donderdag 26 september 2013

De Mainstream Pers 31


Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition...

                            
In zijn boek American Exceptionalism. A Double-Edged Sword stelde de Amerikaanse politieke socioloog Seymour Martin Lipset, tien jaar voor zijn dood in 2006 zichzelf en zijn lezers, de volgende vraag:
Why is our electoral turnout rate so low?
om vervolgens te constateren dat de VS
has defined its raison d’être ideologically. As historian Richard Hofstadter has noted, ‘It has been our fate as a nation not to have ideologies, but to be one.’ In saying this, Hofstadter reiterated Ralph Waldo Emerson and Abraham Lincoln’s emphases on the country’s ‘political religion,’ alluding in effect to the former’s statement that becoming American was a religious, that is, ideological act. The ex-Soviet Union apart, other countries define themselves by a common history as birthright communities, not by ideology…
Winston Churchill once gave vivid evidence to the difference between a national identity rooted in history and one defined by ideology in objecting to a proposal in 1940 to outlaw the anti-war Communist Party. In a speech in the House of Commons, Churchill said that as far as he knew, the Communist Party was composed of Englishmen and that he did not fear an Englishman. In Europe, nationality is related to community, and thus one cannot become un-English or un-Swedish. Being an American, however, is an ideological commitment. It is not a matter of birth. Those who reject American values are un-American.
Volgens Lipset werd deze ideologie gekenmerkt door de verheerlijking van het individu:
America has been dominated by pure bourgeois, middle-class individualistic values. As (H.G.) Wells put it: ‘Essentially America is middle class [which has] become a community and so essentially problems are the problems of a modern individualistic society, stark and clear.’
Dat zijn niet alleen de problemen van de vervreemding, het benauwende isolement van het individu in een onverzadigbare consumptiemaatschappij. Ook het permanente expansionisme is problematisch gezien de daarbij behorende mentaliteit van het gemobiliseerd zijn, zowel fysiek als mentaal, waardoor het individu nooit echt kan wortelen in zijn omgeving. Vandaag de dag voelt het geisoleerde individu zich door van alles bedreigd als gevolg van wat de Amerikaanse socioloog Phlip Slater in zijn studie The Pursuit of Loneliness noemde ‘the competitive greed and inhumanity that dominates the market economy,’ een zichzelf vernietigende cultuur die organisch is voortgekomen uit het feit dat
This nation was settled and continually repopulated by people who were not personally successful in confronting the social conditions in their mother country, but fled in the hope of a better life. By a kind of natural selection, America was disproportionately populated with a certain kind of person.
In the past we’ve always stressed the positive side of this selection, implying that America thereby found herself blessed with an unusual number of energetic, mobile, ambitious, daring, and optimistic persons.
De socioloog Slater benadrukte al in 1970 dat
very little attention has been paid to the negative side of the selection. If we gained the energetic and daring, we also gained the lion’s share of the rootless, the unscrupulous, those who valued money over relationships, and those who put self-aggrandizement ahead of love and loyalty. And most of all, we gained an undue proportion of persons who, when faced with a difficult situation, tended to chuck the whole thing and flee to a new environment. Escaping, evading, and avoiding are responses which lie at the base of much that is peculiarly American…
Dit diepe inzicht ontbreekt bij de Nederlandse mainstream opiniemakers. Waneer Geert Mak verklaart dat
Amerikanen, vergeleken met ons fatalistische Europeanen, op een bepaalde manier hele optimistische mensen blijven. Echt, dat vind ik ook fantastisch van ze! Ze blijven de moed erin houden,
dan is duidelijk dat dit niet alleen een eenzijdig beeld is, maar ook dat de Amerikaanse cultuur voor hem wezensvreemd is. Het verklaart ook waarom zijn Reizen zonder John, waarin Mak claimt ‘op zoek naar Amerika’ te zijn, een oppervlakkig boek is. Hij begrijpt Amerikanen niet, zoals opnieuw blijkt uit zijn opmerking dat

Het egotripperige van Kerouac  mij nooit zo [heeft] aangetrokken.

Mak typeert Jack Kerouac met een tautologie: 'een nieuwe trendsetter,met andere woorden: iemand die aangeeft wat in de mode is.’  Vanuit zijn polderoptiek omschrijft hij als Nederlandse opiniemaker de inmiddels klassiek geworden roman On the Road als

een los geschreven verslag van een Amerikaanse zwerftocht door twee wilde jongens… Kerouacs boek [was] typerend voor een nieuwe generatie die de nadruk legde op consumeren. Bij Kerouac ging het niet meer om het nut en het doel van de tocht, maar enkel om de reis op zich, om het ontworteld zijn, om het schijt hebben aan alles... De aantrekkingskracht van figuren als... Jack Kerouac had alles te maken met de traditionele Amerikaanse drang tot zelfverwerkelijking, van de plicht om iets van het leven te maken.'

Het is het oordeel van een domineeszoon, die net zoveel van Kerouac’s drijfveren heeft begrepen als Kerouac de calvinistische motieven van Geert Mak zou hebben begrepen. (‘nut, doel, tocht, plicht.’) Hier is sprake van twee gescheiden werelden. Het knusse poldermodel versus de drang om de wereld in te trekken. Bovendien kan de mainstream de marge nooit doorgronden, zeker niet de marge uit een in sommige opzichten wezenlijk andere cultuur. In tegenstelling tot Geert Mak heeft de Amerikaanse hoogleraar Engels, Mark Richardson, het werk van Kerouac uitgebreid bestudeerd. In het essay  Peasant Dreams: Reading On the Road laat hij op een heldere  manier zien hoe 'de Amerikaan,' waar Mak het voortdurend over heeft, alleen op het witte doek bestaat, in de cliché werkelijkheid van bijvoorbeeld John Wayne, nog steeds de populairste Amerikaanse filmster. Het complexe On the Road daarentegen focust zich op de dagelijkse realiteit. Richardson:
All the essential Cold War questions trouble Kerouac's novel: What is America? Who are Americans? Are we the chosen or the damned? Kerouac need hardly address these questions directly, because the structure of feeling of On the Road is itself tempered by the Cold War, with its restless anxiety, its troubled optimism, its delirium and depression... America, Kerouac seems to say, has always been an beautiful fiction believing itself into existence as it unfolds westwards.
Op haar beurt schreef Carole Gottlieb Vopat, hoogleraar Engels aan de aan de Universiteit van Wisconsin, in de uitstekende serie Bloom’s Modern Critical Interpretations over On the Road dat Kerouac:

provided an enduring portrait of the national psyche; like Fitzgerald, he has defined America and delineated American life for his generation.

Gottlieb Vopat kijkt door de uiterlijke schijn heen en leest tussen de regels door. Ze kan literatuur interpreteren, verwart de hoofdpersoon niet met de schrijver. Ze laat zien dat in On the Road de protagonist

Sal Paradise goes on the road to escape from life rather than to find it, that he runs from the intimacy and responsibility of more demanding human relationships, and from a more demanding human relationship with himself.

Wat Mak als ‘egotripperig’ afdoet is in feite een fascinerende en haarscherpe analyse van de leegte in de Amerikaanse cultuur, een leegte die Mak niet kan zien. De Nederlandse mainstream pers is niet in staat tot de kern door te dringen omdat het zichzelf voortdurend dwingt door een ideologische bril te kijken. Dat blijkt opnieuw wanneer Geert Mak Travels With Charley van de Amerikaanse Nobelprijswinnaar John Steinbeck diskwalificeert door in Reizen zonder John te beweren:

Tijdens zijn reis met Charley werd hij voor het eerst ongenadig geconfronteerd met degene die hij in werkelijkheid was: een oudere man die zichzelf overschreeuwde, die zijn leeftijd niet kon accepteren, zijn jeugd niet kon loslaten.

Volgens Mak ‘breekt’ in Travels With Charley Steinbecks eeuwig sluimerende pessimisme nu ongegeneerd naar buiten,’ en werd duidelijk dat ‘Ook Steinbeck een doemdenker [was].’  En daar moeten de Nederlandse mainstream journalisten helemaal niets van hebben, zoals Mak’s collega Paul Brill nog eens onderstreept wanneer hij in de Volkskrant zonder met zijn ogen te knipperen beweert dat de lezer hier te maken heeft met

een monumentaal boek met prachtige passages en een schat aan informatie. [...] In dit boek heeft Mak minstens zoveel goede momenten als zijn illustere voorganger. En qua betrouwerbaarheid wint hij het met gemak.

Ons kent ons, Mak is betrouwbaarder dan Steinbeck, en aldus helpt de lamme de blinde aan hoge verkoopcijfers. Over een ander werk van Steinbeck schrijft Mak:

Cannery Row was meer dan een aantrekkelijke, vlot geschreven novelle… Het was één grote ode aan het doelloze bestaan, het leven omwille van het leven – en in die afwijzing van Grootse Levensdoelen was het een buitengewoon on-Amerikaans, misschien zelfs anti-Amerikaans – boek. 

Helaas verzuimt Mak zijn publiek te vertellen wat een ‘anti-Amerikaans boek’ is. Waarschijnlijk hetzelfde als Un-American’ was voor de fanatieke McCarthyisten, die na de Tweede Wereldoorlog een heksenjacht begonnen tegen iedere Amerikaan die linkse dissidente opvattingen erop nahield. Gelukkig kan die paranoide levenshouding alleen in de VS, hier in Europa zou Mak ogenblikkelijk weggehoond worden als hij het over bijvoorbeeld een 'anti'-Nederlands boek zou hebben gehad. Hoe dan ook, gaandeweg zijn reis door de VS neemt Mak's woede en walging over Steinbeck’s kritische visie op zijn eigen land almaar toe. Net als de anderen van de Nederlandse mainstream is bestsellerauteur Mak, zoals hij mij schreef, op zoek naar ‘hoop,’ dat verkoopt goed want 'hoop' sluit naadloos aan bij de poldermentaliteit. Voor  een zoon uit een overtuigd christelijk milieu blijft gelden dat  er licht aan het einde van de tunnel moet zijn. Eens zal de verlossing komen. Het probleem is evenwel dat wie op zoek is naar ‘hoop’ en niet ‘naar Amerika’ nooit zal begrijpen wat zich daar voltrokken heeft, en evenmin datgene zal kunnen accepteren wat John Steinbeck tegen het einde van zijn leven in een brief aan Adlai Stevenson schreef, de Amerikaanse topdiplomaat en tot tweemaal toe Democratisch presidentskandidaat. Steinbeck zag

a creeping, all-pervading, nerve-gas of immorality which starts in the nursery and does not stop before it reaches the highest offices, both corporate and governmental.

De wereldberoemde auteur wees zijn vriend op het het volgende:

Then there’s the violence, cruelty and hypocrisy symptomatic of a people which has too much, and last the surly, ill-temper which only shows up in humans when they are frightened.

In dezelfde brief beschreef hij de Amerikanen als mensen die:

Having too many THINGS they spend their hours and money on the couch searching for a soul. A strange species we are. We can stand anything God and Nature can throw at us save only plenty. If I wanted to destroy a nation, I would give it too much and I would have it on its knees, miserable, greedy and sick.

Steinbeck merkte tenslotte op dat:

Someone has to reinspect our system and that soon. We can’t expect to raise our children to be good and honorable men when the city, the state, the government, the corporations all offer the highest rewards for chicanery and dishonesty. On all levels it is rigged, Adlai.

En dit alles constateerde Steinbeck meer dan een halve eeuw voordat de kredietcrisis de grootscheepse corruptie van de Amerikaanse elite aantoonde,  de volksvertegenwoordigers binnenslands de kloof tussen rijk en arm voortdurend lieten toenemen, en een Amerikaanse presidentskandidaat niet kon winnen zonder de overvloedige financiele steun van de rijken. Maar in de optiek van de polder-mainstream is hier een gefrustreerde ‘doemdenker’ aan het woord, die volgens Mak rond 1960 ‘zichzelf overschreeuwde’ door te beschrijven hoe de mythe van de Amerikaanse Droom een nachtmerrie leek te zijn geworden en met zijn ‘sombere voorspellingen de plank’ missloeg, want ‘Amerika zou na 1960 nog decennia van grote voorspoed beleven’ en ‘ordebewaker en politieagent’ zou blijven. Omdat Mak, ‘altijd al’ een ‘geheime liefde’ voor ‘Amerika’ koesterde, althans voor het beeld dat hij zich als kind, via Donald Duck-strips, ervan had gevormd, is hij volstrekt niet in staat de Amerikaanse cultuur te ontrafelen. Zijn enige meetlat is  materiele welvaart, en dus kan hij de cultuur kritiek van Steinbeck niet begrijpen, net zomin als hij de onrust van Kerouac kan snappen. Evenals Steinbeck en talloze andere Amerikaanse auteurs, bekritiseert Jack Kerouac de jachtige oppervlakkige cultuur van de VS, waarin burgers consumenten zijn geworden en allen on the road zijn, op zoek naar… ja, naar wat eigenlijk? Carole Gottlieb Vopat over On the Road:

Reality is never good enough; it must be classified, embroidered and intensified; above all, the sheer reality of reality must be avoided. Sal’s role-playing shelters him from obligations, whether of others or of himself, inherent in those situations He is protected from having to face and feel his own emotions as well as from having to deal with the needs and demands of other people… Kerouac’s characters take to the road not to find life but to leave it all behind: emotion, maturity, change, decision, purpose, and especially, in the best American tradition… Sal refuses responsibility not only for the lives of others but for his own life as well. He does not want to own his life or direct his destiny, but prefers to live passively; to be driven in cars, to entertain sensations rather than emotions,

aldus haar beschrijving van de door spektakel en geconditioneerde reflexen gedreven Amerikaanse massacultuur die alleen geevenaard worden door de notities van Alexis de Tocqueville die rond 1840 in het tweede deel van Democracy in America naar de oorzaken zocht de Amerikaanse onrust. Why [are] the Americans so restless in the midst of their prosperity.’ Tocqueville:

It is strange to see with what feverish ardor the Americans pursue their their own welfare; and to watch the vague dread that constantly torments them, lest they should not have chosen the shortest path which may lead to it.

A native of the United States clings to this world’s goods as if he were certain never to die; and he is so hasty in grasping at all within his reach, that one would suppose he was constantly afraid of not living long enough to enjoy them. He clutches everything, he holds nothing fast, but soon loosens his grasp to pursue fresh gratifications.

De Franse aristocraat en politiek filosoof voorzag toen al de onverzadigbaarheid van de Amerikaanse cultuur, het voortdurende expansionisme toen hij stelde dat

He who has set his heart exclusively upon the pursuit of worldly welfare is always in a hurry, for he has but a limited time at his disposal to reach, to grasp, and to enjoy it.

Het viel hem op dat de Amerikaanse bourgeoisie:

swept away the privileges of some of their fellow-creatures which stood in their way, but they have opened the door to universal competition; the barrier has changed its shape rather than its position…

Tegelijkertijd, zo waarschuwde Tocqueville, ontstond door het egocentrisme van de Amerikaanse democratie een ander groot probleem:

A nation which asks nothing of its government but the maintenance of order is already a slave at heart, -- the slave of its own well-being, awaiting the hand that will bind it.

Immers, zoals we nu ook zien

upon the great stage of the world, as we see at our theaters, a multitude represented by a few players, who alone speak in the name of an absent or inattentive crowd:  they alone are in action, whilst all others are stationary; they regulate everything everything by their own caprice; they change the laws, and tyrannize at will over the manners of the country; and then men wonder to see into how small a number of weak and worthless hands a great people may fall.

Hoe juist Tocqueville’s analyse van het individualisme was, waarbij de ‘American attends to his private concerns as if he were alone in the world’  en de gemeenschap zodoende het slachtoffer wordt van de onverzadigbare begeerte van het individu, blijkt wel uit het feit dat de afgelopen halve eeuw in  één procent van de allerrijkste Amerikanen nu van elke tien dollar vier dollar in hun zak steekt, terwijl dit rond 1960 nog 'maar' één dollar was. En hoe hoog Geert Mak ook overal mag opgeven over de ‘vitaliteit’ van de Amerikaanse ‘democratie,’ feit is dat al in 1962 de Amerikaanse schrijfster Mary McCarthy het volgende concludeerde:

This republic was founded on an unworldly assumption, a denial of ‘the facts of life.’ It is manifestly untrue that all men are created equal… The inalienable rights to life, liberty, and the pursuit of happiness appear, in practice, have become the inalienable right to a bathtub, a flush toilet, and a can of Spam.

Inmiddels komt al bijna een halve eeuw  bijna de helft van de Amerikaanse kiesgerechtigden niet meer opdagen bij de presidentsverkiezingen. De Amerikaanse Droom is ontploft, het sprookje is voorbij, de mythe is vervluchtigd. Het kon ook niet anders zoals ook Kerouac in zijn invloedrijke On the Road liet zien, een boek waarover Bob Dylan zei it changed my life like it changed everyone else's,’ en wel omdat het een poging was om dwars door de leegte van het Amerikaanse systeem de eindeloze tijd te doden. Alleen op die manier kon de dodelijke verveling van een flinterdunne consumptiecultuur met haar verstikkende mainstream op afstand worden gehouden. Althans, zo leek het.  Professor Carole Gottlieb Vopat over de hoofdrolspelers in On the Road:

They avoid anything – self-analysis, self-awareness, thinking – which would threaten or challenge them, for with revelation comes responsibility for change and, above all, they do not want change. They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.

Het tragische alleen was dat ze op die manier uiteindelijk net zo plat en onbenullig werden als de consumerende 'egotripperige' mainstream waarvoor ze op de vlucht waren. 

In tegenstelling tot Mak’s kwalificatie dat de schrijver Jack Kerouac ‘egotripperig’ zou zijn, stelt Gottlieb Vopat:

Sal and his friends are not seeking or celebrating self, but are rather fleeing from identity. For all their solipsism, they are almost egoless. They do not dwell on the self, avoid thinking or feeling… there is only the eternal now, the jazz moment, which demands absolutely nothing… Their emphasis on spontaneity is a measure of their fear of life. In their cars they are suspended from live and living, as if in a capsule hurtling coast-to-coast above the earth. They seek out not truth nor values but this encapsulated almost fetal existence as an end in itself, an end that is much like death.

Het is een vorm van autisme, de werkelijkheid is vervangen door een virtuele werkelijkheid die vandaag de dag wereldwijd heerst. Mak kan de context van waaruit Kerouac schreef domweg niet begrijpen, om de simpele reden dat hij de vlees geworden mainstream is, onmachtig om achter de facade te kijken, niet beseffend dat Kerouac de valse identiteit van de massamens afwees en daarom eigenlijk egoloos wilde zijn, go with the flow, zo snel leven dat de tijd je niet kon inhalen, zoals zijn hele generatie wilde. Mak’s journalistieke bewustzijn is eendimensionaal, en daarom is hij niet in staat de complexe en gelaagde werkelijkheid van de literatuur en de complexe psyche van de mens te doorgronden. Meer over de polderpers morgen.


They demand lives as thin and narrow as the white lines along the road which so comfort and mesmerize them, and are content with surfaces, asking no more.

1 opmerking:

Sonja zei

Alfred Pijpers in de Volkskrant, ik weet niet wat ik lees. Vanwege de Holocaust geen Europese sancties voor de misdaden Israël, en daarbij gaat het Pijpers om het verlies aan, schrik niet, "Joodse kennis" en het "hoogwaardige Joodse potentieel".