Kundera: 'De grote menselijke conflicten bevrijden van de naïeve interpretatie als een strijd tussen goed en kwaad, ze begrijpen in het licht van het tragische, was een enorme prestatie van de geest.'
In zijn Abel Herzberg-lezing stelde Geert Mak dat de vervreemding in Europa, inherent aan het neoliberale kapitalisme, opgeheven moet worden door ‘Brussel.’ De bestsellerauteur verklaarde dat
Die ruimte moet ook
worden geschapen binnen het politieke debat, al was het alleen al door al
diegenen die zich niet meer thuis voelen op hun eigen plekje in de wereld niet
enkel weg te zetten als populisten of nationalisten. Het gaat hier immers om
volstrekt authentieke gevoelens, gevoelens van veiligheid en, aan de andere
kant, ontheemdheid, gevoelens die ieder mens kent, en die juist niet in zulke
hokjes horen. Gevoelens die bovendien, net als in de 19de en begin 20ste eeuw,
een logische reactie zijn op razendsnel veranderende samenlevingen. Het zijn
gevoelens die, inderdaad, altijd weer door ultrarechts worden geëxploiteerd.
Maar dat heeft alles te maken met het feit dat progressieve en liberale
bewegingen, door de hele geschiedenis heen, stelselmatig veel te weinig oog
hebben gehad voor de menselijke behoefte aan een thuis, inderdaad, aan een
plaats, en alles wat daarmee samenhangt. Dat hele veld hebben ze zo overgelaten
aan conservatieve en reactionaire bewegingen. Er vallen nog werelden te winnen.
En die ‘werelden’
moeten gevonden worden binnen de huidige ‘ruimte’
die door ‘Brussel’ wordt opgelegd. Een ‘ruimte’ die volgens
Mak staat 'voor dynamiek, voor mogelijkheden, voor lucht en vrijheid,
maar ook voor de risico’s en de wanorde die onvermijdelijk is bij het
bewandelen van nieuwe, ongebaande wegen.’ Het gevoel ergens bij te
horen moet volgens deze absurde opvatting als het ware organisch worden gekweekt in het hoogtechnologische kapitalisme dat vanuit ‘Brussel’ wordt gecoördineerd, het neoliberale bolwerk dat juist die vervreemding heeft versterkt. De ziekte moet zichzelf dus bestrijden via de
politiek. Het spreekt voor zich dat dit onmogelijk is. Politici zijn wel de
laatsten die in staat zijn het totalitaire neoliberalisme terug te dringen. Het
zijn juist de politiek verantwoordelijken die de afgelopen drie decennia via
deregulering en privatisering de greep van de overheid op de economische
macht hebben afgebroken. Maar omdat het de Makkianen aan verbeeldingskracht
ontbreekt hebben ze geen andere remedie in de aanbieding. Het wezenlijke
probleem is natuurlijk niet de politieke maar de culturele leegte. Nadat ‘Die Muttersprache Europas’ zijnde ‘das
Christentum’ in de loop van de negentiende eeuw, begin twintigste eeuw in Europa was verdwenen, vernietigde vervolgens het
nationalisme en de volle ontplooiing van het kapitalisme op hun beurt de samenhang in het Avondland. Maar door schade en schande wijs geworden wist het Keynesiaanse
kapitalisme na 1945 een nog steeds zwakke samenhang te creeren via de
consumptiecultuur. Maar ook die heeft de gehoopte verlossing niet gebracht. De
mens voelt zich nog steeds vervreemd van de natuur en de medemens, zeker als
die verderweg woont. Ten dele vloeit dit gevoel voort uit la condition
humaine. Het Christendom en de Verlichting beloven een verlossing, de één
in het hiernamaals, de ander in het materialisme, maar die belofte is
niet ingelost. Het gevoel van onvolmaaktheid blijft. De auteur Frans Kellendonk
zei niet lang voor zijn dood daarover:
Het is een je zou kunnen zeggen,
constructiefout in het menselijk bewustzijn. Het besef van menselijk tekort, en
we kunnen ons een idee, een denkbeeld vormen van het volmaakte, van het
absolute, al is het maar in de vorm van een ontkenning. Misschien is het
precies dat vermogen tot ontkennen, dat vermogen om te zeggen: wat ik nu mee
maak is het niet, dat leidt tot dat onvoldane…
Wanneer Mak voorspelt dat ‘Er na deze crisis, een Europese Renaissance [zal] komen,’ dan weet hij niet waar hij over praat, vanwege het simpele gegeven dat hij meent dat de ‘crisis’ een oplosbaar politiek probleem is, en niet in de allereerste plaats een complex cultureel verschijnsel. Het werkelijke probleem is de immense culturele leegte van het onverzadigbare consumentisme dat uiteindelijk geen enkele samenhang biedt, maar de angst voor de concurrerende ander, en de de vervreemding juist bevordert. Een Europese Renaissance is alleen mogelijk als men eerst in staat is de realiteit onder ogen te zien. Het gevaarlijke simplisme van de Makkianen met hun mainstream-visie verblindt alleen maar. Ik bedoel dit: twintig jaar geleden schreef de auteur John Berger:
Wat ik wil is dat
mensen zich ervan bewust worden hoe voddig het mediabedrijf ze bedient als
publiek. Voddig, omdat met de waardigheid van kijker en bekekene de vloer wordt
aangeveegd. Herstel iets van die waardigheid – gun mensen de tijd, verschuif
het gebruikelijke zwaartepunt – en slecht nieuws wordt van een onderbreking de
waarheid. Er zijn tal van waarheden waarvoor geen directe oplossing bestaat.
Het woord ‘oplossing’ raakt niet
aan het tragische. Wíj moeten in aanraking komen met het tragische en ons
erdoor laten raken. We zouden er misschien door veranderen als we het
benoemden. Ook benoemd blijft het tragische tragisch, maar slecht nieuws zou
het niet worden. Alleen van daaruit is een realistische politiek mogelijk.
In
een wereld waar alles begrensd is, moeten we onszelf allereerst de vraag
stellen of de per definitie onbegrensde vooruitgangsideologie van de Verlichting, waar het
kapitalisme op gebaseerd is, geen levensgevaarlijke dwaasheid. Is ‘Brussel’
levensvatbaar? Als Mak’s bewering ‘Geen Jorwerd zonder Brussel’ waar
is, betekent dit dan niet dat de mensheid geen andere keus meer heeft dan als
idioten het reeds ingeslagen pad naar de afgrond te blijven volgen? Op een wel
heel absurde manier zijn we dan teruggekeerd bij het oude Griekse denken, maar
dan wel in een geperverteerde vorm, de tragedie als klucht. In 2005 stelde Milan
Kundera in het essay And If the Tragic Has
Deserted Us? het aldus:
De
grote menselijke conflicten bevrijden van de naïeve interpretatie als een strijd
tussen goed en kwaad, ze begrijpen in het licht van het tragische, was een
enorme prestatie van de geest; het bracht de onvermijdelijke relativiteit naar
voren van menselijke waarheden; het maakte de noodaak duidelijk om rechtvaardig
te zijn tegen de vijand. Maar het morele manicheïsme heeft een onvernietigbare
vitaliteit… Hitler dompelde Europa niet alleen onder in een onbeschrijflijke
verschrikking maar beroofde het ook van het tragische levensgevoel. Net als de
strijd tegen het nazisme, zou de hele hedendaagse politieke geschiedenis van
toen af aan gezien en ervaren worden als een strijd tussen goed en kwaad… Is
dit een regressie? Een terugval in de pré-tragische fase van de mensheid? Maar
als dat zo is, wat heeft dan een terugval ondergaan? De Geschiedenis zelf, die
onrechtmatig in bezit is genomen van criminelen? Of is het onze manier van
begrijpen van de Geschiedenis? Vaak denk ik: het tragische heeft ons verlaten;
en dat zou weleens de ware straf kunnen zijn.
Het onvolwassen simplisme waarmee Geert Mak in zijn lezing het probleem formuleert is inderdaad tekenend voor het feit dat de mens ondanks alles niet meer in staat is ‘het tragische’ te zien, omdat hij verblind is door de vooruitgangsgedachte en de ideologie van de maakbare samenleving. Ondertussen verspreidt ‘Brussel’ een nihilistisch systeem, in de zin zoals dat beschreven wordt door John Berger:
Nihilism, in its contemporary sense, is the
refusal to believe in any scale of priorities beyond the pursuit of profit,
considered as the end-all of social activity, so that, precisely: everything
has it price. Nihilism is resignation before the contention that Price is all.
It is the most current form of human cowardice…
Al langere tijd leven we in een werkelijkheid die door W.H. Auden werd onder andere met deze zinnen werd verwoord in The Massacre of the Innocents:
Reason will be replaced by Revelation…
Knowledge will degenerate into a riot of subjective visions… Idealism will be
replaced by Materialism... Justice will be replaced by Pity as the cardinal
human virtue…
De Amerikaanse dichter en vertaler van Griekse
tragedies, wijlen Robert Fagles, schreef in een inleiding van Sophocles’
tragedie Oedipus the King:
Oedipus did have one freedom: he
was free to find out or not find out the truth… One freedom is allowed him: the
freedom to search for the truth, the truth about the prophecies, about the
gods, about himself. And of this freedom he makes full use. Against the advice
and appeals of others, he pushes on, searching for the truth, the whole truth
and nothing but the truth. And in this search he shows all those great
qualities that we admire in him – courage, intelligence, perseverance… This
freedom to search, and the heroic way in which Oedopus uses it, make the play
not a picture of man’s utter feebleness caught in the toils of fate, but on the
contrary, a heroic example of man’s dedication to the search of truth, the
truth about himself. This is perhaps the only freedom, the play seems to say,
but there could be none more noble.
Dit tragische levensgevoel staat
diametraal tegenover het geloof in een verlossing via het Christendom of via de
vooruitgangsidelogie van de Verlichting. Robert Fagles:
ignorance can be remedied, the
ignorant can learn, and the force with which Oedipus now reasserts his presence
springs from the truth he now understands: that the universe is not a field for
the play of blind chance, and that man is not its measure. This knowledge gives
him a new strength which sustains him in his misery and gives him the courage
needed to go on living, though he is now an outcast, a man from whom his
fellow-men recoil in horror… The catastrophe of the tragic hero thus becomes
the catastrophe of… man; all his furious energy and intellectual daring drive
him on to this terrible discovery of his fundamental ignorance – he is not the
measure of all things but the thing measured and found wanting.
Jean Cocteau: 'Spectateurs sans le savoir.'
Ook in dit opzicht zijn de thema’s van de oud-Griekse tragedie-schrijvers 2500 jaar nadien nog steeds actueel. Alleen weigeren de Makkianen dit in te zien. Gevangen in hun neoliberale ‘Brussel’ kan de ‘verlossing’ alleen via de politiek en dus via het materialisme tot stand komen. Tegelijkertijd zijn zij bevangen door een
deep fear that every step we
take forward on what we think is the road of progress may really be a step
toward a foreordained rendezvous with disaster. The greatest of these modern
versions is undoubtedly Jean Cocteau’s Machine Infernale… his compelling vision
of man’s place in a strange and haunted universe. ‘Spectateurs,’ the author
says in his forceful, rather nasal voice, ‘sans le savoir…’ without knowing it,
Oedipus is at grips with the powers that watch us from the other side of death.
They have spread for him, since the day of his birth, a trap and you are going
to watch it snap shut… Nothing mortal can resist the changes Time brings: not
bodily strength, not friendship between man and man, still less between city
and city. No man can be confident of the future; human confidence is based on
total ignorance.
Gemeten naar de kennis van de goden of
de natuur is ‘human knowledge at its greatest ignorance compared to
theirs… It is a universe governed by powers in whose justice man must assert,
in ignorance and with little hope of confirmation, a desperate belief.
Maar dit diepe inzicht wordt weggehoond door de vooruitgangsgelovigen die blind
de onbekende toekomst tegemoet stormen, want ‘er vallen nog werelden te winnen.’ Zodra de ‘onwetenden van geest’ die werelden hebben veroverd, dan is kennelijk ‘hunner
het Koninkrijk der hemelen,’ zoals Geert Mak vroeger van zijn
evangeliserende vader leerde. Juist daarin moet de ‘verlossing’ liggen. En ‘die ruimte moet ook worden geschapen binnen het politieke debat,’ aldus deelde Mak
zijn mainstream-gehoor mee in de Rode Hoed. Het grote probleem met de Makkianen is hun onvermogen om buiten de
zichzelf opgelegde mainstream-consensus te denken. Hoe onvruchtbaar hun
gedachten ook zijn, ze blijven zich eraan vastklampen. Hoe onwetend ze ook
zijn, ze blijven zich als profeten opstellen. Ze zijn geestelijk blijven
stilstaan na de vernieuwingen van de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw.
Daardoor hebben ze nooit begrepen wat er zich al die jaren in hun eigen samenleving voltrok. Daarover schrijft de Amerikaanse hoogleraar sociologie aan de
Universiteit van California, William I. Robinson in zijn in december 2011 verschenen
essay Global Rebellion: The Coming Chaos?
As the crisis of global
capitalism spirals out of control, the powers that be in the global system
appear to be adrift and unable to propose viable solutions. From the slaughter
of dozens of young protesters by the Army in Egypt to the brutal repression of
the Occupy movement in the Unioted States, and the water cannons brandished by
the militarised police in Chili against students and workers, states and ruling
classes are unable to hold back the tide of worldwide popular rebellion and
must resort to ever more generalised repression.
Simply put, the immense
structural inequalities of the global politicial economy can no longer be
contained through consensual machnisms of social control. The ruling classes
have lost their legitimacy; we are witnessing a breakdown of ruling-class
hegemony on a world scale.
To understand what is
happening in this second decade of the new century we need to see the big
picture in historic and structural context. Global elites had hoped and
expected that the ‘Great Depression’ that began with the mortgage crisis and
the collapse of the global financial system in 2008 would be a cyclical
downturn that could be resolved through state-sponsored bailouts and stimulus
packages. But it has become clear that this is a structural crisis.
Vooral dit laatste feit proberen de mainstream opiniemakers in Nederland coûte que coûte te verzwijgen.
Deels omdat ze het niet zien, deels omdat ze het niet willen zien. Een frappant
voorbeeld daarvan geeft elke keer weer Geert Mak. Nadat de Duitse auteur Hans Magnus
Enzensberger in 2011 in het essay Brussels,
the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe had gesteld dat
In de ogen van haar
pleitbezorgers wordt het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek,
maar door de economie bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht
die door niets wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities,
mentaliteiten en constituties van de Europese landen.
schreef Geert Mak mij dat Enzensberger een ‘grumpy
old,’ man was die ‘alles
heeft opgegeven.’ Kritiek op de Europese Unie kon de gelauwerde Mak niet accepteren,
zeker niet als dit tegen het neoliberale economische systeem van de EU was
gekeerd ‘die zichzelf [presenteert] als een hogere macht die door niets
wordt tegengehouden.’ Maar een
jaar later leek Mak’s opnieuw aangepaste mening verdacht veel op die van de ‘grumpy old’ man, toen Mak op de Nederlandse radio verklaarde dat
Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik
zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn
intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en
waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik buitengewoon beklemmend.
Geert Mak moet daarna zo hevig van zijn eigen inzicht zijn geschrokken dat het begrip grootkapitaal een half jaar later niet meer voorkwam in zijn Abel Herzberg-lezing. Hij gebruikte zelfs niet eens het woord kapitalisme om de huidige werkelijkheid te beschrijven. Het neoliberale kapitalisme had hij verstopt achter het begrip ‘Brussel’ dat volgens hem staat voor ‘ruimte’ oftewel ‘voor dynamiek, voor mogelijkheden, voor lucht en vrijheid, maar ook voor de risico’s en de wanorde die onvermijdelijk is bij het bewandelen van nieuwe, ongebaande wegen.’ De ‘ruimte’ van wat hij eerst nog het ‘grootkapitaal’ had genoemd, en waarvan de ongecontroleerde macht ‘buitengewoon beklemmend’ was. En niemand van de polder-intelligentsia die hem hierop aansprak. Begrijpelijk, want ook de andere Makkianen zijn de afgelopen ruim 30 jaar in hun eigen ideologie gaan geloven, namelijk dat democratie en neoliberalisme niet alleen naast elkaar kunnen bestaan, maar ook nog eens elkaar kunnen stimuleren. Ze hadden niet door en beseffen nog steeds niet dat de
Structural
crises are deeper; their resolution requires a fundamental restructuring of the
system,’
aldus
professor Robinson. De veranderingen die de journalist
Mak voorstelt om het neoliberalisme te redden zijn niet meer dan cosmetische aanpassingen. Robinson:
Earlier world structural crises of the 1890s,
the 1930s and the 1970s were resolved through a reorganization of the system
that produced new models of capitalism. ‘Resolved’ does not mean that the
problems faced by the majority of humanity under capitalism were resolved but
that the reorganization of the capitalist system system in each case overcame
the constraints to a resumption of capital accumulation on a world scale. The
crisis of the 18902 was resolved in the cores of world capitalism through the
export of capital and a new round of imperialist expansion. The Great
Depression of the 1930s was resolved through the turn to variants of the social
democracy in both the North and the South – welfare, populist, or
developmentalist capitalism that involved redistribution, the recreation of
public sectors, and state regulation of the market.
Een
ontwikkeling die na ’45 in Nederland uitmondde in de AOW van de PVDA-premier
Willem Drees en de spreiding van kennis, macht en inkomen van de PVDA-premier Joop
den Uyl. Tot zover konden de Makkianen de sociale en economische geschiedenis
binnen het kapitalisme nog bevatten, maar toen volgde de omslag en haakten ze
collectief af, ten dele ook omdat ze inmiddels zelf vitale posten in het systeem bekleedden, voor
een ander deel omdat de sociale en politieke vernieuwingen nooit echt een
doorleefde werkelijkheid voor hen waren geweest. Een overtuigde marxist als bijvoorbeeld
Derk Sauer dreef mee met de conjunctuur door juist op tijd van modieus links,
overtuigd rechts te worden, een ommezwaai die de multi-miljonair geen
windeieren heeft gelegd.
Sinds 1978 is het reele inkomen van de Amerikanen niet gestegen. De productiviteit en daarmee de winsten zijn daarentegen omhoog geschoten.
De CPN-er Elsbeth Etty, die bij het communistische
dagblad De Waarheid begon, werd columniste bij de NRC, toen het
avondblad nog gelezen werd door de gezeten burgerij, en is inmiddels verder
opgeklommen tot bijzonder hoogleraar Literaire Kritiek aan de Vrije
Universiteit. En ook deze revolutionair werd beloond voor haar grote inzet
voor de kapitalistische democratie. ‘In 2008 ontving ze de Anne Vondelingprijs
voor politieke journalistiek. Het juryrapport stelt dat "ze voor een
waakzaam en goed geformuleerd geluid zorgt in het maatschappelijk debat".’
http://nl.wikipedia.org/wiki/Elsbeth_Etty
Ik zou talloze voorbeelden kunnen geven,
maar beperk tot deze twee voorbeelden, die illustrerend zijn voor het
conformisme en opportunisme van veel van mijn generatiegenoten. Van vernieuwend, via de
mainstream, naar behoudend. De reden van deze ontwikkeling beschrijft William
Robinson:
During the 1980s and 1990s… globally-oriented
elites captured state power in most countries around the world and utilized
that power to push capitalist globalization through the neo-liberal model.
Globalisation and neo-liberal policies opened up vast
new opportunities for transnational in the 1980s and 1990s. The revolution in
computer and information technology and other technological advances helped
emergent transnational capital to achieve major gains in productivity and to
restructure, ‘flexibilise,’ and shed labour worldwide. This, in turn, undercut
wages and the social wage and facilitated a transfer of income to capital and
to high consumption sectors around the world that provided new market segments
fuelling growth. In sum, globalisations made possible a major extensive and
intensive expansion of the system and unleashed a frenzied new round of
accumulation worldwide that offset the 1970s crisis of declining profits and
investment opportunities.
Het waren de jaren waarin de social-democratische
voorman Wim Kok plechtig bekend maakte dat
Er geen alternatief [is] voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben en
dus heeft het geen enkele zin daar naar te streven.
Een overtuiging die hij zes
jaar later, in 1995, kwalificeerde als
de
bevrijdende werking van het afschudden van de ideologische veren.
Zijn bekentenis veroorzaakte geen ophef onder de Makkianen die na de lange mars door de instituten tenslotte zelf op het begeerde pluche waren beland en zich goed gemutst aanpasten aan het zogeheten ‘nieuw
realisme’ en de daarbij behorende ‘no-nonsens politiek.’ Net als Wim Kok omarmden ze ‘de grote aantrekkingskracht van het liberale gedachtengoed’ dat ‘thans duidelijk waarneembaar is.’ De politici en hun
spreekbuizen in de commerciele massamedia leefden in een zoete roes, terwijl op
grote schaal de neoliberale aantrekkingskracht uitmondde in een zwendel op een
schaal als nooit tevoren in de geschiedenis had plaats gevonden. Daarover later meer.
Wim Kok: 'de bevrijdende werking van het afschudden van de ideologische veren.'
1 opmerking:
Hallo Stan,
Dit stuk van Tariq Ali is wellicht een mooie aanvulling op jouw stuk van vandaag. Gaat over de 'affaire Ralph Milliband' waarvan nu kennelijk sprake is in de UK. Ralph is de vader van de huidige Labourleider Ed Milliband. Jij citeert hem (Ralph) regelmatig, herinner ik mij. Anders dan bv. Wim Kok vond Ralph Milliband het een slecht idee om de socialistische ideologische veren af te schudden.
http://www.counterpunch.org/2013/10/11/laffair-milliband/
Ali neemt de lezer mee terug naar het anticommunisme van Churchill van vóór WOII. Eigenlijk blijft het door de decennia heen steeds dezelfde strijd door de elite tegen de rest van de bevolking om hun bevoorrechte positie te behouden. Na de jaren zestig was de elite in paniek en organiseerde zij de hele denktank- en media-echokamer van Rechts. Vanuit de VS spreidde dat apparaat zijn tentakels uit over de hele westerse wereld. Overal deden sociaaldemocraten wat kennelijk in hun aard ligt, dat wil zeggen zich laten coöpteren...
Een reactie posten