Mohamed Heikal waarschuwde daarvoor al in 1992 toen hij na de Golfoorlog in Illusions of Triumph over de leiders van de islamitische oppositie schreef:
Such men had an impact in big Arab cities, where the idea of Islam as a fighting force caught on more easily than in the countryside, and within a few years their ideas found substantial followings. Islam had migrated from the Arab world to the east, then returned home with an Indian accent and a strong militant message which made the masses in Cairo, Beirut and elsewhere more receptive when the Islamic revolution exploded in Tehran. The poverty belts around the big cities became a natural breeding ground for a militant, anti-elitist, anti-Western view of Islam. Amid chaos and confusion and a loss of identity among people displaced from their urban home villages, Islam was not just a refuge but a battle cry. The new urban poor of Egypt took their model from Islamabad and Tehran and were not put off by being on the opposite side for a long-standing religious divide... After rediscovering Islam some went on to become diehard fundamentalists.
Het was deze wereld die ik dankzij de VPRO ruim twee decennia geleden kon bezoeken, zowel de miserabele krottenwijken in onder andere Cairo en Alexandrie als de middenklasse en rijke wijken waar de Mubarak kliek leefde. Wat me naderhand opviel was hoe scherp Heikal's analyse was. En inderdaad, sommige Egyptenaren werden gewelddadige fundamentalisten. Met nadruk op 'sommigen', want velen waren dit niet. De leiding van de Moslim Broederschap op plaatselijk en landelijk niveau die ik ontmoette bestond vooral uit academici, veel artsen, ingenieurs, advocaten, allen betrokken bij de opbouw van de Egyptische samenleving, dat wil zeggen op grass-roots niveau. Ze vormden geen onderdeel van het regime maar organiseerden eigenhandig een alternatief voor de corrupte staat, deden aan onderwijs, gezondheidszorg, en eerste hulp bij rampen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten