Er zijn machten aan de gang boven Europa, ik zeg
echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik
heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je
niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend.
Geert Mak. Radio I. 29 april 2013.
Because they (citizens) press
for more action to meet the problems they have to face, they require more
social control. At the same time they resist any kind of social control that is
associated with the hierachical value they have learned to discard and reject.
The problem may be worldwide.
Trilateral Commission Report. The Crisis of Democracy. 1975
[G]edurende zeker vijf
decennia was het Europese project zeer succesvol. Dat is het in veel opzichten
nog altijd, vergeet dat nooit – praat bijvoorbeeld maar eens met de Polen, de
Esten of de andere voormalige Oost-Europeanen...
Kun je… de totaal verstoorde
verhouding tussen staat en privé in de voormalige Oostbloklanden als bij
toverslag laten verdwijnen? En geldt dat niet nog sterker voor de
diepgewortelde tradities van cliëntelisme en patronage in de meeste
Zuid-Europese landen?
Geert Mak. Abel
Herzberglezing. 22 september
2013
This collection is centred on
the fundamental problem of creating legitimacy for capitalism: how can an
inherently and profoundly anti-democratic system contain and limit dissent and
at the same time present itself as ostensibly ‘democratic’? It will examine how
ideological and material limits are placed on democratic practice, suppressing
oppositional politics and restricting people’s freedoms in order to protect the
capitalist social order from challenges for greater social, economic and
political equality and freedoms. It will argue that these limits are sustained
using hollowed out, carefully managed versions of ‘democracy’, which exploit
the popular appeal of democratic ideals while suppressing political dissent.
Thus the grand promise of social and political equality is exploited to protect
a system which requires gross social and political inequality.
Capitalism is dependent upon
its relentless expansion and penetration into new spheres – such as land,
resources and forms of labour – and consequently can permit only a very limited
degree of popular participation. This is restricted to nominal political
‘rights’ which are separated from, and privileged over, socio-economic
equality. Thus even while inequality deepens, our legal and social sanctioned
political agency is largely limited to choosing between a selection of
politically homogeneous parties once every four to five years. These elections
have become empty, largely symbolic rituals, in which professionalized
marketing campaigns elide any substantial political debate. Meanwhile, our
legal avenues to hold our putative representatives to account, or to persuade
them to take heed of our demands, are restricted to actions via pressure groups
or tame and largely ineffectual protest about specific, isolated issues. This
ensures that the capitalist system is able to reap catastrophic damage upon
subject populations and the environment, even to the extent of threatening the
habitability of the planet, while remaining, for the most part, insulated from
public challenge.
Rebecca Fisher. Managing Democracy. Managing
Dissent. Capitalism, Democracy and the Organisation of Consent. 2013
Ik gebruik deze citaten om te laten zien wat het verschil is
tussen kritische Amerikaanse intellectuelen en de Nederlandse mainstream
opiniemakers, met Rebecca Fisher en Geert Mak als prototypische voorbeelden.
Wat onmiddellijk opvalt is dat Mak geen enkel inzicht heeft in de structuur van het systeem waarin hij
leeft, hij zwenkt van links naar rechts en stemt zijn betoog af aan het publiek
dat hij op een bepaald moment aanspreekt. Niet 'de totaal verstoorde verhouding tussen staat en privé' in de kapitalistische democratieën zijn het probleem, zoals Rebecca Fisher laat zien, nee die 'in de voormalige Oostbloklanden.' Niet de 'diepgewortelde tradities van cliëntelisme en patronage' van de rijke elite in de kapitalistische metropolen als Washington en Londen zijn het probleem, maar die 'in de meeste Zuid-Europese landen.' In zijn bestseller In
Europa, waar ook nog een uitgebreide
televisieserie van werd gemaakt, concludeerde Mak in 2004 met grote stelligheid
dat
Europa als vredesproces een eclatant succes [was].
Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.
Dat was nog in de tijd voorafgaand aan de kredietcrisis die Mak en de rest van de
Nederlandse mainstream pers niet zagen aankomen, in tegenstelling tot kritische
Amerikaanse deskundigen zoals ondermeer uit het volgende blijkt:
On Sept. 7, 2006, Nouriel Roubini, an economics
professor at New York University, stood before an audience of economists at the
International Monetary Fund and announced that a crisis was brewing. In the
coming months and years, he warned, the United States was likely to face a
once-in-a-lifetime housing bust, an oil shock, sharply declining consumer
confidence and, ultimately, a deep recession. He laid out a bleak sequence of
events: homeowners defaulting on mortgages, trillions of dollars of
mortgage-backed securities unraveling worldwide and the global financial system
shuddering to a halt. These developments, he went on, could cripple or destroy
hedge funds, investment banks and other major financial institutions like
Fannie Mae and Freddie Mac.
Vijf jaar later vroeg de immer naar
‘hoop’
zoekende Geert Mak in zijn boekje De hond van Tisma zich verbijsterd af:
Hoe zijn we zo plotseling in deze nachtmerrie
terechtgekomen?
Mak’s verbijstering is niet vreemd, want hij
heeft geen benul van hoe het westerse neoliberale systeem werkelijk
functioneert, en dus vroeg hij zich te laat af hoe het kon dat
Europa een lokaal probleem zo uit de hand liet lopen,
dat het nu de hele wereldeconomie bedreigt.
Nog steeds had hij niet door dat niet in de
eerste plaats ‘Europa’ het ‘probleem’ was, maar de VS, waar het globaliserende neoliberale systeem met zijn privatisering en deregulering was ontwikkeld. Zo ontstond een ongecontroleerd systeem waarbij vele honderden miljarden aan niet bestaand geld werden uitgeleend, in een
imperium dat elke dag weer meer dan anderhalf miljard
dollar moest lenen om overeind te kunnen blijven, en nu een buitenlandse schuld
heeft die omgerekend $52,856.21 per inwoner bedraagt,
een schuld die de VS nooit zal kunnen aflossen maar desalniettemin blijft toenemen. Hoe
dan ook, Mak concludeerde in augusutus 2011 ineens geschrokken:
Het Europese project als geheel is nu al zwaar
beschadigd; met kunst- en vliegwerk blijft het misschien bestaan.
Maar slechts vijf maanden later, januari 2012, had Geert Mak zijn mening opnieuw aangepast door
tegenover mij in een e-mail te stellen dat de Duitse auteur Hans Magnus
Enzensberger een ‘grumpy
old,’ man was die ‘alles heeft opgegeven,’ een mening die hij baseerde op het feit dat deze Duitse auteur veel
sceptischer was over de zogeheten ‘Europese
eenwording.’ Zo schreef Enzensberger
over opiniemakers als Mak:
In de ogen van haar pleitbezorgers wordt het
lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie
bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt
tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en
constituties van de Europese landen.
Inmiddels kon zelfs Mak niet meer kunnen ontkennen dat Enzensberger veel
dichter bij de waarheid zat met zijn
essay Brussels, the Gentle Monster
or the Disenfranchisement of Europe, waarin hij had geconstateerd dat
Er geen gebrek [bestaat] aan uitingen van
ressentiment, van stille of publieke sabotage, maar in het algemeen heeft het
fameuze democratische deficiet niet geleid tot revolte, eerder tot apathie en
cynisme, tot minachting van de politieke kaste of tot
collectieve moedeloosheid.
Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe. De Nederlandse titel is fout. Het begrip 'disenfranchisement' betekent 'het ontzetten uit een recht, rechten/privileges ontnemen
(in het bijzonder) het kiesrecht/de burgerrechten ontnemen.'
In tegenstelling tot Enzensberger bleef Mak, die tot de Franse Légion d’Honneur werd verheven
voor de onschatbare ‘bijdrage die hij met In Europa geleverd heeft aan het
Europese project,’ blind voor de werkelijkheid door het ‘Verenigd Europa’ te blijven verkopen
met argumenten als ‘bij
een overdracht van soevereiniteit aan Brussel kleine landen aan macht [winnen],
hoe vreemd dat ook klinkt.’ Dat de macht in
het inmiddels neoliberale Europa gerund werd in overeenstemming met de belangen
van grote concerns had het boegbeeld van de Nederlandse mainstream nog steeds
niet door, hoewel hij wel begreep dat zijn propaganda subtieler moest worden,
getuige het feit dat hij niet langer meer de conclusies van zijn meer dan 1200
pagina’s tellende In Europa hardop durfde rondbazuinen. Ook Mak besefte dat grote delen van
zijn lezerspubliek inmiddels onraad roken en begonnen te beseffen dat het in
ons globaliserende systeem niet de politici de macht in handen hebben, maar de
banken en het management van de grote concerns. Steeds zichtbaarder werd het
dat de economische macht haar lobbyisten in Brussel aanstuurden om het
politieke beleid te bepalen, precies zoals de ‘grumpy old’ man Enzensberger tot ergernis van Mak had geschreven. Zodra de banken door hun eigen
gespeculeer in grote financiële moeilijkheden dreigen te komen dan is één
telefoontje voldoende om buiten het parlement om in enkele uren tijd de macht
van de institutionele beleggers en andere speculanten in lucht weer veilig te stellen. Nu dit besef groeide, vooral ook omdat de langdurige kapitalistische crisis maar niet overging,
verklaarde Mak op 29 april 2013 op de radio dat:
Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg
echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik
heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je
niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend,
Maar omdat Geert Mak niemand
anders is dan Geert Mak had hij zijn opinie vijf maanden later
wederom aangepast. Voor een Nederlands mainstreampubliek in het
sociaaldemocratische bolwerk de Rode Hoed eindigde hij zijn geruststellende nog geen 5000 woorden
lange betoog met de categorische conclusie:
geen gemeenschap zonder
veiligheid, zelfbeschikking en solidariteit, en tegelijk geen gemeenschap
zonder verbeelding. Geen Jorwerd zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel
zonder Jorwerd.
Geen Europa zonder Mak en Geen Mak zonder Europa.
Kortom, Leve Europa, geen dorp zonder stad, ‘geen veiligheid,
zelfbeschikking en solidariteit’ zonder Brussel, ‘geen gemeenschap’ zonder ‘het
fameuze democratische deficiet,’ zoals Enzensberger het typeerde, geen Jorwerd zonder de bureaucratische macht van Brussel dat allereerst de belangen van de grote concerns en banken beschermt. Mak's woorden verraden een totalitair beeld, hij wil zijn publiek ervan overtuigen dat Europa geen toekomst heeft zonder het kapitalistische 'Brussel.' Enzensberger mocht dan wel gelijk hebben, hij was en bleef in de ogen van Mak en de zijnen een ‘doemdenker’ die dan
ook nooit verheven zou worden tot het onsterfelijke Legioen van Eer. Tijdens zijn verdediging van het neoliberale Europa sprak
Mak in de Rode Hoed met geen woord over de macht van het ‘grootkapitaal,’ waarin hij ‘nooit zo in geloofd’ heeft ‘maar nu wel,’ en dat als een zwaard van
Damocles ‘boven Europa’ hangt,
en ‘waar je niks tegen kunt
doen.’ En hoewel Mak dit feit vijf maanden eerder nog ‘buitengewoon beklemmend’ vond,
sprak hij tijdens de Abel Herzberglezing met geen woord erover,
zelfs het grip kapitalisme werd niet één keer door hem genoemd. Ziehier het
poldermodel in werking, en aangezien er in Nederland geen kritische intellectuele traditie
bestaat, zwijgt de goegemeente. Mak's ‘grootkapitaal’ mag dan wel de ‘democratie’ buiten
werking hebben gesteld, toch geldt: ‘Geen
Jorwerd zonder Brussel’ en ‘geen Brussel zonder Jorwerd.’ Nog
steeds beseft de polder mainstream niet wat er daadwerkelijk aan het gebeuren
is. Als vleesgeworden poldermodel illustreert Mak als geen ander
in Nederland de stuitende onnozelheid. De vraag is dan ook hoe iemand die zijn eigen maatschappij niet
begrijpt, de VS kan begrijpen? Het antwoord is simpel: dat kan niet. De Amerikaanse
cultuur is hem wezensvreemd, zoals ondermeer blijkt uit het feit dat hij
Jacks Kerouac’s klassieke werk On the Road en passant afdeed als ‘egotripperig’ en dat
De aantrekkingskracht van figuren als... Jack
Kerouac alles [had] te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot
zelfverwerkelijking, van de plicht om iets van het leven te maken.
Daarentegen laat de Amerikaanse hoogleraar Engels, Carole Gottlieb
Vopat, zien hoe gelaagd en complex On the Road is. Over de hoofdpersoon Sal schreef ze dat hij:
continually perceives the futility and insanity of
his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike
innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness
ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons
about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the
obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight
of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally
repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.
On the Road is tevens een fundamentele kritiek op
het onvolwassene en de vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent
gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar niets, in een poging de
verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak allemaal ontgaan. Voor
hem handelt On the Road slechts ‘om het schijt hebben aan alles,’ terwijl in werkelijkheid het thema van de roman precies het
tegenovergestelde is. Gottlieb Vopat die zich verdiepte in de roman benadrukt het volgende:
Although Dean’s madness endows everything with
frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely
meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off
with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment
of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive –
the moment when you know all and everything is decided for ever.’
Het Amerikaanse systeem roept een niet te verzadigen hang op naar
kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar drugs, alcohol of coke, naar
het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder verplichtingen, zonder alle
andere medemensen, het absolute individualisme, waar alles en iedereen willoos
omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen komen, behalve door een financiele
crash, de inslag van een komeet. In het hart van het Amerikaanse systeem
bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt en verslindt, tot
niets meer overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse
auteurs hebben deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet
gelezen. En in het geval van Kerouac’s boek ziet Mak niets anders dan het ‘egotripperige.’ Mak stelt over ‘de naoorlogse generatie’:
De aantrekkingskracht van figuren als James Dean en
Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot
zelfverwerkelijking,
een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is voor de mainstream niet meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak evenwel
het essay An American Education hebben gelezen van Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington State University, dan had hij het volgende geweten over de diepere drijfveren
van het ‘escapisme’ in On the Road:
Dean represents the New World at its most a
anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in
divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the
relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his
vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of
death in the cyclical, Old World pattern; or he can respond by becoming an
‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an
opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to
overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment
and torturing the senses to attain the ‘timeless’ through temporary vision and
ecstasy. The problem with the first response is that it is likely to result in
the shallowness and social constriction that Sal flees in the book’s beginning.
The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in part three,
is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.
Mak daarentegen prefereert een mok thee, en een comfortabele lederen fauteuil om door de VS te rijden. Zo flikte hij het, met naast zich zijn echtgenote voor de 'gezelligheid.' en een stuk minder 'egotripperij,' moeten we aannemen.
In een cultuur die geen verleden en toekomst kent, alleen een permanent
dwingend heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen ruimte voor de
dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken, overgebleven is
slechts een kaarsrechte weg vooruit, almaar vooruit. Vandaar Mak’s
misvatting dat ‘Amerikanen… hele optimistische
mensen’ zijn. In hun land is
alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die zinloos lijkt, een
onrechtvaardig einde van het leven in een onverzadigbare consumentenparadijs.
Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op verkijkt, functioneert daarbij als een
verdedigingswal waarachter angstige en van elkaar geisoleerde mensen zich
verschuilen. De Amerikaanse dichter Gary Snyder in Turtle
Island:
A culture that alienates itself from the very
ground of its own being -- from the wilderness outside (that is to say, wild
nature, the wild, self-contained, self-informing ecosystems) and from that
other wilderness. the wilderness within – is doomed to a very destructive
behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.
Ook het werk van Gary Snyder heeft Mak niet gelezen, zo blijkt uit zijn
literatuurlijst, en evenmin de romans van een van de grootste Amerikaanse
auteurs van de twintigste eeuw: F. Scott Fitzgerald. In The Crack-Up schrijft hij:
All the stories that came into my head had a touch
of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the
diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as were as
beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t
happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless
business these people thought – this generation just younger than me.
In Reizen zonder John is Mak ‘op zoek naar Amerika,’ inderdaad ‘zonder John.’ Maar niet alleen ‘zonder John,’ ook zonder al die andere Amerikaanse schrijvers en beeldend kunstenaars die in hun werk doordringen tot de diepere lagen van hun samenleving. Laten we Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, nog eens citeren. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations schrijft ze over Jack Kerouac’s On the Road:
Kerouac has… provided an enduring portrait of the
national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated
American life for his generation.
In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat door de uiterlijke schijn
heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan literatuur interpreteren,
verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals Mak doet. Ze laat zien dat
in On the Road de protagonist
Sal Paradise goes on the road to escape from life
rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility of
more demanding human relationships, and from a more demanding human
relationship with himself.
Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is in feite een beschrijving van de VS die Mak niet
kan accepteren. Kerouac laat een van zichzelf en de maatschappij vervreemde
stem horen, die leeft in een niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers
consumenten zijn geworden en allen on the
road zijn, zonder een duidelijk doel, op zoek
naar normen en waarden, ‘misschien wel
moraliteit,’ zoals Steinbeck opmerkte toen hij in
een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees op ‘a creeping, all-pervading,
nerve-gas of immorality which starts in the nursery and does not stop before it
reaches the highest offices, both corporate and governmental.’ Een van de
belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het permanent gemobiliseerd zijn,
zowel fysiek (de auto) als mentaal (reclame en politieke propaganda). Carole Gottlieb
Vopat:
Reality is never good enough; it must be
classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of
reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations,
whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected
from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal
with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the
road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision,
purpose, and especially, in the best American tradition, responsibility… Sal
refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as
well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to
live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than
emotions.
Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde
reflexen gedreven Amerikaanse massacultuur is nauwelijks denkbaar.
They avoid anything – self-analysis, self-awareness,
thinking – which would threaten or challenge them, for with revelation comes
responsibility for change and, above all, they do not want change. They demand
lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and
mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.
In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:
Sal and his friends are not seeking or celebrating
self, but are rather fleeing from identity. For all their solipsism, they are
almost egoless. They do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there
is only the Eternal now, the jazz moment, which demands absolutely nothing…
Their emphasis on spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars
they are suspended from live and living, as if in a capsule hurtling
coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor values but this
encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end that is much
like death.
Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een
virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft daar geen oog voor.
Hij ziet slechts hopeloos gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur
schept daarentegen een gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die
niet door de façade kan heen kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s
reisgenoot wijst ons erop dat
Dean Moriarty is himself America, or rather the
dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting
with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty,
lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing
frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.
Ze constateert verder dat
Kerouac is able to step back from his characters to
point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification of
life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road,
rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that
the shortcomings of the country to which they are so intimately connected.
Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of
corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In
particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching
characters with any public meaning or communal values to counteract the
emptiness of their private lives.
Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor ‘een los geschreven verslag van een
Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en
betekenis, naar verlossing zelfs, waarbij
Dean’s response to continual disillusionment is to
forsake the destination for the journey: ‘Move!’
terwijl Sal
continually perceives the futility and insanity of
his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike
innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness
ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons
about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the
obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight
of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally
repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.
On the Road bevat namelijk tevens een
fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar
niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak
allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the
Road ‘om het schijt hebben
aan alles’ terwijl het thema van de roman
precies het tegenovergestelde is. Carole Gottlieb Vopat die zich verdiepte in de roman benadrukt het volgende:
Although Dean’s madness endows everything with
frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely
meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off
with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment
of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive –
the moment when you know all and everything is decided for ever.’
Het Amerikaanse systeem roept een onverzadigbare hang op naar kicks,
naar extase, naar het geexalteerde, naar het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder
verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute individualisme,
waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen
komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet, of een
andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem
bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer
overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben
deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen.
F. Scott Fitzgerald: 'All the stories that came into my head had a touch
of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the
diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as
beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t
happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless
business these people thought – this generation just younger than me.'
Carole Gottlieb Vopat: 'Dean Moriarty is himself America, or rather the dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty, lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.'
Later meer over de Nederlandse mainstream opiniemakers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten