Spoedwet voor noodmaatregelen
Covid-19 Het kabinet komt ter vervanging van de noodverordeningen met een spoedwet om beperkende maatregelen juridisch beter vast te leggen.
Het kabinet werkt aan een spoedwet om de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus een steviger juridische basis te geven. Binnen enkele weken moet deze wet de noodverordeningen vervangen waarin de maatregelen nu zijn vastgelegd. Dat bevestigen bronnen in Den Haag aan NRC.
De nieuwe wet moet een einde maken aan de, volgens juristen, ‘onhoudbare’, ‘ondemocratische’ en ‘ongrondwettelijke’ noodverordeningen. De daarin vastgelegde maatregelen als het verbod op groepsvorming zonder anderhalve meter afstand te houden, raken de grondwettelijk vastgelegde vrijheid van vereniging, godsdienst en onderwijs. En dat de politie te volle huizen binnengaat, schendt het recht op de persoonlijke levenssfeer.
Ingaan tegen de Grondwet is alleen toegestaan als het wettelijk is vastgelegd – dat is bij de noodverordeningen niet het geval. De nieuwe wet moet dat beter regelen, waardoor burgerrechten (tijdelijk) ingeperkt kunnen worden. Dat kan betekenen dat burgers makkelijker gestraft kunnen worden als ze maatregelen niet opvolgen.
De wet moet óók de democratische legitimiteit van de maatregelen versterken. Over de verordeningen is niet gedebatteerd en gestemd door volksvertegenwoordigers: ze zijn door de voorzitters van veiligheidsregio’s opgesteld en ingevoerd. Daardoor vindt geen democratische controle plaats. Dat kan met de spoedwet, die naar verwachting tot 30 september geldt, wel. Zo moet de Tweede Kamer instemmen met de wet en met eventuele verlenging.
De noodverordeningen die zulke maatregelen in de eerste, acute fase van de crisis regelden, voldoen niet meer, nu blijkt dat sociale afstand langere tijd nodig is. Noodverordeningen zijn bedoeld voor tijdelijke, lokale crises, bijvoorbeeld om rellen bij voetbalwedstrijden of demonstraties te voorkomen. Niet om het ‘nieuwe normaal’ van de anderhalvemetersamenleving juridisch vast te leggen, zegt Jan Brouwer, hoogleraar en directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Na drie à vier weken is het tijd om de noodverordeningen terug te schroeven.”
‘Superburgemeesters’ die de veiligheidsregio’s voorzitten, eigenen zich steeds meer vrijheden toe en overtreden daarbij vaak de Grondwet, aldus Brouwer. Lokaal zijn steeds meer juridische spanningen over de verordeningen ontstaan. Zo verbood de burgemeester van Zwolle een demonstratie omdat die tegen de regels in zou gaan. Maar dat is niet zo: de noodverordening gaat over samenkomsten van groepen die géén anderhalve meter afstand houden. Demonstreren kan, zolang die afstand in acht wordt genomen.
Verbod op groepsvorming
De noodverordeningen van de coronamaatregelen kwamen vorige maand na veel discussie tot stand. Op 23 maart kondigde het kabinet een verbod op groepsvorming aan, vier dagen later pas werd dat in de noodverordeningen vastgelegd. De voorzitters van de veiligheidsregio’s en het ministerie van Justitie en Veiligheid konden het niet sneller eens worden over de precieze formulering van de maatregelen. De voorzitters sturen de toezichthouders aan die de maatregelen handhaven.
In de tussentijd hadden toezichthouders en politieagenten geen juridische basis om te handhaven. Kappers hoefden bijvoorbeeld juridisch pas vrijdag dicht, maar waren dat dinsdag al: het succes van de maatregelen zat in de gehoorzaamheid van burgers en bedrijven. Maar nu de crisisbestrijding langer duurt, zijn veel bestuurders bezorgd dat strengere handhaving nodig zal zijn.
Juridisch was er ook een alternatief voor de noodverordeningen, zegt hoogleraar Brouwer: de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden in combinatie met de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag. „Daarmee roep je de noodtoestand uit”, zegt hij. „Zoals Frankrijk en Amerika deden.” Met zo’n tijdelijke toestand kunnen volgens Brouwer makkelijker maatregelen afgedwongen worden. De toetsing daarvan gebeurt dan in het parlement.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid besloot begin maart geen gebruik te maken van die wet. Brouwer: „Zo’n noodtoestand zorgt mogelijk voor paniek, Nederland wil het graag laagdrempelig houden.” Zo kwamen de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s aan tafel bij het crisisoverleg van het kabinet, met praktische ideeën over hoe de maatregelen lokaal gehandhaafd konden worden. Nu de crisis een semi-permanente toestand wordt, krijgt het parlement er zeggenschap over.
Corona tast ook de burgerrechten aan
Ja, goedemorgen, mensen. Pak even koffie, ga niet te dicht bij mekaar zitten. Welkom bij de briefing ‘Noodtoestand voor binnenlandse bestuurders’. Het is inmiddels duidelijk dat we er met vrijwillig thuis blijven niet komen. Het virus verspreidt zich nog even snel. In alle veiligheidsregio’s gelden al noodverordeningen, om feesten op te breken, horeca te sluiten, mensen weg te sturen. Binnenkort zal het kabinet op basis van art. 54 Wet Veiligheidsregio’s, de noodbevoegdheden van het regionale en lokale gezag naar zich toe trekken. Effectief is Grapperhaus dan minister van crisis en corona – en dus de baas.
Tot nu toe gold GRIP 4, de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure, waarin de voorzitter van de veiligheidsregio het voor het zeggen had. Als ik me goed herinner hebben we het bij de vorige epidemie, Q-koorts, in Brabant, daar bij gelaten. Die duurde trouwens vier jaar en kostte 74 doden. Dit is van een totaal andere orde.
Enfin, de druk moet er nu op. We moeten nu gaan handhaven, alles doen om de verspreiding te vertragen. We zagen de mensen al in drommen op de stranden en parken in de lentezon lopen. Die moeten daar weg.
Overigens zeg ik er meteen bij dat handhaven ook averechts kan werken. Uit de Ebola-uitbraak hebben alle gezondheidsautoriteiten geleerd dat verplichte quarantaine burgers ook op de vlucht kan jagen. Als mensen bang zijn, trekken ze hun eigen plan - voor je het weet gaan ze wc papier hamsteren. Dat ‘stevig optreden’ waar sommigen zo naar uitzien, kan verspreiding verergeren. Een norm waarvan het nut niet wordt ingezien of waarvan de afzender niet vertrouwd wordt, krijg je er zelden van bovenaf ingeramd. Dat ze in Azië wel meteen netjes meededen, komt ook omdat ze daar SARS-ervaring hadden. Handhaven is een evenwichtsoefening. Tussen dwang en zelfregulering, waarbij de sociale of culturele context het effect meebepaalt.
Hoe zou de noodtoestand er in Nederland dan uitzien, werd veel gevraagd. Bij ons heet dat in art. 103 van de Grondwet een ‘uitzonderingstoestand, ter handhaving van de in- en uitwendige veiligheid’. Klik even de ‘Coördinatiewet Uitzonderingstoestanden’ aan, in lijst A en B vind je alle extra bevoegdheden van de minister, de commissaris van de koning en de burgemeester. Het gedwongen evacueren van de bevolking, onder water zetten van land ter verdediging, onteigening van woningen, gedwongen inkwartiering, activeren van de dienstplicht, invoering van noodgeld, het vorderen van vliegtuigen. Heel mei 1940 komt voorbij.
Het parlement heeft dan even niks te zeggen. Wisten jullie trouwens dat het parlement zichzelf nog maar één keer ‘uit’ zette? Gedurende één week, bij de Watersnoodramp in 1953. Bij de invasie in 1940 werd gewoon doorvergaderd. Maar dat terzijde.
Voor corona is vooral de Wet Publieke Gezondheid relevant. Corona is door de minister aangewezen als een ‘groep A’ bedreiging, net als polio en pokken. Op die wettelijke basis kan de voorzitter van de veiligheidsregio een burger uit z’n huis halen, in een ziekenhuis isoleren en aan medisch onderzoek onderwerpen. Voor een inwendig onderzoek is er apart een machtiging van de rechter nodig. De burgemeester kan ook een behandelend arts dwingen om de gegevens over die patiënt te verstrekken, ter beoordeling van het besmettingsgevaar. Dat mag alleen bij een ernstig gevaar voor de volksgezondheid. Beroepsgeheim, recht op fysieke integriteit, vrijheid van gaan en staan – ook in een rechtsstaat kunnen grondrechten worden opgeschorst.
De burgemeester kan ook quarantaine thuis opleggen. Ik moet er niet aan denken hoe je dat moet controleren, maar op papier kan het. De officier van justitie beoordeelt binnen twee dagen of dat besluit voldoende is onderbouwd. Zo ja, dan vraagt hij de rechter om voortzetting. Die beslist binnen drie dagen. Feitelijk kan de burgemeester met deze procedure dus iedere burger tenminste vijf dagen uit het sociale verkeer nemen. Uiteraard kan de burger de rechter opheffing van isolatie of quarantaine verzoeken, eventueel met een eis van compensatie. Ik zag deze week al advocaten met ‘coronapiket’. Dat hebben ze in Wuhan dan weer niet, vermoed ik.
Folkert Jensma is juridisch commentator. Twitter: @folkertjensma
Geen opmerkingen:
Een reactie posten