooruitziende blik. Geen stad kan zonder jonge generaties. Een stad moet zich van binnenuit en van onderop vernieuwen. Dat kan nu niet meer.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten