Het wezenlijke probleem van de Makkianen is dat ze in een leugen leven
en die weigeren op te geven, uit vrees voor verlies aan inkomen en prestige. Daardoor
zijn ze gedwongen hun
toevlucht te zoeken in eufemismen, mystificaties, verzwijgen, gelegenheidsargumenten
en vooral in het voortdurend zichzelf tegenspreken. Het uiteindelijke resultaat
is een gebrek aan logica en een totale chaos in hun opvattingen. Een voorbeeld. Tijdens zijn Abel
Herzberg-lezing in de Rode Hoed zei Geert Mak in een poging ‘Brussel’ te redden omdat
‘zonder Brussel’ het dorp 'Jorwerd’ niet zou kunnen voortbestaan:
Waar de natiestaat wel een
nieuwe plaats zou kunnen verwerven, is binnen de Europese democratie. De
natiestaat vormt immers, ook zonder alle 19de-eeuwse romantiek, een kader voor
veel gevoelens van eigenheid en ‘plaats’. Je kunt dan ook met reden pleiten
voor de introductie van een Europese senaat waardoor, net als in Amerika, dat
nationale element binnen het Europees Parlement en binnen de Europese
democratie wordt versterkt.
Hoe nu? ‘Europese democratie'? En dat uit de mond van de
bestseller-auteur die enkele minuten eerder had verklaard dat de Europese Unie wordt gekenmerkt door een
‘omvangrijk
democratisch tekort.’ Wie dat gebrek
aan ‘democratie’ gaat wegwerken, krijgt zijn publiek niet te horen. In elk geval niet het ‘Brussel’ dat het bestaansrecht van ‘Jorwerd’ moet
verschaffen, want juist dat ‘Brussel’ heeft het ‘democratisch tekort’ geschapen. En al helemaal niet ‘de natiestaat’ met zijn ‘19de-eeuwse romantiek,’
die de grootste bloedbaden in de geschiedenis van de mensheid mogelijk heeft
gemaakt. En de huidige 'natiestaat,' zeker de VS, is in handen van plutocraten. Nog absurder is tenslotte Mak’s gelegenheidsargument dat in het kader
van ‘eigenheid’ en ‘plaats’:
Je dan ook met reden [kunt] pleiten
voor de introductie van een Europese senaat waardoor, net als in Amerika, dat
nationale element binnen het Europees Parlement en binnen de Europese
democratie wordt versterkt.
De feiten:
1. de Amerikaanse Senaat bestaat voor meer dan de helft uit
miljonairs. Dat is niet verwonderlijk, want die bewegen zich in het milieu van rijken, die beter dan wie ook verkiezingscampagnes kunnen financieren.
2. al een halve
eeuw lang komt tussen de veertig en vijftig procent van de Amerikaanse
kiesgerechtigden tijdens de verkiezingen niet opdagen, wat onmiddellijk een
democratische graadmeter is voor het vertrouwen van de bevolking in de
Amerikaanse senatoren, die nagenoeg allen het neoliberale beleid op een of
andere manier steunen.
The Senate has several
exclusive powers not granted to the House, including consenting to treaties as a precondition
to their ratification
and consenting to or confirming appointments of Cabinet
secretaries, federal judges,
other federal
executive officials, military
officers, regulatory officials, ambassadors, and other federal
uniformed officers, as well as trial of federal officials impeached
by the House. The Senate is both a more deliberative and more prestigious body
than the House of Representatives, due to its longer terms, smaller size, and
statewide constituencies, which historically led to a more collegial and less
partisan atmosphere.
http://en.wikipedia.org/wiki/United_States_Senate
http://en.wikipedia.org/wiki/United_States_Senate
De Amerikaanse democratie.
Nogmaals: 'a more collegial and less partisan atmosphere.' Deze eufemistische omschrijving komt in de praktijk neer op het gegeven dat Amerikaanse senatoren zich meer laten leiden door de
belangen van de grote concerns dan die van de Amerikaanse bevolking. De
voormalige staatssecretaris Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, Ben
Knapen, schreef als NRC-columnist begin mei 2009 dan ook dat ‘Wall Street… praktisch voor elke senatorcampagne’ betaalde en ‘kortom, het centrum van financiële, politieke en ideologische
zwaartekracht’ was. Hoewel hij het in zijn propagandistische ‘lezing’
in de Rode Hoed behoedzaam verzweeg, weet Mak dit maar al te goed, aangezien
hij eerder vaststelde dat 'de
Democraten enorm gesteund [worden] door Wall Street, dat beinvloedt ook hen.' Maar dat de grote concerns,
de rijken, en de banken de ‘ideologische zwaartkracht’ van het neoliberale VS, inclusief de Senaat, vormen, past natuurlijk niet Mak’s bewering dat ‘Jorwerd zonder Brussel’ ondenkbaar is. Inderdaad ‘Jorwerd’ is een
onlosmakelijke rechtvaardiging van het voortbestaan van het neoliberale ‘Brussel,’ zoals Mak ook toegeeft met de woorden 'Geen Brussel zonder Jorwerd.' Op de een of andere manier
moet de macht van Europa's ‘Wall
Street’ gelegitimeerd worden via de schijn van een democratie. Zoals de
Schotse Verlichtings-filosoof David Hume terecht concludeerde: 'Tis… on opinion only that government is
founded; and this maxim extends to the most despotic and most military governments, as well
as to the most free and most popular.’ Een
feit dat nog eens benadrukt werd door de twintigste eeuwse Spaanse filosoof
Ortega Y Gasset, toen hij in zijn Opstand der Horden erop wees ‘dat
men geen heerschappij kan uitoefenen tegen de publieke opinie in… In de fysica
van Newton is de gravitatie de kracht die de beweging veroorzaakt. Op dezelfde
wijze is de wet van de publieke opinie de universele gravitatie van de
politieke geschiedenis.’ Dat begrijpen de Nederlandse mainstream opiniemakers maar al te goed, en vandaar Mak's opmerking dat ‘Brussel zonder Jorwerd’
onmogelijk is. Dit ‘Brussel’ moet door hem aan de man gebracht worden, met
een combinatie van halve leugens, gebrek aan logica, vertekeningen,
irrationaliteit, tegenstrijdigheden, verzwijgingen etc. Waar Mak’s mainstream
publiek mee geconfronteerd worden is wat George Orwell ‘Newspeak’ betitelde die hij in zijn
roman 1984 als volgt omschreef:
Don’t you see that the whole aim of Newspeak is to
narrow the range of thought? In the end we shall make thoughtcrime literally
impossible, because there will be no words in which to express it.
In Animal Farm voegde hij hieraan toe dat
The sinister fact about censorship… is that it is
largely voluntary. Unpopular ideas can be silenced, and inconvenient facts kept
dark, without the need for any official ban.
Democratie op zijn Amerikaans. Op de achtergrond het Amerikaanse Congres.
Afgaand op Orwell's woorden kan zonder overdrijven gesteld worden dat de mainstream visie van de
Makkianen inderdaad zelfcensuur noodzakelijk maakt en vice versa. In hun
studie Newspeak
In The 21st Century komen de Britse media-onderzoekers David Edwards and David Cromwell van Media Lens tot de slotsom dat journalisten
deceive others by conforming to the needs of power
while deceiving themselves that they are responding solely on the basis of independent,
rational thought. In the book Vital Lies, Simple Truths, psychologist Daniel Goleman examined the mechanics of self-deception. According to Goleman, we
build our version of reality around key frameworks of understanding, or
‘schemas’, which we then protect from conflicting facts and ideas. The more
important a schema is for our sense of identity and security, the less likely
we are to acept evidence contradicting it. Goleman writes:
‘Foremost among these shared, yet unspoken, schemas
are those that designate what is worthy of attention, how it is to be attended
to – and what we choose to ignore and deny… People in groups also learn
together how not to see — how aspects of shared experience can be veiled by
self-deceits held in common.'
Dit geeft een waarheidsgetrouw beeld
van de wijze waarop de mainstream functioneert in de neoliberale werkelijkheid
van alledag. Edwards en Cromwell over Goleman:
He concluded: 'The ease with which we deny and dissemble – and
deny and dissemble to ourselves that we have denied or dissembled – is remarkable.’
Psychologist Ronald Spence noted the sophistication of this process: ‘We are
tempted to conclude that the avoidance is not random but highly sufficient –
the person knows just where not to look.’ This tendency to self-deception
appears to be greatly enhanced when we join as part of a group. This creates a
sense of belonging, a ‘we-feeling’, that provides an even greater incentive to
reject conflicting truths. As psychologist Irving Janis reports, the
‘we-feeling’ lends ‘a sense of belonging to a powerful, protective group that
in some vague way opens up new potentials for each of them’. Members are thus
reluctant to say or do anything that might lessen these feelings of security
and empowerment. In this situation, even pointing out the risks surrounding a
group decision may seem to represent an unforgivable attack on the group
itself. This is ‘groupthink’. Individual self-deception, combined with
groupthink, helps explain why journalists are able to ignore the most obsious
facts.
De druk van de peergroup, de
angst inkomen en aanzien te verliezen, is de voornaamste drijfveer van de
Makkianen, met Geert Mak voorop, die voor mij niet meer is dan een duidelijke
illustratie van deze, voor een oprecht mens, oneigenlijke motieven. Hoewel Mak een ‘we-feeling’, that provides an even greater incentive to reject conflicting truths' tracht te scheppen kan hij als gevolg van zijn zelfcensuur geen diepte zien. Bijna alles bij hem voltrek zich
ééndimensionaal, hij slaagt er niet achter de façade te kijken, hij kan niet
meer dan de contouren waarnemen. Mak is bijziend, het kleine, ‘knusse’ ziet hij in al zijn 'glorie' haarscherp, maar dat wat verder ligt wordt voor hem wazig. Het provinciale van Jorwerd kon hij helder in
beeld krijgen, maar Europa, laat staan de VS is voor hem een nevelig gebied. Dat
maakt hem als bestseller-auteur ook zo gevaarlijk. Inplaats van zijn publiek
wakker te schudden, sust hij het in slaap, in plaats van zijn lezers en
toehoorders te wapenen tegen de macht, maakt hij hen weerloos. Propagandisten
zijn het gevaarlijkst in tijden van overgang, zoals nu. In plaats van de grote
denkers te lezen, blijft hij zelf almaar door babbelen over van alles en nog wat,
met een aanmatiging die vermoeiend is en zelfs stuitend. Hij kan zijn mond niet houden, en schrijft meer dan hij aan informatie kan verwerken. Het is ook niet vreemd dat in
2012 Mak zelf constateerde dat hij en zijn mede-Makkianen in de polder de kluit belazeren toen
hij opmerkte:
Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het
‘uitbannen van onwaarheid’, serieus genoeg. Zeker in deze tijd? Ik vraag
het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming
van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.
Ik weet waarom Mak er
niet in slaagt om de ‘onwaarheid’ uit te
bannen. Als hij dat zou doen, dan betekent dit onmiddellijk het einde aan zijn
reeks bestsellers, hij zou zich uit de ‘markt’ prijzen, net als Nederland indien het uit de EU zou stappen. Mak kent ook een lucratieve 'markt,' die telkens weer gevoed moet worden met nieuwe bestsellers. Het punt is dat Mak geen ‘chroniqueur’ is, vanwege het simpele feit dat een ‘chroniqueur’
voor zichzelf schrijft, niet voor een groot eigentijds publiek, maar voor degeneraties na hem. Mak daarentegen schrijft voor een zo groot mogelijk hedendaags publiek, met
als gevolg dat hij permanent over zichzelf schrijft, zijn meningen, zijn
gevoelens, zijn ideologie. Mak en de Makkianen zijn precies het
tegenovergestelde van de kroniekschrijver. Mak wil niet beschrijven, maar bevestigen, zeker niet betwijfelen, laat staan
omver halen. Integendeel, hij probeert het vermolmde met een likje verf weer
presenteerbaar te maken. Daarmee verraadt hij zichzelf keer op keer. Als
co-referent verklaarde Geert Mak, november 2012, in een toespraak ‘over verhalen en de werkelijkheid,’ het volgende:
Ik weet zeker dat binnenkort de eerste
journalistieke onderzoeken zullen verschijnen naar wat er achter de schermen
van de eurocrisis werkelijk gebeurde, over een paar jaar zullen de eerste
historici er hun tanden in zetten, en onze mond zal openvallen en onze haren
zullen overeind staan. Maar waar ik het meest naar verlang zijn de ontregelende
romans die zullen komen, en die de geest van dit tijdvak genadeloos op de
korrel zullen nemen. ‘Maar ik, die in mijn bundel woon, snak naar het riool der
revolutie,’ dichtte Lucebert een halve eeuw geleden, maar het lijkt vandaag.
Fictie die verontrust in plaats van orde schept – en wat is daaraan een
schreeuwende behoefte.
De conclusie uit zijn eigen
woorden kan niet anders zijn dan dat Mak
1.
absoluut niet ‘weet… wat er achter de schermen van de
eurocrisis werkelijk gebeurde.’
2.
verwacht dat ‘over
een paar jaar… onze mond zal openvallen en onze haren overeind [zullen] staan,’ omdat
dan zal uitlekken wat voor smerigheid zich ‘achter de schermen’ heeft voltrokken.
Tot die tijd verlangt Mak het ‘meest’ naar ‘de ontregelende
romans die zullen komen, en die de geest van dit tijdvak genadeloos op de
korrel zullen nemen,’ omdat, naar ik moet aannemen, hijzelf geen ‘ontregelende’ non-fictie durft te schrijven, maar alleen juichende verhalen
over Europa die hem het Ridderschap van het Legioen
van Eer hebben gebracht. En zolang de uitgekookte Makkianen
de ‘waarheid’ willen opschrijven over het feit dat ‘op dit moment op Europees en mondiaal niveau een
misvorming van de werkelijkheid plaats[vindt] die grote consequenties heeft,’ moet Mak’s publiek het doen
met zijn gekoketteer met dichters wiens werk hij niet heeft bestudeerd en met de
grote auteurs, wiens boeken hij niet heeft gelezen, kortom met woorden als deze:
‘Maar ik, die in
mijn bundel woon, snak naar het riool der revolutie,’ dichtte Lucebert een
halve eeuw geleden, maar het lijkt vandaag. Fictie die verontrust in plaats van
orde schept – en wat is daaraan een schreeuwende behoefte.
En zo vreten de Makkianen van twee walletjes tegelijk. Mak
doet me denken aan een tekenleraar op een middelbare school met een Franse baret
op en vlinderdasje om de nek, in een poging hip te lijken. Het treurige is
evenwel dat hij daarmee een cliché is geworden van zijn eigen
kleinburgerlijkheid. Mak snakt ongetwijfeld naar van alles en nog wat, maar zeker niet ‘naar het riool der revolutie.’ Integendeel, hij probeert alles te doen om een
failliet systeem overeind te houden, met allerlei barokke versieringen. Zijn
non-fiction ‘verontust’ niet, maar probeert wanhopig de neoliberale ‘orde’ te redden. Mak’s stem is die van een dominee die de
gemeenschap van potentiele afvalligen bij de leer probeert te houden, en absoluut niet de
stem van een revolutionair die het tot op het bot verrotte systeem omver wil
werpen. Mak’s houding is, net als
bij alle mainstream opiniemakers, die van een poseur. Hij snakt naar erkenning. Het probleem is evenwel dat de drang naar bevestiging per definite onverzadigbaar is. Hoewel
ze in uiteenlopende gradaties en soorten voorkomen hebben de poseurs één
ding gemeen: na verloop van tijd gaan ze in hun eigen geconstrueerde waarheid
geloven waardoor ze automatisch terugvallen op een pose. Hun woorden zijn een
schreeuw om aandacht. De poseur wil behagen. De opinie an sich interesseert hem
niet, alleen het effect dat ze teweegbrengt. Hij is de man van de soundbite,
zijn wereld is eendimensionaal, even overzichtelijk als een stripboek. De
opiniemaker is als een standup comedian, een hit en runfiguur, die met de
snelheid van een tasjesdief te werk gaat. Als broodschrijver moet hij telkens weer een mening over van alles en nog wat ophoesten, hetgeen
automatisch leidt tot een inflatie van meningen. Om dit te verdoezelen moet
elke opinie de kracht van een donderslag krijgen, aangedikt worden met
adjectieven terwijl de werkelijkheid met eufemismen afgezwakt moet
worden. De poseur produceert kitsch in de betekenis die de auteur Milan Kundera eraan gaf toen hij schreef dat
op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo
de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, de esthetiek van de
massamedia onvermijdelijk die [is] van de kitsch en naarmate de massamedia ons
gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse
esthetiek en moraal.
Kundera werkt dit als volgt uit:
Het woord kitsch verwijst naar een houding van
degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen
dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan
van pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons
tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen.
Hoofdstedelijke politie die ingezet werd omdat krakers een spandoek aan hun gevel hadden opgehangen die de bestuurlijke elite schofferend vond.
'Tot elke prijs zoveel mogelijk mensen... behagen.' Ziedaar, de man die
enerzijds de macht van ‘Brussel’ probeert te redden terwijl hij vanuit zijn
leunstoel flirt met de gedachte dat hij ‘een
schreeuwende behoefte’ heeft aan een
fundamenteel ander systeem en dat hij snakt ‘naar het riool der revolutie.’ Daar zitten de Makkianen, mijn vet gemeste, gecorrumpeerde Nederlandse
generatiegenoten die nooit een oorlog van nabij hebben meegemaaktm en dus snakken naar de
kick van de radicale omslag. Kitsch, dat zijn ze, zowel emotioneel als
intellectueel. Maar op een bepaalde manier heeft Geert Mak toch gelijk. Het zijn de
kunstenaars, niet de Makkianen, die de mens een verborgen ‘waarheid’ aanreiken,
en die van de taal geen dienstmeid van de gedachte maken, maar een moeder. De grote Europese
auteur John Berger beschreef de Makkianen en hun ‘bovenbazen’ als:
the dealers of the Free Market and their corollary,
the Mafia: they now have the world in their pocket. They have.
But to maintain their confidence they have to change the meaning of all the
words used in languages to explain or praise or give value to life: every word,
according to them now, is the servant of profit. And so they have become dumb.
Or, rather, they can no longer speak any truth. Their language is too withered
for that. As a consequence they have also lost the faculty of memory. A loss
which one day will be fatal.
Dezelfde Berger werpt een
geheel ander licht op het Makkiaans gegoochel met de begrippen ‘plaats’ en ‘ruimte’:
The key term of the present global chaos is de- or
relocalization. This does not only refer to the practice of moving production
to wherever labour is the cheapest and regulations minimal. It also contains
the offshore demented dream of the ongoing power: the dream of undermining the
status and confidence of all previous fixed places, so that the entire world
becomes a single fluid market.
The consumer is essentially somebody who feels or
is made to feel, lost, unless he or she is consuming. Brand names and logos
become the place names of the Nowhere.
Berger wijst op de diepe leegte van het neoliberale
kapitalisme:
Consumerist ideology, which has become the most
powerful and invasive on the planet, sets out to persuade us that pain is an
accident, something that we can insure against. This is the logical basis
for the ideology's pitilessness.
Everyone knows of course, that pain is endemic to
life, and wants to forget this or revitalize it.
En omdat alles te koop is in het consumptieparadijs wordt
elke dag weer door onze opiniemakers en de reclame de illusie verkocht dat ook
geluk en vrijheid te koop zijn. Zo verspreidt Mak
in zijn boek In Europa de mythe dat de
SP-multimiljonair Derk Sauer een 'vrije
mediaconcern' bezit, daarmee suggererend dat
op die manier het kapitalisme via Playboy en Cosmopolitan de Russische
bevolking een bevrijdend alternatief heeft gegeven. Maar terwijl de journalist Geert Mak zijn
mainstream publiek probeert te overtuigen dat er ‘Geen Jowerd zonder Brussel’ kan bestaan, constateert de auteur John Berger:
People everywhere -- under very different
conditions -- are asking themselves -- where are we? The question is historical
not geographical. What are we living through? Where are we being taken? What
have we lost? How to continue without a plausible vision of the future? Why
have we lost any view of what is beyond a lifetime?
The well-heeled experts answer: Globalization.
Post-Modernism. Communications Revolution. Economic Liberalism. The terms are
tautological and evasive. To the anguished question of Where are we? the
experts murmur: Nowhere!
Een van mijn favoriete schrijvers, John Berger. Zijn gezicht weerspiegelt zijn oude ziel.
Might it not be better to see and declare that we
are living through the most tyrannical -- because the most pervasive -- chaos
that has ever existed? It's not easy to grasp the nature of the tyranny, for
its power structure (ranging from the 200 largest multinational corporations to
the Pentagon) is interlocking and diffuse, dictatorial yet anonymous,
ubiquitous yet placeless. It tyrannizes from offshore -- not only in terms of
fiscal law, but in terms of any political control beyond its own. Its aim to
delocalize the entire world. It's ideological strategy -- besides which Bin
Laden's is a fairy tale -- is to undermine the extent so that everything
collapses into its special version of the virtual, from the realm of which
-- and this is the tyranny's credo -- there will be a never-ending source of
profit…
Teruggetrokken in een kleine
boederij in de Franse Alpen schrijft deze 86-jarige Brit:
Democracy is a proposal (rarely realized) about
decision making; it has little to do with election campaigns. It's promise is
that political decisions be made after, and in the light of, consultation with
the governed. This is dependent upon the governed being adequately informed
about the issues in question, and upon the decision-makers having the capacity
and will to listen and take account of what they have heard. Democracy should
not be confused with the 'freedom' of binary choices, the publication of
opinion polls or the crowding of people into statistics. These are its pretences...
Both military and economic strategists now realize
that the media play a crucial role -- not so in defeating the current enemy as
in foreclosing and preventing mutiny, protest or desertion. Any tyranny's
manipulation of the media is an index of its fears...
Every form of contestation against the tyranny is
comprehensible. Dialogue with it is impossible. For us to live and die
properly, things have to be named properly. Let us reclaim our words.
We are writing about the pain in the world. We
have to reject the new tyranny's discourse. Its terms are crap. In the
interminably repetitive speeches, announcements, press conferences and threats,
the recurrent terms are: Democracy, Justice, Human Rights, Terrorism. Each word
in the context signifies the opposite of what it was once meant to signify.
Maar omdat de Makkianen, met
Mak als boegbeeld, zelf te druk zijn met het rond strooien van hun simplistische formules hebben ze geen tijd om de grote denkers te lezen. Ze zijn tevol van zichzelf en schrijven alleen
nog maar voor hun eigen peergroup. Het heeft geen zin hen aan te spreken, want
ze horen en zien de dissidente stem van de Berger’s in onze wereld niet. Waarom dan toch over hen wordt geschreven? Ik voor mijzelf sprekend, schrijf niet
om wie dan ook van gedachten te veranderen, dat moet het individu zelf doen,
maar ik schrijf voor mijn kleinkinderen, zodat die straks weten dat er wel degelijk mensen
zijn geweest die zagen wat er voor hun ogen gebeurde, en met stijgende verbazing,
soms zelfs verbijstering, ontdekten hoe goed de mens zichzelf kan bedriegen. In hun boek Newspeak citeren de twee auteurs de
invloedrijke Amerikaanse psycholoog Daniel Goleman die in Vital Lies, Simpel Truths: The Psychology of Self-Deception schreef:
'when one can’t do
anything to change the situation, the other resource is to change how one
perceives it.’ This, finally, is the human trait that empowers ‘brainwashing
under freedom’.
Edwards en Cromwell voegden hieraan toe:
journalists are
somehow able to perceive only that which allows them to thrive as successful
components of the corporate system. As Norman Mailer noted, the price is hight:
‘There is an odour to any Press Headquarters that is unmistakeable… the
unavoidable smell of flesh burning quietly and slowly in the service of a
machine.’
In Managing Democracy. Managing Dissent schrijft, Rebecca Fisher, Amerikaanse onderzoekster van Corp Watch, over David Cromwell and David Edwards, die een bijdrage aan de bundel leverden dat de
twee Britten
explore how the
mainstream media slavishly protects corporate and state interests by ensuring
that radical, challenging and systemically critical viewpoints are
marginalised, excluded, and delegitimated, creating the sense that it is only
‘common-sense’ to endorse capitalism and state and corporate power, rather than
to expose and challenge their patently destructive and catastrophic effects.
This idea of ‘common-sense’ extends to the definition of democracy itself: the
article illustrates how the media has become a crucial weapon in the
ideological battle to confirm capitalism as democratic.
Waarom kennen de Makkianen geen schaamtegevoel? Morgen
meer.
Geert Mak en de Commercie. 'Marketing, branding and packaging,' maakt de mens te vet.
Geert Mak: 'Fictie die verontrust in plaats van orde schept – en wat is daaraan een schreeuwende behoefte.' Zolang het maar bij 'fictie' blijft, want kunst blijft voor de Makkianen onschuldige versiering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten