Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition...
Why is our electoral
turnout rate so low?
om vervolgens te constateren dat de VS
has defined its raison
d’être ideologically. As historian Richard Hofstadter has noted, ‘It has been
our fate as a nation not to have ideologies, but to be one.’ In saying this,
Hofstadter reiterated Ralph Waldo Emerson and Abraham Lincoln’s emphases on the
country’s ‘political religion,’ alluding in effect to the former’s statement
that becoming American was a religious, that is, ideological act. The ex-Soviet
Union apart, other countries define themselves by a common history as birthright
communities, not by ideology…
Winston Churchill once
gave vivid evidence to the difference between a national identity rooted in
history and one defined by ideology in objecting to a proposal in 1940 to
outlaw the anti-war Communist Party. In a speech in the House of Commons,
Churchill said that as far as he knew, the Communist Party was composed of
Englishmen and that he did not fear an Englishman. In Europe, nationality is
related to community, and thus one cannot become un-English or un-Swedish. Being
an American, however, is an ideological commitment. It is not a matter of
birth. Those who reject American values are un-American.
Volgens Lipset werd deze ideologie gekenmerkt door de
verheerlijking van het individu:
America has been
dominated by pure bourgeois, middle-class individualistic values. As (H.G.) Wells put it: ‘Essentially America is middle class
[which has] become a community and so essentially problems are the problems of
a modern individualistic society, stark and clear.’
Dat zijn niet alleen de problemen van de vervreemding, het
benauwende isolement van het individu in een onverzadigbare
consumptiemaatschappij. Ook het permanente expansionisme is problematisch
gezien de daarbij behorende mentaliteit van het gemobiliseerd zijn, zowel
fysiek als mentaal, waardoor het individu nooit echt kan wortelen in zijn
omgeving. Vandaag de dag voelt het
geisoleerde individu zich door van alles bedreigd als gevolg van wat de Amerikaanse
socioloog Phlip Slater in zijn studie The Pursuit of Loneliness noemde ‘the competitive greed and inhumanity that dominates the market economy,’ een zichzelf
vernietigende cultuur die organisch is voortgekomen uit het feit dat
This nation was settled
and continually repopulated by people who were not personally successful in confronting
the social conditions in their mother country, but fled in the hope of a better
life. By a kind of natural selection, America was disproportionately populated
with a certain kind of person.
In the past we’ve always
stressed the positive side of this selection, implying that America thereby
found herself blessed with an unusual number of energetic, mobile, ambitious,
daring, and optimistic persons.
very little attention
has been paid to the negative side of the selection. If we gained the energetic
and daring, we also gained the lion’s share of the rootless, the unscrupulous,
those who valued money over relationships, and those who put
self-aggrandizement ahead of love and loyalty. And most of all, we gained an
undue proportion of persons who, when faced with a difficult situation, tended
to chuck the whole thing and flee to a new environment. Escaping, evading, and
avoiding are responses which lie at the base of much that is peculiarly
American…
Dit diepe inzicht ontbreekt bij de Nederlandse
mainstream opiniemakers. Waneer Geert Mak verklaart dat
Amerikanen, vergeleken met ons fatalistische
Europeanen, op een bepaalde manier hele optimistische mensen blijven. Echt, dat
vind ik ook fantastisch van ze! Ze blijven de moed erin houden,
dan is
duidelijk dat dit niet alleen een eenzijdig beeld is, maar ook dat de Amerikaanse
cultuur voor hem wezensvreemd is. Het verklaart ook waarom zijn Reizen
zonder John, waarin Mak claimt ‘op zoek naar Amerika’ te zijn, een oppervlakkig boek is. Hij begrijpt Amerikanen niet, zoals opnieuw blijkt uit zijn opmerking dat
Het egotripperige van Kerouac
mij nooit zo [heeft] aangetrokken.
Mak typeert
Jack Kerouac met een tautologie: 'een nieuwe
trendsetter,' met andere woorden: ‘iemand die aangeeft wat in de mode is.’ Vanuit zijn
polderoptiek omschrijft hij als Nederlandse opiniemaker de inmiddels klassiek geworden roman On the Road als
een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens… Kerouacs boek [was] typerend voor een nieuwe generatie die de nadruk legde op consumeren. Bij Kerouac ging het niet meer om het nut en het doel van de tocht, maar enkel om de reis op zich, om het ontworteld zijn, om het schijt hebben aan alles... De aantrekkingskracht van figuren als... Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking, van de plicht om iets van het leven te maken.'
Het is het oordeel van een domineeszoon, die net zoveel van Kerouac’s drijfveren heeft begrepen als Kerouac de calvinistische motieven van Geert Mak zou hebben begrepen. (‘nut, doel, tocht, plicht.’) Hier is sprake van twee gescheiden werelden. Het knusse poldermodel versus de drang om de wereld in te trekken. Bovendien kan de mainstream de marge nooit doorgronden, zeker niet de marge uit een in sommige opzichten wezenlijk andere cultuur. In tegenstelling tot Geert Mak heeft de Amerikaanse hoogleraar Engels, Mark Richardson, het werk van Kerouac uitgebreid bestudeerd. In het essay Peasant Dreams: Reading On the Road laat hij op een heldere manier zien hoe 'de Amerikaan,' waar Mak het voortdurend over heeft, alleen op het witte doek bestaat, in de cliché werkelijkheid van bijvoorbeeld John Wayne, nog steeds de populairste Amerikaanse filmster. Het complexe On the Road daarentegen focust zich op de dagelijkse realiteit. Richardson:
All the essential Cold War questions trouble
Kerouac's novel: What is America? Who are Americans? Are we the chosen or the
damned? Kerouac need hardly address these questions directly, because the structure
of feeling of On the Road is itself tempered by the Cold War, with its
restless anxiety, its troubled optimism, its delirium and depression...
America, Kerouac seems to say, has always been an beautiful fiction believing
itself into existence as it unfolds westwards.
Op haar
beurt schreef Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, in de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations over On the Road dat Kerouac:
provided an enduring portrait of the national psyche; like
Fitzgerald, he has defined America and delineated American life for his
generation.
Gottlieb
Vopat kijkt door de uiterlijke schijn heen en leest tussen de regels door. Ze
kan literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver. Ze
laat zien dat in On the Road de protagonist
Sal Paradise goes on the road to escape from life rather than to find
it, that he runs from the intimacy and responsibility of more demanding human
relationships, and from a more demanding human relationship with himself.
Wat Mak als
‘egotripperig’ afdoet is
in feite een fascinerende en haarscherpe analyse van de leegte in de Amerikaanse
cultuur, een leegte die Mak niet kan zien. De Nederlandse mainstream pers is niet in
staat tot de kern door te dringen omdat het zichzelf voortdurend dwingt door
een ideologische bril te kijken. Dat blijkt opnieuw wanneer Geert Mak Travels With
Charley van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar John Steinbeck
diskwalificeert door in Reizen zonder John te beweren:
Tijdens zijn reis met Charley werd hij voor het
eerst ongenadig geconfronteerd met degene die hij in werkelijkheid was: een
oudere man die zichzelf overschreeuwde, die zijn leeftijd niet kon accepteren,
zijn jeugd niet kon loslaten.
Volgens Mak
‘breekt’ in Travels With Charley ‘Steinbecks eeuwig sluimerende pessimisme nu ongegeneerd naar buiten,’ en werd duidelijk dat ‘Ook Steinbeck een doemdenker [was].’ En daar moeten de Nederlandse mainstream journalisten helemaal niets van
hebben, zoals Mak’s collega Paul Brill nog eens onderstreept wanneer hij in de Volkskrant zonder met zijn ogen te
knipperen beweert dat de lezer hier te maken heeft met
een monumentaal boek met prachtige passages en een schat aan
informatie. [...] In dit boek heeft Mak minstens zoveel goede momenten als zijn
illustere voorganger. En qua betrouwerbaarheid wint hij het met gemak.
Ons kent ons, Mak is betrouwbaarder dan Steinbeck, en aldus helpt de
lamme de blinde aan hoge verkoopcijfers. Over een ander werk van Steinbeck
schrijft Mak:
Cannery Row was meer dan een aantrekkelijke, vlot geschreven novelle… Het was één grote ode aan het
doelloze bestaan, het leven omwille van het leven – en in die afwijzing van
Grootse Levensdoelen was het een buitengewoon on-Amerikaans, misschien zelfs
anti-Amerikaans – boek.
Helaas verzuimt Mak zijn publiek te vertellen wat een ‘anti-Amerikaans boek’ is. Waarschijnlijk hetzelfde als ‘Un-American’ was voor de fanatieke McCarthyisten, die na de Tweede Wereldoorlog een
heksenjacht begonnen tegen iedere Amerikaan die linkse dissidente opvattingen erop nahield. Gelukkig kan die paranoide levenshouding alleen in de VS, hier in Europa zou Mak ogenblikkelijk weggehoond worden als hij het over bijvoorbeeld een 'anti'-Nederlands
boek zou hebben gehad. Hoe dan ook, gaandeweg
zijn reis door de VS neemt Mak's woede en walging over Steinbeck’s kritische visie op zijn eigen land almaar toe.
Net als de anderen van de Nederlandse mainstream is bestsellerauteur Mak, zoals
hij mij schreef, op zoek naar ‘hoop,’ dat verkoopt
goed want 'hoop' sluit naadloos aan bij de poldermentaliteit. Voor een zoon uit een overtuigd christelijk milieu blijft gelden dat er licht aan het einde van de tunnel moet
zijn. Eens zal de verlossing komen. Het probleem is evenwel dat wie op zoek is naar ‘hoop’ en niet ‘naar Amerika’ nooit zal begrijpen wat zich daar voltrokken heeft, en evenmin datgene zal kunnen accepteren wat John Steinbeck tegen het einde van zijn leven in
een brief aan Adlai Stevenson schreef, de Amerikaanse
topdiplomaat en tot tweemaal toe Democratisch presidentskandidaat. Steinbeck
zag
a creeping, all-pervading,
nerve-gas of immorality which starts in the nursery and does not stop before it
reaches the highest offices, both corporate and governmental.
De wereldberoemde auteur wees zijn vriend op het het volgende:
Then there’s the violence, cruelty and hypocrisy
symptomatic of a people which has too much, and last the surly, ill-temper
which only shows up in humans when they are frightened.
In dezelfde brief beschreef hij de Amerikanen als
mensen die:
Having too many THINGS they spend their hours and
money on the couch searching for a soul. A strange species we are. We can stand
anything God and Nature can throw at us save only plenty. If I wanted to
destroy a nation, I would give it too much and I would have it on its knees,
miserable, greedy and sick.
Steinbeck merkte tenslotte op dat:
Someone has to reinspect our system and that soon. We can’t expect to
raise our children to be good and honorable men when the city, the state, the
government, the corporations all offer the highest rewards for chicanery and
dishonesty. On all levels it is rigged, Adlai.
En dit alles constateerde Steinbeck meer
dan een halve eeuw voordat de kredietcrisis de grootscheepse corruptie van de Amerikaanse elite aantoonde, de volksvertegenwoordigers binnenslands de kloof tussen
rijk en arm voortdurend lieten toenemen, en een Amerikaanse presidentskandidaat niet
kon winnen zonder de overvloedige financiele steun van de rijken. Maar in de optiek van de polder-mainstream is hier een gefrustreerde ‘doemdenker’ aan het woord, die volgens Mak rond 1960 ‘zichzelf overschreeuwde’ door te beschrijven hoe de mythe van de Amerikaanse Droom een nachtmerrie leek te zijn geworden en met zijn ‘sombere voorspellingen de plank’ missloeg, want ‘Amerika
zou na 1960 nog decennia van grote voorspoed beleven’ en ‘ordebewaker en
politieagent’ zou blijven. Omdat Mak, ‘altijd al’ een ‘geheime
liefde’ voor ‘Amerika’ koesterde, althans voor het beeld dat
hij zich als kind, via Donald Duck-strips, ervan had gevormd, is hij volstrekt
niet in staat de Amerikaanse cultuur te ontrafelen. Zijn enige meetlat is materiele welvaart, en dus kan hij de cultuur kritiek van Steinbeck niet begrijpen, net
zomin als hij de onrust van Kerouac kan snappen. Evenals Steinbeck en talloze
andere Amerikaanse auteurs, bekritiseert Jack Kerouac de jachtige oppervlakkige cultuur van de VS, waarin burgers
consumenten zijn geworden en allen on the road zijn, op zoek naar… ja, naar wat eigenlijk? Carole Gottlieb Vopat over On the Road:
Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and
intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s
role-playing shelters him from obligations, whether of others or of himself,
inherent in those situations He is protected from having to face and feel his
own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other
people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it
all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in
the best American tradition… Sal refuses responsibility not only for the lives
of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct
his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain
sensations rather than emotions,
aldus haar beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde reflexen
gedreven Amerikaanse massacultuur die alleen geevenaard worden door de notities van Alexis de Tocqueville die rond 1840 in het tweede deel van
Democracy
in America naar de oorzaken zocht de Amerikaanse onrust. ‘Why [are] the Americans so restless in the midst of their prosperity.’ Tocqueville:
It is strange to see with what feverish ardor
the Americans pursue their their own welfare; and to watch the vague dread that
constantly torments them, lest they should not have chosen the shortest path
which may lead to it.
A native of the United States clings to this
world’s goods as if he were certain never to die; and he is so hasty in
grasping at all within his reach, that one would suppose he was constantly
afraid of not living long enough to enjoy them. He clutches everything, he
holds nothing fast, but soon loosens his grasp to pursue fresh gratifications.
De Franse
aristocraat en politiek filosoof voorzag toen al de onverzadigbaarheid van de
Amerikaanse cultuur, het voortdurende expansionisme toen hij stelde dat
He who has set his heart exclusively upon the
pursuit of worldly welfare is always in a hurry, for he has but a limited time at
his disposal to reach, to grasp, and to enjoy it.
Het viel hem op dat de
Amerikaanse bourgeoisie:
swept away the privileges of some of their
fellow-creatures which stood in their way, but they have opened the door to
universal competition; the barrier has changed its shape rather than its
position…
Tegelijkertijd,
zo waarschuwde Tocqueville, ontstond door het egocentrisme van de Amerikaanse democratie
een ander groot probleem:
A nation which asks nothing of its government
but the maintenance of order is already a slave at heart, -- the slave of its
own well-being, awaiting the hand that will bind it.
Immers, zoals we nu ook zien
upon the great stage of the world, as we see at our theaters, a
multitude represented by a few players, who alone speak in the name of an
absent or inattentive crowd: they
alone are in action, whilst all others are stationary; they regulate everything
everything by their own caprice; they change the laws, and tyrannize at will
over the manners of the country; and then men wonder to see into how small a
number of weak and worthless hands a great people may fall.
Hoe juist Tocqueville’s analyse
van het individualisme was, waarbij de ‘American attends to his private concerns as if he were alone in the
world’ en de gemeenschap zodoende het slachtoffer wordt van de onverzadigbare begeerte van het individu, blijkt wel uit het
feit dat de afgelopen halve eeuw in één procent
van de allerrijkste Amerikanen nu van elke tien dollar vier dollar in hun zak steekt,
terwijl dit rond 1960 nog 'maar' één dollar was. En hoe hoog Geert Mak ook overal mag
opgeven over de ‘vitaliteit’ van de Amerikaanse ‘democratie,’ feit is dat al in 1962 de
Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy het volgende concludeerde:
This republic was founded on an unworldly assumption, a denial of ‘the
facts of life.’ It is manifestly untrue that all men are created equal… The
inalienable rights to life, liberty, and the pursuit of happiness appear, in
practice, have become the inalienable right to a bathtub, a flush toilet,
and a can of Spam.
Inmiddels komt al bijna een halve
eeuw bijna de helft van de
Amerikaanse kiesgerechtigden niet meer opdagen bij de presidentsverkiezingen.
De Amerikaanse Droom is ontploft, het sprookje is voorbij, de mythe is
vervluchtigd. Het kon ook niet anders zoals ook Kerouac in zijn invloedrijke On the Road liet zien, een boek waarover Bob Dylan
zei ‘it changed my life
like it changed everyone else's,’ en wel omdat het een poging was om dwars door de leegte van het Amerikaanse systeem de eindeloze tijd te doden. Alleen op die manier kon de dodelijke verveling van een flinterdunne consumptiecultuur met haar verstikkende mainstream op afstand worden gehouden. Althans, zo leek het. Professor Carole Gottlieb Vopat over de
hoofdrolspelers in On the Road:
They avoid anything – self-analysis, self-awareness, thinking – which
would threaten or challenge them, for with revelation comes responsibility for
change and, above all, they do not want change. They demand lives as thin and
narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them,
and are content with surfaces, asking no more.
Het tragische alleen was dat ze op die manier uiteindelijk net zo plat en onbenullig werden als de consumerende 'egotripperige' mainstream waarvoor ze op de vlucht waren.
In tegenstelling tot Mak’s kwalificatie dat de schrijver Jack Kerouac ‘egotripperig’ zou zijn, stelt Gottlieb Vopat:
Sal and his friends are not seeking or celebrating self, but are rather
fleeing from identity. For all their solipsism, they are almost egoless. They
do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there is only the eternal
now, the jazz moment, which demands absolutely nothing… Their emphasis on
spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars they are
suspended from live and living, as if in a capsule hurtling coast-to-coast
above the earth. They seek out not truth nor values but this encapsulated
almost fetal existence as an end in itself, an end that is much like death.
Het is een
vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een virtuele werkelijkheid
die vandaag de dag wereldwijd heerst. Mak kan de context van waaruit Kerouac schreef domweg niet begrijpen, om de simpele reden dat hij de vlees geworden mainstream is, onmachtig om achter de facade te kijken, niet beseffend dat Kerouac de valse identiteit van de massamens afwees en daarom eigenlijk egoloos wilde zijn, go with the flow, zo snel leven dat de tijd je niet kon inhalen, zoals zijn hele generatie wilde. Mak’s
journalistieke bewustzijn is eendimensionaal, en daarom is hij niet in staat de complexe en gelaagde werkelijkheid van de literatuur en de complexe psyche van de mens te
doorgronden. Meer over de polderpers morgen.
They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.
They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.
1 opmerking:
Alfred Pijpers in de Volkskrant, ik weet niet wat ik lees. Vanwege de Holocaust geen Europese sancties voor de misdaden Israël, en daarbij gaat het Pijpers om het verlies aan, schrik niet, "Joodse kennis" en het "hoogwaardige Joodse potentieel".
Een reactie posten