Kernproliferatieblog bericht:
Verarmd Uranium
Leave a reply
Media Lens bericht over een nieuw onderzoek over de hoge kindersterfte, kanker en leukemie in Fallujah, een Iraakse stad die in2004 zwaar onder vuur werd genomen door Amerikaanse en Britse strijdkrachten:
Stan van Houcke meldt op zijn blog:
<>
Eind februari / begin maart 1992 – één jaar na de Golfoorlog – bezocht ik ook datzelfde ziekenhuis en toen al lag dat kinderziekenhuis vol met patiënten met kanker en leukemie, een ervaring die ik nooit zal vergeten. Als gevolg van de VN-sancties hadden de artsen een groot gebrek aan – zelfs de meest basale – geneesmiddelen en konden dus weinig uitrichten voor hun patientjes.
Ik maakte deel uit van een delegatie van Nederlandse en Belgische vredesactivisten en ingenieurs en mijn opdracht was het meten van straling in de omgeving van de onderzoeksreactor Al-Tuwaitha, die in de Golfoorlog door het Amerikaanse leger was gebombardeerd. Maar ik kreeg daarvoor geen toestemming van de Iraakse autoriteiten.
Het bezoek aan Irak was mijn eerste kennismaking met het gebruik van radioactieve munitie door de legers van de VS en Groot-Brittannië. Bij aankomst in Bagdad belandde onze delegatie in de lobby van Hotel Palestine – het verkeerde hotel zo bleek later, we moesten naar een ander hotel – waar we de arts Siegwart-Horst Günther tegenkwamen. Hij had kinderen gediagnostiseerd met ongewone gezondheidsklachten en vermoedde een relatie met de restanten van antitankmunitie waarmee de kinderen speelden. Dat bleek munitie te zijn van verarmd uranium.
Aanvankelijk kon ik mij niet voorstellen dat er een relatie zou kunnen zijn tussen het gebruik van uraniummunitie en de vele gevallen van kanker en leukemie die ik in het kinderziekenhuis van Bagdad heb gezien. Ik kon me niet voorstellen dat de incubatietijd voor kanker zo kort kon zijn.
Dat werd anders toen ik kennis nam van het werk van Dr. Alexandra Miller van het Armed Forces Radiobiology Research Institute. Uit haar onderzoek blijkt dat lichaamscellen die bloot worden gesteld aan stofdeeltjes uraniumoxide al na korte tijd de neiging hebben zich te transformeren tot tumorgene cellen. Haar hypothese is dat er een samenspel plaatsvindt tussen de (chemisch) giftige eigenschappen en de radiotoxische eigenschappen van verarmd uranium, ook wel aangeduid als synergetisch effect. Al in de jaren negentig leverde haar onderzoeksteam bewijzen hiervoor en haar latere bevindingen maken die bewijzen nog veel steviger.
Epidemiologisch onderzoek naar de effecten van uraniummunitie wordt al sinds de Golfoorlog van 1991 stelselmatig gesaboteerd, en dus ook nu bij het epidemiologisch onderzoek in Fallujah. Onvoorstelbaar dat ze daar nog steeds mee wegkomen. Al tien jaar geleden werd een onderzoek gepubliceerd die stelt dat de chemische giftigheid van verarmd uranium vergelijkbaar is met die van nikkel, dat door de WHO is geclassificeerd als kankerverwekkend. Om onduidelijke redenen wordt verarmd uranium niet als zodanig geclassificeerd.
In 2006 maakt ik voor het laatst een overzicht over de risico’s van verarmd-uraniumstofdeeltjes op basis van tot die tijd was gepubliceerd in de vakbladen. Dat overzicht volgt hier:
De gezondheidsrisico’s van uraniumwapens
door Henk van der Keur, documentatie en onderzoekscentrum kernenergie (stichting Laka)
10 juli 2006
De risico’s van het gebruik van verarmd uranium (DU) in antitankmunitie schuilen in de verspreiding van grote hoeveelheden zeer fijne stofdeeltjes uraniumoxiden die ontstaan na inslag van deze munitie op een hard doel. Behalve chemisch giftig zijn de deeltjes ook radioactief. Via de longen, het maag-darmkanaal of open wonden komen de minuscule deeltjes in het lichaam terecht. In droge gebieden, zoals Irak, kunnen deze deeltjes tot vele jaren na de gevechtshandelingen door verstoring opdwarrelen en alsnog tot besmetting leiden. De besmette plekken in Irak van de Golfoorlog in 1991 vormen nog altijd een potentieel risico voor de lokale bevolking en de buitenlandse troepen die daar zijn gestationeerd.
Anno 2006 kunnen we vaststellen dat er in de afgelopen jaren baanbrekend onderzoek is verricht naar de gezondheidseffecten van interne besmetting met verarmd uranium (DU). Behalve de longen, de nieren en het bot, is aangetoond dat ook de hersenen een doelorgaan is van DU. Naast de chemische giftigheid wordt steeds vaker ook de radiologische component van DU genoemd als oorzaak voor aantasting van het centrale zenuwstelsel. Het is bewezen dat DU onomkeerbare schade aan het erfelijk materiaal veroorzaakt en daardoor tumoren kan opwekken. Bij het mannelijk geslacht kan DU zich ophopen in de testes; bij zwangere vrouwen kan DU de placenta passeren en zich ophopen in de foetus / het embryo. Naast de gezondheidseffecten van de chemische giftigheid van DU in het algemeen neemt de aandacht voor de radiologische effecten van DU toe. Steeds meer wetenschappers uit diverse disciplines menen dat de radiotoxiciteit van DU ten onrechte onderbelicht is gebleven. Ofschoon in het algemeen nog geen harde conclusies zijn te trekken, daarvoor is meer onderzoek nodig, stapelen de bewijzen over de schade die DU-stofdeeltjes in het lichaam kunnen aanrichten zich in hoog tempo op.
uranium en verarmd uranium
Ten ontrechte worden de DU-stofdeeltjes vaak vergeleken met het uraniumstof dat vrijkomt bij uraniummijnbouw of met uraniummineralen die van nature overal om ons heen voorkomen. Dat komt neer op appels met peren vergelijken. Er bestaan geen analoge verbindingen van DU-oxiden in de natuur. De DU-oxiden die ontstaan zijn overwegend slecht oplosbaar. Dat betekent dat de stofdeeltjes die in de longen terechtkomen veel langer in het lichaam blijven dan de oplosbare vormen van uraniumoxiden. Het deel dat in het lichaam achterblijft en na een aantal jaren de long-bloed barrière passeert, hoopt zich uiteindelijk voor tientallen jaren op in de botten, hersenen, nieren en andere lichaamsweefsels of organen.
Naast de te onderscheiden chemisch giftige (chemotoxische) en radiologische (radiotoxische) effecten van DU is er ook sprake van het zogenaamde “bystander effect”. Het effect werd niet ontdekt, maar blootgelegd. Terugkijkend in de literatuur kan men al vroege bewijzen vinden. Het bystander effect paste tot voor kort niet in de dogma’s van de meeste stralingsdeskundigen, waardoor het lang heeft geduurd voordat de theorie algemeen werd geaccepteerd. Lange tijd werd aangenomen dat alleen de cellen die met alfa-deeltjes (uranium-238, de belangrijkste component van DU is een alfa-straler) werden bestraald schade van deze ioniserende straling zouden ondervinden. Het bystander effect toont aan dat ook naburige niet-bestraalde cellen toch dezelfde soort schade ondervinden als de bestraalde cellen (mutaties of breuken in het erfelijk materiaal). Het mechanisme dat hieraan ten grondslag ligt is nog niet helemaal opgehelderd.
limieten
De Amerikaanse waakhond van de kernindustrie NRC stelt vast dat inademing van 10 mg DU-oxiden gezondheidsproblemen kan veroorzaken en automatisch moet leiden tot testen. Het Verenigd Koninkrijk zegt dat 8 mg schadelijk is voor werknemers in de kernindustrie, en dat meer dan 2 mg onaanvaardbaar is voor het algemene publiek. De WHO acht een dagelijkse inname van 0,6 microgram per kg lichaamsgewicht aanvaardbaar voor ingeslikt uranium (een persoon van 68 kg heeft dus een dagelijkse limiet van 40 microgram). Ter vergelijking: een 120mm DU antitankgranaat creëert na inslag op een hard doel gemiddeld 950 gram DU-oxiden, en bij een 30mm granaat van een A-10 is dat 960 gram.
De giftigheid van DU-oxiden wordt vooral in verband wordt gebracht met aantasting van de nieren. Dat is echter gebaseerd op onderzoek naar de effecten van oplosbare vormen van DU-oxiden, terwijl de onoplosbare vormen – zoals de stofdeeltjes die hier besproken worden – in de eerste plaats een gevaar opleveren voor de longen en op de langere termijn ook voor andere weefsels/organen. De slechtst oplosbare deeltjes, de keramische deeltjes, met een halve micrometer in doorsnede accumuleren in de longen en zenden per deeltje een stralingsdosis uit die overeenkomt met 10 maal de achtergrondstraling.
DU-oxiden veroorzaken schade aan de genen, mutaties en tumoren
Het Armed Forces Radiobiology Research Institute (AFRRI), een onderzoeksinstituut dat is gelieerd aan het Pentagon, heeft onder leiding van Dr. Alexandra Miller een substantiële bijdrage geleverd in het begrijpen van de effecten van DU op celniveau. Haar onderzoeken hebben het bewijs geleverd dat DU-oxiden schade aan het DNA kunnen veroorzaken, kankerverwekkend zijn, en dat ze zich ophopen in de lymfeknopen en de testes.
De relatieve rol van de radiologische en de chemische componenten van de genetische schade die wordt veroorzaakt door DU-oxiden is een belangrijk vraagstuk, omdat er vrijwel uitsluitend wordt gefocust op de chemische gevaren en dat het radiologische gevaar kan worden afgedaan als van secundair belang. In drie opeenvolgende publicaties in 2002 konden Miller en haar collega’s meer opheldering verschaffen over de chemische en radiologische eigenschappen van DU-oxiden en hoe die in relatie staan tot de waargenomen genetische schade. Uit die onderzoeken rijst het beeld op dat straling een rol kan spelen bij de genetische effecten. In combinatie met de uitkomsten van eerder onderzoek speculeert het team van Miller dat DU-oxiden zowel tumoren kan initiëren als bevorderen. De initiatie zou worden veroorzaakt door de alfa-straling van uranium-238 (de belangrijkste component van DU) en de verspreiding van de kanker zou het gevolg zijn van chemisch-geïnduceerde schade aan het DNA. Een beperkte hoeveelheid studies wijst uit dat er sprake kan zijn van synergetische effecten, i.c. effecten waarbij de radiologische en chemische componenten elkaar versterken. Het is echter te vroeg om daar duidelijke conclusies aan te kunnen verbinden.
Kinderen in het bijzonder lopen hoge risico’s in relatie tot de mutagene en carcinogene aard van uranium. De Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (ICRP) verklaart dat ioniserende straling interfereert met een hoge graad van celdelingen. Weefsels van de hersenen, schildklier en borst blijken meer gevoelig te zijn voor straling wanneer ze worden blootgesteld tijdens normale periodes van snelle groei (dat is in de vroege kinderjaren of tijdens de puberteit)
Italiaanse wetenschappers konden geen relatie vinden tussen blootstelling aan DU-oxiden en gevallen van kanker onder Kosovo-veteranen. Wel vonden ze een significant toename van de ziekte van Hodgkin (Hodgkin-Lymfoom) onder de veteranen, waarvan de oorzaak niet duidelijk is.
erfelijke afwijkingen
Onderzoek naar de effecten van blootstelling aan uraniumoxiden op het nageslacht werden voor het eerst tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van het Manhattan Project uitgevoerd en eind jaren 40, begin jaren 50 gepubliceerd. Deze experimenten toonden aan dat zowel voortdurende als eenmalige toediening van de uranium aan ratten nadelige gevolgen heeft voor het nageslacht. Ook werd gevonden dat de voortplantingsfuncties onherstelbaar werden aangetast in combinatie met een gebrek aan voeding. Het is opmerkelijk dat deze studies decennialang geen vervolg kregen. Pas vrij recent heeft dit onderzoek vervolg gekregen.
Het onderzoek onderscheidt twee gebieden. Het eerste gebied heeft betrekking op de risico’s van blootstellingen aan DU-oxiden bij mannen en het tweede heeft betrekking op de risico’s van blootstellingen bij vrouwen. In het eerste geval is gevonden dat uranium zich concentreert in de testes (zaadballen) en dat er in het sperma van mannelijke Golfoorlogveteranen verhoogde concentraties DU werden gevonden. Het onderzoek bij vrouwen is minder ver gevorderd. In elk geval staat vast dat DU de placenta kan passeren en zich ophoopt in foetaal en embryonaal weefsel. Foetussen en embryo’s zijn nog weer een stap gevoeliger voor ioniserende straling dan kinderen.
Ofschoon epidemiologische gegevens die voorhanden zijn geen nadelige invloed aantonen op het voortplantingssucces van de veteranen die zijn blootgesteld, merken onderzoekers van de Royal Society op dat de concentratie van DU in de testes reden tot zorg geven in verband met de mogelijk synergetische effecten van DU.
effecten op de hersenen en het zenuwgestel
De veronderstelling van een link tussen uranium en neurologische schade voert terug tot tenminste midden jaren tachtig van de vorige eeuw. Vrij recent is vastgesteld dat DU de bloed-hersen barrière kan passeren en accumuleert in de hersenen. Deze route is nog niet verwerkt in het huidige biokinetische model van de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming (ICRP).
De neurotoxische effecten van uranium zijn vergelijkbaar met die van lood. Vooral kinderen zijn daar gevoelig voor. Pellmar (AFRRI) toonde aan dat DU fragmenten, die in het lichaam terecht zijn gekomen, de hersenen kunnen aantasten. De hersenregio die betrokken is bij het geheugen en het vermogen om te leren wordt nadelig beïnvloed. Ook wordt in vrijwel alle neurologische onderzoeken chronische blootstelling in verband gebracht met gedragsverandering bij mannen. Behalve de (chemisch) neurotoxische rol naar analogie met lood, is bekend dat straling ook een nadelig effect heeft op het zenuwgestel van de foetus en het embryo. Op basis van onderzoek onder overlevenden van een atoombom concludeerde de ICRP dat er een duidelijke constellatie van effecten van prenatale bestraling op de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel; met als gevolg: mentale vertraging, verlaagde intelligentie scores en schoolprestaties en vormen van epilepsie.
Franse onderzoekers stelden op basis van dierproeven vast dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen chronische blootstelling aan uranium en een forse toename van de hoeveelheid REM-slaap. Deze verstoring van de slaap-ontwaak cyclus veroorzaakt een depressie-achtige toestand. Er wordt gesuggereerd dat er een direct verband bestaat tussen chronische blootstelling aan DU en aantasting van het centrale zenuwstelsel en dat het aannemelijk is dat niet de chemotoxiciteit, maar de radiotoxiciteit van DU daarvoor verantwoordelijk is.
Lees verder voor bronnen:
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
Victim of the US government’s depleted uranium.
http://www.youtube.com/watch?v=4B8DvRgUOAQ