Gisteren ontving ik van de oud-Parool-journalist namens de redactie van het bejaardenblad Argus de volgende reactie:
| zo 30 okt. 20:55 (21 uur geleden) | |||
https://stanvanhoucke.blogspot.com/2022/10/europa- vernietigt-zichzelf-5.html
collegiale groet
stan van houcke
In mijn reactie uitte ik kritiek op een bewering van de 81-jarige oud-correspondent Jan van der Putten in Argus. Geheel in lijn met de propaganda van de voltallige westerse ‘corporate press’ roemde Van der Putten ‘de naoorlogse liberaal-democratische wereldorde’ van de VS als lichtend voorbeeld tegenover het ‘illiberale, autoritaire, tirannieke systeem’ van Rusland en China. Maar omdat Van der Putten zoals gebruikelijk in het kleine kikkerland geen reactie gaf op gefundeerde kritiek, mailde ik mijn commentaar naar het tweewekelijks verschijnende tijdschriftje zelf, dat volgens eigen zeggen 'een droom' was 'van een aantal gepensioneerden tijdens het nuttigen van talrijke alcoholische consumpties in een vermaard journalistencafé. Een papieren opinieblad waarin de auteur centraal staat.'Veelzeggend is de snelle reactie van Arnoldussen dat hij 'helemaal niet uit[sluit] dat je een punt hebt hoor,' hetgeen een vrijblijvende opmerking is aangezien mijn aangevoerde historische feiten domweg niet bestreden kunnen worden. De vraag blijft dan ook: welke meerwaarde had Van der Putten's hetze? Nog absurder is de 'verdediging' van het publiceren van het tendentieuze en onjuiste artikel:
'Maar copy/past (sic), en dat over de schutting gooien. Dan ben je een beroerd journalist geworden.'
Wat dit te maken heeft met de inhoud van mijn kritiek blijft onduidelijk. Afgezien daarvan is het niveau van de doorsnee polderjournalist opmerkelijk laag. Hij wil zo graag mogelijk doen voorkomen dat hij/zij zelf allerlei unieke zienswijzen heeft bedacht, en ondertussen jatten zij hun meningen uit buitenlandse bladen, allereerst natuurlijk uit de toonaangevende New York Times. Het meeste journalistieke werk in Nederland getuigt van een niet-doordachte ideologie, zo ook het stuk van Van der Putten dat niet meer was dan de gebruikelijk uit de losse pols geschreven pro-westerse propaganda, zonder ook maar een poging te doen om het Oekraïne-conflict in een bredere historische en politieke context te plaatsen. Hier wordt het als 'beroerde' journalistiek veroordeeld wanneer een vakgenoot niet de versleten verpolitiekte zwart/wit cliché's herhaalt, maar de 'brutaliteit' bezit om grotere geesten te citeren, en hun wijsheid 'over de schutting' gooit waarachter de bejaardenjournalistiek zich heeft verschanst tegen de boze buitenwereld. Vandaar ook dat zowel Van der Putten als Arnoldussen inhoudelijk niet ingaan op mijn kritiek. Dat kunnen ze ook niet, en juist dit demonstreert de intense armoede van de Hollandse journalistiek. De heren zijn te oud om de feiten onder ogen te zien, zij zijn mijn generatiegenoten die in de jaren zeventig links waren en nu extreem rechtse opvattingen koesteren. En daarom poken ze het vuurtje op, ook al dreigen er nu een serie oorlogen tegen Azië, waar de oorlog in Oekraïne er één van is. In plaats van hun mond te houden, willen ze als het ware over hun graf heen regeren. In feite zijn zij geen journalisten, maar spelen het.
Rudie Kagie (links) en Paul Arnoldussen in Café Scheltema op de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Hand aan het borrelglaasje en bril op het voorhoofd omdat je beneveld toch niet goed kunt zien, laat staan schrijven voor 'een papieren opinieblad waarin' niet de wereld, maar 'de auteur centraal staat.' De verzonnen romantiek van de vrijbuiter, die in werkelijkheid het gezag gehoorzaamde:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten