De nieuwe rijken en de nieuwe autoriteiten, afkomstig uit een kleinburgerlijk milieu, gingen met de vernieuwingen van de jaren zestig en zeventig aan de haal.
Het is belangrijk te weten dat in de expansionistische VS de enige twee presidenten in de twintigste eeuw die het kapitalisme enigszins aan banden wisten te leggen de Roosevelt’s waren. De reden was dat beiden uit een schatrijke familie kwamen, die ook nog eens aan elkaar gelieerd waren, en dus voor de financiering van hun verkiezing niet afhankelijk waren van plutocraten. Hetzelfde fenomeen speelde zich af bij mijn generatiegenoten in Nederland, maar dan net andersom. De vernieuwingen in de jaren zestig en zeventig waren het product van jonge mensen uit met name kleinburgerlijke milieus die hun kans grepen om het regentendom te verdrijven. Het probleem was alleen dat toen ze eenmaal zelf de vacante posten in de instituten innamen ze hun kleinburgerlijke opvattingen meenamen. Opgegroeid in het milieu van de lagere middenklasse, van dominees tot kruideniers, waren ze gevoelsmatig en geestelijk niet in staat om de economische macht aan banden te leggen, waardoor ze niet verder kwamen dan een vergeefse poging het kapitalisme een menselijk gezicht te geven, tot eind jaren tachtig van de vorige eeuw de PVDA-voorman Wim Kok afscheid van het socialisme nam door mede te delen dat 'er is geen alternatief voor de maatschappelijke constellatie die we nu hebben en dus heeft het geen enkele zin daar naar te streven.' Zoals altijd bij de strijd om de macht komen de meest machtsbelusten het snelst bovendrijven, degenen met de minste scrupules en cultuur, en uitgerust met een meedogenloze doelgerichtheid, lui die door Giuseppe Tomasi in zijn roman De tijgerkat werden beschreven als een ‘hoopje sluwheid, slecht gesneden kleren’ en niet te vergeten een forse dosis ‘onwetendheid.’
Maar ook de nieuwe rijken blijven direct afhankelijk van
de grillen van hun onderdanen, en dus ‘blijft [alles] zoals het is. Zoals het eigenlijk
is: slechts een geleidelijke vervanging van de ene stand door de andere.’ En
inderdaad, ‘Er zou van alles gebeuren, maar het zou allemaal komedie zijn, een
luidruchtige, romantische komedie met hier en daar een bloedspat op een
clownspak,’ precies zoals Giuseppe Tomasi di Lampedusa de uiterlijk
schijn op het Sicilie van 1860 beschreef. Zoals we nu kunnen zien hebben de
naar revolutie lonkende kleinburgers van de jaren zestig en zeventig de macht
nooit weten te democratiseren. Integendeel zelf, ze hebben de repressieve macht
van de staat uitgebreid en tegelijkertijd de economische macht de controle over de
staat gegeven. In ruil voor enig aanzien en een aantrekkelijk inkomen. Dat weten ze
maar al te goed. Vandaar dat bestsellerauteur Mak nu flirt met een revolutie
tegen wat hij noemt het ‘grootkapitaal,’ waar ‘ik nooit zo in [heb] geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en
waar je niks tegen kunt doen!’ En omdat ‘je’ er ‘niks tegen kunt doen,’ kroop Mak vervolgens weer snel in zijn schulp. Je bijt de hand niet die je voedt. Dus droomt de kleinburger verder en laat hij
zijn mainstream publiek weten dat waar
ik het meest naar verlang de ontregelende
romans [zijn] die zullen komen, en die de geest van dit tijdvak genadeloos op
de korrel zullen nemen. ‘Maar ik, die in mijn bundel woon, snak naar het riool
der revolutie,’ dichtte Lucebert een halve eeuw geleden, maar het lijkt
vandaag. Fictie die verontrust in plaats van orde schept – en wat is daaraan
een schreeuwende behoefte.
Gezeten op het pluche en dodelijk verveelt ‘verlangt’
de gezeten orde ‘het meest’ naar ‘fictie,’ let wel 'fictie' (!) ‘die
verontrust in plaats van orde schept.’ Het 'orde' scheppen moet worden
overgelaten aan ‘Brussel’ omdat ‘zonder Brussel’ Mak's voormalige woonplaats ‘Jorwerd’
niet kan bestaan. En zo verwerft het vlees
geworden poldermodel zijn grote aanzien en vorstelijk inkomen. Is ‘De
tijgerkat’ een ‘ontregelende roman’? Jazeker, maar
niet voor de Makkianen die er een bevestiging in zullen lezen van de
natuurlijke ‘orde.’ Maar voor de anderen, de mensen van de geest,
is Lampedusa’s meesterwerk wel degelijk ‘ontregelend’ en vooral ook ‘verontrustend,’
omdat het laat zien hoe de macht nooit van karakter kan veranderen, en dat de mens daarom de macht zoveel mogelijk aan banden moet leggen. Niet voor
niets was het een aristocraat die op het hoogtepunt van het Britse imperium
verklaarde dat ‘Power tends to corrupt, and absolute power
corrupts absolutely.’ Maar Lord
Acton was in de negentiende eeuw niet de eerste die dit uit eigen ervaring
concludeerde.
William
Pitt the Elder, Earl of Chatham and British Prime Minister from 1766 to 1778, said
something similar in a speech to the UK House of Lords in 1770:
‘Unlimited power is apt to corrupt the
minds of those who possess it.’
Acton is likely to have taken his lead
from the writings of the French republican poet and politician, again a
generously titled individual - Alphonse
Marie Louis de Prat de Lamartine. An English translation of Lamartine's
essay France and England: a Vision of
the Future was published in London in 1848 and included this text:
It is not only the slave or serf who is
ameliorated in becoming free... the master himself did not gain less in every
point of view... for absolute power corrupts the best natures.
Mak’s propaganda voor het bureaucratische
neoliberale bolwerk ‘Brussel’ is ronduit verwerpelijk. Tussen de macht en de
machtelozen zal er nooit een
evenwichtige ‘balans’ kunnen bestaan. En hoe geconcentreerder de macht is des
te minder democratisch het bestel kan zijn. Vandaar dat de ‘gatekeepers’ van de
macht, onze opiniemakers, onmisbaar zijn om dit besef zo lang mogelijk te verdoezelen.
Dat lukt steeds minder goed als gevolg van de voortdurende economische
crisis. De Amerikaanse hoogleraar sociologie schrijft in Global Rebellion: The
Coming Chaos daarover:
the neo-liberal model has also resulted in an
unprecedented worldwide polarization. Fierce social and class struggles
worldwide were able in the 20th century to impose a measure of
social control over capital. Popular classes, to varying degrees, were able to
force the system to link what we call social reproduction to capital accumulation.
What has taken place through globalisation is the severing of the logic of
accumulation from that of social reproduction, resulting in an unprecedented
growth of social inequality and intensified crises of survival for billions of
people around the world.
De armoede neemt nu ook toe in de metropolen van het
neoliberale imperium, zelfs de middenklasse in het belangrijkste bolwerk van
het kapitalisme, de VS, is de dupe geworden van dit neoliberalisme, zoals
ondermeer de Amerikaanse emeritus hoogleraar Cliff
DuRand in mei 2013 vaststelde toen hij schreef dat
The
American Dream of upward mobility is dead, thanks to the neoliberal
ministrations of capital and government. But a new dream could rise from the
mess left by globalization, off-shoring and austerity.
The continuation of the economic crisis of 2008 up to
the present has driven home a social trend that has been evident since the late
1970s, the decline of what is usually called ‘the middle class’ and the
accompanying American Dream.
Inmiddels is de sociale mobiliteit in Europa hoger dan
in de VS, met zijn verheerlijking van het individualisme en de vrije
markt-ideologie. Professor Robinson:
The pauperising effects unleashed by globalisation
have generated social conflicts and political crises that the system is now
finding it more and more difficult to contain. The slogan ‘we are the 99 per
cent’ grows out of the reality that global inequalities and pauperisation have
intensified enormously since capitalist globalisation took off in the 1980s.
Broad swaths of humanity have experienced absolute downward mobility in recent
decades. Even the IMF was forced to admit in a 2000 report that ‘in recent
decades, nearly one-fifth of the world’s population has regressed. This is
arguably one of the greatest economic failures of the 20th century’.
Global
social polarisation intensifies the chronic problem of over-accumulation. This
refers to the concentration of wealth in fewer and fewer hands, so that the
global market is unable to absorb world output and the system stagnates.
Transnational capitalists find it more and more difficult to unload their
bloated and expanding mass of surplus - they can’t find outlets to invest their
money in order to generate new profits; hence the system enters into recession
or worse. In recent years, the Transnational Capitalist Class has turned to
militarised accumulation, to wild financial speculation, and to the raiding of
sacking of public finance to sustain profit-making in the face of
over-accumulation.
Martin Sommer. Volkskrant. 'Mijn vrouw zei van de week, heb je nou ook al verstand van gas? Nee hoor. Maar het lijkt me niet goed dat in Nederland rondom schaliegas dezelfde religieuze discussie ontstaat als destijds over kernenergie.'
Uitgaande
van deze werkelijkheid zal ieder zinnig mens begrijpen waarom het belang van
mainstream-opiniemakers voor de economische macht en de van die macht
afhankelijke politici toeneemt. Zij moeten een bankroet beleid aan het
grote publiek verkopen. De Makkianen zijn absoluut onmisbaar voor het
voortbestaan van het neoliberalisme. Een goed voorbeeld hiervan is het werk van
Martin Sommer, voor de macht een journalist van gewicht, zo mag worden
aangenomen gezien het feit dat
Martin Sommer,
politiek verslaggever en columnist voor de Volkskrant, de Anne Vondelingprijs
2010 [heeft] gewonnen. De jury, onder voorzitterschap van de Nijmeegse
burgemeester Thom de Graaf, kent Sommer de prijs toe voor zijn columns die hij
sinds 2010 elke zaterdag schrijft op de opiniepagina's.
Volgens een bericht in de Volkskrant
is
hij [daarmee] in korte tijd uitgegroeid tot een 'gezaghebbende stem in politiek
Den Haag', aldus het juryrapport. 'Zijn grote belezenheid stelt hem in staat om
zijn onderwerpen in een bredere context te plaatsen, inclusief internationale
vergelijkingen. Daarbij blijft zijn proza toegankelijk, origineel en
humoristisch.'
De Anne Vondelingprijs wordt sinds 1980 uitgereikt aan
politieke verslaggevers die zich met een kritische blik onderscheiden op het
Binnenhof. De prijs werd ingesteld door toenmalig PvdA-voorman Den Uyl en
bestaat uit een beeldje van Anne Vondeling en een bedrag van 2500 euro.
Dit lijkt allemaal niet gering, tot men Sommer’s
stukjes leest, die, zo blijkt al snel, een schoolvoorbeeld zijn van neoliberale
propaganda:
'Het gaat er kennelijk om dat de overheid jouw sores betaalt.' […] Volgens columnist Martin Sommer is de
participatiesamenleving die premier Rutte voor ogen heeft nog heel ver weg.
Niet een helpende hand, maar het eigen belang lijkt de boventoon te voeren.
Waarom? 'Het gelijkheidsideaal baart automatisch meer vraag naar gelijkheid. Er
is per definitie altijd een achtergestelde groep, en daarna is er altijd wel
weer een politicus die zich daarover ontfermt.'
We hebben hier te maken met een fervent aanhanger van
het huidige politieke beleid waarbij de ‘verzorgingsstaat’ wordt vervangen
door een ‘participatiesamenleving,’ waarbij de spelregels voor het
participeren worden bepaald door een elite van CEO’s, bankiers, en beursspeculanten die verantwoordelijk zijn voor zowel de kredietcrisis van 2008
als de huidige economische crisis. Opmerkelijker misschien nog is de
onbeschaamde onnozelheid waarmee dit soort opiniemakers tegenwoordig te werk
kunnen gaan. Ik geef een Makkiaans voorbeeld:
Denken over (gas)
revolutie
MARTIN SOMMER − 09/02/13, 00:00
Goedkoop schaliegas komt
eraan en zal de hele groene industrie wegvagen…
Het
schijnt dat er nogal wat milieubezwaren tegen fracking zijn, ofschoon de
prestigieuze Royal Society onlangs zei dat winning redelijk veilig is. Hoe dat
zij, gezien de belangen en de kansen zal ook Europa eraan geloven. Polen is
bezig met schaliegas winnen, Oekraïne gaat volle kracht vooruit. In Engeland
wordt al geboord en Frankrijk lijkt na een snel nee nu aarzelende stappen te
zetten.
Mijn vrouw zei van de week, heb je nou ook al verstand van gas? Nee
hoor. Maar het lijkt me niet goed dat in Nederland rondom schaliegas dezelfde
religieuze discussie ontstaat als destijds over kernenergie. Het mag niet, punt
uit. Liesbeth van Tongeren van GroenLinks heeft haar banvloek al uitgesproken.
Voor de rest koersen we op 16 procent duurzaam in 2020 want dat staat in het
regeerakkoord. Maar het is toch niet verboden om na te denken?
Wat staat hier nu eigenlijk? Wel onder andere dit:
Mijn
vrouw zei van de week, heb je nou ook al verstand van gas? Nee hoor. Maar het
lijkt me niet goed dat in Nederland rondom schaliegas dezelfde religieuze
discussie ontstaat als destijds over kernenergie.
Met
andere woorden: deze gelauwerde politiek journalist die
in korte tijd [is] uitgegroeid tot een
'gezaghebbende stem in politiek Den Haag'
en die, volgens eigen zeggen, geen ‘verstand’ heeft van ‘gas,’
laat staan van ‘schaliegas,’ heeft
desalniettemin een uitgesproken mening, namelijk dat over dit onderwerp zeker geen democratische ‘discussie’ moet ontstaan ‘als destijd over kernenergie,’ een discussie die
Sommer heeft ervaren als ‘religieus,’ wat meer over hem zegt
dan over ‘kernenergie,’ zoals we na de rampen van Three Mile Island,
Tsjernobyl en onlangs Fukushima weten. ‘Fukushima
Radiation Now A Global Disaster: Japan Finally Asks World For Help, Two Years
Too Late,’ berichtte
de International Business Times 7
oktober 2013. Desondanks waarschuwt de ‘gezaghebbende
stem in politiek Den Haag’ ervoor dat in Nederland absoluut geen ‘religieuze discussie ontstaat [rondom
schaliegas].’ Hoe komt het dat deze journalist, die zich als een
malloot opstelt, een prijs krijgt? Hij manifesteert zich als een reactionaire praatjesmaker, een poseur gehandicapt door een gebrekkige schrijfstijl, die zich afvraagt 'Maar het is toch niet verboden om na te denken?' zonder te beseffen dat een journalist die werkelijk nadenkt nooit een oordeel over een bepaald onderwerp zal verspreiden, voordat hij zich geinformeerd heeft. Maar nadenken doet Sommer niet, terwijl het 'toch niet verboden' is, zoals hij zelf opmerkt. Zonder enige schroom koketteert Sommer met zijn eigen onwetendheid. Begin oktober 2013 werd het volgende bekend:
Topman Shell heeft spijt van schaliegas
Vertrekkend topman Peter Voser waarschuwt voor optimisme over opbrengsten schaliegas wereldwijd ... Voser: Shell-focus op Amerikaans schaliegas 'mijn grootste fout' [...] Volgens the Financial Times heeft Shell tot op heden zeker 24 miljard dollar geïnvesteerd in de exploratie van zogenoemde 'onconventionele' olie- en gasbronnen. De investering hebben tot nog toe echter weinig opgeleverd.
Ondanks zijn vaak reactionaire dwaasheden meende een mainstream jury uit de polder kennelijk dat als iemand voor de Volkskrant schrijft, hij een ‘gezaghebbende
stem in politiek Den Haag’ moet hebben. Of misschien zijn onze politici nog onnozeler dan Sommer. Wie bepaalt overigens of hij erudiet is? De kennelijk al
even gezaghebbende ‘jury.’ Op grond waarvan zijn ze tot dit oordeel gekomen? Wie zal het zeggen. Zo werkt nu eenmaal het poldermodel, met zijn, door de historicus Johan Huizinga zo
scherp geformuleerde, ‘hypocrisie en
farizeïsme’ die
‘hier individu en gemeenschap [belagen]!'
De waardering van de ‘jury’ zegt dus helemaal niets over
de vermeende ‘grote belezenheid’
van Sommer, maar alles over het niveau van de huidige generatie politici rond
dat pleintje in Den Haag. Omdat er geen intellectuele traditie bestaat in
Nederland en iedereen elkaar hier napraat en elkaar prijst, is het niveau naar
een lachwekkend laag niveau gedaald. Vandaar dat de één kan beweren dat het
Westen ‘vredestichtend’ is, de
ander dat de VS ‘decennialang als
ordewaker en politieagent’ heeft gefungeerd, Paul Brill, de pro-Israel
opiniemaker van de Volkskrant, dat ‘De critici
van Israel al lang de overhand [hebben]. De Palestijnse zaak komt in de media
ruimschoots aan bod... De Palestijnse kant van de zaak
wordt stukken uitgebreider belicht,’ en weer een andere mainstream propagandist dat de klimaatverandering ‘eigenlijk wel mee [lijkt] te vallen.’
Het
gevolg is dat onder het grote publiek de geloofwaardigheid van de
Nederlandse journalisten bijna even laag is als die van politici. Het
neoliberale kapitalisme is steeds moeilijker te verkopen. De Britse econoom
Harry Shutt stelde in zijn boek The Trouble with Capitalism dat één van
de meest frappante kenmerken van de huidige economische crisis is
the uniformly superficial nature of the
analysis of its causes presented by mainstream observers, whether
government officials, academics or business representatives. This applies very
much to journalists too, not least the liberal media.
Shutt,
die lang voordat de mainstream-journalisten tot hun grote schrik plotseling
overvallen werden door de kredietcrisis, voegt hieraan toe:
Thus it is commonly stated that the crisis was
caused by a combination of imprudent investment by bankers and others… and
unduly lax official regulation and supervision of markets. Yet the obvious
question begged by such explanations – of how or why such a dysfunctional climate came to be created – is never
addressed in any serious fashion.
De
auteur van verschillende boeken over de werking van het neoliberale
kapitalisme vat in The Trouble with Capitalism een en ander samen met de
volgende onontkoombare conclusie dat
The crisis was the product of a conscious
process of facilitating ever greater risks of massive systemic failure.
De
crisis is inherent aan het neoliberale capitalism, zit in het systeem ingebakken en zal, als niets verandert, binnen afzienbare tijd tot
een nog grotere crash leiden. De mainstream journalist die dit vandaag de dag gedocumenteerd
aan zijn publiek zou voorleggen, als het uberhaupt langs de eindredactie komt, heeft
zijn eigen doodvonnis getekend. Dat wil zeggen: hij kan een carriere in de
journalistiek vergeten, tenzij hij belooft dit soort grappen niet meer uit te
halen. Maar zover komt het zelden. Zoals Vrij Nederland-hoofdredacteur Frits
van Exter uit eigen jarenlange ervaring erkende, werkt de zelfcensuur bij de
mainstream pers namelijk niet eens bewust, maar via ‘reflexen,’ dus via ‘reflexen’ waarin ‘je geconditioneerd [bent].' Dit
slag ‘journalisten’ hoeft zichzelf helemaal niet te forceren,
zelfcensuur is voor hen net zo normaal als ademen. Ze beschouwen het ook niet
als zelfcensuur, maar als de normale gang van zaken, gelijk een natuurwet. En
zo kijken de commerciele massamedia ook naar de economische macht. Een
voorbeeld:
Ik vind Friedman altijd wel leuk om te lezen,
lekker upbeat, hij is zo’n man die altijd wel een gat ziet om een probleem
op te lossen.
Geert Mak in Humo. 21 augustus 2012
Hoe ‘lekker upbeat’ is
Thomas Friedman, de bekendste en best betaalde Amerikaanse columnist van de New
York Times? Laten we hem allereerst zelf kort aan het woord:
Sooner or later, Mr. Bush argued, sanctions
would force Mr. Hussein's generals to bring him down, and then Washington would
have the best of all worlds: an iron-fisted Iraqi junta without Saddam Hussein.
‘The World; A
Rising Sense That Iraq's Hussein Must Go’. New York Times. July 7, 1991.
En:
The hidden hand of the market will never work
without a hidden fist. McDonald's cannot flourish without McDonnell Douglas,
the designer of the F-15. And the hidden fist that keeps the world safe for
Silicon Valley's technologies to flourish is called the US Army, Air Force,
Navy and Marine Corps.
‘A Manifesto for
the Fast World’. New York Times. March 28, 1999.
En:
The historical debate is over. The answer is
free-market capitalism.
En:
We needed to go over there, basically,
and take out a very big stick right in the heart of that world and burst that
bubble.… What they [Muslims] needed to see was American boys and girls going
house to house from Basra to Baghdad and basically saying ‘Which part of this
sentence don't you understand? You don't think we care about our open society?
You think this bubble fantasy, we're just going to let it grow? Well, suck on
this!’ That, Charlie, is what this war was about. We could have hit Saudi
Arabia! It was part of that bubble. We could have hit Pakistan. We hit Iraq
because we could.
Charlie Rose
(30 May 2003).
En tenslotte, een uitsmijter, die ook Martin Sommer met zijn rechts extremistische opvattingen zal bevallen:
I was speaking out in Minnesota — my hometown,
in fact — and a guy stood up in the audience, said, ‘Mr. Friedman, is there any
free trade agreement you’d oppose?’ I said, ‘No, absolutely not.’ I said, ‘You
know what, sir? I wrote a column supporting the CAFTA, the Caribbean Free Trade
initiative. I didn’t even know what was in it. I just knew two words: free
trade.’
Meet the Press
(23 July 2006), referring to the Central
American Free Trade Agreement.
Dit agressieve mens- en wereldbeeld vindt de mainstreamer Geert Mak ‘lekker
upbeat,’ met andere woorden: ‘optimistic, happy, cheerful.’ Het
is ‘lekker optimistisch’ om een land plat te bombarderen, vrouwen en
kinderen gruwelijk te laten lijden, zoals ik in 1995 in Irak zag. Mak’s ‘upbeat’
voorstelling van zaken is misdadig, iets zinnigers valt er niet over op te
merken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten