Gert-Jan Dennekamp van de NOS 2

Gert-Jan Dennekamp. NOS-Journalistiek à la Kampen.

Wie is Gert-Jan Dennekamp? Ik had nog nooit van hem gehoord, maar in het Hilversumse omroepwereldje wordt hij gezien als een onderzoeksjournalist. Verder meldt Wikipedia dat hij '[n]a zijn opleiding aan de Academie voor de Journalistiek in Kampen' als 'bureauredacteur bij het NCRV-televisieprogramma Hier en Nu' terechtkwam, en dat hij '[t]ijdens een tijdelijke overstap naar Hier en Nu-radio zich [realiseerde] dat hij meer een radio- dan een televisiejournalist was.' Maar, vreemd genoeg, is Dennekamp nu 'verslaggever' bij Nieuwsuur, een televisieprogramma van NOS en NTR. In die hoedanigheid schreef hij afgelopen dinsdag 6 oktober ondermeer het volgende met betrekking tot 'getuigen' in het tegen Kiev rebellerende 'oosten van Oekraïne':

Sommige mogelijke getuigen uit het oosten zien Oekraïne en het Oekraïense leger als de vijand. Bovendien zijn ze bang dat bekend wordt dat ze praten met het onderzoeksteam.

Een beetje journalist ziet onmiddellijk dat hier wartaal staat. Het draait namelijk niet om 'mogelijke' getuigen, maar om werkelijke getuigen. Immers, in het begin van zijn artikel schreef Dennekamp zelf:

Het onderzoek naar de daders van de aanslag op vlucht MH17 is nog lang niet afgerond. 'We zullen nog wel een tijd bezig zijn om het verhaal echt op tafel te krijgen,' zegt hoofdofficier Fred Westerbeke in Nieuwsuur. Volgens de coördinator van het onderzoek naar de ramp is het internationaal onderzoeksteam (JIT) nog steeds op zoek naar getuigen. 

Het team kan niet werken in het oosten van Oekraïne en is dus ook niet in staat om in die regio getuigen te horen. 'Separatisten hebben de regio in handen. Dat is een van de redenen waarom we echt nog veel moeten doen.' Westerbeke en zijn Australische collega Stephen Dametto roepen getuigen op zich alsnog te melden. Ze moeten daarvoor wel de regio verlaten. 

http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2061644-onderzoekers-mh17-spreken-in-geheim-met-getuigen-oekraine.html 

Dat er 'getuigen' zijn en wat die vertelden, weten we dankzij berichtgeving via vooral internet. Dat die 'getuigen' meer dan een jaar door de commerciële massamedia als 'het internationaal onderzoeksteam' niet uitvoerig zijn gehoord en serieus zijn genomen, is op zijn voorzichtigst gesteld, opmerkelijk en veelzeggend. Kennelijk werd er meer dan een jaar van uitgegaan dat verklaringen van getuigen van de ramp niet noodzakelijk waren om de daders te kunnen traceren, terwijl toch bij een onderzoek naar een roofoverval de politie wel onmiddellijk 'getuigen' hoort. Waarom in dit geval van de norm is afgeweken, verzwijgt Gert-Jan Dennekamp als NOS-'onderzoeksjournalist,' die journalistiek geschoold werd in het eng protestants-christelijke bolwerk Kampen. Het argument dat 'Het team niet [kan] werken in het oosten van Oekraïne' omdat '[s]eparatisten de regio in handen [hebben],' is een zwak excuus om verschillende redenen. Zijn de 'separatisten' in deze zaak gevraagd om hun medewerking? Niet, voor zover ik weet. Bovendien had men de als oppermachtig afgeschilderde 'Poetin' kunnen verzoeken te bemiddelen bij de 'separatisten' om zodoende 'getuigen' te kunnen horen, desnoods in Rusland zelf. Daarnaast verklaart Dennekamp in zijn artikel dat nu ineens 'blijkt dat Australië en Nederland getuigen horen in Oekraïne en in Nederland, zonder dat de Oekraïense justitie daarbij aanwezig is.' Wat is er achter de schermen verandert? Als onderzoeksjournalist had Gert-Jan D. hier op in moeten gaan. Nog absurder is zijn formulering dat '[s]ommige mogelijke getuigen uit het oosten zien Oekraïne en het Oekraïense leger als de vijand,' aangezien al begin februari 2015 bekend werd dat het aantal slachtoffers  van 

the armed conflict in eastern Ukraine could have reached 50 thousand people – data stated by the newspaper Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (FAS), while referring to German secret service,' 

http://euromaidanpress.com/2015/02/09/february-8-number-of-victims-of-the-armed-conflict-in-eastern-ukraine-could-have-reached-50-thousand-people/ 

Kortom, er is hier geen sprake van een gevoel of een mening zoals Dennekamp suggereert met het begrip 'zien,' maar zij worden zeker door de neo-nazi stoottroepen van de Azov-bataljon beschouwd als 'de vijand.' Dat Dennekamp dit in twijfel trekt verraadt zijn anti-Russische opvattingen. Onder het tussenkopje 'Speciale afspraken' schrijft Dennekamp

Vasyl Vovk was tot midden juni de leider van het Oekraïense onderzoeksteam en lid van het internationaal onderzoeksteam, het JIT. Hij erkent dat getuigen wel degelijk gehoord worden zonder dat een Oekraïense agent daarbij aanwezig is. 'Er zijn getuigen die helaas de Oekraïense kant niet vertrouwen, of bang zijn voor de gevolgen. Zij zijn bereid om onder een andere naam te getuigen voor onze collega's uit Nederland of Australië.'

Opnieuw voert Dennekamp deze 'Major General Vasily Vovk' die 'told Ukrainians who oppose the Kiev junta's regime to ''shut their mouths'' if they want to remain alive,' als betrouwbare bron op. En toch was 

Vovk hoofd van de onderzoeksafdeling van de Oekraïense veiligheidsdienst. Na de ramp met vlucht MH17 werd hij leider van de Oekraïense afdeling van het internationale MH17 onderzoeksteam. Hij richtte zich zowel op het strafrechtelijk als het technisch onderzoek. Onder leiding van Nederland is hij met vijf expedities mee geweest naar de rampplek. In juni is Vovk op non-actief gesteld,

aldus Dennekamp himself. Vovk heeft als chef van de Oekraiense geheime dienst meerdere malen aantoonbare leugens verspreid, kritische Oekraïense journalisten met de dood bedreigd, heeft tegen de regels in het onderzoeksresultaat proberen te beïnvloeden door voortijdig 'informatie' naar buiten te brengen, en is tenslotte om duistere redenen 'op non-actief' gesteld door de huidige macht in Kiev. Om een dergelijke onbetrouwbare bron, die duidelijke en onduidelijke belangen vertegenwoordigt, nu klakkeloos aan het woord te laten is geen journalistiek maar propaganda. Dennekamp kan dan ook niet als 'onderzoeksjournalist' worden beschouwd. Meer over deze Kampense mainstream-collega een volgende keer.