Willy Klinkenberg:
Kennedy, Lincoln en anderen of wanneer de vijand van binnen komt*
Morpheus: Wat is de Matrix? Contrôle. de Matrix is een droomwereld die per computer wordt opgewekt, bedoeld om ons onder controle te houden, om mens zijn daarin te veranderen... ( hij toont Neo de batterij die hij in zijn hand heeft) Neo: Nee! Ik kan het niet geloven! Morpheus: Ik heb niet gezegd dat het eenvoudig was Neo, maar het is de waarheid.
Matrix
‘Sinds mijn intrede in de politiek ben ik door veel mensen benaderd om vertrouwelijk van gedachten te wisselen. De belangrijkste mensen in de VS op het gebied van handel en industrie vertelden te vrezen voor een zeker persoon, anderen waren weer bang voor iets. Ze weten dat er ergens een macht huist die zo goed georganiseerd is, zo verborgen, zo oplettend, met zoveel relaties, en zo machtig dat het beter is niet harder te praten dan ademhalen als men zich er tegen zou uitspreken.’
Woodrow Wilson president van de VS (1912-1920)
Dit fragment uit een vraaggesprek van het blad New Republic met niemand minder dan Woodrow Wilson, in het jaar 1913, op het moment dat de president zich opmaakte om zich voor een tweede termijn te laten herverkiezen, is zo veelzeggend omdat hij niet iemand was die zich verzette tegen de wensen van de elite in bezit van oliebelangen en banken. Integendeel: hij was degene die de banken hielp een centrale bank in privé bezit (de FED) te stichten, waarvan de aandelen in handen kwamen van de belangrijkste banken van Wall Street, in plaats van in handen van de staat.1)
Het was deze zelfde Wilson die zich regelmatig publiekelijk uitliet tegen inmenging van de VS in de Eerste Wereldoorlog, maar ondertussen met medewerkers en banken plannen smeedde om zich er zo snel als er zich een mogelijkheid voordeed in te storten. Het was Wilson die de agenda van de elite uitvoerde door in 1919 de Volkenbond op te richten, een orgaan met als doel een wereldregering te vormen na de nederlaag van de ‘centrale mogendheden’. Ook was hij de man die het huidige Amerikaanse systeem creëerde waarin de middenklasse en de armen belasting betalen, terwijl de zeer rijken en de meest vermogende ondernemingen hun fortuinen wettelijk kunnen onderbrengen in stichtingen die vrijgesteld zijn van iedere vorm van belasting. Tevens was hij de president die er voor zorgde dat het doorbreken van het oliemonopolie in de VS van Standard Oil (tegenwoordig Exxon) van de familie Rockefeller resulteerde in een parodie op een werkelijke splitsing en dat het namen van verschillende ondernemingen werden die in feite als één optraden. Tenslotte nog was het Wilson die opdracht gaf een vers paspoort uit te reiken aan de Russische revolutionair Léon Trotski, om de Russische Oktoberrevolutie uit te kunnen voeren en het bolsjewisme in het land te instaleren naar de wensen van de globalistische elite van die tijd.
Zoals we in het vervolg zullen zien, was de man die sprak van een occulte en geheime macht geen aanhanger van samenzweringstheorieën of een paranoïde figuur die vijanden zag
1) Zie Hitler ganó la guerra, hfst V
die er niet waren. Hij was een van de meest nauwe medewerkers van de globalistische elite gedurende de gehele XXe eeuw. We zouden dus een oud refrein van toepassing kunnen laten zijn ’een gedeeltelijke bekentenis vergroot het bewijs’*.
Het is met name van belang te bekijken hoe de macht van deze globalistische elite zich in verschillende periodes van de XIXe en XXe eeuw heeft ontwikkeld. We hebben vastgesteld dat een van de belangrijkste activiteiten van het bankwezen vanaf het begin van de ‘Moderne Tijd’ het financieren van beide partijen in oorlogen was, om zo geldelijke winst te boeken, invloed te vergroten, zich meester te maken van natuurlijke hulpbronnen en natiestaten als zodanig te verzwakken.
Volgens de politieke filosofie van Leo Strauss is de elite in staat geweest de kennis te formaliseren en te vervolmaken die intuïtief al aanwezig was over de voortdurende behoefte aan het bestaan van een vijand die tenslotte vernietigd kan worden en vervangen door een ander. We hebben ook gezien dat wanneer deze vijand niet bestaat, zij gemaakt moet worden, precies zoals de elite heeft gedaan, met de hulp van de CIA, door uit het niets Al Qaida en andere islamitische terreurorganisaties te laten opstaan, gebruik makend van het hoofdkwartier van de Moslimbroederschap te Londen. Maar het grote verschil tussen de huidige vijand –het terrorisme- en de vorige vijand –het communisme en de Sovjet Unie- is dat het ‘synthetische” bestanddeel van de huidige vijand vele malen groter is.
Natuurlijk bestond er in het Rusland van 1917 een ‘explosief mengsel’ om revolutie te maken. Hoewel de elite op beslissende wijze hielp om het sovjetcommunisme aan de macht te brengen, was er een zelfstandige organisatiegraad van revolutionaire krachten in Rusland. Zouden zij aan de macht kunnen zijn gekomen zonder de hulp van de grote banken en westerse oliemaatschappijen? Beslist niet. Maar de revolutie had een oorspronkelijk bestanddeel. Zoals ook de huidige vijand –het islamitisch terrorisme- een werkelijke component van religieus fanatisme bezit (precies datgene wat Strauss aanraadde te gebruiken) naast de onvrede van een groot deel van de Arabieren over wat zij zien als een invasie van westerse waarden. Maar het grote verschil is dat de ‘nieuwe vijand’ nooit een werkelijke organisatorische basis zou kunnen hebben zonder hulp van de CIA, andere veiligheidsdiensten en de Moslimbroederschap, een moslim versie van de westerse geheime genootschappen.
Oftewel: het kunstmatige en bastaard karakter van de huidige vijand is groter. Het overtreft in de zin van dat een soort ‘gefabriceerde werkelijkheid’ tot leven lijkt gekomen. De communicatiemiddelen en het live op televisie volgen van gebeurtenissen als de val van de twin towers geven het gevoel dat een reeds bestaand ‘draaiboek’ werd gevolgd. In de stijl van de films van Spielberg, of van de rampenfilms van Hollywood. Natuurlijk gaat het om een draaiboek met zoveel fouten dat het elk moment aangepast moet worden, met als gevolg dat uiteindelijk velen wel moeten beseffen dat de werkelijkheid –of onwerkelijkheid, hoe je het bekijkt- van de vijand als zodanig verzonnen moet zijn.
Welnu, als het de elite nuttig leek dat er vijanden ontstonden als de bolsjewieken in 1917, of de woedende muzelmannen die sinds het begin van de jaren tachtig inmiddels zijn getransformeerd tot wat nu Al Qaida is, was de bedoeling niet zomaar een vijand*. Sommige vijanden kunnen serieuze problemen veroorzaken. In dat geval verloopt de eliminatie volgens een strak schema dat gaat van de ‘politieke dood’ van de vijand in kwestie tot zijn simpele en echte fysieke eliminatie. Bijzonder schadelijk voor de belangen van de elite was soms het aantreden in de Verenigde Staten zelf van presidenten die, ingegeven door de markt of eigen overtuiging, tegen de wensen van die elite ingingen.
Ondanks het feit dat de historie in deze gevallen de moordenaarshand van ‘losgeslagen gekken’, het opgeven van het ambt om administratieve of soms gezondheidsredenen optekent, is wat er gebeurt is in werkelijkheid anders geweest: ‘aanpassingen in het draaiboek op het laatste moment’, zou een filmmaker zeggen. Koelbloedig gepleegde misdaden die onbestraft blijven, zouden wij daarentegen zeggen. We zullen de gevallen bekijken:
Watergate: de ‘grote vondst’ om Nixon uit zijn ambt te zetten
Nixon was sinds zijn jeugd altijd een trouwe dienaar van de globalistische elite geweest. Gedurende het decennium van de jaren vijftig profileerde hij zich in de VS als een soort ‘sprekende pop’ van de oliemaatschappijen en Wall Street. Daarom kreeg hij na een zetel in de Senaat te hebben bezet en het vice-presidentschap onder Eisenhower te hebben bekleed alle steun van de elite om hem op te volgen als president. Echter een paar luttele stemmen verschil deed hem de verkiezingen verliezen van Kennedy. Normaal gezien treedt iemand die de Amerikaanse presidentsverkiezingen verliest automatisch in een soort toestand van ‘feitelijke pensionering’. Dus komt hij niet terug om het nog eens te proberen, maar schikt hij zich in lange jaren de comfortabele post van senator te bezetten. Nixon speelde aan het eind van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig echter zo’n belangrijke rol voor de globalistische elite die de dienst uitmaakte in de Republikeinse Partij, dat hij zich opnieuw als kandidaat kon presenteren in de verkiezingen van 1968, die hij won.
Hoewel Nixon op de hoogste politieke post terechtkwam dankzij de fondsen van de elite, bracht hij niet Republikeinen van het Council on Foreign Relations op de belangrijkste posten van de uitvoerende macht, zoals later al zijn verkozen opvolgers wel zouden doen. Nixon dacht dat hij echt de president van de Verenigde Staten was en dat hij een zekere afstand kon bewaren van de belangen die hem aan de macht hadden gebracht. Zijn twee presidentstermijnen –de tweede ruw verstoord door zijn terugtreden- werden niet gevrijwaard van grote problemen, die hij probeerde op te lossen op manieren die afweken –en soms werkelijk tegengesteld waren aan-- van de belangen van hen die hem aan de macht hadden gebracht; hetgeen hem zijn post zou kosten.
Al sinds het begin van de jaren zeventig verloren de VS grote hoeveelheden van hun goudreserves, omdat het buitenland (met name Frankrijk) sinds de laatste jaren van het bewind van Lyndon Johnson eiste dat betaald werd met goud en niet met dollars of dollarrekeningen. Sinds het eind van WO2 was een systeem van pariteit met goud aangenomen in de wereld. Dat was de basis van het monetair systeem dat internationaal werd opgelegd door het inmiddels opgerichte IMF. Omdat de VS hun goudvoorraad dagelijks zagen slinken, nam Nixon een maatregel die hij niet besprak met de elite, hij brak met het systeem van de ‘Gouden Standaard’. Met ingang van 1971 werd de dollar niet meer gedekt door goud, waardoor de koers van het metaal hevig begon te fluctueren, over het algemeen naar boven.
Verder Lezen: https://docs.google.com/document/d/1DoxA2GBxoiwXf2Gfv9y1TtgnZVDvxT5LF5pDSJrz0o0/edit
Geen opmerkingen:
Een reactie posten