zondag 21 februari 2010

Jacqueline Maris van de VPRO 12



Beste Jacqueline,

Je schrijft: 'We zijn oud-collega's inderdaad.' Vervolgens heb het het over 'jou en de jouwen' waarmee je aangeeft dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen jou als journalist bij de VPRO en de anderen die kennelijk hun plaats als consumenten van jouw berichtgeving moeten kennen. Vandaar nog eens jouw advies: 'Ik zou zeggen: blijf vooral luisteren naar onze programma's dan kom je ook eens uit eerste hand te weten hoe de kolonisten over hun bestaan en hun buren denken.'


Ik maak hieruit op dat er enkele misverstanden bij jou bestaan die uit de wereld moeten worden geholpen. Allereerst zijn wij nog steeds collega's, en geen 'oud-collega's' zoals jij stelt, aangezien ik nog steeds naast auteur van boeken, praktizerend journalist ben. En als zodanig bekritiseer ik jou ook. Een tweede misvatting, die ernstiger is, is het feit dat jij in groepen denkt, te weten: 'jou en de jouwen', alsof ik een generaal ben die zijn manschappen in het veld in beweging zet. Die houding van je getuigt van een zekere mate van onkiesheid tegenover de zelfstandige individuen die jou bekritiseren. Hou daar mee op, deze mensen betalen jou met hun belastinggeld en hebben in een democratie recht van spreken. Stel je minder hautain op, je hebt een publieke functie en daarom dien je je te verantwoorden. Als je daar niet tegen kan dan moet je de radiojournalistiek gedag zeggen.

Die hoogmoed blijkt ook uit deze woorden: 'Ik zou zeggen: blijf vooral luisteren naar onze programma's dan kom je ook eens uit eerste hand te weten hoe de kolonisten over hun bestaan en hun buren denken.' Met de woorden 'ook eens' toon je aan te menen dat alleen jij en je collega weten hoe joodse kolonisten denken 'over hun bestaan en hun buren'. Wel, beste Jacqueline, al bijna twintig jaar geleden interviewde ik uitgebreid voor Hilversum in hetzelfde Efrat een joodse fundamentaliste uit Nederland die allerlei krankzinnige fundamentalistisch joodse oordelen uitsprak over haar Palestijnse buren, die ze overigens zelf niet kende. Sindsdien volg ik nauwlettend de gedachtenwereld van deze extremisten. Ik stel met nadruk 'extremisten', aangezien ik de opvatting ben toegedaan dat ieder mens het recht dient te respecteren en dat geen enkel individu, jood of geen jood, gerechtigd is land en bezittingen van anderen te roven. Een standpunt dat jij en je collega niet uitspreken omdat jullie, ik citeer: 'beide partijen een platform bieden en dan de luisteraar maar laten beslissen wie er het meest gelijk heeft,' en dat allemaal in de opmerkelijke veronderstelling dat jullie daarmee 'geen oordeel vellen.' Je stelt dat jullie 'de luisteraar maar laten beslissen wie er het meest gelijk heeft.' Je bedoelt daar mee dat de luisteraar bepaalt wat de feiten zijn. Niet de werkelijkheid, maar de mening van de luisteraar is dus het uitgangspunt in deze vorm van 'journalistiek'. Daarbij is niet doorslaggevend wie 'gelijk heeft' maar wie 'het meest gelijk' krijgt. Kortom, even ter verduidelijking, stel jouw huis wordt door zwaar bewapende mensen bezet dan moet jij vervolgens de luisteraars gaan overtuigen dat jij en niet die gewelddadige dieven gelijk hebt. Vanwaar dit merkwaardig uitgangspunt? Heb je dat zelf verzonnen, Jacqueline, of is dit het compromis dat je gesloten hebt met de pro-Israel lobby bij de VPRO?

Uit hetgeen je schrijft blijkt ook met welke aannames jij werkt. Ik citeer je opnieuw:

Misschien dat de Palestijnen er in het internationale circus nog een schadevergoeding voor hun landverlies uit kunnen slepen. Terugkeer van vluchtelingen lijkt me een lang geleden gepasseerd station. Kortom, jij hebt kennelijk meer vertrouwen in internationaal recht en universele waarden van rechtvaardigheid dan ik. Vandaar dat 'helaas', omdat ik zou willen dat het zo bij mijn gevoel van rechtvaardigheid aansluitende internationaal recht zou kunnen zegevieren.

Jij presenteert de huidige stand van zaken als een voldongen feit, waarbij de Palestijnen zich moeten neerleggen, of ze het nu leuk vinden of niet. Jij bent van mening dat de zionisten gewonnen hebben. En in zeker opzicht lijkt dit ook zo. Alleen deskundigen met een historisch besef en genoeg verbeeldingskracht die in staat zijn om in termen van lange termijn te kunnen denken beseffen het gevaar van jouw uitgangspunt.

Ik zal je een voorbeeld geven. Je kent het begrip Pyrrisoverwinning, een zege die onvermijdelijk de eigen nederlaag inluidt. Welnu, Yariv Mozer is een 30-jarige Israëlische filmmaker, die de hartverscheurende documentaire maakte My First War over de Israëlische inval in Libanon in 2006. Tegenover mij zei hij:

Het was vooral ook een psychologische oorlog die door Hezbollah werd gewonnen. Hoewel wij meer slachtoffers veroorzaakten en een immens veel grotere materiële schade, werd Israel psychologisch verslagen. In onze perceptie is namelijk het Israëlische leger de sterkste macht in de regio dat zijn wil aan iedereen kan opleggen, en ineens ontdekten we dat we onze problemen niet met geweld kunnen oplossen. Wij zien onszelf al heel lang als de sterkste partij, wij zijn als het ware Goliath die het tegen de kleine David moest afleggen, en dat is een geweldige psychologische dreun geweest. Het maakte ons vooral ook duidelijk dat de toekomstige oorlogen niet door ons gewonnen kan worden zoals voorheen. Moderne oorlogen worden niet meer uitgevochten met tanks die over een breed front oprukken, maar met kleine uiterst flexibele guerrilla-eenheden, die een hit-and-run tactiek toepassen. Ze blijven in groepjes van drie, vier man opereren op hun eigen terrein, die ze op hun duimpje kennen. Hezbollah heeft ons naar binnen gelokt en heeft vervolgens op een intelligente manier toegeslagen overal waar we verschenen. En zo verloren we op bijna elk gebied, we hebben onze gevangen genomen soldaten niet kunnen bevrijden -- het argument om Libanon aan te vallen -- en de raketaanvallen hebben we niet weten te stoppen. Hun antitankgeschut bleek uiterst doeltreffend, waardoor onze tanks als wapen niet langer meer efficiënt bleek.'


Ik legde Yariv Mozer het volgende voor:

Ik citeer twee reservisten, de een zegt: ‘Wij vechten niet tegen een leger, maar een guerrillastrijdkracht’, en de ander zegt over Hezbollah: ‘Hun discipline is veel beter dan de onze. Dat maakt hen soldaten, en geen guerrillastrijders.’ Tegen wie vochten jullie nu precies?

Yariv Mozer: ‘Volgens de definitie van het leger vochten wij tegen een guerrillastrijdkracht, maar in feite streden we tegen iets heel anders. We vochten tegen mensen die in een ideaal geloven, ze hebben een doel, ze bezitten waarden en zijn bereid ervoor te sterven. Net als de eerste generatie Israëli’s. Wat dat betreft lijkt Hezbollah op de zionisten van het eerste uur. Daarentegen zijn joods-Israëli’s in steeds minder gaan geloven, wij lijken niet meer bereid te zijn zonder voorbehoud voor een ideaal te sterven. Bovendien zijn er in Israel geen echte leiders meer, er is veel corruptie, we hebben geen legercommandanten meer naar wie we opkijken en in wie we vertrouwen hebben. Uit de reacties van de militairen aan het front blijkt ook dat niemand wist wat eraan de hand was, en waar we voor vochten, dat de situatie ‘veel complexer is dan we verwacht hadden’, zoals een hen in de film zegt. Hezbollah stuurt uiterst gemotiveerde mensen naar het front die niet bang zijn te sterven en die hun leiding respecteren. Dat ontbreekt bij ons. Het enige dat we ontdekten was dat hoe langer de oorlog duurder hoe groter de chaos bij ons was. ‘Een zinloze oorlog waarvan wij de slachtoffers zijn geworden’, zegt een ander voor de camera. Het was één grote desorganisatie, we waren in de steek gelaten soldaten, zonder informatie waar we nu echt voor vochten, te midden van totale chaos. De opdrachten veranderden drie, vier keer per dag. ‘Er is geen vertrouwen meer, de bevelen zijn krankzinnig’, dat besef was alom. Een moeder die als journaliste aan het front werkte zei tegen me: ‘Wij sturen kinderen uit om te sterven.’ Er is geen doel waarvoor we vechten, en daardoor ontbreekt de motivering. Wij hebben ons land al, wij hoeven niet andermans gebied te bezetten en te stelen. Wij moeten de Palestijnen op de West Bank en de Gaza Strook met rust laten, we moeten hun geconfisqueerde gebied teruggeven, wij hebben er geen enkel recht op, we moeten vrede sluiten. De Israëlische bevolking is na al die jaren gevechtsmoe, vergeet ook niet dat ons leger grotendeels uit burgers bestaat die ineens worden opgeroepen, veel soldaten lijden aan post traumatische stress disorder, de Israëlische samenleving is uitgeput. Hoe kun je van gewone mensen verwachten dat ze sterven voor de geopolitieke belangen van anderen.

Niet alleen Mozer beseft de betrekkelijkheid en vergankelijkheid van alles. In een interview tevens afgedrukt in The New York Review of Books verklaarde in 2008 de toenmalige premier Ehud Olmert van Israel:

In a few years, my grandchildren will ask what their grandfather did, what kind of country we have bequeathed them.... We have a window of opportunity -- a short amount of time before we enter an extremely dangerous situation -- in which to take a historic step in our relations with the Palestinians and a historic step in our relations with the Syrians. In both instances, the decision we have to make is the decision we've spent forty years refusing to look at with our eyes open.We must make these decisions, and yet we are not prepared to say to ourselves, "Yes, this is what we must do." We must reach an agreement with the Palestinians, meaning a withdrawal from nearly all, if not all, of the [occupied] territories. Some percentage of these territories would remain in our hands, but we must give the Palestinians the same percentage [of territory elsewhere] -- without this, there will be no peace. Including Jerusalem? Including Jerusalem.'

Olmert voegde hieraan toe:

'We must make these decisions, and yet we are not prepared to say to ourselves, "Yes, this is what we must do." We must reach an agreement with the Palestinians, meaning a withdrawal from nearly all, if not all, of the [occupied] territories. Some percentage of these territories would remain in our hands, but we must give the Palestinians the same percentage [of territory elsewhere] -- without this, there will be no peace.' En: 'De Libanese oorlog zal de geschiedenis ingaan als de eerste oorlog waarin het militair leiderschap begreep dat klassieke oorlogsvoering achterhaald is… Maar de ware les is… dat in hedendaagse oorlogen het thuisfront het front is, het thuisfront is bij de strijd betrokken.’

De politicus Olmert heeft gelijk, een moderne oorlog is geen oorlog meer, het is terreur tegen de burgerbevolking, 'het thuisfront is bij de strijd betrokken' aangezien het 'thuisfront het front is.' Die verschrikkelijke waarheid werd enkele maanden later weer eens door de Israelische strijdkrachten in de Gazastrook bewezen, maar geldt in wezen voor alle partijen.


Dit zijn allemaal factoren die achter de schermen meespelen en die niet meteen zichtbaar zijn voor iemand zoals jij die sinds betrekkelijk kort zich met dit onderwerp intensief bezighoudt. Het punt is dat men een bevolking niet generatieslang gemobiliseerd kan houden. Op een gegeven moment vernietigen de oorlogszuchtigen hun eigen samenleving, zoveel is wel bekend uit de geschiedenis.

Vele jaren geleden stond ik in het noorden van Aleppo in Syrie in een stil landschap met prachtige oude vervallen kerken in een gebied dat bekend staat om zijn 200 dode steden, waar ooit eens een schitterende christelijke cultuur had gebloeid. Ik werd rondgeleid door een Syrische vierdejaars student archeologie die me in een vloeiend Engels zei:

'Kijk om u heen en u ziet het. Hier zijn talloze culturen en volkeren en imperia doorheen gestrokken, millennialang, de Hittieten, de Egyptenaren, de Grieken, de Perzen, de Romeinen, de Mongolen, Timoer Lenk en zijn horden, De Seldjoeken, de Ottomanen, de Fransen, de Engelsen, zelfs de Amerikanen in Libanon, wat oorspronkelijk Syrisch gebied was. En waar zijn ze nu al die machtige heersers? Ze zijn er niet meer. En hun rijken zijn ineen gestort. We hebben het beste wat ze te bieden hadden overgenomen en de rest hebben we verworpen. En in de toekomst zullen nieuwe imperia hier doorheen trekken en machtig zijn. Tijdelijk, want alles is zoals bekend tijdelijk.
We keken om ons heen en zagen ruines. Hij had gelijk.

Voor een doorsnee westerse journalist met een korte tijdspanne, die nog net in termen van vandaag en morgen kan denken, staat dit wereldbeeld ver van hem of haar af. Hij/zij begrijpt het niet eens. Dat Israel bestaat, is voor de bewoners van het Midden-Oosten een feit waar ze niet aan twijfelen. Dat Israel dankzij de VS nu machtig is, daar twijfelen ze geenszins aan. Ze zijn niet dom. Sterker nog, ze zijn minder oppervlakkig dan de gemiddelde westerling, want waar ze ook niet aan twijfelen is dat elke macht aan haar eigen geweld en expansionisme op den duur ten ondergaat. Men kan niet eeuwig in staat van oorlog met zijn buren verkeren. En dat Jacqueline is iets dat jij niet beseft, niet kan beseffen, omdat zo blijkt ook uit je woorden je alleen de voldongen feiten van vandaag kunt zien. Ondertussen is de werkelijkheid altijd complexer en fascinerender dan de versie die de commerciele journalistiek eraan geeft. Handel daar naar.

Je zult nu ook begrijpen dat deze woorden van je nonsens zijn: 'Kortom, jij hebt kennelijk meer vertrouwen in internationaal recht en universele waarden van rechtvaardigheid dan ik.'

Wat belangrijk is, is niet het feit dat ik 'meer vertrouwen in internationaal recht en universele waarden van rechtvaardigheid dan' jij, zoals je schrijft. Wat belangrijk is, is het feit dat er niets anders bestaat dan het recht om ons te beschermen tegen de macht van de sterkste, dus tegen het fascisme. Ik kan dus niet anders dan 'vertrouwen in internationaal recht en universele waarden van rechtvaardigheid.' Dit betekent niet dat ik blind ben voor de werkelijkheid, zoals jij suggereert, geenszins. Ik ben een geboren scepticus. Maar ik besef tegelijkertijd dat er niets waardevollers bestaat om te beschermen tegen de barbarij dan in dit geval het recht. Als ik me net als jij zou conformeren aan de bestaande realiteit die de macht heeft afgedwongen, het recht dus opzij schuif en met de politici deelneem aan hun realpolitiek dan kan ik net zo goed met de journalistiek ophouden en zelf politicus worden. Snap je? Die subtiliteit beseffen maar weinig collega's van me, zo weet ik uit ervaring. Er zijn in de journalistiek genoeg cynici die overal de prijs van weten maar van niets de waarde. En dat komt voor een deel omdat ze niet verder kunnen denken dan hun eigen onbenullige belangen.

1 opmerking:

AdR zei

Ha collega, ik krijg er kippevel van - ik heb ook door die velden in Syrië gelopen, met quffiyah geleend van Abu Muhamad, een landarbeider die bij zo'n veld woonde. Afgezien van de ezan die op een gegeven monent uit een dorp opsteeg had het een veld van twintig eeuwen geleden of meer kunnen zijn geweest, compleet met waterputten die sommige bijbelse verhalen duidelijk maken: "kunt u mij wat water geven?", want je kunt er niet zomaar bij.

Inderdaad, daar valt het heden geheel weg, vol verwondering kun je toeijken hoe zo'n kerkruïne dient om bonen te verbouwen. Niet uit gebrek aan eerbied, maar omdat het een beschutte ruimte is. En niemand weet precies hoe het komt dat de kerken tot ruïne zijn vervallen, ze waren het al voor de komst van de islam.

Zo verlaten dat zelfs de geheime diensten van Syrië je er niet volgen.

Ach, zou het zin hebben Jacqueline M. daar eens rond te laten kijken?