zondag 29 augustus 2021

NRC's Caroline de Gruyter en Andere Clowns 27

Net als vrijwel de voltallige westerse mainstream-pers was ook mijn oude vriend en collega Derk Sauer, inmiddels multimiljonair van de Socialistische Partij, er in 1991 heilig van overtuigd dat ‘Rusland vrij’ zou worden. Dat wil zeggen: een maatschappij waarin de kleptocraten van het neoliberaal kapitalisme, onvoorwaardelijk gesteund door een gehoorzame parlementaire democratie, en bijgestaan door de massamedia in eigendom van de elite, voortaan de koers zouden bepalen van de, qua oppervlakte, omvangrijkste natie ter wereld. Precies drie decennia nadien beseft inmiddels zelfs Sauer dat die zogeheten ‘vrijheid’ van Jeltsin ‘gepaard’ was gegaan ‘met chaos en bittere armoede’ waardoor de ‘ooit machtige Sovjet-Unie aan de bedelstaf [raakte],’ een feit dat ik al in 1991 wist toen ik een maand in Moskou doorbracht om daar Russische intellectuelen te interviewen over de toekomst van hun ontzagwekkend grote land. Die ‘chaos en armoede,’ waarvan alleen oud-KGB-ers, mafiosi en gewiekste ondernemers als Sauer profiteerden, was de erfenis waarmee Vladimir Poetin werd geconfronteerd toen hij op 31 december 1999 voor het eerst als president van Rusland aantrad. Desondanks meende Sauer in 1991 nog dat de ‘aan de bedelstaf’ geraakte nucleaire grootmacht zich in alle ‘vrijheid’ zou gaan ontwikkelen, nadat Boris Jeltsin in Moskou ‘onder gejuich op een tank’ was geklommen en ‘de commandant’ ervan ‘wist te overtuigen de kant van het volk te kiezen.’ Maar omdat de geschiedenis geen stripverhaal is bleek Derk’s geloof in een glorieuze democratische toekomst al snel een ernstige misvatting, waarvan hij overigens financieel profiteerde. Gebrek aan historische kennis is altijd funest in de journalistiek. Zoals president Franklin D. Roosevelt ooit eens opmerkte ‘kan vrijheid niet worden geschonken; it must be achieved.’  En op haar beurt kan NRC’s opiniemaker Caroline de Gruyter wel menen dat Sauer’s Parool-column van zaterdag 21 augustus 2021 weer ‘raak’ was, maar ook haar oordeel getuigde van weinig historische kennis. Ik bedoel dit: zoals De Gruyter het product is van een ‘staat, opgebouwd uit welvarende burgerijen van matig grote steden en uit tamelijk tevreden boerengemeenten,’ waar, in de woorden van Johan Huizinga, ‘Hypocrisie en farizeïsme individu en gemeenschap [belagen],’ zo kent ook de Rus zijn eigen volksaard, gevormd door geologische, klimatologische, en historische factoren. Toch meent de kleinburger dat zijn of haar levensstijl exemplarisch is voor de rest van de hele mensheid door de ganse geschiedenis heen, of dit in elk geval zou moeten zijn. Het is juist deze waanzin die de mensheid bedreigd, want gelijk meer dan eens is opgemerkt, nemen in een massamaatschappij mythen de plaats in van geschiedenis. Dit verklaart waarom ‘People are trapped in history, and history is trapped in them,’ zoals de zwarte Amerikaanse auteur James Baldwin eens verklaarde. De meeste mensen zijn niet in staat zich te verheffen boven hun eigen biografie. 

Jaren geleden sprak mijn oude vriend Geert Mak mij bestraffend toe toen ik fundamenteel van mening verschilde met Hubert Smeets, voormalig NRC-correspondent in Moskou, over de politiek van destijds premier Poetin. Het gesprek ging in wezen over de continuïteit van de Russische geschiedenis. Vanuit een historisch oogpunt bezien was, naar mijn oordeel, Poetin geen aberratie, zoals de overgrote meerderheid van de westerse opiniemakers meent, onder wie Smeets. Mak veerde op en riep mij met luide stem verbolgen toe: ‘Hij,' wijzend op Smeets, 'heeft er drie jaar gewoond!!!' Ik probeerde Geert uit te leggen dat hij en ik weliswaar al vele decennia in dezelfde stad woonden, maar toch fundamenteel van mening bleven verschillen over Amsterdam en zeker over Nederland. Dit ging hem allemaal boven de pet. Duidelijk werd dat Geert de Russische geschiedenis niet had bestudeerd. Daarentegen baseerde ik mijn opvattingen deels op Alexander Yanov's boek The Russian Challenge (1987). De historicus Yanov is een uitgeweken Rus, die sinds 1975 in de Verenigde Staten leeft, en in Berkeley en Ann Arbor Russische Geschiedenis en Sovjet Politiek doceerde om vervolgens hoogleraar Politieke Wetenschappen te worden aan de City University of New York. Naar aanleiding van het ineenstorten van het Sovjet-model vat Yanov zijn opvattingen als volgt samen: 


'Systemic' crises have been rare in Russia. When they have occurred, they have been the result either of powerful reforms that threatened to become irreversible (like the reforms of the 1550s or February 1917) or of the extreme spiritual and political exhaustion of the system which threatened its collapse (as in the 1690s and Oktober 1917). Each of the resulting metamorphoses was a genuine and great revolution. However, they performed a function directly opposite to that of the great Western revolutions: they did not destroy, but rather renewed and strove to perpetuate, the system's pre-modern character. They required not only mass terror and a great purge of the old elites, but also radical changes in the mentality of the new elites. They not only brought about sweeping political and institutional changes, making Russia almost unrecognizable compared to its former self, they also made ideological revolutions. Each of them marked a catastrophe for the Russian middleclass, and a return of the system to its initial mediaeval parameters — only on a higher level of complexity.


The steppe and forest-steppe of Ukraine and southern Russia is good agricultural land, but it was traditionally held by pastoral nomads. Any state that could drive off the nomads and fill the land with tax-paying peasants would expand its power enormously. During the period 1500–1800, this region was taken under Russian control.


Uitgaande van het voorafgaande werpt Alexander Yanov de retorische vraag op: ‘Given that Russia's political past is a history of failed and reversed reforms, why should the outcome be any different this time?’


Het was al in de oudheid een truïsme dat de toekomst mede door het verleden wordt bepaald, hetgeen niet lang geleden nog eens werd benadrukt door de bekende Amerikaanse documentairemaker Ken Burns met de woorden: 'History isn't really about the past — settling old scores. It's about defining the present and who we are.' Dit geldt niet alleen voor de Russen, maar tevens voor de westerlingen. Het is een feit dat onze genocidale geschiedenis de basis vormt van de mogelijkheden en vooral onmogelijkheden in de toekomst. Toch blijven westerse mainstream-opiniemakers geloven dat het westerse model de toekomst van de mensheid moet dicteren. Daarentegen weten goed ingevoerde wetenschappers dat deze mythe berust op hovaardij. Zo beschrijft de Amerikaanse historicus James H. Billington in zijn boek The Icon and the Axe. An Interpretive History of Russian Culture (1966) hoe de Russische geschiedenis werd en wordt beïnvloed door het trauma van de Mongoolse/Tataarse overheersing, het nomadisch gevaar uit het Verre Oosten, dat de Chinezen dwong een ruim 21.000 kilometer lange muur te bouwen. De expansionistische ruitervolkeren waren de oorzaak van het feit dat Rusland eeuwenlang naar het Oosten bleef expanderen. De Amerikaanse historicus Richard Pipes schatte 'dat het rijk tussen het eind van de vijftiende en het het eind van de negentiende eeuw in een tempo van 130 vierkante kilometer per dag groeide.' Naast historische factoren is evenwel ook de geografische en klimatologische realiteit bepalend voor de handelwijze van een volk. In zijn studie beschrijft Billington, inmiddels emeritus hoogleraar Geschiedenis aan Harvard University, hoe:


Cunning diplomacy and daring raids enabled Crimean Tatars and other lesser Tatar groups to maintain militarily menacing positions in the southern part of European Russia until late in the eighteenth century.


The real importance of the Tatars' protected presence in the Eastern European steppe lands lies not so much in their direct influence on Russian culture as in the indirect role in providing the Orthodox Eastern Slavs with a common enemy against whom they could unite and rediscover a sense of common purpose. Slowly but irresistibly, the Eastern Slavs emerged from the humiliation and fragmentation of the Mongol period to expand their power eastward — beyond the former realm of the Golden Horde, beyond that of the so-called Blue Horde, on the steppes of Central Asia, on to the Pacific. To understand how Russia emerged from its 'dark ages' to such triumphant accomplishment, one must not look primarily either to Byzantium or to the Mongols: the Golden Horn or the Golden Horde. One must look rather to the 'primitive fertility' which began to bring an agricultural surplus and a measure of prosperity; and, even more important, to 'the accumulation of spiritual energies during long silence' in the monasteries and the accumulation of political power by the new city which rose to dominate this region: Moscow.


De beroemde Russische dichter Aleksandr Poesjkin benadrukte dit grote verschil tussen de Europese geschiedenis en die van Rusland, toen hij vaststelde dat ‘De tartaren niet als de moren [waren]: na Rusland te hebben veroverd schonken ze het geen algebra noch Aristoteles.’ Daarentegen gaven de Mongolen ‘Rusland iets van langer durend belang: een politiek en bestuurlijk systeem, een concept van een samenleving, volkomen anders dan hetgene het Westen ontwikkelde,’ aldus de van origine joods-Hongaarse historicus Tibor Szamuely in zijn onthullende boek The Russian Tradition (1974). De auteur wijst er op dat de Mongolen: 


not only [had] a superb military organization, created by Genghis Khan, one of the supreme military geniuses of all time, but a state that, despite its size, was far more efficient than any contemporary European administrative system. They also possessed a very definite set of socio-political ideas.


The Mongol empire was, in fact, a state grounded on an ideology, an early example of a phenomenon to which the world has since become accustomed; it was not just a state among other states, but, to use an apt description, an imperium mindi in statu nascendi, a World-Empire-in-the-Making. Its object was the establishment, by means of a series of wars, of a system of universal peace and of a worldwide social order based on justice and equality. After having achieved this, writes Vernadsky (invloedrijke Russische historicus, die in 1973 stierf. svh), 'the price for the security of mankind would be permanent service to the state on the part of each and all; this would establish an orderly way of life and social equality. 


Deze opvatting ligt diep verankerd in het Russische bewustzijn. De filosoof Nikolai Onufriyevich Lossky (1870-1965) schreef dat in Fjodor Dostojevski's visie Rusland de transcendente missie had 'to bring the world to the God-Man Christ, Whose fullest expression is found in the ancient faith upheld by Byzantium and adopted by Grand Prince Vladimir in 988,' waarbij '[s]alvation comes from the East':


Knowing the deep religious basis of the Russian spirit, Dostoevsky, despite all the shortcomings of the people, believed that it stood to the Russians to carry out a great mission in Europe. He saw 'the essence of Russia’s calling' in 'revealing to the world the unknown Russian Christ, Whose principle lies in our native Orthodoxy' (Letter to Strakhov, 1869, No. 325). In view of the breadth of the Russian mind and character, Dostoevsky was confident that the Christian spirit would be expressed in the ability to develop a synthesis of opposing ideas and aspirations that divide the peoples of Europe, whence would be achieved not only theoretical but practical reconciliation of all disputes.


It is remarkable that this ability and passion of the Russian mind for all-encompassing synthesis was noted long before Dostoevsky, as B. Yakovenko shows in his History of Russian Philosophy, by many Russian writers, such as Prince V.F. Odoevsky, Belinsky, Kireevsky, and Shevyrev.


In the 1861 magazine Vremya, Dostoevsky wrote that the basic aspiration of Russians was 'universal, spiritual reconciliation. 'The Russian idea with time will become the synthesis of all those ideas that Europe for so long and with such persistence produced in its individual nationalities.' Western peoples seek to 'find a universal human ideal in themselves and by their own powers, and therefore they altogether harm themselves and their cause.' 'The idea of universal humanity ever more wears away between them. Among each of them it takes a different type, dulls, and assumes in consciousness a new form. The Christian bond that up to this time united them loses strength with every day.' To the contrary, in the Russian character, 'the capability for high synthesis, a gift for universal reconcilability and humanity is predominant.' 'He gets along with everyone and is accustomed to all. He sympathizes with all that is human regardless of nationality, blood, and soil. He finds and immediately allows for reasonableness in all, if only there is to be some universal human interest.' 'This is why Europeans completely do not understand Russians, and the greatest feature of their character they have called impersonality.' In the work of Russia’s greatest poet, Pushkin, this 'Russian ideal — integrality, universal reconcilability, and humanity' was incarnated.


[T]he Russians, thought Dostoevsky, would set the basis for 'the universal reconciliation of peoples' and the 'renewal of men upon Christ’s true principles' (Diary of a Writer, 1876, June). The Eastern ideal, i.e. the ideal of Russian Orthodoxy, is first the spiritual unity of humanity in Christ, and then, by virtue of this spiritual uniting of all in Christ, surely the proper sovereign and social unification (Diary of a Writer, 1877, May-June). Such an ideal is the application of Khomyakov’s formulated principle of catholicity [sobornost] not only to the order of the Church, but also to the sovereign order, the economic system, and even to the international organization of humanity.

http://souloftheeast.org/2015/02/27/dostoevsky-russias-mission/ 


Het messianisme maakt een vitaal onderdeel uit van de Russische psyche, en kan niet zomaar weggewimpeld worden als irrelevant, zoals de huidige westerse mainstream-opiniemakers doen. Uit talloze gesprekken met bijvoorbeeld de nationale opiniemaker Geert Mak weet ik dat hij niet op de hoogte is van de Russische geschiedenis, en toch meent hij de aanmatigende mening te kunnen verspreiden dat '[o]ld myths about Russian greatness and the Russian soul are being dusted off,' alsof het hier gedateerde fratsen betreft. De pedante arrogantie van de onwetende Mak is gezien de mogelijke consequenties van zijn anti-Rusland hetze volstrekt onverantwoord. Na het werk van talloze Russische geschiedkundigen te hebben gelezen, en na langdurige interviews met Russische intellectuelen, attendeerde ik mijn oude vriend Geert Mak al decennia geleden erop dat de toekomst van Rusland veel minder rooskleurig zou zijn dan de mainstream-pers toen deed voorkomen. Eén van mijn bronnen, de Russische econoom Kollontai, familielid van de bekende socialiste, diplomate en feministe Alexandra Kollontai, gaf tegenover mij al in 1991 een plausibele uiteenzetting waarom de zogeheten 'liberale hervormingen' van Jeltsin catastrofaal zouden uitwerken voor de Russische bevolking. En inderdaad, de kapitalistische hervormingen resulteerden in het feit dat aan het begin van de 21ste eeuw ongeveer 70 procent van de Russen op of onder de armoedegrens leefde. Maar eveneens voor dit argument had Mak geen belangstelling. Ook de waarschuwing van de grote Russische historicus Vasily Klyuchevsky dat ‘The history of Russia is the history of a country being colonized,’ en dat ‘migration and colonization of the country have been fundamental facts of our history,’ maakte geen indruk op mijn oude vriend. Integendeel zelfs, het feit dat de Russen eeuwenlang de terreur van de Mongoolse Horden moesten vrezen, en vervolgens leden onder het geweld van de even genadeloze troepen van Napoleon Bonaparte en Adolf Hitler, speelt geen rol bij de westerse opiniemakers die tegenwoordig een hetze tegen Rusland voeren. Geert Mak neemt het de Russen zelfs kwalijk dat zij sinds de val van het communisme op zoek gaan naar hun roots. ‘Old myths about Russian greatness and the Russian soul are being dusted off,’ en dat mag niet van hem, de Hollandse domineeszoon die, volgens eigen zeggen, als wedergeboren christen weer in God geloofd. Het is voor hem tevens onbegrijpelijk dat ‘Russians have a sense that the Western world, including Western values and Western ways of thinking, are no longer paramount,’ zoals hij voor de Engelse vertaling van zijn boek Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012) schreef. 


Na Auschwitz en Hiroshima is de voor de hand liggende vraag: over welke onvervreemdbare ‘westerse waarden’ heeft Mak het? Die van zijn vader, de gereformeerde dominee Catrinus Mak, die in 1936 zijn gereformeerde gemeente liet weten dat de Neurenberger Rassenwetten ‘staatkundig tolerabel’ waren? Of doelt Geert op de westerse massavernietigingswapens? Naar aanleiding van het arsenaal aan kernwapens schreef de Duitse filosoof Peter Sloterdijk: ‘Onze enorme bewapening maakt ons zo weerloos dat wij weer zwak worden,’ en ‘De enige vraag die blijft is of wij de uitwendige weg kiezen, of de innerlijke — of het inzicht vanuit de bezinning zal komen, of uit de vuurgloed boven de aarde,’ die een eind zal maken aan al het leven op aarde. Bovendien wees de Indiase schrijfster en politiek activiste, Arundhati Roy, erop dat: 


It is such a supreme folly to believe that nuclear weapons are deadly only if they're used. The fact that they exist at all, their presence in our lives, will wreak more havoc than we can begin to fathom. Nuclear weapons pervade our thinking. Control our behavior. Administer our societies. Inform our dreams. They bury themselves like meat hooks deep in the base of our brains. They are purveyors of madness. They are the ultimate colonizer. Whiter than any white man that ever lived. The very heart of whiteness.

 

Massavernietigingswapens zijn de bron van de ‘krankzinnigheid’ die de mensheid onophoudelijk in een wurggreep houdt, zeker nu het Pentagon  een strategie heeft ontwikkeld waarbij ‘usable’ nucleaire wapens kunnen worden ingezet. Daarom is de hetze van de polderpers tegen Rusland en China zo gevaarlijk, en is de 57-jarige NRC-opiniemaakster Caroline de Gruyter, die een oorlog bepleit met Rusland, zo’n ongeleid projectiel. Het was de Spaans-Amerikaanse filosoof George Santayana die waarschuwde dat ‘degenen die niet in staat zijn het verleden te herinneren, gedoemd zijn het te herhalen,’ terwijl de bekende Britse historicus Arnold Toynbee in zijn verwijzing naar Koningin Victoria’s viering van haar diamanten jubileum in 1897 — opmerkte:


Here we are on top of the world. We have arrived at this peak to stay there forever. There is, of course, this thing called history. But history is something unpleasant that happens to other people.


Wij, westerlingen staan nu op het punt te ontdekken dat de werkelijkheid niet eeuwig aan onze voordeur zal voorbijgaan, maar een einde zal maken aan de betrekkelijk langdurige vrede die een groot deel van Europa sinds 1945 geniet. Na de val van het Sovjet-Rijk zijn wij op dit moment getuige van het naderende ‘einde’ van wat onder andere de mainstream-opiniemaker Ian Buruma de ‘Pax Americana’ betitelt. Daardoor zal eveneens de westerling met de neus op de feiten worden gedrukt, en zal hij/zij gedwongen worden te beseffen dat het tragische van de geschiedenis ook hem/haar niet zal sparen. Panta rhei, alles stroomt, niets is bestendig, men kan niet twee keer in hetzelfde rivierwater stappen. Ook de westerse hegemonie zal eindigen. Een recent voorbeeld is het feit dat de VS en zijn NAVO de strijd in Afghanistan heeft verloren, een strijd die volgens president Biden de Amerikaanse belastingbetaler twintig jaar lang elke dag weer tussen de 150 en 300 miljoen dollar heeft gekost! Een astronomisch hoog bedrag dat de VS, met zijn buitenlandse schuld van meer dan 27 biljoen dollar (27 keer een miljoen keer een miljoen), niet meer kan betalen. Alleen al de rente die het land hierover jaarlijks betaalt, bedraagt ‘$378 billion. That's from the federal budget for fiscal year 2021.’ Wat de doorgaans slecht geïnformeerde opiniemakers van de polderpers niet willen begrijpen is de bredere context van hetgeen als ‘nieuws’ wordt gepresenteerd. Zo schreef NRC’s Caroline de Gruyter, die door het ontbreken van een werkelijk maatschappelijk geëngageerde intelligentsia in het kleine kikkerland voor een groot licht doorgaat, in haar krant van 30 juli 2021:


Het Westerse plan om via Afghanistan de regio te beheersen, werd een fiasco. Als de Taliban Afghanistan met Russische en Chinese steun heroveren, kan het weer een speeltuin worden voor extremistische, islamistische groepen. Dat is slecht nieuws voor Europa, omdat de migratiedruk zal stijgen (dat begint al) en de drugs- en wapenhandel zal floreren, waarmee deze groepen hun geld verdienen. Ook buurlanden kunnen uit het lood raken.

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/07/30/europa-wees-een-spin-a4053043 


Dit ‘Westerse plan’ kwam uit de koker van de inmiddels overleden National Security Adviser onder president Carter, Zbigniew Brzezinski, die in zijn boek The Grand Chessboard. American Primacy And Its Geostrategic Imperatives (1997) ervan uitging dat ‘America stands supreme in the four decisive domain of global power,’ te weten, allereerst: 


militarily, it has an unmatched global reach; economically, it remains the main locomotive of global growth, even if challenged in some aspects by Japan and Germany (neither of which enjoys the other attributes of global might); technologically, it remains the overall lead in the cutting-edge area’s of innovation; and culturally, despite some crassness, it enjoys an appeal that is unrivaled, especially among the world’s youth — all of which gives the United States a political clout that no other state comes close to matching. It is the combination of all four that makes America the only comprehensive global superpower.  


Zo zag één van de invloedrijkste Amerikaanse geopolitieke adviseurs nog geen kwarteeuw geleden de positie van de Verenigde Staten. Het enige vraagstuk was nog:


What should be the nation’s global strategy for maintaining its exceptional position in the world? 


Uitgaande van de omvangrijke landmassa van Eurazië als het centrum van de macht in de wereld:


Brzezinski sets out to formulate a Eurasian geostrategy for the United States. In particular, he writes that no Eurasian challenger should emerge that can dominate Eurasia and thus also challenge U.S. global pre-eminence.


Hij schreef dit in de jaren dat de Amerikaanse elite werkelijk dacht dat er met de val van de Sovjet Unie een einde was gekomen aan de geschiedenis, en dat de neoliberale VS de enig overgebleven supermacht zou blijven. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de Amerikaanse hoogleraar  Politicologie Samuel Huntington, auteur van The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (1996), oordeelde dat: 


The Grand Chessboard the book [is] we have been waiting for: a clear-eyed, tough-minded, definitive exposition of America’s strategic interests in the Post-Cold War world. A masterful synthesis of historical, geographical, and political analysis, it is geostrategisch thinking in the grand tradition of Bismarck. 


Maar in tegenstelling tot de ‘ontwerper van het Duitse Keizerrijk’ ontbrak het Brzezinski de macht om het Amerikaanse rijk te consolideren. Onder vooraanstaande Amerikaanse academici en zelfs politici bestaat nu de opvatting dat hun imperium over zijn hoogtepunt heen is, en dat de VS de macht in de wereld zal moeten delen, omdat het domweg niet bij machte is om zijn ‘global pre-eminence’ te handhaven. Daarnaast beseft een aanzienlijk deel van de Amerikaanse bevolking, net als oud president Jimmy Cater, dat de VS ‘no functioning democracy’ heeft, maar een corrupte  ‘oligarchy,' is 'with unlimited political bribery.’  


Januari 1961 waarschuwde de Amerikaanse president Dwight Eisenhower zijn landgenoten vergeefs voor de vervlechting van de belangen en de macht van het militair-industrieel complex. De Amerikaanse geleerde Noam Chomsky, een gezaghebbende criticus van de buitenlandse politiek van Washington en Wall Street, concludeerde twee decennia later dat de Koude Oorlog een ‘marvelous device’ was ‘by means of which the domestic population could be mobilized in support of aggressive and interventionist [US] policies under the threat of the superpower enemy.’ Nu inmiddels een nieuwe Koude Oorlog is uitgebroken, met Rusland én China als de grote boosdoeners, is het van belang te weten dat de:

status quo cannot be sustained when the underlying economic balance of power has tilted so dramatically in China’s favor. So America’s real strategy, truth be told, is hope. 


To conceive and construct a grand strategy proportionate to this challenge will require senior government officials to devote not just their political capital but also their intellectual acumen (scherpzinnigheid. svh). Contrary to Obama, US national security strategy does need Kennan today,


aldus Graham Allison, jarenlang hoogleraar en decaan aan Harvard’s prestigieuze Kennedy School of Government, en vanaf 1985 lid van de adviesraad voor de Amerikaanse minister van Defensie. In zijn functie van staatssecretaris van Defensie, verantwoordelijk voor Beleid en Planning, was hij begin jaren negentig verantwoordelijk voor het coördineren van de strategie en het beleid ten aanzien van de voormalige Sovjet-Unie. Als één van de best ingevoerde Amerikaanse insiders werpt Allison twee vragen op:


What is the single largest challenge to American national security today? What poses the single largest threat to America’s standing in the world? The answer to both questions is found in failures of the American political system.


Over zijn eigen land schrijft hij:


I am a congenital (aangeboren. svh) optimist about America, but I worry that American democracy is exhibiting fatal symptoms. DC has become an acronym (afkorting. svh) for Dysfunctional Capital: a swamp in which partisanship (partijdigheid. svh) has grown poisonous, relations between the White House and Congress have paralyzed basic functions like budgets and foreign agreements, and public trust in government has all but disappeared. These symptoms are rooted in the decline of a public ethic, legalized and institutionalized corruption, a poorly educated and attention-deficit-driven electorate, and a ‘gotcha’ press — all exacerbated by digital devices and platforms that reward sensationalism and degrade deliberation. As Abraham Lincoln warned prophetically, a house divided against itself cannot stand. Without stronger and more determined leadership from the president and a recovery of a sense of civic responsibility among the governing class, the United States may follow Europe down the road of decline.


Professor Allison, alom geprezen voor zijn baanbrekend onderzoek op het gebied van defensie en buitenlandse politiek, waarschuwt in zijn boek Destined For War. Can America And China Escape Thucydides’s Trap? (2017):  


Policymakers in Washington today often do not even pretend to take strategy seriously. Instead, addressing challenges posed by China, Russia, or Islamic jihadism, they say, ‘Our lines of effort are…’ Official national security strategy documents are ignored. Over the past decade, I have yet to meet a senior member of the US national security team who had so much as read the official national security strategies… what guides the Washington agenda on China today are grand, politically appealing aspirations with a list of assorted actions attached. In each case, a serious strategist would judge the stated objective unachievable by any level of undertaking the US can reasonably mount. Current efforts are thus bound to fail,


met als gevolg dat het militair streven naar alleenheerschappij nu dreigt uit te lopen op ‘a cataclysm nobody wants, but which they may prove unable to avoid.’ Het bewijst opnieuw hoe actueel ‘Thucidides’ Valstrik’ is gebleven. Thucydides, één van de bekendste historici uit de Griekse Oudheid, wees op de ‘onvermijdelijke verbijstering’ dat ‘occurs when a rising power threatens to displace a ruling power.’ Ruim 2400 jaar geleden zette hij uiteen dat als gevolg van ‘de opkomst van Athene, én de angst die dit Sparta inboezemde, oorlog onvermijdelijk werd.’ Immers: 


wanneer een opkomende macht een heersende macht dreigt te verdringen, maakt de daaruit voortkomende intense spanning een gewelddadige botsing de regel, niet de uitzondering. Dit gebeurde tussen Athene en Sparta in de vijfde eeuw voor christus, tussen Duitsland en Groot Brittannië een eeuw geleden, en leidde bijna tot oorlog tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten in de jaren vijftig en zestig.


Dezelfde alles overheersende angst voltrekt zich vandaag de dag onder de elite in Washington en op Wall Street. Nu algemeen wordt beseft dat ‘The end of American hegemony’ is aangebroken, zal het zwaarst bewapende land in de geschiedenis alles in het werk stellen om zijn almaar slinkende macht te consolideren. Professor Allison werpt daarom de onvermijdelijke vraag op of ‘the US and China are destined for war?’ Feit is dat:


The world has never seen anything like the rapid, tectonic shift in the global balance of power created by the rise of China. If the US were a corporation, it would have accounted for 50 percent of the global economic market in the years immediately after World War II. By 1980, that had declined to 22 percent. Three decades of double-digit Chinese growth has reduced that US share to 16 percent today. If current trends continue, the US share of global economic output will decline further over the next three decades to just 11 percent. Over this same period, China’s share of the global economy will have soared from 2 percent in 1980 to 18 percent in 2016, well on its way to 30 percent in 2040.


China’s economic development is transforming it into a formidable political and military competitor. During the Cold War, as the US mounted clumsy responses to Soviet provocations, a sign in the Pentagon said: ‘If we ever faced a real enemy, we would be in deep trouble.’ China is a serious potential enemy.


Graham Allison stelt dan ook dat ‘As far as the eye see, the defining question about global order is whether China and the US can escape Thucydides’s Trap.’


Deze context wordt door Caroline de Gruyter verzwegen wanneer zij haar publiek vertelt dat ‘Het Westerse plan om via Afghanistan de regio te beheersen, een fiasco [werd].’ Bovendien zet zij niet uiteen waarom de oorlogszuchtige elite in Washington en op Wall Street ‘de regio’ wilde ‘beheersen,’ en waarom het voor de VS als ‘sole global superpower’ een ‘dringende noodzaak’ was om ‘een geïntegreerde en een veelomvattende strategie voor Eurazië’ te ontwikkelen. Zo ‘dringend’ dat volgens de Volkskrant van dinsdag 4 oktober 2001 op dinsdag 4 oktober 2001 het volgende berichtte: 


Nederland heeft dinsdag in de NAVO-raad vergeefs bedenktijd gevraagd om het bewijsmateriaal over de betrokkenheid van Bin Laden bij de aanslagen in de VS te bestuderen. NAVO-ambassadeur Patijn kreeg nul op het rekest. Volgens diplomaten in Brussel beschikken de VS niet over harde bewijzen tegen Bin Laden, hooguit over sterke aanwijzingen... Patijn vroeg dinsdag op verzoek van minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken een uur bedenktijd nadat de Amerikaanse gezant Frank Taylor de NAVO-raad bewijzen had overlegd van de betrokkenheid van Bin Laden bij de terroristische aanslagen. Ook enkele andere landen, waaronder Luxemburg, vroegen om een 'stilteprocedure' […] Volgens goed geïnformeerde bronnen wees NAVO-chef Robertson het verzoek meteen af met de woorden dat een NAVO-bondgenoot om onvoorwaardelijk vertrouwen vroeg en dat dit onverwijld gehonoreerd moest worden... Het 'bewijs' tegen Bin Laden dat Taylor de NAVO-raad presenteerde, zou in een rechtszaal nooit standhouden... Dit stellen diplomaten en ambtenaren bij de NAVO en ministers van Buitenlandse Zaken die de presentatie bijwoonden... Bij de NAVO brengen diplomaten daar tegenin dat 'we op dit moment geen rechtzaak aan het voeren zijn. Dus juridisch spijkerhard hoeft het ook niet te zijn. We staan voor een politiek besluit, dat politieke argumenten behoeft. En die hebben we voldoende gekregen,' meent een diplomaat... Dat is ook het verweer van de Amerikaanse regering. 'Het is niet terecht om een puur juridisch criterium te hanteren,' zegt een Amerikaanse functionaris... De Amerikaanse regering wil de beschikbare gegevens niet openbaar maken.

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/navo-chef-dwingt-steun-aan-vs~b301e154/  


Het feit dat Osama bin Laden niet door de FBI op de lijst was gezet van de tien meest gezochte misdadigers, en ‘een Amerikaanse functionaris’ verklaarde dat het ‘niet terecht’ zou zijn ‘om een puur juridisch criterium te hanteren’ duiden erop dat de ‘Amerikaanse regering’ geen juridisch houdbare bewijzen bezat. Vandaar dat onder andere Nederland geen ‘bedenktijd’ kreeg om het gebrek aan ‘bewijsmateriaal over de betrokkenheid van Bin Laden bij de aanslagen in de VS te bestuderen.’ 


Maar ook deze feiten worden door De Gruyter verzwegen. Ik vermoed zelfs dat zij ze niet eens kent. In plaats daarvan schreef De Gruyter, zonder ook maar over één bewijsstuk te beschikken dat:


Als de Taliban Afghanistan met Russische en Chinese steun heroveren, kan het weer een speeltuin worden voor extremistische, islamistische groepen. 


De NRC-propagandiste die een oorlog met Rusland bepleit, suggereert hier, opnieuw zonder enig bewijs, dat Rusland en China bereid zouden zijn om de Taliban met geld en wapens te steunen om Afghanistan te ‘heroveren.’ Zonder over feiten te beschikken impliceerde zij dat twee grootmachten de Taliban zouden gaan steunen, zodat het land ‘weer een speeltuin’ zal worden ‘voor extremistische, islamitische groepen.’ Voor de kennelijk onwetende NRC-lezer voegde zij hieraan nog eens toe dat dit alles ‘slecht nieuws [is] voor Europa, omdat de migratiedruk zal stijgen (dat begint al) en de drugs- en wapenhandel zal floreren, waarmee deze groepen hun geld verdienen. Ook buurlanden kunnen uit het lood raken.’ Maar ook hier weer wordt van alles gesuggereerd zonder dat Caroline de Gruyter weet ‘How the CIA Turned Afghanistan into a Failed Narco-State.’ Daarover de volgende keer.


The Guardian: 


How the heroin trade explains the US-UK failure in Afghanistan


Western intervention has resulted in Afghanistan becoming the world’s first true narco-state

by Alfred W McCoy


https://www.theguardian.com/news/2018/jan/09/how-the-heroin-trade-explains-the-us-uk-failure-in-afghanistan




1 opmerking:

Rene Westermann zei

Het orakel van het NRC handelsblad Mevr. C. de Gruyter schrijft:

Het Westerse plan om via Afghanistan de regio te beheersen, werd een fiasco. Als de Taliban Afghanistan met Russische en Chinese steun heroveren, kan het weer een speeltuin worden voor extremistische, islamistische groepen. Dat is slecht nieuws voor Europa, omdat de migratiedruk zal stijgen (dat begint al) en de drugs- en wapenhandel zal floreren, waarmee deze groepen hun geld verdienen. Ook buurlanden kunnen uit het lood raken.

Dit lijkt mij volstrekte nonsens. (1) Zij schrijft: Als de Taliban met behulp van Rusland en China Afghanistan heroveren, kan het weer een speeltuin worden voor extremistische - en islamitische groeperingen. Dit moet volgens mij zijn: Als de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie zich opnieuw met Afghanistan gaan bemoeien, wordt Afghanistan een speelruimte voor zionistische extremisten en zal de papaverteelt welig tieren ten koste van de Afghaanse bevolking. De V.S. en de E.U. hebben toch daar chaos gesticht? Hopelijk komen de
V.S. dit jaar ten val en zal het geen toonaangevende mogendheid meer zijn. De E.U.? Kijk maar om je heen: er is nooit een Europese eenheid geweest.

The Real Terror Network, Terrorism in Fact and Propaganda

De hypocriete suggestie dat het genocidale geweld tegen de Palestijnse bevolking in feite pas op 7 oktober 2023 begon, zoals de westerse mai...