woensdag 13 juni 2012

Chris Kijne van de VPRO 52



‘Kennis van de menselijke natuur is het begin en einde van politieke scholing,’ 

zo schreef de aristocratische Amerikaanse historicus Henry Adams in de negentiende eeuw. Voor het zoeken naar de vaak ontluisterende werkelijkheid is moed nodig. Maar pas als de naakte werkelijkheid onder ogen wordt gezien kan er sprake zijn van een volwassen politiek, kan er serieus gesproken worden over de wereld waarin wij leven. Onwetendheid daarentegen staat in de praktijk gelijk aan de bescherming van de macht. De eerst genoemde houding is democratisch te noemen, terwijl de tweede autoritair is omdat ze de mens dwingt de macht blind te accepteren. Dus wanneer televisiejournalist Chris Kijne schrijft dat GroenLinks ‘teveel bezig’ is ‘met ‘principes... transparantie en zo,’ en er beter aan doet een ‘spindoctor’ in te huren die geen ‘groter moreel besef’ heeft dan  het verkopen van politici dan hebben we te maken met een journalist die een democratisch systeem ondergeschikt maakt aan een autoritair systeem. Hoe is dit gedrag te verklaren? 

Allereerst omdat Kijne binnen de context blijft van de massamedia die uiteindelijk alleen de commercie dienen, wat in Hilversum neerkomt op een systeem waarbij, zo stelt Arnon Grunberg terecht vandaag in de Volkskrant'programmamakers worden afgerekend op kijkcijfers,' aangezien 'de publieke omroep commerciele televisie maakt, zij het met een iets ander verdienmodel.' Kwaliteit is daarbij ondergeschikt gemaakt aan kwantiteit. En omdat de commercie bepaalt geldt hier de doctrine die zo helder is verwoord door Walter Lippmann, de meest invloedrijke ideoloog van de westerse massamedia in de twintigste eeuw. Hij schreef dat de

‘function of news is to signalize an event, the function of truth is to bring to light the hidden facts, to set them in relation with each other, and make a picture of reality on which men can act.’

Een 'event' is het tegenovergestelde van de 'truth,' een 'event' wordt georganiseerd door de macht om een bepaald beeld van de werkelijkheid te scheppen. Met het oog daarop

'public opinions must be organized for the press if they are to be sound, not by the press... Without some form of censorschip, propaganda in the strict sense of the word is impossible. In order to conduct propaganda there must be some barrier between the public and the event. Access to the real environment must be limited, before anyone can create a pseudo-environment that he thinks is wise or desirable.' 


De politieke en economische machthebbers moesten volgens Lippmann niet vergeten: 'How small our proportion of direct observations is when compared to those observation that are conveyed to us through the media.' 


De werkelijkheid, zo stelde Lippmann, is onkenbaar. De doorsnee consument kan niet meer dan zich een voorstelling maken van de realiteit en die voorstelling is vanzelfsprekend altijd subjectief. Het gevolg is dat al het nieuws altijd ‘imperfectly recorded’ is en de informatie veel te beperkt om beschouwd te worden als ‘an organ of direct democracy.’ In zijn standaardwerk Public Opinion, over de relatie tussen de publieke opinie en de democratie, stelde Lippmann in 1922 dat de stabiliteit van de kapitalistische staat, die gevormd was in de periode voorafgaand aan de opkomst van de massamaatschappij, door de moderne werkelijkheid ernstig werd bedreigd. Een democratie waarbij de massa het voor het zeggen kreeg zou onvermijdelijk een vernietiging van de 'democratie' van de gevestigde orde betekenen. Al anderhalve eeuw eerder had onder andere John Adams, de tweede president en een van de grondleggers van de Amerikaanse staat, overgrootvader van Henry, de Amerikaanse elite duidelijk gemaakt dat ze permanent op haar hoede moest zijn voor wat hij kwalificeerde als de ‘tirannie van de meerderheid.’ Op zijn beurt schreef Lippmann dat de ‘heersende klasse’ de nieuwe bedreigingen van deze vorm van ‘democratie’ ogenblikkelijk teniet moest doen. De massa was immers een groot beest of zoals hij schreef ‘a bewildered herd’ die de draad kwijtraakt zodra ze geconfronteerd wordt met een ‘chaos of local opinions.’ Meningen moesten dus zorgvuldig worden geformuleerd door degenen met macht en vervolgens al even zorgvuldig via de pers, de spreekbuizen van de macht, worden verspreid. Lippmann hamerde erop dat het wezenlijke probleem van de democratie de evenredige vertegenwoordiging was, dus in feite de mogelijkheid dat de burger zich een eigen voorstelling van de werkelijkheid kon maken die de immense belangen van het establishment zou aantasten. Mensen zouden hun plaats niet meer weten. Lippmann waarschuwde ervoor dat aangezien een eenvoudige journalist een per definitie gebrekkig wereldbeeld had en eerder gedreven werd door tendentieuze sentimenten in plaats van rationele feiten de informatie die de letterknecht kreeg eerst opgeschoond moest worden. 

Vandaar het belang van de spindoctor die Chris Kijne voorstelt, 'een profi' die de informatie zeeft omdat het -- in de woorden van Kijne -- 'voor politieke partijen in deze mediahectische tijden, misschien handig is om iemand in dienst te hebben die het een en ander coördineert,' zodat er een voor politici zo gunstig mogelijk beeld wordt geschapen. http://www.spreekbuis.nl/content/2836/Kijne:_Transparantie.html Lippmann zelf sprak van a specialized class whose interests reach beyond the locality,’ bestaande uit deskundigen, bureaucraten en technocraten, bijgestaan door journalisten die een mens- en wereldbeeld presenteerden op een wijze corresponderend met de belangen van de elite en die tegelijkertijd de invloed van een ‘omnicompetent citizen’ zouden neutraliseren. De invloed van de modale mens die overal wel een mening over heeft moest tot een minimum worden beperkt en van zijn politieke angel worden ontdaan. Het grote publiek, de doorsnee burger, was namelijk niet in staat de werkelijkheid in al haar facetten te bevatten, een gedachte die algemeen was binnen de westerse elite. Even terzijde, dat we hier niet te maken hebben met de  visie van een gemarginaliseerde buitenstaander mag blijken uit het volgende: ‘Lippmann was an informal adviser to several presidents… On September 14, 1964, President Johnson presented Lippmann with the Presidential Medal of Freedom... the highest civilian award in the United States.'  http://en.wikipedia.org/wiki/Walter_Lippmann

Welnu, Chris Kijne werkt binnen deze nauw omlijnde context, net als alle andere journalisten in de commerciele massamedia. Door een gebrek aan ‘kennis van de menselijke natuur' ontbreekt het hen aan 'politieke scholing.’ Ze beseffen niet echt wat er zich achter de facade afspeelt. Degene die dat wel weet en de grenzen durft te overschrijden wordt tenslotte gemarginaliseerd, de belangen zijn te groot om dissidente visies toe te laten in de mainstream media. Dat weet elke journalist. De vraag waarom een journalist zich vrijwillig onderwerpt aan de dwang waaronder de 'vrije' westerse pers werkt, is een vraag die ik volgende keer bespreek. Bovenstaande is in elk geval de achtergrond van de dagelijkse werkelijkheid in medialand. 

Geen opmerkingen: