Ik citeer de omroep waarvoor ik als journalist langere tijd heb gewerkt:
De 'beste Nederlandse journalist van de twintigste' eeuw zat op 1 augustus 1986 met Ischa Meijer in een afgesloten kamer op de tweede verdieping van de Hilversumse VPRO-villa. Hofland was in 1986 al ruim veertien jaar columnist voor het NRC en was daarvoor hoofdredacteur geweest bij het Algemeen Handelsblad. Nadat dat dagblad fuseerde met de Nieuwe Rotterdamse Courant was hij korte tijd mede-hoofdredacteur, totdat er een geweldig conflict tussen hem en de hoofdredactie uitbarstte. Hij schreef naar aanleiding van dit conflict - en andere grote ergernissen over de gang van zaken bij besturend Nederland - de essaybundel 'Tegels Lichten,' zijn 'wraakboek' tegen de 'notabelen.' […]
Voordat hij in 1968 de jongste hoofdredacteur van Nederland werd bij het Algemeen Handelsblad, leidde hij kort het zaterdagse Supplement. Na de fusie met de Nieuwe Rotterdamse Courant bleef Hofland aan als hoofdredacteur, maar raakte verzeild in een enorm conflict met de directie, waar hij in 1986 nog altijd met veel woede en frustratie op terug keek.
Hij vertrok als hoofdredacteur, maar kwam in 1972 terug als nooit tevoren met de bundel 'Tegels Lichten, of: Ware Verhalen over de Autoriteiten in het Land van de Voldongen Feiten.' De bundel bevatte geruchtmakende essays over allerlei 'affaires.' Hij schreef het boek uit woede en frustratie over de Nederlandse doofpotcultuur.
Hofland begon in hetzelfde jaar zijn tweede carrière bij het NRC Handelsblad als columnist.
Over het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940, waarbij 'naar schatting 650 tot 900 mensen' om het leven kwamen, merkte Hofland 41 jaar later op: 'Wat een enorme infame daad dat geweest is, hè, van de Duitsers' om het aansluitend te kwalificeren als 'één van de grootste misdaden.' Verder verklaarde de zogeheten 'beste journalist van de twintigste eeuw' het volgende: 'Ik ben een contactgestoord persoon, ik wil het liefst in m'n eentje zitten. Ik hou niet zo van dat gelul.' Veelzeggende opmerkingen voor een opiniemaker die onverhulde propaganda bedrijft voor NAVO-interventies, onder aanvoering van de VS, die, zoals bekend, miljoenen burgerslachtoffers hebben veroorzaakt, doden, zwaar gewonden, vluchtelingen. Meer dan 90 procent van hen ongewapende burgers. Maar voor een 'contactgestoord persoon' die 'niet zo' houdt 'van dat gelul' van andere mensen is het niet vreemd dat zijn autisme hem onverschillig en ongevoelig heeft gemaakt voor het leed van anderen. Hun leed is niet meer dan 'collateral damage,' en is voor hem daarom een te verwaarlozen detail in zijn ideologisch en manicheïsch mens- en wereldbeeld. In echte verhalen van echte mensen van vlees en bloed is hij niet geïnteresseerd, die zijn slechts 'gelul' voor een journalist die zich als 'hufter' opstelt, als ik even het bargoens mag lenen van de grijze éminentie himself zodra hij het over het 'volk' heeft dat zich, in zijn ogen, steeds 'platter en dikker' manifesteert.
De aanleiding waarom in zijn ideologie het leed van de bevolking geen rol van betekenis speelt, is duidelijk: hij vindt het 'gelul.' Immers, wat moet de immorele spreekbuis van de gevestigde orde ermee, als 'dat gelul' niet in zijn propagandistische krompraat past. Daarmee is evenwel niet de oorzaak gegeven waarom Hofland ongevoelig is en blijft voor de werkelijkheid van het leed van anderen, die overal waar de belangen van de westerse elite moeten worden verdedigd of uitgebreid 'één van de grootste misdaden' over zich heen krijgen, zoals de slachtoffers van de NAVO-interventies in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië dit ervaren. Waarom is hij ongevoelig voor de verhalen van de slachtoffers van de door hem bepleite westerse terreur? Men hoeft namelijk geen historicus te zijn om te weten dat
No other system spilled more blood; no other system plundered more resources and enslaved more people, than the one we are told to describe by lofty and benign terms like 'Western parliamentary democracy' or 'Western constitutional monarchy,'
zo schreef Andre Vltchek, de van origine Russische auteur, onderzoeksjournalist en filmmaker in zijn boek Fighting Against Western Imperialism (2014). Ook Hofland weet dit, maar toch blijft hij spreken van 'het vredestichtende Westen,' alsof het neoliberale kapitalisme een altruïstisch systeem is. Wat is de diepere oorzaak dat Hofland 'vaderlandslievende eerzucht en strijdlust' prijst, terwijl volgens de Verenigde Naties in een moderne oorlog de aantallen doden onder burgers
'have climbed from 5 per cent at the turn of the century... to more than 90 per cent in the wars of the 1990s,' en nieuwe 'weapons and patterns of conflict that include deliberate attacks against civilians are increasingly turning children into primary targets of war'?
Waarom zijn voor hem de slachtoffers van de westerse terreur 'Unpeople'? De oorzaak van zijn levensbedreigende leugen, waarbij miljarden straatarme individuen worden behandeld als 'onmensen,' is allereerst simpelweg het feit dat de ideologie de gehersenspoelde opiniemaker blind heeft gemaakt voor de werkelijkheid. Andre Vltchek over de ideologische
writers of ‘new stories’ and manufacturers of pseudo-reality do their absolute best to block this line of thinking. There is no discussion about the fact that the world is now fully enslaved by Western neo-colonialism, that it is controlled and oppressed to the greatest possible degree.
The past is already fully changed and re-written, with collaborators coming from the ranks of both academia and so called ‘liberal’ and ‘creative elites.’ Grotesque lies are thousands of times repeated and therefore, as was suggested by the chief ideologist of Nazi Germany, they became truth. As Joseph Goebbels so correctly observed, many decades ago: 'If you repeat a lie often enough, it becomes the truth.'
The lies are retold about China, the Soviet Union, Latin America, about Western colonialism, and neo-colonialism, the Cold War, Afghanistan, and so many other essential places and events. Almost all related stories, except those that were pre-selected, approved, and useful for the propaganda, had been successfully eradicated, muted, or at least ridiculed.
Inside the Empire itself, almost nobody is protesting, except when it comes to demands for higher wages and better benefits. The Western masses became the most complacent, uncritical group of people anywhere in the world. It is obvious from the art they are producing and consuming, from their political affiliations, from their aspirations.
An amazing paradox has developed, without being noticed or commented on: the system, which has been professing both individual choice and extreme self-centeredness, actually managed to reduce a substantial part of the human race to an obedient, thoughtless, submissive, and frightened mass of uniformed beings convinced about their own superiority.
The individuality of people almost entirely vanished. Their identity is now closely linked and fully dependent on the manufactured identity of television stars, pop musicians and footballers.
'Extreme self-centeredness,' zo is, denk ik, de stoornis waaraan Henk Hofland lijdt het treffendst omschreven. Het verklaart waarom hij de verhalen van anderen als 'dat gelul' betitelt. Als enig kind afkomstig uit een kleinburgerlijk en beschermd milieu draaide vanaf zijn eerste jaren de wereld om Henk zelf. Als redelijk intelligent jongetje was hij van kindsbeen af niet wezenlijk in anderen geïnteresseerd, en zeker niet wanneer die anderen hem ook nog eens in de weg stonden bij het verwezenlijken van zijn brandende ambities. Vandaar dat hij 'autobiografische gegevens niet [wenst] te verstrekken.' Maar omdat hij toch gehoord wil worden, en vooral ook door anderen bevestigd wil worden, sprak hij zijn mond voorbij toen hij tegenover Ischa Meijer zijn essaybundel 'Tegels Lichten,' betitelde als een 'wraakboek' tegen de 'notabelen' in de polder. Daarmee demonstreerde hij de juistheid van de zienswijze dat wraak de reflex is van een rancuneus mens die zich tekort voelt gedaan. De Amerikaanse schrijfster Laura Hillenbrand wees er terecht op dat de
paradox of vengefulness is that it makes men dependent upon those who have harmed them, believing that their release from pain will come only when their tormentors suffer.
En dat Hoflands 'notabelen' geenszins hebben geleden blijkt wel uit het feit dat na het verschijnen van 'Tegels Lichten' in 1972, hij door een opportunistische koerswijziging de meest gerespecteerde spreekbuis werd van dezelfde gevestigde orde, waarop hij 'wraak' had willen nemen. Hij moest wel eieren voor zijn geld kiezen, want anders hadden de 'notabelen' korte metten met hem gemaakt. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Dit besef, voortkomend uit het gevoel dat hij nooit van de elite zou kunnen winnen, liet een angel in hem achter, een bepaalde weerzin en onderhuidse woede, die met de jaren niet meer werd getemperd door een jeugdig elan. Zijn mateloze en tot op zekere hoogte gekoesterde wraaklust nam toe. De opiniemaker van bourgeois-Nederland richtte zijn pijlen niet langer op de gevestigde orde, maar op de zwakkeren, degenen die niet kunnen terug praten, en van wie hij geen consequenties te vrezen heeft. Hoflands houding bevestigd de wijsheid van de zestiende eeuwse Engelse filosoof Francis Bacon dat 'degene die op wraak zint zijn eigen wonden openhoudt.' Zodoende moet 'de beste journalist van de twintigste eeuw' voortdurend de werkelijkheid en, paradoxaal genoeg, zichzelf geweld aandoen. Hij is immers de woordvoerder geworden van de 'notabelen' die hem in zo erg gekrenkt hadden dat hij er vele jaren later 'in 1986 nog altijd met veel woede en frustratie op terug keek.'
Henk Hoflands wraak kan niet anders dan geprojecteerd worden op de zwakkeren, of dit nu de onderklasse in Nederland is of de 'onderklasse' in de wereld, degenen die geen recht van spreken bezitten in het fascistisch universum van de geprezen opiniemaker van de 'politiek-literaire elite' in de polder. In tegenstelling tot de geborneerde Hofland die 'het liefst in' z'n 'eentje' zit omdat 'Ik niet zo van dat gelul [hou],' reist Andre Vltchek de wereld af, niet op zoek naar ideologische kletspraat maar naar werkelijke verhalen, gebaseerd op werkelijke ervaringen.
It is logical and essential that the Empire tries to make sure that the real stories get discredited, destroyed, wiped out from the face of the earth; in order to prevent lapses, in order to make sure that human brains stop doubting and accept what they are being served.
Even the closest historic allies of real stories have been kidnapped, corrupted, and forced against them: books, films, music, and theaters, even fairytales.
But to the dismay of their tormentors, while in terrible pain, abandoned and endlessly sad, the stories do not seem to yield. It is because they are brave and proud, as human beings essentially are, and they know that so much depends on them – they are holding one of the last lines of defense against the capitalist genocide, against commercialization of life itself, against the attempt to exterminate human species as we know it.
As a storyteller I know all this, because they, the stories, are always talking to me. I also know that we will hold that imaginary defense line until the very end, together, come what way, with others who are still capable of thinking and hoping, and dreaming.
We will never cease telling the stories, real stories, because that is what human beings have been doing for centuries and millennia; telling stories, listening, learning, reading, moving forward, reluctantly, stumbling but moving nevertheless. We will be holding the line of defense against cultural fascism, because to succumb would simply be like betraying everything that makes life worth living.
For centuries and millennia people were dreaming about justice and kindness, they were fighting for better world where everyone has roof over the head, and food, free education and medical care, where there is no fear and no danger coming from beastly and greedy usurpers.
The ‘real’ stories were carrying such dreams, in their core.
Several years ago I sat in an old Café Brasilero in Montevideo, Uruguay, with one of the greatest Latin American writers, Eduardo Galeano, a man who wrote some of the most magical and powerful stories in the 20th century.
Before we parted, he said:
'I am a hunter of stories; I listen to the stories, then I give this back to the people after putting the stories through a creative process. My position is always that in order not to be mute, one shouldn’t be deaf. One has to be able to listen in order to speak. I am a passionate listener. I listen to reality. Reality is a magic lady, sometimes very mysterious. To me she is very passionate. She is real not only when she is awake, walking down the streets, but also at night when she is dreaming or when she is having nightmares. When I am writing, I am always paying tribute to her – to that lady called Reality. I am trying not to fail her.'
If the regime decides to starve us, real storytellers, we will, as in the marvelous story of Gabriel Garcia Marquez, 'No One Writes To the Colonel,' rather 'eat shit,' than to betray that magic lady called Reality. The stories, the reality is not for sale, as the truth itself is not for sale.
Volgende keer meer over H.J.A. Hofland.
'Ik ben een contactgestoord persoon, ik wil het liefst in m'n eentje zitten. Ik hou niet zo van dat gelul,' aldus de immer naar aandacht snakkende opiniemaker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten