In a momentous step for international justice, the International Criminal Court (ICC) on March 4 issued an arrest warrant for Sudan's president, Omar al-Bashir, on charges of crimes against humanity and war crimes. Human Rights Watch has documented the horrific crimes committed by government forces and Janjaweed militia in Darfur since 2004 and has long called for President al-Bashir and other responsible parties to be held to account. Four years ago we played a very active role in pressing the UN Security Council to ask the ICC prosecutor to investigate and prosecute alleged crimes in Darfur. In the months since the ICC prosecutor announced that he was seeking a warrant for President al-Bashir, Human Rights Watch has urged members of the UN Security Council to resist calls to suspend the prosecution. We have held numerous meetings with UN missions and worked to prevent Sudan's allies from sabotaging the ICC's pursuit of al-Bashir. Some have argued that the ICC warrant for al-Bashir will upset peace negotiations, but our experience in places such as Serbia and Liberia has shown that the marginalization of bad actors that results from an international indictment generally encourages a more durable peace. Human Rights Watch will continue to monitor closely the security and protection of civilians in Darfur.'
Lees verder:
http://www.hrw.org/en/africa/sudan
4 opmerkingen:
Gie van den Berghe
Applaus voor genocide
Het regent loftuigingen en straks Oscars voor 'Hotel Rwanda' van Terry George. Ook de Vlaamse pers staat er bol van, op enkele lovenswaardige uitzonderingen na. De vergelijking met 'Schindler's List' van Steven Spielberg die op het affiche van 'Hotel Rwanda' wordt gemaakt, dringt zich inderdaad op. Een genocide op grote schaal in herinnering brengen? Maak er een heldenverhaal van. Dat levert je, zoals bij de avantpremière van 'Hotel Rwanda', een minuten durende staande ovatie. De genodigden applaudisseerden vast voor Paul Rusesabagina, de held die in hotel Mille Collines zo'n 1200 Hutu's en Tutsi's het leven redde terwijl de beschaafde wereld de andere kant opkeek.
Applaus na een twee uur durend verslag over de meest omvattende en snelste genocide sinds de jodenuitroeiing, een volkeren-, broeder- en zustermoord op minstens 800.000 Tutsi's en duizenden Hutu's die van mening durfden te verschillen met Hutu Power. Dat kan alleen Hollywood realiseren.
Gelukkig was ook Rusesabagina op de avantpremière. Geen film over de Rwandese genocide, zei hij, maar een appèl op de toeschouwers, op de wereld om tijdig in te grijpen bij genocide, bijvoorbeeld die in Darfur (West-Soedan). Dit had de slotzin van de film moeten zijn, in plaats van dat fictieve antwoord van de geacteerde Rusesabagina op een opmerking van een RK-medewerkster die zei dat de bus waarmee hij kinderen wou redden al vol zat: 'Er kan altijd iemand bij'.
Historisch en ethisch gezien is er wel meer mis met deze prent. Geen woord van kritiek op de smerige rol van de VS die lange tijd in de VN-Veiligheidsraad elke discussie en resolutie blokkeerde, met als alibi dat ze drie maanden voor de Rwandese genocide, 18 manschappen verloren hadden bij een tussenkomst in Somalië. En zelfs de VN komen er, dankzij de fictieve figuur van kolonel Oliver, niet al te slecht uit.
De Veiligheidsraad had het de hele tijd door over burgeroorlog weigerde het begrip 'genocide' in de mond te nemen. Hadden ze dat gedaan, dan hadden ze moeten tussenkomen. Geen intentie tot volkenmoord, luidt het ook vandaag in verband met Darfur. Geen intentie, terwijl deze genocide al meer dan twee jaar woedt... Eens te meer wordt de vloer aangeveegd met de naoorlogse retoriek van conventies, verdragen en humanitaire oplossingen. Rwanda betekende het einde van de 'dit nooit meer' illusie, naar 'goede' gewoonte keek de wereld weg van wat zonder twijfel een genocide was. Geen begin van bovenmenselijke humaniteit, zoals 'Hotel Rwanda' suggereert, maar het einde van grensoverschrijdende medemenselijkheid.
De verantwoordelijkheid van het Westen en de Belgen wordt eventjes aangekaart, door een verwijzing naar de invoering (in de jaren 1920-30) van identiteitskaarten met 'Hutu' of 'Tutsi' op. Kaarten die later, tijdens de genocide van 1994, opgevraagd werden aan wegversperringen om Tutsi's eruit te halen en af te maken. De Belgen bestempelden Tutsi's en Hutu's, dik tien jaar voordat in nazi-Duitsland een J of 'Jude' op joodse identiteitskaarten kwam te staan (in navolging van de Zwitserse regering die ongewenste immigranten wou weren).
De Duitsers en Belgen die Rwanda koloniseerden (respectievelijk eind 19de eeuw en na WO-I tot de onafhankelijkheid in 1962) hadden in hun bagage ook raswetenschap steken. Tutsi's, die minder op zwarten en meer op blanken leken, werden hoger ingeschat dan de Hutu's en daarom systematisch voorgetrokken. De bestaande tegenstellingen tussen de twee volkeren werden op de spits gedreven. Het koloniale onderwijs verspreidde een raciale, wetenschappelijke theorie, die gretig overgenomen werd door de Tutsi-elite.
Geen woord over deze voorgeschiedenis, ook niet over de kwalijke rol van de Rooms Katholieke Kerk. Missionarissen verkondigden de raciale theorieën en bevoordeligden de Tutsi-elite om ze bij haar bekeringsijver te betrekken. De kloof tussen arm en rijk werd almaar breder. Tot de koloniale en geestelijke overheden in de late jaren vijftig, uit angst voor een Tutsi-eis voor onafhankelijkheid, het geweer van schouder veranderden en... de Hutu-elite begon te steunen. Met massaslachtingen en een Hutu-dictatuur als voorspelbaar gevolg.
Enkele maanden voor genocide losbarstte, wisten VN-afgevaardigden dat ze in de maak was. Rapporten, noodkreten en openlijke berichten in bepaalde Rwandese kranten hadden dat duidelijk gemaakt. Men wist zelfs dat er een plan was om enkele Belgische blauwhelmen, die de ruggengraat vormden van de VN-troepen, om te brengen, met de bedoeling die troepen te doen terugtrekken. Maar Boutros Boutros-Ghali, de toenmalige secretaris-generaal van de VN, die meer rekening hield met Amerikaanse belangen dan die van Rwandese slachtoffers, blokkeerde elke tussenkomst.
Na de moord op tien Belgische soldaten werden de 450 Belgen teruggetrokken. Onder grote VS-druk werd de vredestroepenmacht ingekrompen tot 270 manschappen. Hartverscheurende scènes, zoals de negentig vredessoldaten die in de 'Ecole Technique Officielle' zo'n tweeduizend vluchtelingen beschermde tegen Hutu's die, machetes in de hand, de school omsingelden, maar op bevel wegtrokken, in het volle besef dat iedereen zou worden afgemaakt. Waarom daarover geen film?
Niemand in het westen protesteerde tegen de terugtrekking; eigen volk eerst. Laat die Afrikanen het maar onder mekaar uitvechten. De slachtpartijen gingen nog drie maand door. Massamoorden die in 'Hotel Rwanda' alleen vanuit de verte te zien zijn. De filmmakers worden erom geloofd. Hier geen close-ups, het gaat niet om misdaad of actie, maar om genocide! Mensen niet naar de strot grijpen, niet nog eens doen wegkijken, geen plaatsvervangende schaamte doen voelen, maar hun laten applaudisseren.
Uit een Human Rights rapport blijkt dat de laattijdige kritiek het genocidaire programma verstoorde. Een iets doortastender optreden van de VN had veel kunnen voorkomen. Politieke berekening, gemakzucht, dwaasheid, internationale malaise en racisme hebben dàt voorkomen
anzi
Helaas niet gezien, maar voor geinteresseerden
Uitzending gemist?
centraal tijdens thema-avond Canvas+
maandag 6 april 2009
Dinsdag 7 april is het precies 15 jaar geleden dat tien Belgische soldaten vermoord werden in Rwanda. Canvas+ brengt daarom een thema-avond rond dit onderwerp. De avond wordt gestart met een interview met Willy Claes door Peter Verlinden.
stuur dit artikel door
discussieer mee
in het forum
20.35 uur: Interview met Willy Claes over Rwanda
Peter Verlinden presenteert een interview met Willy Claes over Rwanda.
20.55 uur: Waarom de Belgen moesten sterven?
Reportage van Peter Verlinden voor 'Panorama' (2007) over de moord op de tien Belgische Blauwhelmen in Rwanda op 7 april 1994. De para's werden vermoord in het militaire Kamp Kigali, in de Rwandese hoofdstad. Zelfs na dertien jaar onderzoek blijven nog heel wat vragen onbeantwoord over de moord op de Blauwhelmen, de Rwandese genocide en de massamoorden.
'Panorama' ging op zoek naar nieuwe getuigen en onontgonnen pistes. De militaire machthebbers van destijds, verantwoordelijk geacht voor de tragedie, laten in hun oude kaarten kijken. Dissidenten uit de rebellenbeweging van toen, het Rwandees Patriottisch Front, de huidige machthebbers rond president Kagame, klappen uit de biecht.
De nieuwe Rwandese rebellen, diep in het Congolese regenwoud verscholen, overblijfselen van de tragedie van toen, laten voor het eerst een Belgische camera toe. En belangrijke internationale spelers, ondermeer de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Boutros Ghali, luchten hun hart. De nummer twee van de VN-Blauwhelmen in het Rwanda van 1994, de Belgische kolonel Luc Marchal, komt na jaren eigen onderzoek tot verrassend nieuwe inzichten.
'Panorama' onderzoekt vooral de rol van de Belgen, militairen en toppolitici, in de aanloop naar de tragedie van april-juni 1994. Werden zij werkelijk geviseerd door de massamoordenaars? Werden zij gemanipuleerd door de rebellen van toen? Speelden de Belgen echt een rol bij de aanslag op het vliegtuig van de Rwandese president van toen: het startschot voor de genocide en de massamoorden? Want daarom werden de tien vermoord door de regeringssoldaten: omdat zij mee geholpen zouden hebben bij de moord op 'hun' president.
21.42 uur: Canvas Archief: In Rwandees rebellengebied
Reportage van Peter Verlinden voor 'Panorama' (1999) over de rol van het Tutsi-leger van het Rwandees Patriottisch Front bij de genocide in Rwanda in 1994.
Het Belgisch paar Marcel Gérin en Gloria Martinez werd op 26 april 1994 in hun safaripark in het Oosten van Rwanda gevangen genomen door soldaten van het Rwandees Patriottisch Front. Het Front rukte op naar de hoofdstad Kigali en heeft daar sinds juli 1994 de macht in handen. Dat voorjaar 1994 vielen in Rwanda naar schatting een miljoen doden. Tot vandaag worden zowat alle moorden toegeschreven aan de extremistische Hutu-bendes die de steun hadden van het oude Rwandese leger, dat de oorlog verloor. Deze Interahamwe voerden een ware genocide uit op de Tutsi-minderheid.
Maar de genocide op de Tutsi-burgers was niet de enige massamoord in 1994. Voor de camera van 'Panorama' getuigen Marcel Gérin en Gloria Martinez voor het eerst over even ongenadige massamoorden op onschuldige burgers door het leger dat nu aan de macht is in Rwanda, door het Patriottisch Front en zijn Oegandese bondgenoten. Zij zagen met eigen ogen hoe volledige dorpen werden uitgemoord door de soldaten die op dat ogenblik in de internationale pers als bevrijders werden beschreven. De bijzonder gedetailleerde getuigenis van Marcel en Gloria wordt bevestigd door verschillende andere Rwandese en Belgische getuigen. Zij durven niet voor de camera spreken, omdat hun vrienden en familieleden nog in Rwanda leven. In het Rwanda van vandaag is getuigen over de wandaden van de huidige machthebbers levensgevaarlijk.
Marcel en Gloria hebben lange tijd gezwegen. Eerst omdat ze te geshockeerd waren door wat ze hadden beleefd, later omdat ze vreesden dat niemand hen zou geloven. Onder meer de Rwanda-commissie in de Belgische Senaat wilde hen niet horen. 'Panorama' doorbreekt die stilte.
Want Rwanda heeft in 1994 veel meer doorgemaakt dan de genocide op de Tutsi.
anzi
Ben je bekend met de context van deze aanklacht en de implicaties voor de regio, Stan?
Er is veel misinformatie over Sudan de wereld in geholpen. Zo is de eerdere beslissing van de hoofdaanklager Campo om Bashir te vervolgen voor genocide ongegrond verklaard. Je moet je de vraag stellen wat het oplevert om El Bashir voor oorlogsmisdaden aan te klagen. En wat het betekent voor de Darfuri's zelf bijvoorbeeld. Iemand die er ontzettend veel van af weet is Alex de Waal, die er samen met Julie Flint een diepgravende analyse over geschreven heeft. Op zijn blog bericht hij dagelijks over ontwikkelingen in het gebied, met heel veel achtergrondinfo. Ik raad je eens aan om dat door te nemen. Over de aanklacht van het ICC schrijft hij als volgt:
ON REACTIONS BY THE HUMAN RIGHTS COMMUNITY: “There was a quite stunning naiveté at play here. With one breath [human rights groups] were saying [the Sudanese] government is responsible for some of the most heinous crimes on the book (which indeed is correct) and on the other they were saying, well, if they are given the right incentives and the right pressure, and they’re threatened with an arrest warrant, they’ll just come along tamely. The [Sudanese] government made it absolutely clear that it regarded the arrest warrant as an declaration of war, a game changer in which the existing arrangements whereby it allowed an operation that was feeding some three or four million people in Darfur with a great deal of independence and a huge amount of success, that the agreements under which this was allowed to continue, would be jeopardized. It said the UN presence would be jeopardized, the peacekeepers would be jeopardized, too, because it regarded this as a fight to the death, an attempt at regime change. And to be frank, that’s what it is. . . . It’s really regime change by judicial activism, and they’ve recognized it as that and of course they’re digging in. And they’ve called our bluff and I don’t see a way out of it.”
ON DEPARTURE OF AID AND PEACEKEEPING GROUPS: “And how was it possible for the accumulated wisdom of the international community not to see the blindingly obvious fact that it was in the interests of three or so million victims of the atrocities of this war to be kept alive by a continuing aid operation which the government had clearly threatened to close down. And yet this issue was not even debated at the UN Security Council. It was brought up by the African Union, it was brought up by a number of people such as myself and completely ignored, and now we are facing that reality. . . . The [Sudanese] government has allowed peacekeepers in; it’s allowed an extraordinarily effective humanitarian operation to proceed. We’ve seen levels of violence reduced. More than 90 percent of those who were killed in Darfur were killed in 2003–2004. Yes, the comprehensive peace agreement between North and South has been imperfectly implemented, but the imperfect implementation has brought peace to 80 percent of Sudanese that they never knew in an entire generation. And we are putting all that on the line just for the symbolism of saying we want one man in the dock.”
ON VICTIMS’ NEED FOR JUSTICE: “[I]t’s absolutely true that millions of Darfurian victims—I’ve spoken to many of them myself—demand justice. And when they talk about justice, they don’t just mean vetting Bashir in court. For them, that is an emotional satisfaction, and a right. They talk about restorative justice. They talk about returning to their homes. They talk about compensation. They talk about being able to resume the life they’ve lost. I do not see how what has happened over the last week has taken a single step forward in terms of all those other components of justice, as well as exposing them to the very grave danger of hunger, of disease, of further violence, of the fact that the thousands of international witnesses who were there in Darfur, whose very presence was so important in bringing down the level of violence—not of course to anything like zero, but very considerably down nonetheless—those people have gone.”
ON THE POSSIBILITY OF WAR: Anybody who has any familiarity, who has lived in Sudan, knows that what you do is you negotiate, you give [Sudanese politicians] a soft landing, a place to land. And huge progress has been made in the last few years most notably in the north-south peace agreement, [and] in bringing down the levels of violence in Darfur by 90 percent by doing precisely that. If you put their backs against the wall as was done 15 years ago, when you isolate them internationally, turn them into pariahs, then they’re going to fight, and millions may die.”
ON THE UPCOMING SUDANESE ELECTIONS: “[I]t’s absolutely correct that [the ICC is] on a collision course with the elections. The vision of the elections and the comprehensive peace agreement was that this was the opportunity, the first step in democratic transformation. No one had any illusions that this was going to be the be-all and end-all, these were not going to be like U.S. elections, but they were going to be a step in that direction. And President Bashir was even contemplating stepping down. . . . I can’t say for sure whether that was true or not but certainly now Bashir has absolutely no option but to fix that election so that he wins. . . . And the use of the elections as a cynical ploy for him to gain legitimacy and stay in power is such an insult to the vision of democratic transformation that was adopted not only by the former Southern rebels, the SPLM, but also by many in his own party.”
http://www.ssrc.org/blogs/darfur/2009/03/09/alex-on-the-kojo-nnamdi-show/
En in The Guardian dit artikel:
To put justice before peace spells disaster for Sudan
(...)
In truth, no one knew what the arrest warrant would mean. Rights groups who had supported an independent, permanent court kept their concerns private. Activist commentators and lawyers, often with little knowledge of Sudan, cleaved to the mantra that there is no peace without justice. Warrants against Slobodan Milosevic and Charles Taylor (the former presidents of Yugoslavia and Liberia) had contributed to their speedy overthrow, Geoffrey Robertson argued, and would do the same to Bashir. But Milosevic and Taylor were weak, and the west wanted them gone. Bashir has fought off all challenges for 20 years, and the west has been supporting a fragile and hard-fought peace agreement that kept him in power as the quid pro quo of a transition to democracy.
All this now hangs by a thread. The risks were real, and they were inflated by the way in which Moreno-Ocampo insisted on pursuing Bashir for "ongoing genocide" with, he claimed fantastically, 5,000 people dying a month.
One of our reasons for opposing an arrest warrant when the application was made last year was that the case for genocide was based on flimsy evidence and weak argument. He repeatedly said, with no evidence whatsoever, that the government was orchestrating "systematic" attacks on the camps to "eliminate African tribes" there. In an encouraging indication that the ICC judges took their job seriously, and had a better command of the facts, they rejected his three charges of genocide, finding that he had failed to demonstrate that Bashir had a case to answer there. This was a stunning rebuff to Moreno-Ocampo, who has insisted in public more than once that Bashir is guilty of genocide and must be removed from office.
Worse, the prosecutor hinted - again repeatedly - that he got his information from humanitarian agencies. The damage done by this is incalculable. Sudanese security believes international agencies have been passing information to the ICC. So far, 11 agencies have been ordered out.
Lees verder: http://www.guardian.co.uk/commentisfree/2009/mar/06/sudan-war-crimes
Een reactie posten