Aangezien wetenschappelijk vaststaat dat Abraham en Mozes nooit hebben bestaan, en de judeo-christelijke god 'het beloofde land' nooit aan hen kan hebben gegeven onder de voorwaarde dat de inheemse bevolking zou worden uitgeroeid, moeten we ons afvragen op welke legitieme gronden dat andere 'uitverkoren volk,' de Amerikanen, hun aanspraken op andersmans land hebben gebaseerd. In de studie The Chosen People. America, Israel and the Ordeals of Divine Election lezen we het volgende:
'Jefferson explained to his corespondent, the explorer Alexander von Humboldt,' dat wat betreft de Indianen 'the United States was "obliged to pursue them to extermination, or drive them to new seats beyond our reach." By such a rash expedient Jeffeserson hoped to slash through the Gordian knot that had bound Americans to the recalcitrant natives for two centuries. In truth, he was following the main line that the colonists had pursued from the seventeenth century on as, like it or not, they confronted the stark fact that their Promised Land was already occupied by peoples whose providential significance was unclear. Were they among the lost tribes of Israel? Were they present-day Canaanites whose destiny was to be removed? Was the proper response to convert them, segregate them, expel them, or kill them?'
Let wel, het vraagstuk of de Indianen uitgeroeid moesten worden dan wel gedeporteerd zodat de toenmalige VS etnisch gezuiverd zou zijn, werd opgeworpen door dezelfde Thomas Jefferson die een kwart eeuw eerder in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring het volgende Verlichtingsdogma had gesteld:
'Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk.'
Wij weten nu dat 'het uitverkoren volk' in de Verenigde Staten koos voor de uitroeiing van de oorspronkelijke bewoners en de opsluiting in reservaten van de enkelingen die de genocide wisten te overleven. En dit alles in de overtuiging dat de judeo-christelijke god aan hun kant stond en hen, de Europese emigranten, evenveel recht had gegeven de inheemse bevolking uit te roeien als de Joodse stammen van de judeo-christelijke god opdracht hadden gekregen de oorspronkelijke bewoners van hun 'beloofde land' massaal uit te moorden.
The Chosen People. America, Israel and the Ordeals of Divine Election:
'It may disconcert the prevailing image of Jefferson the empiricist to observe that he also devoted his life to a religious project. But he was, after all, an astute student of the Exodus -- recall his proposal for the Great Seal with "a representation of the children of Israel in the wilderness, led by a cloud by day and a pillar of fire at night." President Jefferson learned the same lesson as Moses: a Promised Land would also require governance, even raw power.'
Het enige verschil tussen beiden is dat Mozes nooit heeft bestaan en Jefferson wel, voor de rest is het blinde geloof in de eigen 'uitverkorenheid' exact hetzelfde en de consequenties daarvan evenzo. Daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten