In Oekraïne werkt Europa samen met oligarchen en fascisten
Oekraïne wordt gekenmerkt door repressie, corruptie en chauvinisme. De huidige machthebbers flirten met antisemitisme, terwijl extreem-rechtse fracties hun politieke vijanden belagen. Tijd om moeilijke vragen te stellen over de Europese samenwerking met Oekraïne.
Een nieuwe vijfpartijencoalitie, bestaande uit een mengelmoes van pro-Europese neoliberalen, conservatieven, oligarchen en nationalisten, heeft in Oekraïne onlangs het roer overgenomen. De voorafgaandeparlementsverkiezingen werden door eurocommissarissen Herman Van Rompuy en Jose Manuel Barroso ‘een overwinning van het volk van Oekraïne en de democratie’ genoemd. Dat was niet verwonderlijk. Het pro-Russische oppositieblok, aangevuld door zo’n veertien procent pro-Russische onafhankelijken, kreeg namelijk maar zes procent van de zetels.
De EU heeft al een associatieverdrag getekend en een hechtere samenwerking ligt met deze coalitie voor de hand. Ondertussen ondersteunt de Navo Oekraïne zowel politiek als militair. De Oekraïense minister van Defensie gaf aan ook wapens te ontvangen van individuele Navo-landen. Recent onderzoekwijst uit dat de kans groter is dat een Amerikaan een interventie in Oekraïne steunt als hij het land niet kan aanwijzen op een kaart. Dus nu verdere samenwerking met het Westen in steen lijkt gebeiteld, wordt het toch de hoogste tijd om een paar moeilijke vragen te stellen.
Ik wil hierin een paar stappen verder gaan dan de gangbare verslaggeving, en aantonen dat de regering in Kiev in geen enkele zin het bastion is van de vrije democratie zoals ze vaak wordt beschreven. Integendeel, het huidige bewind is met geweld in het zadel geholpen en wordt gekarakteriseerd door repressie, corruptie en chauvinisme. De helft van de bevolking, die de huidige pro-Europese en anti-Russische koers niet ziet zitten, wordt resoluut aan de kant geschoven. Ten slotte is een verontrustende band ontstaan tussen fascistischebewegingen en het centrum van de macht in Oekraïne.
De mythe van de universele Europese droom
Toen de voormalige Oekraïense president Janoekovitsj in november 2013 een associatieverdrag met de EU uitstelde, en vervolgens een nieuwe gasdeal met Rusland sloot, kwamen er massademonstraties op gang die eind februari 2014 tot de val van de democratisch gekozen Janoekovitsj zouden leiden. Deze protestbeweging noemde zichzelf EuroMaidan, vernoemd naar hun Europese aspiraties en het Maidanplein in Kiev dat het hart van de protestbeweging was. Deze ‘Maidan-revolutie’ werd in westerse media vaak beschreven als een brede volksbeweging. Maar in Oekraïne zijn relaties met de EU juist altijd een erg polariserend punt geweest. Dit komt doordat Oekraïne door haar geschiedenis een enorm etnisch-linguïstisch verdeeld land is. In het oosten bevindt zich een overwegend Russischtalige arbeidersklasse werkend in een industrie die grotendeels exporteert naar de Russische markt. Veel mensen hebben familie vlak over de grens. Maar in het westen spreekt vrijwel iedereen van huis uit Oekraïens, en hun emigratie was juist gericht op Europa en de Verenigde Staten. Het stemgedrag is sinds het ontstaan van Oekraïne voornamelijk door deze etnisch-linguïstische kaders bepaald en verkiezingsdebatten draaien dan ook grotendeels rond het buitenlandse vraagstuk: meer Europa, of meer Rusland?
Meer Rusland lag aan de basis van de verkiezingscampagne van voormalig president Janoekovitsj.
Janoekovitsj had niettemin beloofd vaart te zetten achter de onderhandelingen over een handelsovereenkomst met de EU, die in 2008 onder de pro-Europese Joesjtsjenko waren begonnen. Maar aan de andere kant zou hij proberen toegang te krijgen tot de Euraziatische Economische Gemeenschap, een douane-unie tussen Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. Zo zou hij naar eigen zeggen de gepassioneerde buitenlandse interesses van het volk in evenwicht brengen. Volgens de peilingen schommelde de steun voor beide verdragen inderdaad ook rond de veertig procent. Ook de beslissing van Janoekovitsj om niet door te zetten op een Navo-lidmaatschap reflecteerde het feit dat de Navo in Oekraïne vaker als dreiging dan als potentiële protectie werd gezien. De helft van de Oekraïners was dan ook tegen de Maidan-protesten, en de partij van Janoekovitsj was zelfs in februari, drie weken voor zijn val, met dertig procent de meest populaire partij in de peilingen. De oppositie had immers ook een track-record van corruptie.
De regionale verschillen verklaren waarom er, in de meest pro-Russische provincies, zoveel steun is voor separatisme. In de Krim tonen de peilingen ruim tachtig procent steun voor de aansluiting bij Rusland, en in de Donbass-provincies (Luhansk en Donetsk), waar het gewapende verzet plaatsvindt, wil de meerderheid onafhankelijkheid, aansluiting bij Rusland of federalisering. Een andere peiling uit mei, nog voor de meest heftige escalaties, gaf aan dat 66 procent voor onafhankelijkheid wilde stemmen in het referendum. Zelfs in de gebieden van de Donbass die nu door het Oekraïense leger worden bezet, wil 41 procent onafhankelijkheid of aansluiting bij Rusland, en wil 25 procent autonomie voor de regio. De leider van een pro-Kiev-bataljon, Semen Semenchenko, beweerde dat de helft van de rebellen bestaat uit ‘lokale idioten’. De rebellen beweren zelf dat lokale burgers ruim tachtig procent van het gewapend verzet representeren.
De andere Oost-Oekraïense provincies willen wel deel blijven uitmaken van Oekraïne. Maar hoewel er indirecte indicaties zijn dat hun houding ten opzichte van de Navo en de EU dankzij de oorlog is verbeterd, blijft een overduidelijke meerderheid daar tegen lidmaatschap. De helft van alle Oekraïners exclusief de Krim en de Donbass had zelfs in september, kort na de enorme nederlaag van het Oekraïense leger, nog een positief beeld van Rusland, en wenste hechte relaties met open grenzen zonder visa en douane. De opkomst bij de parlementaire verkiezingen, die niet werden gehouden in door rebellen bezette gebieden, was met 52 procent dan ook de laagste in de geschiedenis van Oekraïne. Alle oostelijke provincies vielen, soms heel ver, onder dit gemiddelde.
Voor degenen die denken dat dit simpelweg het resultaat is van effectieve Russische propaganda wijs ik graag op een recente peiling van het gerenommeerde Kiev Instituut voor Sociologie, dat aantoont dat Oekraïne de informatieoorlog overduidelijk aan het winnen is. Als een van hun top-drie nieuwsvoorzieningen noemde 83,5 procent van de bevolking de Oekraïense televisie, tegenover 21 procent die ook naar de Russische televisie kijkt. Voor kranten en tijdschriften was dit 29 procent tegenover 2 procent, en voor de radio 16 procent tegenover 1 procent. Dit betreft een Oekraïens medialandschap dat net zo propagandistisch te werk gaat als zijn Russische tegenhanger. Ook de Oekraïense geschreven ‘kwaliteitsmedia’ publicerenbijvoorbeeld over het gebruik van tactische nucleaire wapens door Rusland in de Donbass. Niettemin vertrouwt 22 procent van de bevolking de Oekraïense televisie volledig, en 60 procent gedeeltelijk, tegenover respectievelijk 5 procent en 26 procent voor zijn Russische tegenhanger. De Donbass-regio is meegenomen in deze peiling, en zelfs in het hart van het gewapend verzet kijkt maar 24 procent regelmatig naar Russische televisie en vertrouwt 21 procent van de bewoners daar die media volledig (7 procent vertrouwt de Oekraïense televisie volledig).
Etnische en linguïstische blokken in Oekraïne (bron)
Uitslag verkiezingen 2004 (bron)
Uitslag verkiezingen 2010 (bron)
Uitslag Parlementaire verkiezingen 2014 (bron)
De mythe van de vredige revolutie
De ongetwijfeld positieve kant van de Maidan-revolutie is inmiddels bij de meeste mensen bekend. De voormalige Oekraïense president Janoekovitsj had zijn termijn gebruikt om zijn presidentiële macht over het kabinet en het parlement te consolideren. Het justitieel systeem werd steeds afhankelijker, en het meer en meer autoritaire regime was wellicht het meest corrupte in de geschiedenis van Oekraïne. Toen Janoekovitsj in 2013 op het laatste moment besloot het EU-verdrag uit te stellen, gingen tienduizenden burgers de straat op. Nadat de demonstranten met knuppels en traangas waren verjaagd was de emmer definitief overgelopen. Er ontwikkelde zich een grote volksbeweging, voornamelijk in West-Oekraïne, die primair bestond uit een middenklasse die hongerde naar verandering.
Niettemin lijkt een kleine maar vastberaden minderheid doorslaggevend te zijn geweest voor de val van Janoekovitsj. Hoewel het meeste geweld van de autoriteiten en door de overheid ingehuurde knokploegen kwam, doemden even gewelddadige beelden op van demonstranten die met gas en knuppels de politie belaagden. Dit waren geen alledaagse vandalen. Op 1 januari 2014 werd er een vijftienduizend man sterke fakkeloptocht gehouden ter herinnering aan de nazi-collaborateur Stepan Bandera. Nazisymbolen verspreidden zich over de muren van Kiev terwijl tientallen fascisten uit Zweden binnenstroomdenom hun broeders te steunen. Het Centrum voor Maatschappelijk Onderzoek, dat protesten en repressie al sinds 2009 in Oekraïne monitort, geeft aan datextreem-rechts aanwezig was bij minstens 25 procent van de protesten in het land, die in 36 procent van de gevallen gewelddadig of confronterend waren. In het hart van Kiev was dit 50 procent. De Antifascistische Unie van Oekraïne schat dan ook dat 30 procent van de demonstranten op het Maidanplein op z’n minst nationalisten waren. Na en voor vrijwel elke speech op het podium van Maidan schreeuwde de spreker: ‘Glorie aan Oekraïne!’, waarna de menigte terugriep: ‘Glorie aan de helden!’ Dit was de slogan van de voormalige Oekraïense fascistenbeweging, die had bijgedragen aan de enorme ‘holocaust door kogels’ door onder meer een Oekraïense Waffen-SS-divisie op te zetten.
Een frontman van de fascistische Svoboda-partij vertelde The New York Timesonlangs trots dat ze een wapendepot in Lviv hadden geplunderd en zeshonderd strijders per dag richting Kiev stuurden. Al snel stonden neonazi’s aan de frontlinies met schilden, geweren en molotovcocktails om overheidsgebouwen te bestormen. Aan beide kanten vielen doden. Janoekovitsj ging in onderhandeling met de oppositieleiders en een wapenstilstand werd uitgeroepen. Maar de radicale contingenten van Maidan wilden hier niets van weten, en bleven oprukken met vuurbommen. Het geweld mondde uit in een ongekend drama toen groepen sluipschutters op zowel politie als demonstranten schoten. Vrijwel de hele wereld veroordeelde direct de zittende president Janoekovitsj, waardoor zijn dagen waren geteld. Maar inmiddels is het eerste academische onderzoek naar het bloedbad verschenen, van de Oekraïense wetenschapper Ivan Katchanovski. Gebaseerd op een enorme hoeveelheid beeldmateriaal, onderschepte radiocommunicatie van politie-eenheden, ooggetuigen, ballistiek onderzoek en talloze andere bewijsstukken concludeert de Oekraïense academicus dat het bij de bulk van de moorden, zo niet het volledige bloedbad, om een false flag-operatie ging, waarbij de daders op hun eigen mensen schoten om de val van hun vijand te provoceren. Katchanovski’s bevindingen worden ondersteund doordoortimmerde onderzoeken van, onder anderen, de Duitse publieke nieuwszender ARD, de Amerikaanse documentairemaker John-Beck Hoffmanen persagentschap Reuters.
Andere voorgaande gevallen van repressie lijken destijds ook ten onrechte in de schoenen van Janoekovitsj te zijn geschoven. Een van de meest gepubliceerde schandalen betrof bijvoorbeeld de gijzeling en marteling van EuroMaidan-activist Dmytro Bulatov, die later met een ministerspost zou worden beloond in de nieuwe interim-regering. Bewijzen voor de aantijgingen waren vanaf het begin erg schaars, en een van zijn mede-protestleiders heeft inmiddels toegegeven dat Bulatov nooit ontvoerd was.
Maar vooral na het sluipschuttersbloedbad van 20 februari stond Janoekovitsj onder enorme druk. Hij kwam tot een overeenkomst met de oppositieleiders waarin hij toezegde om, onder meer, alle politie-eenheden terug te trekken uit de binnenstad, vervroegde verkiezingen te houden en binnen 48 uur de 2004-constitutie te herstellen die zijn presidentiële macht zou beperken. Maar EuroMaidan was niet onder de indruk, en gaf hem publiekelijk een ultimatum: vóór 22 februari tien uur moest hij opstappen, of anders zouden ze ‘de wapens oppakken en toeslaan’. Die dag vluchtte Janoekovitsj naar Rusland en werd hij afgezet door het parlement. Deze afzettingsprocedure was in strijd met de grondwet, die een drie-vierde meerderheid en een toetsing door het grondwettelijk hof vereiste.
De belangrijke rol van de fascistenbeweging wordt duidelijk in het licht van detalloze posities die haar vertegenwoordigers in de interim-regering ontvingen. Ze kregen zeven ministeries, waaronder die van Defensie, Agricultuur, Educatie en Ecologie en Grondstoffen. Andere posities waren zowel secretaris als vice-secretaris van de nationale defensieraad, secretaris van de nationale anticorruptiecommissie, procureur-generaal en vice-voorzitter van het parlement. Tot slot vertelde de nieuwe vice-premier Oleksandr Sich het Europees Parlement op 4 februari dat ‘de fascistische dictatuur de beste manier is om een land te regeren’, zo rapporteert het Italiaanse Panorama.Hoewel deze fascisten maar een paar maanden hebben geregeerd, vervulden ze een essentiële rol in het ontketenen van de Oekraïne-crisis, en het normaliseren van banden met de fascistische beweging.
Janoekovitsj was nog geen 24 uur weg of het overgebleven parlement stemdeal overweldigend voor een afschaffing van het Russisch als de tweede taal van de oostelijke provincies. Russische nieuwszenders werden uit de lucht gehaalden tallozegeliefde Lenin-beelden, inclusief een monument voor de gevallen soldaten tegen de nazi’s, werden omvergeworpen en vaak bewerkt met nazisymbolen. Toen de oostelijke burgers vervolgens, naar het voorbeeld van Maidan, ook overheidsgebouwen begonnen te bestormen, antwoordde Kiev met tanks en soldaten. Het conflict mondde in de Donbass uit in een burgeroorlog waarbij Kiev openlijke neonazi milities inzette, die net als veel rebellen aan het martelen en executeren sloegen, soms in samenwerking met de centrale autoriteiten. Maar ook werden woonwijken, waar ook scholen enziekenhuizen stonden, gebombardeerd met Grad-raketten en clustermunities.
De mythe van de marginale fascisten
Het extreem-rechtse kamp had gelukkig geen denderend electoraal succes. Samen kregen de Radicale Partij, Svoboda en de Rechtse Sector zo’n 14 procent van de stemmen, en een magere 6,5 procent van de zetels. Alleen de Radicale Partij is deel van de nieuwe coalitie, en zij kreeg maar één ministeriële post (vice-premier). Maar dit is geen goede graadmeter voor de invloed van extreem-rechts, die zich vaak via buitenwettelijke middelen doet gelden. Zo gaf president Poroshenko eind juni aan van plan te zijn om de jonge unilaterale wapenstilstand te verlengen. Maar toen op 30 juni tijdens een belangrijke vergadering Poroshenko en een aantal van zijn ministers werden geconfronteerd met een gewelddadige demonstratie van extreem-rechts besloot Poroshenko de wapenstilstand per direct te beëindigen.
Verschillende fascistische organisaties hebben, vooral sinds de permanente wapenstilstand, aangegeven bereid te zijn ook Poroshenko omver te werpen. Überhaupt zal de dreiging hiervan in het achterhoofd van de president meespelen nu vrijwel de enige goed functionerende strijdmachten tot de tand bewapende extreem-rechtse milities zijn, en de staat minder controle heeft dan ooit. Der Spiegel bezocht bijvoorbeeld onlangs de havenstad van Odessa, tweehonderd kilometer buiten het oorlogsgebied, en constateerde dat de politie daar de straten schuwde terwijl leden van de Rechtse Sector nu recht spraken. Nog verder richting West-Oekraïne werd op 6 december in de Vinnytsia-regio de gemeenteraad bestormd door de achterban van de fascistische Svoboda-partij om het ontslag van de gouverneur te eisen. De volgende dag werd de lokale Svoboda-leider Oleksii Furman door de menigte als ‘volksgouverneur’ verkozen.
Maar vooral weerzinwekkend is dat de pro-Europese beleidselite zelf ook bereid was om samen te werken met de fascistische beweging. Het was erg genoeg dat dit werd toegelaten in de formatie van de interim-regering, maar inmiddels is duidelijk dat de banden ook van langdurige aard zijn. Nummers 2 en 4 van de partijlijst van de huidige premier Jatsenjoek hebben bijvoorbeeld in het verleden topposities in neonazi-organisaties bekleed, en zijn Volksfront-partij nam bovendien leiders van verscheidene extreem-rechtse milities op in haar militaire raad. Een daarvan is bijvoorbeeld Andriy Biletskiy, die onlangs schreef: ‘The historic mission of our nation (…) is to lead the White Races of the world in (…) a crusade against the Semite-led Untermenschen.’ Diezelfde Biletskiy werd overigens ook gesteund door premier Jatsenjoeks Volksfront tijdens zijn succesvolle verkiezing in het Kiev-kiesdistrict voor een zetel in het nationale parlement, waar twaalf andere extreem-rechtse collega’s hem vergezellen die veelal via de lijsten van ‘gematigde’ pro-Europese partijen hun zetel hebben verkregen. Biletskiy werd ook benoemd tot luitenant-kolonel van de politie. Zijn voormalige vice-commandant van het neonazibataljon Azov, Vadim Troyan, werd benoemd tot hoofd van de regionale politie van Kiev. Andere belangrijke posten bekleed door regelrechte neonazi’s zijn twee vice-voorzitters van de Nationale Veiligheidsraad, en de eerste vice-voorzitter van de parlementaire raad voor rechtshandhaving. Ten slotte werd de oprichter van het Joseph Goebbels Politiek Onderzoekscentrum aangesteld als hoofd van de propaganda- en analysedivisie van de Oekraïense geheime dienst.
Dat neonazi’s in posities komen waar ze significante overheidsmiddelen tot hun beschikking krijgen is natuurlijk meer dan zorgwekkend. Maar de pro-Europese beleidselite lijkt zelf ook in de richting van een gevaarlijk chauvinisme te zijn geschoven. Zo noemde premier Jatsenjoek Russen onlangs‘submensen’, en de huidige president Poroshenko prees recentelijk voormalige nazicollaborateurs als helden die een legale status verdienen. Zijn eigen tv-kanaal zendt regelmatig een commercial uit die de separatisten vergelijkt met ongedierte dat dient te worden uitgeroeid. De minister van Binnenlandse Zaken, Arsen Avakov, nam dezelfde de-humaniserende retoriek in de mond door pro-Russen als ongedierte te bestempelen. Keith Gessen, die met eigen ogen de brute bombardementen in de woonwijken van de Donbass had aanschouwd, schreef voor The London Review of Books: ‘This is what I heard from respectable people in Kiev. Not from the nationalists, but from liberals, from professionals and journalists. All the bad people were in one place – why not kill them all?’
Met het verlies van de Krim, en bijna een miljoen Donbass-bewoners die naar Rusland zijn gevlucht, is het onwaarschijnlijk dat het pro-Europese kamp nog grote electorale zorgen zal hebben. Niettemin gaf het post-Maidan-establishment de fascisten ook carte blanche in de rest van Oekraïne. In Odessa werden bijvoorbeeld zo’n veertig pro-Russische activisten levend verbrand. Talloze onthullende amateurbeelden belandden al direct op het internet, en de fascistische Rechtse Sector nam op haar website zelfs de verantwoordelijkheid voor deze ‘sprankelende pagina in onze nationale geschiedenis’. Pro-Russische media, die niet al centraal uit de lucht zijn gehaald, worden vaak geïntimideerd en aangevallen om hun berichtgeving aan te passen of te beëindigen. Leiders, parlementsleden en activisten van de pro-Russische oppositiepartijen worden geregeld, zelfs midden in het parlement, bedreigd en in elkaar geslagen, en hun huizen en kantoren vernield. De leider van de Radicale Partij, die met 5 procent van de zetels net zijn intrede in het parlement heeft gedaan en deel is van de regerende coalitie, zet regelmatig de beelden ervan trots op zijn website. Alle drie de pro-Russischepresidentskandidaten werden destijds aangevallen en twee daarvan trokken zich vervolgens terug uit de race. De Oekraïense academicus Ivan Katchanovski schreef eind augustus dat de absolute meerderheid van door het parlement doorgevoerde wetgeving geen enkele stem tegen had gekregen. Een fenomeen dat zich voor het laatst voordeed in sovjet-Oekraïne. Ongekend pervers is dan ook het feit dat de enorme aanwinsten voor fascistische invloed door Europese leiders worden verkocht als een ‘overwinning van het volk van Oekraïne en de democratie’. Een bewind dat de westerse mogendheden volmondig en zonder voorbehoud steunen.
De mythe van een democratische pro-Europese fractie
Niemand had deze extreme escalatie kunnen voorspellen. Maar het optimisme dat EuroMaidan typeerde was wel degelijk misplaatst. EuroMaidan had namelijk een duidelijk precedent: de Oranje revolutie van 2004. Nadat Janoekovitsj in 2004 zijn verkiezing had vervalst ging de bevolking in West-Oekraïne massaal de straat op. Een derde verkiezingsronde volgde, die deze keer werd gewonnen door de pro-Europese Joesjtsjenko met 52 procent van de stemmen.
Maar Joesjtsjenko zou weinig verandering teweegbrengen. Verwikkeld in interne machtsstrijden binnen de oranje coalitie kreeg hij niets gedaan met de EU en de Navo, wat misschien wel beter was ook, omdat de meerderheid in Oost-Oekraïne de Oranje revolutie zag als een westerse coup d’état. Maar ook zou hij de waarden van de Europese droom verraden: corruptieschandalen bleven aan de orde van de dag, en tegen het einde van Joesjtsjenko’s termijn vertrouwde nog maar 6,7 procent van de Oekraïners het kabinet, 5,3 procent vertrouwde de rechtbanken, 4,7 procent vertrouwde de president en 4,2 procent vertrouwde het parlement. Bij zijn herverkiezing kreeg Joesjtsjenko maar 5 procent van de stemmen, waardoor Janoekovitsj in eerlijke verkiezingen kon winnen.
De huidige president Poroshenko lijkt, net als Janoekovitsj, nog verder te gaan dan Joesjtsjenko. Zijn eerste voorstel voor grondwetswijzigingen zou hem de facto controle geven over het gehele staatsapparaat. Ondertussen worden repressieve oorlogswetten doorgevoerd: mensen kunnen zonder rechterlijk bevel worden getapt en opgesloten, en de regering bepaalt welke informatie op het internet, in print en op tv mag worden verspreid. Er is nu zelfs een nieuw orwelliaans ministerie van ‘informatiebeleid’ opgericht. Bovendien kunnen rechters inmiddels worden ontslagen door een zuiveringscommissie waarvan de meerderheid wordt benoemd door de overheid. Onlangs is ook een nieuwe zuiveringswet aangenomen waarbij wel een miljoen ambtenaren die onder Janoekovitsj hebben gewerkt kunnen worden ontslagen. Ironisch genoeg was Poroshenko zelf nog minister onder Janoekovitsj, en is hij volgens een WikiLeaks-kabel van de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne ‘tainted by credible corruption allegations’. Grootschalig misbruik van de zuiveringswet als een middel voor selectieve vervolgingen ligt dan ook op de loer. Ondertussen is de Communistische Partij van Oekraine (CPO) al ontbonden en een proces van verbanning gestart. Sommige van de aanklachten zijn een regelrechte aanval op de vrijheid van meningsuiting, zoals de aanklacht dat CPO-leden ‘openlijk negatieve houdingen tegenover de acties van ons leger in Oost-Oekraïne hebben geuit’. In twee provincies werden de CPO en Janoekovitsj’ Partij van de Regio’s al verbannen.
Natuurlijk is de territoriale integriteit van Oekraïne in serieus gevaar, en zijn sommige tijdelijke repressieve maatregelen te rechtvaardigen, zoals het verbannen van propagandistische Russische staatsmedia. De meest kwalijke keuze, namelijk om neonazi’s te bewapenen, kwam deels ook voort uit het feit dat er, naast vredesbesprekingen, weinig alternatieven waren. De Oekraïense autoriteiten zaten namelijk vol met loyalisten van de pro-Russische Partij van de Regio’s, en op 23 mei van dit jaar gaf het ministerie van Binnenlandse Zaken aan dat zeventienduizend agenten al waren overgelopen naar de rebellen, die ook fascisten in hun gelederen hebben.
De oorlog, en een flinke portie propaganda, fungeert dan ook als een uitstekende bliksemafleider voor Poroshenko. Waar demonstraties in Oekraïne veelal om burgerrechten en sociaal-economische emancipatie gingen, staat nationalistische mobilisatie nu centraal, volgens onderzoek van het eerder genoemde Centrum voor Maatschappelijk Onderzoek. Dit weerhoudt de regering er overigens niet van om demonstraties nog harder aan te pakken dan onder het pre-Maidan-bewind van Janoekovitsj, aldus het onderzoek. Het lijkt me dan ook evident dat het post-Maidan-establishment flink misbruik heeft gemaakt van de situatie, en mettertijd, net als de oranje coalitie, het vertrouwen in de democratie ernstig zal ondermijnen.
De mythe van de Oekraïense democratie
Democratie is een veel te mooi woord om het politieke systeem van Oekraïne te beschrijven. Een 120 pagina’s tellend rapport van de invloedrijke Poolse denktank OSW noemt het een ‘oligarchische democratie’. Destijds had Oekraïne mede onder druk van westerse economen, net als de bulk van de voormalige sovjetlanden, zijn overgang naar het kapitalisme volbracht door middel van wat beleidsmakers een ‘schoktherapie’ noemden: economische liberalisering op een ongekende schaal en in een ongekend tempo, en in scherp contrast met de geleidelijke overgang die China had doorgemaakt. Met de chaos, maffianetwerken en massaprivatisering die volgden wisten tientallen Oekraïners met connecties steenrijk te worden, terwijl de economie als geheel kromp met 60 procent. Pas in 2005 zou Oekraïne zijn economische welvaart weer op pijl krijgen, maar die welvaart was enorm oneerlijk verdeeld. Momenteel controleren zo’n vijftig oligarchen de helft van alle welvaart in Oekraïne, terwijl 25 procent van de bevolking bezwijkt onder de armoedegrens. Hoewel vergelijkbare systemen in de voormalige sovjetlanden zijn ontstaan, waarvan Rusland het meest berucht is, stelt het OSW dat ‘big business at present does not have such a strong influence on politics in any other Eastern European country as it does in Ukraine’. Sterker nog, ‘one may risk stating that it is the interplay of the interests of the oligarchs that is the real mechanism which shapes Ukrainian politics’.
De voormalige pro-Russische president Janoekovitsj wist inderdaad ook een uitzonderlijk aantal oligarchen aan zich te binden. Maar maanden voor de revolutie begonnen zijn twee meest belangrijke bondgenoten, multimiljardairs Akhmetov en Firtash, al weer de oppositie te steunen. Toen in december hun televisiezenders een kritisch geluid tegenover de regering lieten horen was duidelijk dat ze Janoekovitsj lieten vallen. Volgensde prominente nieuwssite Ukrainska Pravda heeft het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken Akhmetov gedreigd met verreikende sancties om hem zo ver te krijgen. Ukrainska Pravda rapporteerde ook dat de oligarch zo’n vijftig parlementariërs van Janoekovitsj’ PvdR controleerde.Volgens de Oekraïense politieke analist Taras Berezovets waren het er minstens veertig. Het Duitse Der Spiegel schatte het aantal op zestig, met nog eens dertig parlementariërs die onder de orders van Firtash vielen. Hun invloed is ongetwijfeld van belang geweest voor het gemak waarmee de pro-Europese fractie het interim-kabinet kon domineren en controversiële wetten kon doorvoeren.
De oligarchenklasse heeft dan ook hechte banden met het post-Maidan-establishment. Ten eerste is president Poroshenko zelf een rijke oligarch, met 1,2 miljard dollar, compleet met eigen televisiezender. Maar ook werden andere ongekozen oligarchen belangrijke posities geboden. Kolomoyskyi, met 5,3 miljard dollar de tweede man van Oekraïne,werd benoemd tot hoofd van de regionale Dnepropetrovsk-overheid, waar belangrijke corporaties van zijn Privat Groep zijn gelegen. De staalmagnaat Serhiy Taruta werd, met een vermogen van 2,1 miljard dollar, gouverneur van de Donetsk-regio, waar zijn Industriële Unie van Donbass is gevestigd. Verder werden aan de miljardairs Yaroslavsky en Novinsky belangrijke posities in het oosten geboden. Akhmetov, met 15,6 miljard dollar de rijkste man van Oekraïne, beschuldigde Oost-Oekraïense ‘separatisten’ onlangs ervan dat ze Oekraïne in de richting van ‘een genocide’ leiden.
Het mediamonopolie van de oligarchie zendt dan ook een uitgesproken ‘antiseparatistische’ agenda uit (ook gaf één op de vijf Oekraïners in 2010 al aan dat ze bereid waren hun stem te verkopen). Sommige extreem-rechtse milities worden zelfs gefinancierd en bewapend door oligarchen en vallen vervolgens onder hun orders. De winsten van de oligarchen lijken dan ook veilig onder het nieuwe regime. Zo wist een bank- en gasmagnaat twee van zijn handlangers in de ministeries van Energie en Financiën te krijgen. Miljarden aan ‘noodliquiditeitssteun’ werden vervolgens in het Oekraïense banksysteem gepompt, waarvan diezelfde oligarch de grootste ontvanger was. Maar ook zijn zogenaamde raider-praktijken, waarbij succesvolle midden- en kleinbedrijven met behulp van dreigementen of omgekochte rechters worden overgenomen, nog altijd aan de orde van de dag.
De mythe van de Europese principes
Als we dan de balans opmaken is het beeld dat oprijst vernietigend. Onze Europese partners in Kiev vertegenwoordigen in retoriek de helft van de bevolking, en in praktijk enkel een select gezelschap van oligarchen. Helaas geen bussiness as usual, want hun corruptie gaat nu samen met een gevaarlijk chauvinisme. Voor de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog is een Europese regering dusdanig gepenetreerd door fascistische invloeden dat praten over ‘submensen’ de norm is geworden, en gewapende neonazi’s schaamteloos worden ingezet tegen hun eigen bevolking. In een tijd dat extreem-rechts in heel Europa een opmars maakt, en neonazi’s in Griekenland zich mogelijk zelfs voorbereiden op een gewapende coup d’état, schept dit een uiterst gevaarlijk precedent. Dat het ‘gematigde’ Europese leiderschap deze regering financieel, politiek en militair steunt zonder enig voorbehoud zou onze vergeetachtige schoolboeken moeten ingaan als een gitzwarte pagina.
Sommigen zullen opperen dat Oekraïne in deze zware tijden onvoorwaardelijke steun nodig heeft tegen Rusland. Maar men negeert dan niet alleen de rol die Navo-landen zelf ook spelen in de Oekraïense burgeroorlog die het pro-Europese kamp heeft ontketend, maar vooral ook het feit dat Europa wel degelijk voorwaarden heeft verbonden aan haar steun. Geen voorwaarden over de oligarchen, de repressie, de fascisten of de oorlogsmisdaden, maar wel over de begroting (dat is in ieder geval hoe Kiev het Europese stopwoordje ‘hervorming’ correct interpreteert). Begrijpelijk, want Europese banken hebben 23 miljard euro aan openstaande leningen staan bij Kiev, en als de EU dan met een hulppakket komt wil ze elke cent terugzien. Gigantische bezuinigingsplannen worden nu in Oekraïne opgesteld. Om te beginnen heeft de regering alvast alle overheidstransacties richting de Donbass stopgezet, inclusief alle uitkeringen en pensioenen, en alle medische en educatieve faciliteiten, een soort collectieve straf voor het wonen tussen separatisten. Tijdens de oorlog worden water-, gas-, en elektriciteitsvoorzieningen regelmatig gebombardeerd, en nu de winter eraan komt waarschuwen de Verenigde Naties dat vijf miljoen mensen al ondraaglijke omstandigheden moeten doorstaan, en dat sommigen worstelen om te overleven. De trucks met hoognodige humanitaire hulp worden regelmatig onderschept door het Oekraïense leger.
Waarschijnlijk zullen er deze winter mensen doodhongeren.
De bezuiniging levert 1,8 miljard euro op. Hiermee wordt per direct de achterstallige schuld betaald.
Dat zijn de enige principes waar Europa voor wil staan.
Chris de Ploeg is student liberal arts & sciences bij Amsterdam University College, met een major in social sciences. Hij houdt een blog bij op radialreport.blogspot.nl.
Beeld: (1) Een inwoner van Donetsk doneert geld aan de bezetters van het provinciegebouw (Mauricio Lima/The New York Times/HH), (2) Pro-Russische milities bewaken een checkpoint in Pisky, Oekraïne (Mauricio Lima/The New York Times/HH), (3) Donetsk, 8 september. Ceremonie ter ere van de verdedigers van Donetsk tijdens de Tweede Wereldoorlog. De gewapende mannen begeleiden de president van de ‘Volkrepubliek’ Donetsk Alexander Zachartsjenko (Marko Djurica / Reuters).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten