woensdag 13 juni 2012

Syrie 22


'De verschrikkingen van Houla

Moeder brengt haar gehandicapte zoon buiten Houla.
Opiniestuk door de arabist Martin Janssen vanuit Damascus, Syrië
MEDIAWERKGROEP SYRIE – 10 juni 2012 
Enkele dagen na het afschuwelijke bloedbad in het Syrische plaatsje Houla werd de elfjarige Ali al-Sayed plotseling een beroemdheid in de Arabische media. Toen gewapende mannen het huis van zijn familie in Houla binnenvielen en alle leden van zijn familie in koelen bloede vermoordden, liet de kleine Ali zich eveneens op de grond vallen. Het bloed van zijn dode moeder, die naast hem lag, kleurde zijn kleren rood. Dit redde hem zijn leven omdat de moordenaars dachten dat Ali ook dood was. Een huiveringwekkend beeld.
Opvallend is dat de elfjarige Ali de moordenaars van zijn familie tot tweemaal toe omschrijft als “ mannen met kaalgeschoren hoofden en lange baarden”. Dit is bepaald geen omschrijving die van toepassing is op soldaten van het Syrische leger maar lijkt eerder te wijzen in de richting van gewelddadige jihadisten zoals we hun beelden eerder zagen in Afghanistan en Irak.
Nadat vrijdag 25 mei het bloedbad in Houla voorpagina nieuws werd ging er een kreet van ontzetting door de wereld. Onmiddellijk werd het Syrische regime verantwoordelijk gesteld alhoewel generaal Robert Mood, het hoofd van de VN-commissie in Syrië, dit uitdrukkelijk niet deed. Sinds Houla wordt er steeds openlijker gesproken over een militaire interventie in Syrië die onvoorspelbare gevolgen zal krijgen. De situatie is uiterst explosief wat het dringend noodzakelijk maakt met een koel hoofd een aantal zaken op een rijtje te zetten.
Commissie
Een dezer dagen zal een rapport van de Human Rights Council van de Verenigde Naties het licht zien over het bloedbad in Houla. Deze Council heeft een speciale commissie van drie personen samengesteld om te onderzoeken wat er op die bloedige 25e mei in Houla precies heeft plaatsgevonden. Rupert Colville, de woordvoerder van deze Council, liet weten dat dit rapport over Houla gebaseerd zal zijn op drie bronnen: telefoongesprekken met oppositiegroeperingen binnen Syrië én ontmoetingen met leden van de Syrische oppositie in zowel Turkije als Genève. De vraag lijkt hier gerechtvaardigd of deze eenzijdigheid van bronnen niet al bij voorbaat de uitkomst van het onderzoek suggereert. Rupert Colville lijkt dit zelf te bevestigen doordat hij alvast liet weten dat “ al onze bronnen de verantwoordelijkheid voor het bloedbad bij de Shabihha leggen”.
De Shabihha zijn gewapende milities die volgens de Syrische oppositie vooral bestaan uit Alawitische jongeren die door het Syrische regime worden betaald. Het blijkt echter dat er zich onder de 108 slachtoffers in Houla ook een behoorlijk aantal Alawitische vrouwen en kinderen bevond. Wat vraagtekens zet bij de veronderstelling dat de Shabihha verantwoordelijk zouden zijn geweest voor het bloedbad.
Het verhaal rond de omstandigheden waaronder dit bloedbad plaatsvond veranderde trouwens ook. In eerste instantie werd gemeld dat het Syrische leger twaalf uur lang met tanks het plaatsje Houla zou hebben beschoten om een anti-regime demonstratie uiteen te drijven. Tijdens dit bombardement waren de 108 slachtoffers in Houla gevallen. Later bleek echter dat vrijwel alle slachtoffers om het leven waren gebracht door messteken of een kogel, die van dichtbij door het hoofd werd geschoten. Het Free Syrian Army begon toen op Arabische satellieten het bericht te verspreiden dat “ de Shabihha moordend van huis tot huis waren getrokken”. Het is merkwaardig hoe weinig oog de internationale gemeenschap heeft voor deze twee totaal tegenstrijdige verklaringen.
Ooggetuigen
De afgelopen dagen hebben drie verschillende bronnen op basis van getuigenverklaringen meer informatie naar buiten gebracht over het drama in Houla dat geplaatst dient te worden tegen de achtergrond van de totale anarchie die vooral in de regio Homs-Hama lijkt te heersen. Houla is gelegen tussen Hama en de Libanese grens.
Fides, een rooms-katholieke organisatie, liet op 30 mei weten dat grote groepen Syrische Alawieten en christenen naar Libanon vluchten om te ontkomen aan het geweld van gewapende bendes dat zich speciaal tegen hen richt. Christenen vluchten omdat deze gewapende bendes de christenen zien als “ beschermd door het regime van Bashar al-Assad.”
Ze zijn het slachtoffer van een “ oneindige reeks van kidnappingen en martelingen omdat ze weigerden zich aan te sluiten bij de revolutionairen”. Fides meldt dat de stroom van christelijke vluchtelingen uit Syrië na het bloedbad in Houla is aangezwollen omdat de christenen voortdurend doelwit zijn geworden van wraakacties.
De tweede bron betreft het klooster in Qara dat eveneens in de regio Homs-Hama ligt. Op mijn uitdrukkelijk verzoek stuurde het klooster mij alle informatie toe die men had weten te verzamelen met betrekking tot de gebeurtenissen in Houla. Het klooster schrijft “ dat onze berichtgeving is gebaseerd op verhalen van plaatselijke ooggetuigen en tot doel heeft de burgerbevolking te beschermen die door het regime in de steek wordt gelaten en is overgeleverd aan terroristische verschrikkingen”.
Velen hebben sinds 25 mei bescherming gezocht in de buurt van het klooster. Deze ooggetuigen, afkomstig uit dorpjes in de buurt van Houla, stemmen overeen in hun verklaring dat het Syrische leger op 25 mei jongsleden volstrekt afwezig was in de hele regio. Rastan en Saan zijn twee plaatsen die volledig onder controle staan van het Free Syrian Army. Gewapende rebellen, wier aantal wordt geschat op tussen de 700 en 800 personen, zijn op donderdag 24 mei richting Hama getrokken waar ze het al-Watani ziekenhuis aanvielen en de bewakers doodden. Ooggetuigen verklaren “ Vervolgens zijn ze het ziekenhuis binnengevallen waar de gewapende rebellen alle aanwezigen hebben vermoord en nadat ze de lijken naar buiten hadden gesleept hebben ze het ziekenhuis in brand gestoken. Op video’s is te zien dat de rebellen de lijken hadden gewikkeld in lakens die het Arabische opschrift ‘ministerie van gezondheid’ hadden”.
In Tal Daw, een dorpje in de buurt van Houla, hebben deze gewapende opstandelingen vervolgens hele Alawitische families vermoord. Al deze lijken werden vervolgens in Houla voor de moskee verzameld. Het rapport van het klooster in Qara geeft vervolgens een beschrijving van het gebied rondom de plaats Kusayr “ dat in rep en roer is door een totaal gebrek aan veiligheid. In dit hele gebied vindt momenteel een complete burgeroorlog plaats tussen sjiitische en soennitische dorpen”.
Journalisten
De derde bron betreft het ooggetuigenverslag van de twee Russische journalisten Marat Musin en Olga Kulygina die beiden met een tv ploeg op 25 mei aanwezig waren in Houla. Ze beschrijven hoe de gehele regio beheerst wordt door gewapende groeperingen die zij “Wahhabieten” noemen. Beide journalisten zagen dat gewapende rebellen uit Rastan op 25 mei rond 14.00 uur op verschillende plaatsen in Houla politieposten aanvielen. Vervolgens “dreven de rebellen families, die loyaal waren aan de autoriteiten, bij elkaar in enkele huizen waar ze allen werden vermoord. Een van deze families was de familie van Adult Raak”. Adult Raak is een politicus die recentelijk in het Syrische parlement werd gekozen. De twee Russische journalisten beschrijven hoe zij zagen dat daarna alle lijken werden getoond aan de commissie van de Verenigde Naties onder de bewering dat ze slachtoffers waren van bombardementen van het Syrische leger.
Marat Musin en Olga Kulygina hebben uitvoerige gesprekken gevoerd met plaatselijke bewoners en vermelden bovendien de namen van Syrische ambtenaren en politieagenten die door de rebellen werden vermoord. Als ooggetuigen die op 25 mei aanwezig waren in Houla en alles op de camera hebben vastgelegd hebben ze getracht hun bevindingen aan te bieden aan de speciale VN-commissie voor de mensenrechten die echter niet geïnteresseerd bleek te zijn.
Martin Janssen.
Arabist.
Andere artikels van Martin Janssen op onze blog.'


Geen opmerkingen:

Politie Martelingen Als Gevolg van Politieke Terreur van Halsema

 https://www.instagram.com/reel/DCXua4xvJqF/?igsh=OTdxNXJsb3p3ejhm