zaterdag 28 september 2013

De Mainstream Pers 33



Er zijn machten aan de gang boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend.
Geert Mak. Radio I. 29 april 2013.

Because they (citizens) press for more action to meet the problems they have to face, they require more social control. At the same time they resist any kind of social control that is associated with the hierachical value they have learned to discard and reject. The problem may be worldwide.
Trilateral Commission Report. The Crisis of Democracy. 1975

[G]edurende zeker vijf decennia was het Europese project zeer succesvol. Dat is het in veel opzichten nog altijd, vergeet dat nooit – praat bijvoorbeeld maar eens met de Polen, de Esten of de andere voormalige Oost-Europeanen...

Kun je… de totaal verstoorde verhouding tussen staat en privé in de voormalige Oostbloklanden als bij toverslag laten verdwijnen? En geldt dat niet nog sterker voor de diepgewortelde tradities van cliëntelisme en patronage in de meeste Zuid-Europese landen?
Geert Mak.  Abel Herzberglezing. 22 september 2013

This collection is centred on the fundamental problem of creating legitimacy for capitalism: how can an inherently and profoundly anti-democratic system contain and limit dissent and at the same time present itself as ostensibly ‘democratic’? It will examine how ideological and material limits are placed on democratic practice, suppressing oppositional politics and restricting people’s freedoms in order to protect the capitalist social order from challenges for greater social, economic and political equality and freedoms. It will argue that these limits are sustained using hollowed out, carefully managed versions of ‘democracy’, which exploit the popular appeal of democratic ideals while suppressing political dissent. Thus the grand promise of social and political equality is exploited to protect a system which requires gross social and political inequality.

Capitalism is dependent upon its relentless expansion and penetration into new spheres – such as land, resources and forms of labour – and consequently can permit only a very limited degree of popular participation. This is restricted to nominal political ‘rights’ which are separated from, and privileged over, socio-economic equality. Thus even while inequality deepens, our legal and social sanctioned political agency is largely limited to choosing between a selection of politically homogeneous parties once every four to five years. These elections have become empty, largely symbolic rituals, in which professionalized marketing campaigns elide any substantial political debate. Meanwhile, our legal avenues to hold our putative representatives to account, or to persuade them to take heed of our demands, are restricted to actions via pressure groups or tame and largely ineffectual protest about specific, isolated issues. This ensures that the capitalist system is able to reap catastrophic damage upon subject populations and the environment, even to the extent of threatening the habitability of the planet, while remaining, for the most part, insulated from public challenge.
Rebecca Fisher. Managing Democracy. Managing Dissent. Capitalism, Democracy and the Organisation of Consent. 2013

Ik gebruik deze citaten om te laten zien wat het verschil is tussen kritische Amerikaanse intellectuelen en de Nederlandse mainstream opiniemakers, met Rebecca Fisher en Geert Mak als prototypische voorbeelden. Wat onmiddellijk opvalt is dat Mak geen enkel  inzicht heeft in de structuur van het systeem waarin hij leeft, hij zwenkt van links naar rechts en stemt zijn betoog af aan het publiek dat hij op een bepaald moment aanspreekt. Niet 'de totaal verstoorde verhouding tussen staat en privé' in de kapitalistische democratieën zijn het probleem, zoals Rebecca Fisher laat zien, nee die 'in de voormalige Oostbloklanden.' Niet de 'diepgewortelde tradities van cliëntelisme en patronage' van de rijke elite in de kapitalistische metropolen als Washington en Londen zijn het probleem, maar die 'in de  meeste Zuid-Europese landen.' In zijn bestseller In Europa, waar ook nog een uitgebreide televisieserie van werd gemaakt, concludeerde Mak in 2004 met grote stelligheid dat

Europa als vredesproces een eclatant succes [was]. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.

Dat was nog in de tijd voorafgaand aan de kredietcrisis die Mak en de rest van de Nederlandse mainstream pers niet zagen aankomen, in tegenstelling tot kritische Amerikaanse deskundigen zoals ondermeer uit het volgende blijkt:

On Sept. 7, 2006, Nouriel Roubini, an economics professor at New York University, stood before an audience of economists at the International Monetary Fund and announced that a crisis was brewing. In the coming months and years, he warned, the United States was likely to face a once-in-a-lifetime housing bust, an oil shock, sharply declining consumer confidence and, ultimately, a deep recession. He laid out a bleak sequence of events: homeowners defaulting on mortgages, trillions of dollars of mortgage-backed securities unraveling worldwide and the global financial system shuddering to a halt. These developments, he went on, could cripple or destroy hedge funds, investment banks and other major financial institutions like Fannie Mae and Freddie Mac.

Vijf jaar later vroeg de immer naar ‘hoop’ zoekende Geert Mak in zijn boekje De hond van Tisma zich verbijsterd af:

Hoe zijn we zo plotseling in deze nachtmerrie terechtgekomen?

Mak’s verbijstering is niet vreemd, want hij heeft geen benul van hoe het westerse neoliberale systeem werkelijk functioneert, en dus vroeg hij zich te laat af hoe het kon dat

Europa een lokaal probleem zo uit de hand liet lopen, dat het nu de hele wereldeconomie bedreigt.

Nog steeds had hij niet door dat niet in de eerste plaats ‘Europa’ het ‘probleem’ was, maar de VS, waar het globaliserende neoliberale systeem met zijn privatisering en deregulering was ontwikkeld. Zo ontstond een ongecontroleerd systeem waarbij vele honderden miljarden aan niet bestaand geld werden uitgeleend, in een imperium dat elke dag weer meer dan anderhalf miljard dollar moest lenen om overeind te kunnen blijven, en nu een buitenlandse schuld heeft die omgerekend $52,856.21 per inwoner bedraagt, een schuld die de VS nooit zal kunnen aflossen maar desalniettemin blijft toenemen. Hoe dan ook, Mak concludeerde in augusutus 2011 ineens geschrokken:   

Het Europese project als geheel is nu al zwaar beschadigd; met kunst- en vliegwerk blijft het misschien bestaan.

Maar slechts vijf maanden later, januari 2012, had Geert Mak  zijn mening opnieuw aangepast door tegenover mij in een e-mail te stellen dat de Duitse auteur Hans Magnus Enzensberger een ‘grumpy old,’ man was die ‘alles heeft opgegeven,’ een mening die hij baseerde op het feit dat deze Duitse auteur veel sceptischer was over de zogeheten ‘Europese eenwording.’ Zo schreef Enzensberger over opiniemakers als Mak:

In de ogen van haar pleitbezorgers wordt het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en constituties van de Europese landen.

Inmiddels kon zelfs Mak niet meer kunnen ontkennen dat Enzensberger veel dichter bij de waarheid zat met  zijn essay Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe, waarin hij had geconstateerd dat

Er geen gebrek [bestaat] aan uitingen van ressentiment, van stille of publieke sabotage, maar in het algemeen heeft het fameuze democratische deficiet niet geleid tot revolte, eerder tot apathie en cynisme, tot minachting van de politieke kaste of tot collectieve moedeloosheid.



Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe. De Nederlandse titel is fout. Het begrip 'disenfranchisement' betekent 'het ontzetten uit een recht, rechten/privileges ontnemen
(in het bijzonder) het kiesrecht/de burgerrechten ontnemen.'


In tegenstelling tot Enzensberger bleef Mak, die tot de Franse Légion d’Honneur werd verheven voor de onschatbare bijdrage die hij met In Europa geleverd heeft aan het Europese project,’  blind voor de werkelijkheid door het ‘Verenigd  Europa’ te blijven verkopen  met argumenten als ‘bij een overdracht van soevereiniteit aan Brussel kleine landen aan macht [winnen], hoe vreemd dat ook klinkt.’ Dat de macht in het inmiddels neoliberale Europa gerund werd in overeenstemming met de belangen van grote concerns had het boegbeeld van de Nederlandse mainstream nog steeds niet door, hoewel hij wel begreep dat zijn propaganda subtieler moest worden, getuige het feit dat hij niet langer meer de conclusies van zijn meer dan 1200 pagina’s tellende In Europa hardop durfde rondbazuinen. Ook Mak besefte dat grote delen van zijn lezerspubliek inmiddels onraad roken en begonnen te beseffen dat het in ons globaliserende systeem niet de politici de macht in handen hebben, maar de banken en het management van de grote concerns. Steeds zichtbaarder werd het dat de economische macht haar lobbyisten in Brussel aanstuurden om het politieke beleid te bepalen, precies zoals de ‘grumpy old’ man Enzensberger tot ergernis van Mak had geschreven. Zodra de banken door hun eigen gespeculeer in grote financiële moeilijkheden dreigen te komen dan is één telefoontje voldoende om buiten het parlement om in enkele uren tijd de macht van de institutionele beleggers en andere speculanten in lucht weer veilig te stellen. Nu dit besef groeide, vooral ook omdat de langdurige kapitalistische crisis maar niet overging, verklaarde Mak op 29 april 2013 op de radio dat:

Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend,

Maar omdat Geert Mak niemand anders is dan Geert Mak had hij zijn opinie vijf maanden later wederom aangepast. Voor een Nederlands mainstreampubliek in het sociaaldemocratische bolwerk de Rode Hoed  eindigde hij zijn geruststellende nog geen 5000 woorden lange betoog met de categorische conclusie:

geen gemeenschap zonder veiligheid, zelfbeschikking en solidariteit, en tegelijk geen gemeenschap zonder verbeelding. Geen Jorwerd zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwerd.

Geen Europa zonder Mak en Geen Mak zonder Europa.

Kortom, Leve Europa, geen dorp zonder stad, ‘geen veiligheid, zelfbeschikking en solidariteit’ zonder Brussel, ‘geen gemeenschap’ zonder het fameuze democratische deficiet,’ zoals Enzensberger het typeerde, geen Jorwerd zonder de bureaucratische macht van Brussel dat allereerst de belangen van de grote concerns en banken beschermt. Mak's woorden verraden een totalitair beeld, hij wil zijn publiek ervan overtuigen dat Europa geen toekomst heeft zonder het kapitalistische 'Brussel.' Enzensberger mocht dan wel gelijk hebben, hij was en bleef in de ogen van Mak en de zijnen een ‘doemdenker’ die dan ook nooit verheven zou worden tot het onsterfelijke Legioen van Eer. Tijdens  zijn verdediging van het neoliberale Europa sprak Mak in de Rode Hoed met geen woord over de macht van het ‘grootkapitaal,’ waarin hij ‘nooit zo in geloofd’ heeft  ‘maar nu wel,’ en dat als een zwaard van Damocles ‘boven Europa’ hangt, en ‘waar je niks tegen kunt doen.’ En hoewel Mak dit feit vijf maanden eerder  nog ‘buitengewoon beklemmend’ vond, sprak hij tijdens de Abel Herzberglezing met geen woord erover, zelfs het grip kapitalisme werd niet één keer door hem genoemd. Ziehier het poldermodel in werking, en aangezien er in Nederland geen kritische intellectuele traditie bestaat, zwijgt de goegemeente. Mak's ‘grootkapitaal’ mag dan wel de ‘democratie’ buiten werking hebben gesteld, toch geldt: ‘Geen Jorwerd zonder Brussel’ en ‘geen Brussel zonder Jorwerd.’ Nog steeds beseft de polder mainstream niet wat er daadwerkelijk aan het gebeuren is. Als vleesgeworden poldermodel illustreert Mak als geen ander in Nederland de stuitende onnozelheid. De vraag is dan ook hoe iemand die zijn eigen maatschappij niet begrijpt, de VS kan begrijpen? Het antwoord is simpel: dat kan niet. De Amerikaanse cultuur is hem wezensvreemd, zoals ondermeer blijkt uit het feit dat hij Jacks Kerouac’s klassieke werk On the Road en passant afdeed als ‘egotripperig’ en dat

De aantrekkingskracht van figuren als... Jack Kerouac alles [had] te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking, van de plicht om iets van het leven te maken.

Daarentegen laat de Amerikaanse hoogleraar Engels, Carole Gottlieb Vopat, zien hoe gelaagd en complex On the Road is. Over de hoofdpersoon Sal schreef ze dat hij:

continually perceives the futility and insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.


On the Road is tevens een fundamentele kritiek op het onvolwassene en de vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the Road slechts ‘om het schijt hebben aan alles,’ terwijl in werkelijkheid het thema van de roman precies het tegenovergestelde is. Gottlieb Vopat die zich verdiepte in de roman benadrukt het volgende:

Although Dean’s madness endows everything with frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive – the moment when you know all and everything is decided for ever.’

Het Amerikaanse systeem roept een niet te verzadigen hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar drugs, alcohol of coke, naar het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet. In het hart van het Amerikaanse systeem bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt en verslindt, tot niets meer overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen. En in het geval van Kerouac’s boek ziet Mak niets anders dan het ‘egotripperige.’ Mak stelt over ‘de naoorlogse generatie’:

De aantrekkingskracht van figuren als James Dean en Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking,

een in zijn ogen typisch ‘Amerikaans’ fenomeen. Maar wat achter die ‘drang tot zelfverwerkelijking’ schuilgaat is voor de mainstream niet meer dan ‘egotripperig’ gedrag. Zou Mak evenwel het essay An American Education hebben gelezen van Tim Hunt, hoogleraar Engels aan de Washington State University, dan had hij het volgende geweten over de diepere drijfveren van het ‘escapisme’ in On the Road:

Dean represents the New World at its most a anarchistic and individualistic. Dean’s ‘marriage’ to Sal is fated to end in divorce, as are all his ogther marriages. The disintegration of the relationship, though, defines for Sal a basic dichotomy. He can respond to his vision of death by accepting ‘marriage,’ by believing in the purposefulness of death in the cyclical, Old World pattern; or he can respond by becoming an ‘American’ like Dean, by taking his isolation, his individuality, as an opportunity to ignore death by ignoring time and social pattern. He can try to overcome death by living as if outside time and society, cultivating the moment and torturing the senses to attain the ‘timeless’ through temporary vision and ecstasy. The problem with the first response is that it is likely to result in the shallowness and social constriction that Sal flees in the book’s beginning. The problem with the second, as Dean knows and as Sal discovers in part three, is that it leads to exhaustion and quite probably an early death.

Mak daarentegen prefereert een mok thee, en een comfortabele lederen fauteuil om door de VS te rijden. Zo flikte hij het, met naast zich zijn echtgenote voor de 'gezelligheid.' en een stuk minder 'egotripperij,' moeten we aannemen.

In een cultuur die geen verleden en toekomst kent, alleen een permanent dwingend heden waaruit niemand kan ontsnappen, bestaat er geen ruimte voor de dood, continuiteit bestaat er niet, de cirkel is doorbroken, overgebleven is slechts een kaarsrechte weg vooruit, almaar vooruit. Vandaar Mak’s misvatting dat ‘Amerikanen… hele optimistische mensen’ zijn. In hun land is alles ‘nieuw.’ Oud betekent de dood, die zinloos lijkt, een onrechtvaardig einde van het leven in een onverzadigbare consumentenparadijs. Het gespeelde ‘optimisme,’ waar Mak zich zo op verkijkt, functioneert daarbij als een verdedigingswal waarachter angstige en van elkaar geisoleerde mensen zich verschuilen. De Amerikaanse dichter Gary Snyder in Turtle Island:

A culture that alienates itself from the very ground of its own being -- from the wilderness outside (that is to say, wild nature, the wild, self-contained, self-informing ecosystems) and from that other wilderness. the wilderness within – is doomed to a very destructive behavior, ultimately perhaps self-destructive behavior.

Ook het werk van Gary Snyder heeft Mak niet gelezen, zo blijkt uit zijn literatuurlijst, en evenmin de romans van een van de grootste Amerikaanse auteurs van de twintigste eeuw: F. Scott Fitzgerald. In The Crack-Up schrijft hij:

All the stories that came into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless business these people thought – this generation just younger than me.

In Reizen zonder John is Mak ‘op zoek naar Amerika,’ inderdaad zonder John.’ Maar niet alleen ‘zonder John,’ ook zonder al die andere Amerikaanse schrijvers en beeldend kunstenaars die in hun werk doordringen tot de diepere lagen van hun samenleving. Laten we Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, nog eens citeren. In de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations schrijft ze over Jack Kerouac’s On the Road:

Kerouac has… provided an enduring portrait of the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated American life for his generation.

In tegenstelling tot Mak kan Gottlieb Vopat door de uiterlijke schijn heenkijken en tussen de regels door lezen. Ze kan literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver, zoals Mak doet. Ze laat zien dat in On the Road de protagonist

Sal Paradise goes on the road to escape from life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility of more demanding human relationships, and from a more demanding human relationship with himself.

Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is in feite een beschrijving van de VS die Mak niet kan accepteren. Kerouac laat een van zichzelf en de maatschappij vervreemde stem horen, die leeft in een niet te ontsnappen werkelijkheid waarin burgers consumenten zijn geworden en allen on the road zijn, zonder een duidelijk doel, op zoek naar normen en waarden, ‘misschien wel moraliteit,’ zoals Steinbeck opmerkte toen hij in een brief zijn vriend Adlai Stevenson wees op ‘a creeping, all-pervading, nerve-gas of immorality which starts in the nursery and does not stop before it reaches the highest offices, both corporate and governmental.’ Een van de belangrijke kenmerken van de Amerikaanse cultuur is het permanent gemobiliseerd zijn, zowel fysiek (de auto) als mentaal (reclame en politieke propaganda). Carole Gottlieb Vopat:

Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s roleplaying shelters him from obligations, whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition, responsibility… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than emotions.

Een treffendere beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde reflexen gedreven  Amerikaanse massacultuur is nauwelijks denkbaar.

They avoid anything – self-analysis, self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.

In tegenstelling tot Mak’s bewering over het ‘egotripperige van Kerouac’ stelt Gottlieb Vopat:

Sal and his friends are not seeking or celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there is only the Eternal now, the jazz moment, which demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end that is much like death.

Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een virtuele werkelijkheid die nu wereldwijd heerst. Mak heeft daar geen oog voor. Hij ziet slechts hopeloos gedrag. De journalistiek is eendimensionaal, de literatuur schept daarentegen een gelaagde werkelijkheid, ontoegankelijk voor degene die niet door de façade kan heen kijken. Carole Gottlieb Vopat over Sal’s reisgenoot wijst ons erop dat

Dean Moriarty is himself America, or rather the dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty, lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.

Ze constateert verder dat

Kerouac is able to step back from his characters to point out their follies; to show, for example, Dean’s pathetic justification of life on the road... ‘What’s your road man? – holy boy road, mad man road, rainbow road, guppy road, guppy road, any road… Kerouac further points out that the shortcomings of the country to which they are so intimately connected. Kerouac’s response to America is typically disillusioned. America is a land of corruption and hypocrisy, the exitement and adventure of the past. In particular Kerouac indicts America for failing to provide his searching characters with any public meaning or communal values to counteract the emptiness of their private lives.

Het zal duidelijk zijn dat wat Mak aanziet voor een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens,’ in werkelijkheid een bezeten zoektocht is van de hoofdpersoon Sal naar zin en betekenis, naar verlossing zelfs, waarbij

Dean’s response to continual disillusionment is to forsake the destination for the journey: ‘Move!’

terwijl Sal

continually perceives the futility and insanity of his journeys, yet continually makes them, always with the same childlike innocence and expectation, always to follow the same pattern of hopefulness ending in disillusionment as he learns and relearns the same weary lessons about America and Dean Moriarty. Nonetheless, Sal does finally accept the obligations of his insights and revelations, decides to bear the heavy weight of change and responsibility, and grows up to understand, evaluate and finally repudiate Dean Moriarty, The American Dream, and life on the road.

On the Road bevat namelijk tevens een fundamentele kritiek op de kinderlijkheid en vulgariteit van de zogeheten Amerikaanse Droom en het permanent gemobiliseerd zijn, zonder richting en op weg naar niets, in een poging de verpletterende leegte te ontsnappen. Het is Geert Mak allemaal ontgaan. Voor hem handelt On the Road ‘om het schijt hebben aan alles’ terwijl het thema van de roman precies het tegenovergestelde is.  Carole Gottlieb Vopat die zich verdiepte in de roman benadrukt het volgende:

Although Dean’s madness endows everything with frenetic significance, Sal knows that ‘It made no sense… It was a completely meaningless set of circumstances that made Dean come, and similarly I went off with him for no reason.’ Now only pot can make him believe that IT, the moment of decision and revelation, is at hand; ‘that everything was about to arrive – the moment when you know all and everything is decided for ever.’


Het Amerikaanse systeem roept een onverzadigbare hang op naar kicks, naar extase, naar het geexalteerde, naar het eeuwige nu, zonder verleden en toekomst, zonder verplichtingen, zonder alle andere medemensen, het absolute individualisme, waar alles en iedereen willoos omheen cirkelt en niet uit hun baan kunnen komen, behalve door een financiele crash, de inslag van een komeet, of een andere grootscheepse natuurramp. In het hart van het Amerikaanse systeem bevindt zich een groot zwart gat dat alles naar zich toetrekt tot niets meer overblijft. Kerouac en een aanzienlijk aantal andere Amerikaanse auteurs hebben deze werkelijkheid beschreven, maar Mak heeft hun werk niet gelezen.  


F. Scott Fitzgerald: 'All the stories that came into my head had a touch of disaster in them – the lovely young creatures in my novels went to ruin, the diamond mountains of my short stories blew up, my millionaires were as beautiful and damned as Thomas Hardy’s peasants. In life these things hadn’t happened yet, but I was pretty sure living wasn’t the reckless, careless business these people thought – this generation just younger than me.'



Carole Gottlieb Vopat: 'Dean Moriarty is himself America, or rather the dream of America, once innocent, young, full of promise and holiness, bursting with potential and vitality, now driven mad, crippled, impotent… ragged, dirty, lost, searching for a past of security and love that never existed, trailing frenzy and broken promises, unable to speak to anybody anymore.'




Later meer over de Nederlandse mainstream opiniemakers.

Geen opmerkingen: