Elf jaar geleden concludeerde Geert Mak aan het eind van zijn bestseller In Europa met grote stelligheid:
De zwakte van Europa, diversiteit, is tegelijk haar grote kracht. Europa als vredesproces was een eclatant succes. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.
Deze door de autoriteiten zo geprezen boodschap ging er ook bij Mak's middenklasse-publiek als zoete koek erin. Terwijl tegelijkertijd overal in het Westen het neoliberalisme toesloeg, de positie van de doorsnee werknemer almaar verslechterde, de beurshandel in niet bestaand geld steeds desastreuzer uitwerkte, en de sociale spanningen binnen de 'diversiteit' van zogeheten autochtonen naast allochtonen bewust werden opgevoerd, zocht de mainstream naarstig naar iets hoopvols, en de domineeszoon Geert Mak was bereid voor enkele zilverlingen een verlossend antwoord te geven. Nog geen drie jaar later begon de kredietcrisis die de ernstigste economische crisis inluidde sinds de beurskrach van 1929. En anno 2015 blijkt dat de westerse interventies in Afghanistan, Irak, Libië, Oekraïne en Syrië, die alle in burgeroorlogen zijn geëindigd, het 'Europa als vredesproces' alles behalve 'een eclatant succes' te zijn, zeker nu de aanslagen in Parijs aantonen dat ook Europa een frontgebied dreigt te worden in de oorlog die de NAVO, het westerse militair-industrieel complex, tegen de islamitische wereld is begonnen. De hoop is vervlogen, de zelfgenoegzame borstklopperij is lachwekkend geworden. Mak en de anderen van Hoflands 'politiek-literaire elite' in de polder hadden beter kunnen weten als ze wat minder provinciaals waren geweest. Met betrekking tot het fenomeen hoop schreef al in de jaren dertig Albert Camus in een kort essay, getiteld Summer in Algiers,
From Pandora's box, where all the ills of humanity swarmed, the Greeks drew out hope after all the others, as the most dreadful of all. I know no more stirring symbool; for, contrary to the general belief, hope equals resignation. And to live is not to resign oneself.
De 'hoop' waar Mak en zijn publiek een beroep op doen, is in wezen een vlucht uit de werkelijkheid, een wanhopige poging om de eigen verantwoordelijkheid niet te hoeven accepteren. Dit blijkt andermaal uit de volgende woorden van Geert Mak:
Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar
en nu komt het
Ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.
Met andere woorden, voor de mainstream is het een waar 'probleem' om de 'dingen scherper en eerder' te zien. En dus zoekt men zijn toevlucht in de 'hoop,' terwijl 'hope equals resignation,' zoals de grote Franse auteur zijn lezers duidelijk maakt. Het fundamentele probleem van de mainstream-opiniemakers is dat zij hun publiek en zichzelf niet serieus nemen, ze draaien zichzelf en hun publiek een rad voor ogen. Ze sussen zichzelf en hun publiek in slaap om telkens weer op te schrikken wanneer hun 'hoopvolle' boodschap ineens niet blijkt te kloppen. Daarom moeten ze telkens weer iets beweren dat in strijd is met hetgeen ze eerder hebben beweerd. Zeven jaar na te hebben gesteld dat 'Europa als vredesproces een eclatant succes [was]' en'Europa als economische eenheid ook een eind op weg [is],' was Mak gedwongen zijn zo stellig geformuleerde conclusies te herzien, en vroeg hij zichzelf in het pamflet De hond van Tišma(2011) verbijsterd af:
Hoe zijn we zo plotseling in deze nachtmerrie terechtgekomen?
Een jaar later verklaarde de man die in 2013 beweerde dat er 'Geen Jorwert zonder Brussel' mogelijk is, in een interview met het Belgische tijdschrift Humo:
Het Europese project als geheel is nu al zwaar beschadigd; met kunst- en vliegwerk blijft het misschien bestaan.
Geert Mak's verwarring illustreert de weigering volwassen te worden, ze toont het onvermogen van de mainstream om de last van de vrijheid te dragen, om zelf een koers te bepalen. Men zoekt naar een onvergankelijk houvast, men eist zekerheden en weigert te beseffen dat die ook voor de moderne geseculariseerde en materialistisch ingestelde mens per definitie niet kunnen bestaan. Wat ze hebben is het enige dat is. Zoals Camus noteerde:
Between this sky and these faces turned toward it, nothing on which to hang a mythology, a literature, an ethic, or a religion, but stones, flesh, stars, and those truths the hand can touch.
Maar omdat de hedendaagse consument onverzadigbaar is, blijft hij verlangen naar verlossing. Juist daarop is zijn 'hoop' gefundeerd. De 'hoop' dat het allemaal op de een of andere manier door iemand of iets, het maakt niet uit wie of wat, goed komt. Het is in feite de oude christelijke hunkering naar verlossing uit het lijden. Maar aangezien het lijden onlosmakelijk verbonden is met het leven kan geen enkele religie of ideologie de realiteit van het bestaan verzachten, laat staan 'oplossen.' Zoals Camus duidelijk maakt zijn de menselijke idealen in de praktijk niets anders dan een vlucht. De mainstream, op zoek naar 'hoop,'leeft in een leugen, en het zijn mainstream-opiniemakers als onder andere Mak, Hofland en Smeets die bereid zijn de massa haar leugens te geven. Juist daarop berust hun status en inkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten