Judith de Leeuw maakt gigantische muurschilderingen: ‘Het is rebellie in de openbare ruimte’
De mural ‘Closer in Distance’ aan de De Ruijterkade.
Street artist Judith de Leeuw (26) brak internationaal door met haar muurschildering van Amy Winehouse. Deze maand werkt ze bij het Leidseplein aan een mural van vijftien meter hoog. ‘Ik wil Amsterdammers aan het denken zetten over gelijke kansen.’
Sara Luijters11 maart 2021, 14:10
Judith de Leeuw – hoodie, donker haar in een staart, Vansgympen – staat te wachten bij metrostation Holendrecht in Zuidoost. Ze woont om de hoek. “Ik moet nog even sigaretten halen,” zegt ze, dus maken we een kleine omweg langs een klein winkelcentrum. De tabakswinkel zit in een smalle steeg, tegenover de groenteboer met uitgestald exotisch fruit. Ze geven niet alleen pakketjes uit, maar verkopen ook nog gewoon peuken.
De lentezon breekt door. We passeren twee jonge mannen met gespierde, ontblote bovenlijven vol tatoeages. “Welkom in mijn buurt,” zegt De Leeuw. “Overdag is het hier een gezellige smeltkroes, on-Hollands warm, maar ’s nachts is de sfeer wat grimmiger.” Ze had al met zichzelf afgesproken dat ze na middernacht niet meer alleen over straat mag, en nu met de avondklok is daar sowieso geen sprake van. “Een vriendin van me werd laatst neergestoken, niet ver hiervandaan. Ze was er bijna niet meer geweest. Ik neem nu altijd een taxi als ik laat thuiskom. Niet dat dat sinds corona nog gebeurd is, trouwens. Ik ben nog nooit zoveel thuis geweest als nu.”
In de flat waar ze woont, staat een piano. Ze stelt Freddy voor, de opgezette duif die ooit model stond voor een muurschildering, en Henk, een schedel.
Croissanterie
De Leeuw brak in 2016 internationaal door met haar eerste grote muurschildering, van Amy Winehouse – op de hoek van de Fokke Simonszstraat en de Vijzelgracht, op de zijmuur van Croissanterie Le Mortier. Ze werd een veelgevraagd muurkunstenaar, met opdrachten van Athene tot New York. Het begon met busladingen Chinese toeristen die zichzelf voor Amy fotografeerden en het resultaat op social media plaatsten, daarna verspreidde haar werk zich online als een lopend vuurtje.
“De streetartcommunity is klein, iedereen kent elkaar. Mijn werk werd er opgepikt. Ik werd benaderd door streetartcuratoren vanuit de hele wereld en opeens stond ik in Athene op een gammele steiger van vijftien meter hoog en werd ik een halfjaar later naar de sloppenwijken van Kuala Lumpur gevlogen. Ik was 21 jaar en was nog nooit zo ver en alleen van huis geweest.”
Tekenen
‘Thuis’ was het grootste deel van haar jeugd in Osdorp. Ze groeide er samen met haar zus op in een Joods gezin, haar vader historicus, haar moeder expert in data-security. Ze bouwde hutten aan de dijk, voer met vlotten in de ringvaart, speelde piano en was altijd aan het tekenen.
Alle joodse feestdagen werden gevierd. “Het jodendom is geen vrolijke religie hoor, het gaat voornamelijk over lijden,” zegt De Leeuw. “Alleen het samen eten met de sjabbat vond ik wel gezellig.” Als tiener zette ze zich af tegen het geloof en haar autoritaire opvoeding, ze ontpopte zich als een rebelse puber. “Ik weet nog dat ik iets had gejat en dat mijn ouders riepen: ‘Wat moet God hiervan denken?’
Ik riep terug: ‘Ik geloof helemaal niet in God!’ Daarmee was het voor mij klaar met religie.”
Judith de Leeuw legt de laatste hand aan een mural in Amsterdam-Oost, 2017. Beeld Marijke Stroucken
Hoewel ze goed kon leren, lukte het niet op school. “Ik zat alleen maar te tekenen tijdens de lessen. Mijn ouders verboden het mij, want het leidde af van leren.” Rond haar 14de werd De Leeuw van school gestuurd. “Ik hing rond met graffiti-jongens en begon met het maken van pieces. Ik sliep in die periode bij vrienden op de bank of op een verlaten bootje.”
Ze had geen baantje (want: geen postadres), belandde in een neerwaartse spiraal en ontmoette allerlei figuren die niet het beste met haar voorhadden. Voor haar eigen bescherming plaatste de jeugdzorg haar op haar 17de in een gesloten jeugdinrichting. “Ik zat er tussen meiden die zwaar verslaafd waren of suïcidaal. Er waren ook meiden met jeugd-tbs, die een poging tot moord hadden gedaan. Het was geen gezonde omgeving. De meeste tijd bracht ik in opsluiting door op mijn kamer, een soort cel. Daar begon ik weer met tekenen. Het gaf me een vrij gevoel. Alleen in mijn tekeningen kon ik mijn eigen wereld scheppen.”
Toen De Leeuw 18 werd, kwam ze vrij en besloot ze het helemaal anders te gaan doen. Ze zocht een kamer, nam allerlei baantjes om de huur te kunnen betalen en werd toegelaten tot de opleiding Art & Design. In haar portfolio zaten tekeningen die ze in de jeugdinrichting had gemaakt. Het talent werd direct door de docenten herkend, maar voor de schoolbanken bleek ze niet geschikt. Uiteindelijk is ze stage gaan lopen bij het Street Art Museum op het NDSM-terrein en mocht ze haar opleiding op die manier afronden. “Ik hielp er met spannen van metershoge canvassen voor street artists. Verder kon ik er experimenteren met mijn eigen werk. Zo ontdekte ik dat ik murals wilde gaan maken. Ik keek met bewondering naar wat murals doen met het straatbeeld. Het is kunst met een boodschap, rebellie in de openbare ruimte. En van een grote schoonheid.”
Toen ook de Amsterdamse horeca haar werk ontdekte, werd De Leeuw gevraagd om diverse restaurants en cafés op te luisteren met een ‘sexy’ muurschildering. “Ik verdiende mijn geld met wat ik het liefste deed, maar toch maakte het me niet gelukkig. Ik voelde me net een gedresseerd aapje dat een kunstje moest opvoeren. Wat ik juist wilde, was een verschil kunnen maken met mijn kunst.”
Onbetaalbaar
“Amsterdam is al heel lang niet meer de vrije stad waar alles kan. Er is nauwelijks ruimte voor jonge kunstenaars, een studio of atelier huren is onbetaalbaar. Net toen ik me afvroeg hoe en of ik wel verder moest gaan met schilderen, werd ik gevraagd om in het buitenland te werken. Dat veranderde alles: daar kreeg ik wel de ruimte om vrije kunst maken en met mijn werk een boodschap uit te dragen.”
De Leeuws kunst gaat over acceptatie van de lhbtq-gemeenschap, van vluchtelingen, en over racisme, onrecht en ongelijkheid. “Misschien komt het door wat ik heb meegemaakt en gezien toen ik op straat leefde. Ik heb al op jonge leeftijd gezien hoe ongelijk het is verdeeld in de wereld, en ik kan slecht tegen onrecht.”
In de vier jaar dat ze nu in de Bijlmer woont, is ze maar weinig thuis geweest.
Ze was altijd onderweg. Haar muurkunstwerken, 35 in totaal, zijn te zien van Azië tot Amerika. 2020 zou haar jaar worden: ze was gevraagd voor een paar grote opdrachten in de VS. En toen brak de pandemie uit. Daarbovenop werd ze ziek. Maandenlang was ze uitgeschakeld door een maag-darminfectie – een gevolg van de verkeerde medicatie die ze in Maleisië kreeg na een epilepsieaanval.
Tijdens het vele thuiszitten ontstond het idee om weer een mural in Amsterdam te maken. “De schildering van Amy was zonder waarschuwing verwijderd door de gemeente. Inmiddels was de muur weer ondergetagd met spuitbussen. Buurtbewoners misten het werk en vroegen of ik weer iets wilde maken op die plek. Na veel overleg met de gemeente kreeg ik toestemming, maar dan moest ik mijn eigen werk na drie jaar weer zélf verwijderen. Dat zag ik niet zitten.”
De Leeuw had inmiddels wel subsidie gekregen om de mural te kunnen maken en ging zelf op zoek naar een plek waar de schildering voor altijd mocht blijven staan. Ze kwam uit bij woningbouwvereniging De Alliantie, die een muur beschikbaar stelde op een appartementencomplex aan het Kleine-Gartmanplantsoen bij het Leidseplein, schuin tegenover Paradiso.
Het werk dat De Leeuw daar deze maand maakt, is een afbeelding van een Surinaamse ballerina die danst in een wervelwind van ambtelijke papieren. Een verwijzing naar de subsidieaanvraag die ze had ingediend bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst. “Het was bijna niet te doen om door die onnodig ingewikkelde aanvraag heen te komen.” De aanvraag werd afgewezen, maar de Leeuw liet het er niet bij zitten en diende een tweede aanvraag in. Daarin verwoordde ze het probleem van de bureaucratie, ongelijke kansen en de wanhoop daarover. Hoewel de toon van de aanvraag niet op prijs werd gesteld, kreeg ze ditmaal wel de subsidie.
De mural, die 150 vierkante meter groot gaat worden, heet Diversity in Bureaucracy. “Bij wijze van research interviewde ik een Surinaamse ballerina. Ik ontdekte dat zij een van de weinige ballerina’s van kleur is in Nederland. In die tijd kwam net de Black Lives Matter-beweging in het nieuws, vervolgens het etnisch profileren door de Belastingdienst en het programma Klassen was op tv, over de prison of low expectations in het onderwijs. Ik werd steeds strijdbaarder over de ongelijkheid hier, gewoon in mijn eigen land en stad. Veel problemen in Nederland worden bedekt met regelgeving, bureaucratie en verborgen racisme. Met deze mural wil ik Amsterdammers, en straks ook weer toeristen, aan het denken zetten over inclusiviteit, gelijke kansen en het vieren van veranderingen.”
Kloof
Met haar werk wil De Leeuw ook de kloof tussen het centrum van de stad en Zuidoost helpen verkleinen. “De Bijlmer is compleet geïsoleerd van de rijke binnenstad. Ik had voor de vergunningaanvraag te maken met vriendelijke ambtenaren, maar ik moest ze soms uitleggen waar de Bijlmer ligt en wat daar gebeurt.”
Uiteindelijk kreeg ze meer financiering voor het project – van het Prins Bernhard Fonds, van horecatycoon Won Yip en van presentator en fotograaf Humberto Tan. “Ik heb Humberto gevraagd als ambassadeur,” zegt ze. “Met zijn jeugd in Zuidoost en wat hij allemaal heeft bereikt in zijn leven is hij de perfecte persoon om dit project te vertegenwoordigen.”
De Leeuw schildert de mural met CO2-compenserende Airlite-verf, en daarmee wordt dit de eerste duurzame mural in Nederland. “De verf slokt per dag de uitstoot van negentien benzineauto’s op en zet die om in zoutmoleculen.” In het najaar, toen er even gereisd mocht worden, maakte ze in Rome ook al een mural met deze verf: Outside In. “Voor de lhbtq-gemeenschap daar. Het is het werk waar ik tot nu toe het meest trots op ben, omdat het veel los heeft gemaakt. Een cameraploeg van Euronews kwam langs en het ging de wereld over.”
Ziekenhuis
Zoals het er nu uitziet, kan De Leeuw haar werk dit voorjaar weer oppakken. In haar agenda staan weer reizen over de hele wereld, onder andere naar Rusland en Italië – en waarschijnlijk alsnog naar de VS. “In Italië ga ik mijn grootste muurschildering tot nu toe maken: 35 tot 40 meter hoog, in een ziekenhuis in Padua. Dat werk draag ik op aan een dierbare
die momenteel in het op een na laatste stadium van kanker zit. Ik wil hoop geven aan haar en haar partner, en natuurlijk aan alle patiënten in het ziekenhuis.”
Judith de Leeuw is deze week aan het schilderen bij het Leidseplein. Op 25 maart wordt de mural officieel onthuld. Zie ook jdlstreetart.com en @jdlstreetart.
In de nacht van 5 op 6 maart is een schildering van De Leeuw geïnstalleerd vlak naast het Centraal Station aan de De Ruyterkade. De Leeuw maakte het tijdelijke werk, met de titel Closer in Distance, in opdracht van de gemeente Amsterdam, Stichting Namenproject en het Aidsfonds. Het kunstwerk, gemaakt op drie reusachtige platen die per oplaadtruck vanuit Heerlen naar Amsterdam werden vervoerd, dient als vervanging van het HIV/Aids Monument. Vanwege de aanleg van een nieuwe pontsteiger staat dat nog tot eind 2021 in de opslag.
De Leeuw: “Je ziet twee handen, omwikkeld met verband, vastgeknoopt aan elkaar. Ze beginnen vanuit afstand en houden elkaar uiteindelijk vast. Voor dit werk sprak ik uitgebreid met mensen die hun geliefde hebben verloren aan aids. ‘We waren zo dichtbij en toch hadden we zoveel afstand tot elkaar,’ vertelde een van de geïnterviewden me. Deze handen verbeelden de de worsteling en de liefde van de zieken en hun naasten.”
“Eerst maakte ik een foto van handmodellen, en vanuit die foto ontwierp ik een schets op de computer van waaruit ik vervolgens verder werkte op het canvas.”
Het werk beslaat 48 vierkante meter. De Leeuw maakte het in tien dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten