donderdag 8 april 2021

Geert Mak en zijn ‘haast tastbaar ons-kent-ons-gevoel’

It is the responsibility of intellectuals to speak the truth and expose lies 

— Noam Chomsky


Begin april 2021 schreef de kritische academicus Rik Min:


Waarom moet Nederland meedoen om de spanningen met Rusland, China en het Midden Oosten te verhogen in de Oekraïne (met tanks), Syrië (met geld) en de Chinese zee (met een slagschip)? Moet dat van de USA? (Want het is fascisme!) Staat dat soms in geheime verdragen? Staat dat soms in de kleine lettertjes van het Marshallplan? Staat dat in de statuten van elke Nederlandse krant (zoals in de NRC) of in de eed die ministers afleggen om ten alle tijden Atlanticus te blijven?


Ik zou nog een vraag hieraan willen toevoegen: waarom zwijgen de Nederlandse mainstream-media over deze uiterst actuele vragen? En, waarom zijn mijn commerciële collega's zo opvallend weinig kritisch? 


In zijn bestseller De eeuw van mijn vader (1999) stelde Geert Mak:


de Atjeeër raakte nooit het beeld kwijt van de man met de klewang tussen de tanden. In alle opzichten vormden de Indiërs het tegendeel van de ‘openheid, directheid en waardigheid’ van het blanke ras.


In navolging van de Palestijns-Amerikaanse hoogleraar, wijlen Edward Said, schreef mijn oude vriend: 


Dankzij de negatieve spiegel van het Oosten vond het verbrokkelde Europa zo iets van de eigen identiteit, die de Europeanen zelf zo moeilijk konden formuleren. 


Hoe dit racisme onderhuids en vaak onbewust nog steeds de identiteit van de witte Europeaan bepaalt, bewees Mak zelf toen hij zestien jaar later, op 7 januari 2015, zonder enige intellectuele reserve onmiddellijk een oordeel velde over de aanslag in Parijs op het kantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo. Een journalist van de Vlaamse zakenkrant De Tijd schreef:   


Het nieuws van de aanslag tegen het Franse satirisch weekblad raakt enkele minuten voor onze interview-afspraak in Amsterdam bekend. Mak komt net van de trein en heeft de berichten nog niet gehoord. ‘Misselijk van woede,’ reageert hij geschokt. Hij moet even bekomen, zich herpakken. Maar het duurt niet lang voor hij het bredere plaatje begint te schetsen. Mak is de man van het grote verhaal, de verbanden, de historische context. ‘De kracht van onze westerse samenleving is onze democratie, onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen. Maar dat is tegelijk onze kwetsbaarheid, blijkt nu ook weer.’

https://www.tijd.be/dossier/europareeks/geert-mak-veenbrand-woedt-onder-europa/9587187.html  


Een beter voorbeeld van Mak’s superioriteitsgedachte is nauwelijks denkbaar. Hij reageert in een reflex die vooral merkbaar is zodra de domineeszoon overvallen wordt door de actualiteit. Zonder te hoeven nadenken heeft hij zich in een mum van tijd ‘herpakt,’ en begint hij ‘het bredere plaatje te schetsen,’ want Geert is de profeet van ‘het grote verhaal, de verbanden, de historische context.’ Mak gaat er blind vanuit dat er sprake is van ‘onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen,’ net als destijds zijn ouders gedreven werden door ‘het gevoel van vanzelfsprekende superioriteit tegenover alle niet-Europese volken en culturen,’ zoals hij in het boek over zijn vader schreef. Zijn lofzang uit 2015 op de ‘tolerantie’ en ‘openheid’ van het Westen bestaat uit overbekende cliché’s die hij verspreidde twaalf jaar nadat in 2003, onder andere Nederland, in strijd met het internationaal recht een agressieoorlog steunde tegen Irak. Toch kon ook Geert Mak, die staatsrecht studeerde, weten dat de Amerikaanse hoofdaanklager tijdens het Neurenberg Proces in 1946, Robert H. Jackson, destijds opgemerkt had dat ‘[t]his trial is part of the great effort to make the peace more secure,’ en dat het Neurenberg Proces een ‘juridical action’ was ‘to ensure that those who start a war will pay for it personally.’ Op hun beurt veroordeelden de betrokken geallieerde rechters de 24 nazi-kopstukken op grond van het feit dat ‘to initiate a war of aggression is the supreme international crime, differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.’ Eerder al had Jackson erop gewezen dat: 


If certain acts of violation of treaties are crimes, they are crimes whether the United States does them or whether Germany does them, and we are not prepared to lay down a rule of criminal conduct against others which we would not be willing to have invoked against us.



Maar omdat het recht voor de jurist Mak een ondergeschikte rol speelt, en de doorsnee journalist niets weet van het internationaal recht, kan ook hij moeiteloos spreken over de ‘vanzelfsprekende superioriteit tegenover alle niet-Europese volken en culturen,’ zoals zijn ouders in het interbellum deden. Hetzelfde onderhuidse racisme zien we terug op het moment dat in Amsterdam het Dagelijks bestuur van Nieuw-West, waar  52 procent van de inwoners een niet-westerse achtergrond bezit, ineens besluit om vanwege een niet nader omschreven ‘voortschrijdend inzicht’ een straatnaambord te verwijderen, waarop ‘Hendrikus Colijn niet alleen omschreven werd als politicus en staatsman, maar ook als deelnemer aan gewelddadige militaire expedities in voormalig Nederlands-Indië,’ en daarover in een brief aan zijn vrouw schreef: 


Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 


Vanzelfsprekend was het Dagelijks bestuur van Nieuw-West desgevraagd niet bereid om tegenover mij uiteen te zetten wat nu precies het ‘voortschrijdend inzicht’ is over deze misdaden. Ik vrees dan ook dat eveneens deze politici, zonder het te beseffen, besmet zijn met een verhuld racisme, gebaseerd op een  superioriteitsgevoel. Waren daarentegen degenen die ‘met genot aan bajonetten’ werden geregen, joods geweest, dan zou vanzelfsprekend het straatnaambord ogenblikkelijk voorgoed zijn verdwenen. En terecht! Dit onderstreept nog eens met wat voor een weerzinwekkende hypocrisie we hier te maken hebben. Mijn oude vriend Mak heeft gelijk wanneer hij in De eeuw van mijn vader concludeert dat ‘Als persoon de Indiërs nauwelijks voor de blanken [bestonden.]’ Gekleurde volkeren waren en zijn nog steeds net als The Invisible Man — geschreven door een zwarte Amerikaan — volstrekt onzichtbaar. Zelfs vandaag de dag is een gekleurde slachtoffer van NAVO-bombardementen voor de ‘corporate press’ niet meer dan ‘collateral damage,’ zijn leven blijft minder waard dan dat van een witte man. Vandaar dat Ian Buruma zonder enige gewetenswroeging Europa kon oproepen een deel van het Amerikaanse ‘dirty work’ over te nemen, en kon mevrouw Albright publiekelijk verklaren dat de dood van ruim een half miljoen Iraakse kinderen onder de vijf jaar, als gevolg van de door Washington afgedwongen langdurige sancties, ‘de prijs waard’ was geweest om de Amerikaanse geopolitieke doeleinden te verwezenlijken, een opmerking die in geen enkele democratie ophef veroorzaakte. Saillant is dat Geert Mak over de ‘denkstijl’ van onder andere zijn op Sumatra gestationeerde ouders schreef dat zij zich in het interbellum: 

in slaap hadden gewiegd. Doordat alleen de blanke kennis over Indië telde — sterker nog, wat de Nederlanders dachten en schreven over Indië, wás in hun ogen Indië — werden ze totaal verrast door de massale volksbeweging die hen na de Tweede Wereldoorlog binnen enkele jaren uit het land zou wegspoelen.


Het verbijsterende is nu dat Geert, net als zijn ouders destijds, in een zelf geschapen virtuele werkelijkheid leeft, en dat ook hij dit niet beseft. Bovendien, zo vermoed ik, zal ook Mak junior ‘veel later,’ net als eens zijn vader, zich ‘diep schamen’ over zijn ‘schuldige tijdgebondenheid,’ oftewel het autisme waaraan de Nederlander voortdurend lijdt. Opvallend is tevens dat junior ‘onze variatie in ideeën, onze tolerantie, onze openheid tegenover andere culturen’ prees nadat vier jaar eerder de NAVO de soevereine en rijke oliestaat Libië had veranderd in een hel van elkaar bestrijdende terroristische bendes, en drie jaar nadat de vooraanstaande Franse journalist Thierry Meyssan in augustus 2012 in Voltaire Network vanuit Syrië had bericht dat:


No one doubts that terrorism in Syria is being sponsored by NATO and the GCC (Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten. svh) but until now it was being carried out behind a veil of hypocrisy. Unable to bombard and raze the country because of the Russian and Chinese double veto, the Western powers and their Arab partners decided to bleed the country while setting it up for an attack by mercenaries. Then on February 12 came the call to jihad issued by Ayman al-Zawahiri. Suddenly, NATO, the GCC and al-Qaeda found themselves pursuing the same objective. Notwithstanding, Brussels took the view that the Egyptian sheik’s declarations were his alone and were therefore unworthy of comment as if to underline that NATO doesn’t revise its positions in response to such fatwas. This rationale remained unconvincing because it ignored the issue of the common objectives shared by the self-proclaimed advocates of democracy, on the one hand, and Islamism, on the other. It did allow appearances to be preserved. The masks are now off. The Western powers have acknowledged their links with terrorists.

https://www.globalresearch.ca/the-west-and-the-glorification-of-terrorism/32193 



Vanzelfsprekend heeft Geert Mak nergens laten weten ‘misselijk van woede,’ en ‘geschokt,’ te zijn over deze westerse terreur die een groot deel van de Arabische wereld in chaos heeft gestort. Hij kijkt wel uit om een 'controversieel' standpunt in te nemen. Daarom accepteert de chroniqueur van Amsterdam tevens dat het bestuur van het stadsdeel Nieuw-West geen verantwoording wil afleggen voor het feit dat de misdadige politicus Hendrikus Colijn door de hoofdstedelijke politiek geëerd wordt met een straatnaam. ‘Collateral damage,’ avant la lettre. Een recensent van De eeuw van mijn vader verkondigde in De Groene Amsterdammer, dat het ‘geheim’ van de schrijver Mak een ‘haast tastbaar ons-kent-ons-gevoel’ was, en wie niet tot deze exclusieve club behoort heeft domweg pech wanneer hij vogelvrij wordt verklaard. Daarnaast speelt de Nederlander moeiteloos de rol van de koopman dan wel die van de dominee. Of in Mak’s jargon: ‘De kern van hun denken bleef uitgaan van de absolute superioriteit van de blanke Hollanders, hoe dom, dik, agressief, geldzuchtig, kortzichtig en stompzinnig velen ook waren,’ en nog steeds zijn, zo voeg ik hieraan toe, getuige Geert Mak’s opportunisme om op die wijze zijn eigen toko draaiende te houden. Vandaar ook dat hij alleen als Arabieren terreur plegen ‘geschokt’ reageert. Ik heb hem nooit ‘misselijk van woede’ gezien over bijvoorbeeld de decennialange grootscheepse Israelische terreur tegen de Palestijnse bevolking, terwijl toch de door hem veelgeprezen Europese Unie de grootste handelspartner is van de zelfbenoemde ‘Joodse staat,’ en in artikel 2 van het Associatieverdrag tussen de EU en Israel duidelijk staat dat dit verdrag gebonden is aan ‘respect voor mensenrechten en democratische principes.’ De uitgekiende Mak weet dat humanitaire kritiek op Israel onmiddellijk wordt gevolgd door een aan hysterie grenzend gekrakeel van de Joodse en Christelijke pro Israel-Lobby, die Geert’s imago kan vernietigen waardoor zijn boekenoplages in gevaar komen. Voor de multimiljonair Mak geldt dat Money Talks. Dit verklaart tevens waarom hij tot voor kort het neoliberale marktdenken enthousiast bleef verdedigen, een geglobaliseerde ideologie die steeds onrechtvaardiger uitwerkt.  Zo wees de Brits-Indiase auteur Pankaj Mishra erop dat:


It was simply assumed by the powerful and the influential among us that with socialism dead and buried, buoyant (dynamische. svh) entrepreneurs in free markets would guarantee swift economic growth and worldwide prosperity, and that Asian, Latin American and African societies would become, like Europe and America, more secular and rational as economic growth accelerated. 


Die veronderstelling was vanaf het begin absurd, allereerst omdat de aarde onvoldoende grondstoffen bezit om groei mogelijk te maken, en de ecologie nog sneller zou bezwijken onder de onverzadigbaarheid van de consument die meent overal recht op te hebben. Typerend in dit verband was de reactie van de Nobelprijswinnaar voor Literatuur in 2001, V.S. Naipaul, toen hij in 1990 in New York de ‘pursuit of happiness’ bejubelde door te verklaren: 


I find it marvelous to contemplate, after two centuries and after the terrible history of the first part of the century, that the idea — a mere phrase in the preamble to the American constitution — has come to a universal fruition. 


Daarentegen herinnert Pankaj Mishra de lezers van zijn boek Age of Anger:  A History of the Present (2017) aan het volgende:


Large-scale violence, uprooting and destruction had accompanied the first phase of an unprecedented human experiment in Europe and America. As Marx and Engels wrote in The Communist Manifesto (1848), more in excitement than sorrow, the modern epoch, revolutionized by an unfettered world market, is one in which 'all fixed, fast-frozen relations, with their train of ancient and venerable prejudices and opinions, are swept away... All that is solid melts into air, all that is holy is profaned.’ The nineteenth century's most sensitive minds, from Kierkegaard to Ruskin, recoiled from such modernization, though they did not always acknowledge its darker side: rapacious colonialism and savage wars in Asia and Africa, the institutionalization of prejudices like anti-Semitism, and the widespread terror, aggravated by pseudoscience, of what Theodore Roosevelt called 'race suicide.’ 


Op de vraag ‘Intussen woedt nog steeds een oorlog aan onze oostelijke grens. Hoe bedreigend is de onvoorspelbaarheid van Vladimir Poetin voor Europa?’ beweerde in 2015 het orakel van Jorwerd:


We zijn gered door de bel. De dreiging zakt als het ware als een pudding ineen. De milities vechten meer tegen elkaar dan tegen het Oekraïense leger, de Russische militairen trekken zich langzaam terug en de sancties, de val van de roebel, de kapitaalvlucht en de dalende olieprijs worden Rusland te veel. We belanden nu wellicht in een soort mallotige status quo zoals we die lang in ex-Joegoslavië gekend hebben. Nog steeds verschrikkelijk voor de burgers van Oost-Oekraïne, maar minder bedreigend voor de wereldvrede.

https://www.tijd.be/dossier/europareeks/geert-mak-veenbrand-woedt-onder-europa/9587187.html 


Sinds Mak’s analyse hebben we weinig meer gehoord van ‘de bel’ die ons ‘gered’ zou hebben. Dat ‘de milities’ meer tegen elkaar ‘vechten’ is eveneens onjuist gebleken, niet meer dan wensdenken. Bovendien hebben de ‘Russische militairen’ zich in het geheel niet teruggetrokken door ‘de val van de roebel, de kapitaalvlucht en de dalende olieprijs,’ die ‘Rusland te veel’ zou zijn geworden. Kortom, de ‘dreiging’ is als het ware’ geenszins ‘als een pudding ineen’ gezakt. Als amateur-historicus mag Mak dan wel keer op keer de plank misslaan, ook als voorspeller stelt hij niets voor, een feit dat zijn imago in Nederland bij pers als publiek geen enkele schade  heeft toegebracht. Ondertussen valt nu uit de berichten van zowel de mainstream-pers als de kritische pers op te maken dat de spanning in het Oosten van Oekraïne is opgelopen door allereerst het agressieve beleid van het huidige bewind in Kiev. Zo berichtte op 2 april 2021 de Amerikaanse onderzoeksjournalist Rick Rozoff, een deskundige op het gebied van de NAVO, dat:


Recent press releases from the White House, the Defense Department and the North Atlantic Treaty Organization uniformly communicate the message that the U.S. and NATO are willing, and perhaps are preparing, to enter into armed conflict with Russia over their joint client regime in Ukraine.


On April 1 U.S. Defense Secretary Lloyd Austin held a phone conversation with his Ukrainian counterpart, Defense Minister Andrii Taran, in which he ‘reaffirmed unwavering U.S. support for Ukraine’s sovereignty, territorial integrity, and Euro-Atlantic aspirations.’ The last expression means joining NATO, first, and the European Union, second (as has occurred with all thirteen NATO members inducted since 1999 that also joined the EU.) In the words of the Pentagon’s readout of the conversation, Austin also ‘condemned recent escalations of Russian aggressive and provocative actions in eastern Ukraine…’ The defense chief also ‘reiterated the U.S. commitment to building the capacity of Ukraine’s forces to defend more effectively against Russian aggression.’


Austin recalled that the U.S. has provided Ukraine with over $2 billion in military and security assistance since the American-engineered violent uprising in the nation seven years ago that resulted in the ouster of the legally-elected and internationally-recognized government of Viktor Yanukovych and war in the Donbas region. Austin also confirmed a recent $125 million package from the Pentagon to ‘enhance the lethality, command and control, and situational awareness of Ukraine’s Armed Forces.’



When the head of the mightiest military organization in the world, one which outspends Russia on defense more than ten times, speaks of a key political and military client regime — and one in a nation moreover that has enriched the family of the current U.S. president — as the victim of military aggression, the inevitable corollaries of his pronouncement are not hard to divine.


The following day President Joe Biden (or so it was reported) spoke with Ukrainian President Volodymyr Zelenskyy and ‘affirmed the United States’ unwavering support for Ukraine’s sovereignty and territorial integrity in the face of Russia’s ongoing aggression in the Donbas and Crimea.’ Biden reportedly spoke of intensifying the strategic partnership between the two states and spoke of reforms — to repeat, Biden spoke of reforms in Ukraine — that are ‘central to Ukraine’s Euro-Atlantic aspirations.’ That is, to becoming a full member of NATO.


The same day Ukrainian Foreign Minister Dmytro Kuleba called for an ‘urgent American involvement in the de-occupation of (Donbas) and Crimea’ in a newspaper interview.


On April 1 NATO itself joined the chorus of Western denunciations of Russia, with an alliance official stating, ‘Russia’s destabilizing actions undermine efforts to de-escalate tensions,’ in the Donbas, adding, ‘Allies shared their concerns about Russia’s recent large scale military activities in and around Ukraine.’ The ‘in Ukraine’ reference was no doubt concerning Crimea, and the ‘around Ukraine’ one relating to Russian troop movements within Russia itself. Given the fact that the Ukrainian government has been waging war for seven years in Donetsk and Lugansk, which border Russia, and that Russian citizens have been killed and wounded by Ukrainian shelling across the border into Russia, would seem to justify Russian troop movements given the recent escalation of hostilities in the region.


U.S. European Command (EUCOM) has raised its alert status to the highest level. EUCOM is one of six geographical unified (Army, Marine Corps, Navy, Air Force, Space Force and Coast Guard) combatant commands the Pentagon employs to divide up the surface of the world. It shares its top commander with NATO.


In a recent Ukrainian television interview the commander-in-chief of the Ukrainian army, Ruslan Khomchak, affirmed that the nation’s armed forces are fully operational for a possible war, able to ‘protect the territorial integrity and independence of our state.’


That’s true of any army, of course, but Khomchak was more specific: ‘To accomplish this task, we must be ready to act both offensively and defensively and to carry out maneuvers. Of course we are preparing for the offensive… We have experience in warfare in eastern Ukraine.’ Seven years of it in fact.


On February 8, President Zelensky approved a plan to admit foreign troops into Ukraine in 2021 to take part in several multinational military exercises led by the U.S. and other NATO nations, including the U.S.-led exercises Rapid Trident 2021 and Sea Breeze 2021, the British-Ukrainian Cossack Mace 2021 and Warrior Watcher 2021 exercises, the Romanian-Ukrainian Riverine 2021 exercise, and the Polish-Ukrainian Three Swords 2021 and Silver Sabre 2021 war games.


He also recently approved Ukraine’s new military strategy, which not surprisingly emphasizes the subjugation of Donetsk and Lugansk and even Crimea. All-out assaults against the first two would probably provoke a war with Russia; an attack on the third would make it inevitable.


NATO is mentioned 19 times in the document, which speaks of an impending war with Donetsk and Lugansk, and by inference with Russia, in which Ukraine would be provided ‘the help of the international community on terms favorable to Ukraine.’


More pointedly it mentions depending on ‘the political, economic and military support of Ukraine by the international community in its geopolitical confrontation with the Russian Federation.’ The new military strategy also speaks of Ukraine becoming involved in a war between NATO and Russia in which Ukraine ‘will be drawn into an international armed conflict, especially between nuclear-armed states.’


The Euro-Atlantic integration of Ukraine advocated by Biden and Austin would make Ukraine’s participation in a war between the world’s two major nuclear powers inevitable. It might also make Ukraine the main battleground in such a war.

https://antibellum679354512.wordpress.com/2021/04/02/biden-pentagon-nato-signal-readiness-to-go-to-war-against-russia-over-ukraine/?utm_source=FFF+Daily&utm_campaign=d49ee2be4d-FFF+Daily+04-06-2021&utm_medium=email&utm_term=0_1139d80dff-d49ee2be4d-318076493 



Maar al deze feiten en waarschuwingen weerhouden de domineeszoon, die zelf nooit een oorlog van nabij heeft meegemaakt, absoluut niet om door te gaan met zijn anti-Russische hetze. Dit is deels te verklaren uit het feit dat het nakomertje Geert, in tegenstelling tot zijn broers en zusters, nooit de spanning van de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, en zodoende een gevoel ontwikkelde iets gemist te hebben. Bij gebrek aan drama in het leven van een kleinburgerlijke journalist/auteur is oorlog allereerst het doorbreken van de sleur, waardoor zijn bestaan nog enige kleur krijgt. De mainstream-opiniemaker Arnon Grunberg verwoordde dit gevoel treffend toen hij schreef over ‘dat clichématige maar altijd verrukkelijke Titanic-gevoel,’ waaraan hij koket toevoegde:
‘Wie flirt niet van tijd tot tijd graag met de ondergang? Het voorjaar van 2020 (het begin van het corona-tijdperk. svh), de jaren dertig light.’ Oftewel: Take a walk on the wild side. Ook Grunberg heeft het grote drama van de Tweede Wereldoorlog gemist, de tijd die zijn eigen leven en schrijven nog steeds bepaalt, en die voor hem reuze spannend klinkt, zolang het maar geen consequenties voor hemzelf oplevert. ‘De jaren dertig light,’ is natuurlijk niet ‘the real thing,’ maar het doorbreekt in elk geval wel die eindeloze verveling van een consumptiecultuur.
Je voelt je jong en je wilt wat, maar je weet niet wat. 
‘To me,’ schreef George Steiner in zijn boek In Bluebeard's castle: Some notes towards the redefinition of culture (1971):  


the most haunting, prophetic outcry of the nineteenth century is Théophile Gautier's ‘plutôt la barbarie que l’ennui!' (liever barbaars dan verveeld. svh). If we can come to understand the sources of that perverse longing, of that itch for chaos, we will be nearer to an understanding of our own state and of the relations of our condition to the accusing ideal of the past. 


Daarover later meer. 








Geen opmerkingen:

LIKELY RAPED TO DEATH BY JEWISH ZIONISTS