WAT JE IN NEDERLANDSE MEDIA NIET LEEST OVER ISRAËL-PALESTINA
Geweld ‘escaleert’, rellen ‘breken uit’ en de Palestijnen ‘komen tegenover de Israëlische politie te staan’. Nederlandse media doen alsof er een gelijkwaardige strijd is tussen Israël en Palestina. Dat is het niet, legt Esha Guy Hadjadj uit. ‘We moeten het ‘conflict’ noemen wat het is: een bezetting.’
Het lijkt haast een wetmatigheid: doe verslag van de Israëlische bezetting van Palestina en je wordt beschuldigd van antisemitisme en/of antizionisme. Ik begrijp dus best dat Nederlandse media proberen uit de politieke vuurlinie te blijven, door niet van de actualiteit af te wijken en een zo ‘neutraal’ mogelijke berichtgeving na te streven.
Ook voor mij is het moeilijk om hierover te schrijven: ik ben bang verkeerd begrepen te worden door vrienden en familie. Toch kan ik me storen aan de manier waarop Nederlandse kranten objectief proberen te blijven in hun artikelen over de bezetting. Achter zogenaamd neutrale verslaggeving schuilen namelijk aannames die allesbehalve objectief zijn.
GEEN CONFLICT MAAR EEN BEZETTING
Als het over de bezetting van Palestina gaat, klinkt vaak het geluid dat die complex is, met veel lagen en dimensies. Dat is waar: het is onmogelijk om de volledige context in één artikel weer te geven. Ook ik heb niet de illusie dat ik hier een volledig verhaal kan schrijven. Belangrijke elementen moet ik noodgedwongen achterwege laten. Ik laat de Palestijnse autoriteiten hier bijvoorbeeld buiten beschouwing. Maar ik wil het wel hebben over een aantal lagen van de situatie die Nederlandse media doorgaans weinig bespreken.
Dat begint al met de bewoordingen: ‘Frustraties in Jeruzalem bereiken gewelddadig hoogtepunt’, zoals NRC kopte op 8 mei. Op vrijdagavond ‘escaleerde opnieuw het geweld tussen Israëlische politie en Palestijnse demonstranten’, aldus het artikel. Het zijn formuleringen die je in berichtgeving over Israël-Palestina vaak tegenkomt. Ze suggereren dat het geweld van de laatste dagen geen daders kent. Geweld neemt schijnbaar uit zichzelf toe, net als de ‘spanningen’ en de ‘onrust’.
“GEWELD, SPANNINGEN EN ONRUST NEMEN NIET UIT ZICHZELF TOE, HET GEWELD KENT DADERS
Door zulke verwoordingen lijken Palestijnse demonstranten even verantwoordelijk voor de geweldsuitbarstingen in de heilige stad als de Israëlische politie. Het enige verschil lijkt te zijn dat de ene partij rubberen kogels afvuurt, terwijl de andere partij met stenen gooit. Zo schreef de Volksrant dat er ‘rellen’ uitbraken ‘nadat Palestijnen na het avondgebed tegenover de Israëlische politie kwamen te staan’. Honderden Palestijnen raakten gewond ‘vanwege de rubberkogels en flitsgranaten die tegen hen zijn ingezet’. Degenen die die kogels afvuurden, Israëlische politieagenten, worden niet genoemd.
De landonteigening van Palestijnen wordt gepresenteerd als een conflict tussen twee gelijke partijen. Maar dat ‘conflict’ moeten we noemen wat het is: een bezetting. Er is geen Palestijnse politie in Jeruzalem; Israëlische politieagenten hebben alle vrijheid om gewelddadig op te treden in geannexeerd Oost-Jeruzalem, waar zij de dienst uitmaken. Palestijnse inwoners van Jeruzalem kunnen ondertussen amper de stad uit, krijgen nauwelijks middelen om een leven op te bouwen en hebben regelmatig te maken met de politie als bezettingsmacht.
Ter vergelijking: extreemrechtse Israëli’s kunnen door Palestijnse wijken marcheren – ook afgelopen week weer – terwijl ze ‘Dood aan de Arabieren’ scanderen, zonder dat de Israëlische politie hen tegenhoudt. Agenten lopen zelfs mee om ‘de orde te bewaken’.
EEN KOLONIAAL PROJECT
De protesten van de afgelopen week waren in eerste instantie een reactie op de uitzetting van Palestijnse gezinnen uit de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem. Die uitzetting groeide snel uit tot symbool voor de manier waarop Israël Palestijnen van hun land verdrijft om daar Joodse Israëli’s te huisvesten. Zulke uitzettingen zijn namelijk eerder regel dan uitzondering.
“EUROPESE ZIONISTEN KOCHTEN GROND OP VAN PALESTIJNEN EN MAAKTEN HET ONMOGELIJK VOOR HEN OM DIE TERUG TE KOPEN
In 1895 wond Theodor Herzl, een van de grondleggers van het zionisme, er geen doekjes om in zijn pamflet De Joodse staat: het opbouwen van deze Joodse staat was volgens hem een koloniaal project, hoewel je je daar iets anders bij moet voorstellen dan het ‘klassieke’ Europese kolonialisme. Europese zionisten hoopten op een bestaan zonder discriminatie na de ‘terugkeer’ naar een verloren thuisland, zonder rekening te houden met de bevolking die er woonde. Ze kochten de grond op van Palestijnen en maakten het hen onmogelijk die terug te kopen.
Tijdens het vijfde zionistische congres in 1901, besloot men dat het Joods Nationaal Fonds, medeverantwoordelijk voor het opkopen van Palestijnse grond, deze grond nooit mocht doorverkopen. Bovendien mochten enkel Joden de grond huren om te bebouwen. Vandaag de dag past Israël een vergelijkbare strategie toe. Volgens het Israëlische recht mogen Joodse Israëli’s verloren grond terugeisen, terwijl Palestijnen via de Israëlische wet geen aanspraak kunnen doen op de grond die ze zijn verloren.
HET JOODSE VOLK EN DE JOODSE STAAT
Het zionisme kent veel vormen en invullingen, maar in grote lijnen omvat het een nationalistische ideologie die een staat voor het Joodse volk in Palestina als oplossing ziet voor antisemitisme in diaspora. Vóór het ontstaan van het zionisme, eind negentiende eeuw, was er nog geen sprake van het Joodse volk in de etnische zin van het woord; joden
Het idee dat het Joodse volk een eenheid is en recht heeft op terugkeer naar het Heilige Land, zien we terug in Israëls natiestaatwet uit 2018. Daarin benadrukt het land een Joodse staat te zijn die het bouwen van nederzettingen voor Joden aanmoedigt en ondersteunt. Deze opzettelijke gelijkschakeling van een Joods volk en de staat Israël heeft tot gevolg dat Palestijnen met een Israëlisch paspoort, momenteel zo’n 20 procent van de bevolking, nooit gelijk zullen worden behandeld.
Doordat de staat zichzelf momenteel in etnische termen definieert, zit racisme verankerd in de Israëlische wet. In Gaza en op de Westelijke Jordaanoever voeren de Israëlische autoriteiten de segregatie tussen Joodse Israëli’s en Palestijnen zelfs zo ver door dat Human Rights Watch enkele weken terug reden zag om Israël van apartheid te beschuldigen.
ISRAËL IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR ANTISEMITISME
Een ander gevolg van de gelijkschakeling van het volk en de staat Israël, is dat joden elders ter wereld zonder band met Israël betrokken raken in een kwestie waar ze niks mee te maken (willen) hebben. Het is geen geheim dat elders in de wereldantisemitisme oplaait zodra de verontwaardiging over de Israëlische bezetting toeneemt. Laat ik duidelijk zijn: de antisemiet is verantwoordelijk voor zijn/haar/hun antisemitisme; niet Israël. Maar deze staat die beweert antisemitisme te bestrijden, wakkert zo ironisch genoeg wel antisemitisme in diaspora aan, door het verschil tussen Israël en joden opzettelijk vaag te houden.
Dat zien we terug in de eeuwige discussie over wanneer iets antisemitisch is. De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) hanteert een definitie van antisemitisme die algemeen geaccepteerd is, maar niettemin op kritiek kan rekenen. De IHRA stelt dat het antisemitisch is om Joden hun zelfbeschikkingsrecht te ontnemen door bijvoorbeeld te zeggen dat Israël een racistisch project is. De kritiekdie veel personen en organisaties op deze definitie hebben, luidt dat deze het moeilijk maakt om de bezetting van Palestina te bekritiseren.
Doordat de IHRA-definitie breed te interpreteren valt, beschouwt de regering van Netanyahuantizionisme óók als antisemitisme, met als gevolg dat joden elders ter wereld wederom met de staat Israël gelijk worden gesteld. Vandaar dat 200 wetenschappers een maand geleden een alternatieve definitie ondertekenden die als aanvulling diende op de IHRA-definitie.
Volgens hun Jerusalem Declaration of Antisemitism(JDA) is het bijvoorbeeld antisemitisch is om het bestaansrecht van joden ín Israël te ontkennen; niet het bestaansrecht van Israël zelf. Zolang iemand pleit voor een oplossing die gelijkheid tussen joden en Palestijnen ‘tussen de rivier en de zee’ garandeert, is er volgens de JDA dus geen sprake van antisemitisme.
STRATEGISCHE POSITIE IN HET MIDDEN-OOSTEN
In de Nederlandse media hoor je nauwelijks over de geopolitieke belangen die de EU, de VS en de Golfstaten in Israël hebben. De VS en EU zien in het land een ideologische evenknie, waar Israël op inspeelt door zich te profileren als een westerse staat. Deze houding komt deels voort uit de Koude Oorlog, waarin Israël haar socialistische veren van zich afschudde om steun te krijgen van de Verenigde Staten. De Sovjet-Unie steunde namelijk (socialistische) vijanden van Israël zoals Egypte en Syrië.
Europa was ver voor de de oprichting van Israël in 1948 betrokken bij de kolonisatie van Palestina. Groot-Britannië, dat destijds het mandaat had in Palestina, tekende in 1917 al de Balfour-declaratie. Daarin beloofde de koloniale grootmacht een toekomstige Joodse staat in het Midden-Oosten – specifiek Palestina – te ondersteunen. Voor Groot-Brittannië was Israël oorspronkelijk een makkelijke manier om controle te behouden over het Suez-kanaal en om de joden bij wijze van een gunst te laten emigreren.
“REGERINGEN VAN DE GOLFSTATEN EN WESTERSE LANDEN HEBBEN VEEL BELANGEN IN ISRAËL ALS HANDELSPARTNER ÉN ALS BONDGENOOT
Israël is vanaf het ontstaan omringd geweest door vijandige buurlanden. De enige manier waarop het zijn veiligheid kan garanderen is dus om zichzelf onmisbaar te maken in de regio. Dit doet het land via militaire steun en door nauwe economische banden aan te gaan. De normalisering van banden tussen Israël en Golfstaten als de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en (onofficieel) ook Saudi-Arabië, komen hieruit voort.
Het is maar de vraag of de tactiek van Israël op de lange termijn werkt. Uit een enquête van een onderzoeksbureau uit Qatar blijkt dat 82 procent van de bewoners uit de Golfstaten zich nog steeds identificeert met de Palestijnse zaak. Maar vooralsnog hebben de regeringen van de Golfstaten, net als Nederland en andere westerse landen, te veel belangen in Israël als handelspartner én als bondgenoot om in te grijpen in de Israëlische bezetting van Palestina.
En zolang dat zo blijft, spreken Nederlandse media over Israël-Palestina als een conflict tussen twee kampen, in plaats van wat zich werkelijk afspeelt: een gewelddadige bezetting.
- Ik gebruik ‘Jood(s)’ met een hoofdletter om te verwijzen naar joden als etniciteit met een thuisland (zoals ‘Nederlander’) en ‘jood(s)’ als ik het heb over een religieuze of diasporistische groep (zoals christen). ↩︎
Geen opmerkingen:
Een reactie posten