donderdag 19 maart 2020

Geert Mak's 'Grote verwachtingen' 39


You know these people. They slide around, they have nothing solid. For them, it’s simply one day to the next. They believe what they have to, and then when the time comes, they believe something else. For them, nothing is ever at stake. 
Salting The Battlefield. Britse toneelschrijver Sir David Hare. 2014.

In zijn boek Beyond Hypocrisy. Decoding The News In An Age Of Propaganda (1992) wees de Amerikaanse hoogleraar Edward S. Herman op het feit dat een:

very important and greatly underrated constraint on freedom of speech is dissenters’ lack of access to the mass media, and thus to the general public. Their freedom is in an important sense only a personal freedom with limited public and social significance. Dissenters may have something important to say that the public would find enlightening, but the ‘gatekeepers’ are free to keep them effectively silent. Of course, they are legally free to start their own newspaper or to buy a TV network as the General Electric Company did in 1985, and it is always possible (and occasionally happens) that a major newspaper or TV station will give oppositional viewpoints fleeting access. But an important feature of the U.S. system of free speech is the powerful structural limits to access to mass media. 

In this market system of control, ownership is concentrated in the hands of the wealthy and the agents of the corporate establishment — the gatekeepers. Gatekeeper biases are reinforced by the preferences and biases of advertisers, their natural gravitation to convenient and official sources like he White House, Pentagon, and State Department, and their fear of negative feedback (flak) from bodies and groups that might threaten their position. Dissenters are excluded in the normal sourcing and processing of news, so that freedom of speech is perfectly compatible with systematic barriers to views that jar (ontnuchteren. svh) and threaten. Reporters are forced to work within the limits imposed by the market system in order to survive and prosper in the media organizations.

Herman benadrukt dat de afgelopen vier decennia als gevolg van het neoliberalisme dit proces van: 

market marginalization of dissent has been strengthened by the increased centralization and commercialization of the mass media. The rise of national TV markedly increased mass media concentration, and the almost complete dependence of commercial TV on advertising and its resultant extreme sensitivity to advertiser interests (and the closely related growth and ‘quality’ of audiences and audience expectations) shaped it into an instrument readily mobilized bv government propaganda and virtually closed to dissent. The defunding of public radio and TV forced much of this small sector into the commercial nexus and further narrowed avenues of access. 

Daar komt bij dat de:

business community also generally wants system-supportive materials in the media and business ‘news’ that amounts to press handouts of the relevant business firms. The Pentagon, White House, State Department, local police departments… want the media to serve simply as conduits for government officials. 

De westerling die weigert zich neer te leggen bij dit propagandasysteem wordt vroeger of later gemarginaliseerd, en mocht een dissident daarna nog steeds zijn mond opendoen dan wordt hij/zij vervolgens publiekelijk gecriminaliseerd. Een frappant voorbeeld is de wijze waarop de Nederlandse ‘corporate press’ met een kadaverdiscipline hysterisch reageert op de berichtgeving van onafhankelijke journalisten die niet ogenblikkelijk de beschuldigende vinger voor het neerstorten van de MH17 richting Rusland uitstaken. Naar aanleiding van deze collectieve media-hetze berichtte NRC Handelsblad op dinsdag 17 maart 2020 het volgende:


De Raad voor de Journalistiek vindt dat journalist Robert van der Noordaa ‘journalistiek onzorgvuldig’ heeft gehandeld door journalist Max van der Werff op Twitter te kenmerken als medewerker van ‘DNR-terroristen,’ de Oekraïense separatisten die verantwoordelijk worden gehouden voor het neerhalen van de MH17. De Raad, in een maandag gepubliceerd besluit: ‘Deze vergaande beschuldiging is verder niet onderbouwd of genuanceerd.’ Dus heeft Van der Noordaa de ‘algemene normen ten aanzien van het publiceren van ernstige beschuldigingen geschonden.’

Van der Werff schrijft sceptisch over het onderzoek, en verwijst hierbij onder meer naar Russische bronnen. Op 12 oktober 2019 werd hij hierom geplaatst op de ‘zwarte lijst’ van Myrotvorets, een Oekraïense website die journalisten en anderen aanmerkt als ‘vijanden van Oekraïne’ omdat ze zouden samenwerken met de separatisten. Eerder werden enkele journalisten vermoord vlak nadat ze met naam en adres op de lijst kwamen. Op Twitter zocht Van der Werff daarom onder meer steun van journalistenvakbond NVJ om zich te verweren tegen Myrotvorets.

In een reactie hierop twitterde Robert van der Noordaa op 29 oktober 2019: ‘Terecht dat hij op die lijst staat. Max werkt met DNR terroristen. Verbaast me dat het zolang duurde.’

Volgens Van der Werff is dit een zeer ernstig verwijt, en heeft Van der Noordaa hem in gevaar gebracht door hem zo te criminaliseren. Van der Werff zei na afloop van de zitting: ‘Terecht? Ik sta op een lijst van journalisten die vermoord worden!’ Volgens hem is hij een ‘onafhankelijke journalist die niet door het Kremlin, of door een ander bedrijf, staat of instelling wordt gesteund.’ […]

Van der Noordaa schreef over de MH17 voor de Volkskrant, De Groene en Bellingcat. Hij schreef onder meer over Russische trollen die desinformatie verspreiden over de MH17, en die daarbij hulp krijgen van Nederlanders als Van der Werff. Sceptische twitteraars als hij trekken de conclusie in twijfel van het internationale onderzoeksteam JIT. 

Wie is deze Robert van der Noordaa? Via https://www.linkedin.com/ meldt hij het volgende: Business development manager at Royal HaskoningDHV Delft, Provincie Zuid-Holland, Nederland. 

20 years experience working for engineering firms. From 2004 mainly worked abroad, experience in roughly 40 countries. Lived and worked in both Ukraine and Russia for several years. 

Wikipedia meldt over het concern waarvoor hij werkte:

Royal HaskoningDHV is een onafhankelijke internationaal actieve ingenieurs- en projectmanagementonderneming. Het levert diensten op het gebied van luchtvaart, gebouwen, energie, industrie, infrastructuur, maritiem, mijnbouw, vervoer, stedelijke en plattelandsontwikkeling en water. Het bedrijf telt ongeveer 6000 medewerkers verdeeld over 100 vaste kantoren in meer dan 30 landen. Zij werken aan projecten in 150 landen.

Wat weet een commercieel actieve werknemer als Van der Noordaa over Oekraïne? Ondermeer het volgende:

In 2012 Ernst & Young put Ukraine among the three most-corrupt nations of the world — alongside Colombia and Brazil. In 2015 The Guardian called Ukraine ‘the most corrupt nation in Europe.’ According to a poll conducted by Ernst & Young in 2017, experts considered Ukraine to be the ninth-most corrupt nation in the world.

Corruption and business

Companies encounter corruption mainly in business licensing, taxation and customs. The Organisation for Economic Co-operation and Development has stated corruption is a ‘significant obstacle’ to doing business in Ukraine.

Research conducted by Ernst & Young in 2011 and 2012 showed that the practice of top managers accepting bribes increased by 9 percent in 2011 and 15 percent in 2012. Another 4 percent were ready to pay bribes in order to hide the details of their financial performance.
Politician Natalia Korolevska has estimated that ‘Corruption has forced business to go in the shadow where now we have 45% of our economy.’ 

The representative of one United Kingdom-based company has claimed non-Ukrainian companies often lose contracts if they will not pay bribes or fail to ‘out-bribe’ their competitors. Ukrainians and business representatives have claimed ‘Business ventures above a certain level require palm-greasing of some functionary at some level.’ 

Verder is bekend dat:

Royal HaskoningDHV has a very wide range of interests and expertise: terminals, marine infrastructure, docks and shipyards, cruise terminals etc. Based on a more than one hundred years’ experience in working with sea technologies, the group supports marine infrastructure projects at each development stage, starting from the preliminary technical and economic background, planning and arrangements, assessment of environmental impact, including financial items, projecting and realization, and up to technical service and operation.


Wat kan ik als oude journalist die na 1990 verschillende corrupte voormalige Sovjet-republieken heeft bezocht, uit deze feiten opmaken? Allereerst dat Robert van der Noordaa zich ‘for several years’ heeft staande weten te houden in het Oekraïense wereldje van onderling samenwerkende corrupte politici, miljardairs, en moordenaars, hetzelfde misdadige milieu dat ik als onder andere VPRO-journalist in de jaren negentig zag opereren in Rusland, Oezbekistan, Georgië, Armenië en Nagorno Karabach. Niemand die daar zaken deed behield schone handen. Men moest er met de halve- en hele onderwereld in zee gaan of anders buitengewoon lucratieve opdrachten missen. Gezien het feit dat ‘EY (Ernst & Young), een internationaal opererend dienstverlenend bedrijf actief op het gebied van accountancy, belastingadvies en bedrijfsadvies,’ het land waar Van der Noordaa commercieel actief was, op de lijst plaatste van ‘the three most-corrupt nations of the world,’ valt mij een paar dingen op. Zo is het op zijn minst opmerkelijk dat de berispte Robert van der Noordaa plotseling als ‘journalist’ van ondermeer De Groene Amsterdammer opdook, om zich dermate te storen aan informatie van andere journalisten waarin de geloofwaardigheid van het corrupte Oekraïense establishment ter discussie wordt gesteld. Waarom kiest hij in zijn nieuwe rol van freelance ‘journalist’ blindelings voor een bestel, waarvan hij als werknemer van Royal HaskoningDHV uit ervaring weet dat het tot op het bot corrupt is? Wat drijft de huidige zzp-er van De Groene Amsterdammer om een collega- journalist, Max van der Werff,  ‘niet onderbouwd of genuanceerd’ te ‘kenmerken als medewerker van “DNR-terroristen,” de Oekraïense separatisten die verantwoordelijk worden gehouden voor het neerhalen van de MH17’? NRC bericht dast Van der Werff ‘sceptisch’ bericht ‘over het onderzoek,’ van het zogeheten Joint Investigation Team, (JIT), maar dat is in een democratische rechtstaat geen vergrijp. En toch is Van der Noordaa ‘verbaasd’ over de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek, omdat de berisping in zijn ogen ‘betekent dat elke burger journalisten voor een tweet voor de raad kan slepen. Dat brengt de journalist in een hele nadelige positie ten opzichte van de gewone burger.’ Kennelijk bestaat er in zijn bewustzijn een of ander wezenlijk verschil tussen een ‘journalist’ en ‘de gewone burger.’ Welnu, dit essentiële onderscheid is dus volgens hem dat een journalist een collega zonder enig concreet bewijs tot ‘medewerker’ van ‘terroristen’ mag uitmaken en dat ‘de gewone burger’ zich juist niet mag bezondigen aan wat het Nederlandse strafrecht ‘smaad’ betitelt. 

Als oude rot in het vak stel ik dan ook bij deze vast dat Robert van der Noordaa niet geschikt is voor het journalistieke vak. En toch schrijft hij voor de Volkskrant en De Groene Amsterdammer. Hoe is dit te verklaren? Feit is namelijk dat een voormalige ‘business development manager at Royal HaskoningDHV Delft,’ nu vermomd als ‘journalist’ slechts één versie van de werkelijkheid accepteert. Tegelijkertijd verwerpt hij het journalistieke principe van hoor en wederhoor, en acht het ‘terecht’ dat een Nederlandse collega ‘journalist’ op een Oekraïense zwarte ‘lijst’ verschijnt, waarvan bekend is dat ‘eerder enkele journalisten’ werden ‘vermoord vlak nadat ze met naam en adres op de lijst kwamen.’ De vraag is dan ook legitiem waarom de Volkskrant en De Groene Amsterdammer een dergelijke dwaas artikelen laten schrijven over een zo controversieel onderwerp als het MH17-onderzoek? Is er geen enkel kwaliteitsbesef? En zo keer ik terug naar wat de invloedrijke Amerikaanse socioloog C. Wright Mills in zijn essay De Massamedia en de publieke opinie uit het begin van de jaren zestig als volgt vaststelde:

de ware propagandist stelt zich nog lang niet tevreden met zijn werk in de mediamarkten. Hij zou ook de groepen aan de basis direct willen bereiken. Hij kan zijn macht dan ook gebruiken om hen te terroriseren. Hij organiseert en monopoliseert het beheer van hun vrijwillig tot stand gebrachte organisaties. Alle instellingen en zelfs alle informele situaties die het forum voor vrije discussie zouden kunnen worden, worden opgebroken. 

Die terreinen die hij niet onder zijn organisatorische controle kan brengen, zal hij proberen op te splitsen in kleine, onmachtige eenheden. Door terreur en met behulp van regels, die door bedreiging met en gebruik van geweld afgedwongen werden, probeert hij het publiek te fragmenteren, opdat ieder individu  alleen — ontdaan van de betrekkingen met zijn medemensen — tegenover de media van de machtige propagandisten komt te staan. Dwing conformiteit — Gleichschaltung — af, breng de mensen op de knieën. Geef de bedreigingen met geweld vorm in eenvoudige, gestandaardiseerde symbolen of emblemen; omring het individu met deze symbolen van bedreiging — bewerk de massa op die manier voortdurend en houdt de herinnering aan de propaganda levend. Voeg binnen de media daarbij de daadwerkelijke bedreiging van het mechanisme van intimidatie, waarvan in de verschillende communicatiemedia — van de radio tot het aanplakbord, van de film tot de muurkrant — bekwaam gebruik wordt gemaakt. 

Het doel van de opinie-organisatoren is om de bevolking in een voortdurende staat van emotionele onderworpenheid te houden; dit is belangrijker dan het opdringen van bepaalde overtuigingen. Immers, als het maar eenmaal gelukt is om een mentaliteit van volgzaamheid en gehoorzaamheid te kweken, is het niet moeilijk meer om de mensen te doen geloven en te doen voelen wat men maar wil. Het gaat de organisatoren om méer dan bepaalde opvattingen en emoties: zij proberen ‘de' fundamentele ideologische gerichtheid van de mensen gelijk te schakelen. En zij willen dit op massale schaal bereiken; zij  willen de hele bevolking ideologisch gelijkschakelen, opdat iedereen maar zal denken zoals van hem verlangd wordt dat hij denkt. De op die manier uitgeoefende druk werkt ‘verdovend’ — het geïsoleerde individu ondergaat die druk aan alle kanten en in alle mogelijke opzichten. Alle macht en al het maatschappelijk initiatief werkt in één richting: van boven naar beneden. 

Met de massamedia alleen is nog geen massamaatschappij gegeven. Het idee impliceert dat massa’s mensen deel hebben aan maatschappelijke activiteiten, maar dat die deelname alleen formeel en passief is. Actie en opinie zijn weer één, maar beide worden streng gecontroleerd door de gemonopoliseerde media. De machthebbers verschaffen de opinies en de middelen waarmee die gerealiseerd kunnen worden. Mensen bestaan in de mediamarkten alleen als massa; hun acties verlopen parallel omdat hun opinies parallel verlopen, en hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit één bron afkomstig zijn: die van de media. 

En aldus, zonder tegenspraak van dissidenten die met andere informatie komen, of met een andere context, zijn de ‘massamedia’  onderdeel geworden van het totalitaire bestel. Totalitair omdat het elk alternatief onmogelijk probeert te maken. Vandaar de plotselinge verschijning in de mainstream-journalistiek van mensen met een — laat ik het zo eufemistisch mogelijk stellen — onduidelijke achtergrond, en al even onduidelijke motieven. Nogmaals: wie is Robert van der Noordaa, en wiens belangen vertegenwoordigt hij, welk doel dient hij met het demoniseren van journalisten die gewoon hun werk doen, maar die door hem gezien worden als vijanden, en volgens hem ‘terecht’ op een potentiële dodenlijst staan van een lugubere organisatie in het op elk niveau corrupte Oekraïne? Van der Noordaa is gelieerd aan het even controversiële collectief Bellingcat, ‘a supposedly amateur run, supposedly independent, source of image analyses on controversial images,’ waarover de gezaghebbende Amerikaanse onderzoeksjournalist Robert Parry anderhalf jaar voor zijn dood vaststelde dat Bellingcat's analysis of satellite photos about Malaysia Airlines Flight 17’ een ‘amateuristische’ en ‘anti-Russian’ fraude was. Een andere criticus stelde dat de oprichter van Bellingcat -- een werkloze Britse boekkhouder genaamd Eliot Higgins -- ‘has constantly been a source of dis/misinformation on Syria and Ukraine.’ Op 22 juli 2016 berichtte Robert Parry, die de Iran-Contragate affaire onthulde:

Apparently, Higgins, who operates out of Leicester, England, has grown spoiled by all the praise lavished on him by The New York Times, The Washington Post, The Guardian and other mainstream publications despite the fact that Bellingcat’s record for accuracy is a poor one.

For instance, in his first big splash, Higgins echoed U.S. propaganda in Syria about the Aug. 21, 2013 sarin gas attack — blaming it on President Bashar al-Assad — but was forced to back down from his assessment when aeronautical experts revealed that the sarin-carrying missile had a range of only about two kilometers, much shorter than Higgins had surmised in blaming the attack on Syrian government forces. (Despite that key error, Higgins continued claiming the Syrian government was guilty.)

In 2018 verklaarde de toenmalige Amerikaanse minister van Defensie, Jim Mattis, evenwel de vraag of er ‘credible proof that sarin and chlorine’ door het Assad-regime waren ingezet: ‘No, I don’t have any proof, not specifically. I don’t have proof… So we’re looking for proof. I have no proof, either credible or non-credible.’
https://www.voltairenet.org/article199753.html   

Maar omdat de polderpers de werkelijkheid niet zo nauw neemt, kon ook NRC-opiniemaker Bas Heijne zonder enige weerwoord vijf jaar eerder beweren dat de:

gifgasaanval in Syrië een teken aan de wand [is] Niet zozeer omdat een oud moreel taboe op een gruwelijke manier is geslecht, maar omdat het laat zien dat Assad vast van plan is zijn adagium, de dood of de gladiolen, tot het bittere einde in praktijk te brengen.

Nogmaals de onderzoeksjournalist Robert Parry:

Higgins also gave the Australian ’60 Minutes’ program a location in eastern Ukraine where a ‘getaway’ Buk missile battery was supposedly videoed en route back to Russia, except that when the news crew got there the landmarks didn’t match up, causing the program to have to rely on sleight-of-hand editing to deceive its viewers.

When I noted the discrepancies and posted screenshots from the ’60 Minutes’ program to demonstrate the falsehoods, ’60 Minutes’ launched a campaign of insults against me and resorted to more video tricks and outright journalistic fraud in defense of Higgins’s faulty information.

This pattern of false claims and even fraud to promote these stories has not stopped the mainstream Western press from showering Higgins and Bellingcat with acclaim. It probably doesn’t hurt that Bellingcat’s ‘disclosures' always dovetail with the propaganda themes emanating from Western governments.

It also turns out that both Higgins and ‘armscontrolwonk.com' have crossover in personnel, such as Melissa Hanham, a co-author of the MH-17 report who also writes for Bellingcat, as does Aaron Stein, who joined in promoting Higgins’s work at ‘armscontrolwonk.com.'

The two groups also have links to the pro-NATO think tank, Atlantic Council, which has been at the forefront of pushing NATO’s new Cold War with Russia. Higgins is now listed as a ‘nonresident senior fellow at the Atlantic Council’s Future Europe Initiative’ and armscontrolwonk.com describes Stein as a nonresident fellow at the Atlantic Council’s Rafik Hariri Center for the Middle East.

Armscontrolwonk.com is run by nuclear proliferation specialists from the Middlebury Institute for International Studies at Monterey, but they appear to have no special expertise in photographic forensics.


Bovendien is er ‘A Deeper Problem’ met al deze vanuit het niets opduikende mensen die zich ineens als onderzoeksjournalist presenteren, maar van wie onduidelijk blijft door wie ze gefinancierd worden en met welk doel. In verband hiermee zette Robert Parry uiteen: 

the problem goes much deeper than a couple of Web sites and bloggers who find it professionally uplifting to reinforce propaganda themes from NATO and other Western interests. The bigger danger is the role played by the mainstream media in creating an echo chamber to amplify the disinformation coming from these amateurs.

Just as The New York Times, The Washington Post and other major outlets swallowed the bogus stories about Iraq’s WMD in 2002-2003, they have happily dined on similarly dubious fare about Syria, Ukraine and Russia.

The controversial map developed by Human Rights Watch and embraced by the New York Times, supposedly showing the reverse flight paths of two missiles — from the Aug. 21, 2013 sarin attack — intersecting at a Syrian military base. As it turned out, one missile contained no sarin and the other had a range of only two kilometers, not the nine kilometers that the map assumed. 

And just as with the Iraq disaster, when those of us who challenged the WMD ‘group think’ were dismissed as ‘Saddam apologists,’ now we’re called ‘Assad apologists’ or ‘Putin apologists’ or simply ‘hacks’ who are ‘all mouth, no trousers’ — whatever that means.

For instance, in 2013 regarding Syria, the Times ran a front-page story using a ‘vector analysis’ to trace the sarin attack back to a Syrian military base about nine kilometers away, but the discovery of the sarin missile’s much shorter range forced the Times to recant its story, which had paralleled what Higgins was writing.

Then, in its eagerness to convey anti-Russian propaganda regarding Ukraine in 2014, the Times even returned to a reporter from its Iraq-falsehood days. Michael R. Gordon, who co-authored the infamous ‘aluminum tubes’ article in 2002 that pushed the bogus claim that Iraq was reconstituting a nuclear weapons program, accepted some new disinformation from the State Department that cited photos supposedly showing Russian soldiers in Russia and then reappearing in Ukraine.

Any serious journalist would have recognized the holes in the story since it wasn’t clear where the photos were taken or whether the blurry images were even the same people, but that didn’t give the Times pause. The article led the front page.

However, only two days later, the scoop blew up when it turned out that a key photo supposedly showing a group of soldiers in Russia, who then reappeared in eastern Ukraine, was actually taken in Ukraine, destroying the premise of the entire story.

But these embarrassments have not dampened the Times’ enthusiasm for dishing out anti-Russian propaganda whenever possible. Yet, one new twist is that the Times doesn’t just take false claims directly from the U.S. government; it also draws from hip ‘citizen journalism’ Web sites like Bellingcat.

In a world where no one believes what governments say the smart new way to disseminate propaganda is through such ‘outsiders.’

So, the Times’ Kramer was surely thrilled to get fed a new story off the Web that claimed the Russians had doctored satellite photographs of Ukrainian Buk anti-aircraft missile batteries in eastern Ukraine just before the MH-17 shoot-down.

Instead of questioning the photo-forensic expertise of these nuclear proliferation specialists at armscontrolwonk.com, Kramer simply laid out their findings as further corroboration of Bellingcat’s earlier claims. Kramer also mocked the Russians for trying to cover their tracks with ‘conspiracy theories.’

Ignoring Official Evidence

But there was another key piece of evidence that the Times was hiding from its readers: documentary evidence from Western intelligence that the Ukrainian military did have powerful anti-aircraft missile batteries in eastern Ukraine on July 17, 2014, and that the ethnic Russian rebels didn’t.

Makeshift memorial at Amsterdam’s Schiphol Airport for the victims of the Malaysian Airlines flight MH17 which crashed in the Ukraine on July 17, 2014, en route from Amsterdam to Kuala Lumpur, killing all 298 people on board. (Roman Boed, Wikipedia)

In a report  released last October, the Netherlands’ Military Intelligence and Security Service (MIVD) said that based on ‘state secret’ information, it was known that Ukraine possessed some older but ‘powerful anti-aircraft systems’ and ‘a number of these systems were located in the eastern part of the country.’ MIVD added that the rebels lacked that capacity:

‘Prior to the crash, the MIVD knew that, in addition to light aircraft artillery, the Separatists also possessed short-range portable air defence systems (man-portable air-defence systems; MANPADS) and that they possibly possessed short-range vehicle-borne air-defense systems. Both types of systems are considered surface-to-air missiles (SAMs). Due to their limited range they do not constitute a danger to civil aviation at cruising altitude.’

Since Dutch intelligence is part of the NATO intelligence apparatus, this report means that NATO and presumably U.S. intelligence share the same viewpoint. Thus, the Russians would have little reason to fake their satellite photos showing Ukrainian anti-aircraft missile batteries in eastern Ukraine if the West’s satellite photos were showing the same thing.

But there is a reason why the Times and other major mainstream publications have ignored this official Dutch government document — because if it’s correct, then it means that the only people who could have shot down MH-17 belong to the Ukrainian military. That would turn upside-down the desired propaganda narrative blaming the Russians.

Yet, that blackout of the Dutch report means that the Times and other Western outlets have abandoned their journalistic responsibilities to present all relevant evidence on an issue of grave importance — bringing to justice the killers of 298 innocent people. Rather than ‘all the news that’s fit to print,’ the Times is stacking the case by leaving out evidence that goes in the ‘wrong direction.’

Of course, there may be some explanation for how both NATO and Russian intelligence could come to the same ‘mistaken’ conclusion that only the Ukrainian military could have shot down MH-17, but the Times and the rest of the Western mainstream media can’t ethically just pretend the evidence doesn’t exist.

Unless, of course, your real purpose is to disseminate propaganda, not produce journalism. Then, I suppose the behavior of the Times, other MSM publications and, yes, Bellingcat makes a lot of sense.

[For more on this topic, see Consortiumnews.com’s ‘MH-17: Two Years of Anti-Russian Propaganda’ and ‘NYT Is Lost in Its Ukraine Propaganda.’]


Wie is Robert van der Noordaa, en wie of wat stuurt hem aan? Waarom dook deze ‘business development manager,’ na jarenlang in corrupte landen actief te zijn geweest, ineens in de Hollandse mainstream-pers op, waarvan de geloofwaardigheid al even laag is als die van politici? Welke andere boodschap heeft hij dan dat de Russen niet deugen en dat journalisten die zijn beweringen tegenspreken functioneren als ‘medewerker van “DNR-terroristen,” de Oekraïense separatisten’? Het enige dat ik als onafhankelijke journalist kan vaststellen is dat Van der Noordaa, net als vele andere journalisten van de ‘corporate press,’ naadloos past in het postmoderne mediabestel, waarin, volgens C. Wright Mills, de:      

mensen, zelfs als ze handelen, meer toeschouwers [zijn] dan medespelers. Het publiek van de massamaatschappij handelt bij acclamatie, bij plebisciet. Passief staat het toe, actief klapt het in de handen. Het is geen handelen dat uit eigen, autonome beslissingen of initiatieven voortkomt; het is geconditioneerde reactie op gecontroleerde stimuli die van het centrale beheersapparaat uitgaan. Omdat het publiek van de massamaatschappij voor de media een geactiveerde massa is geworden, is de discussiefase van het proces van opinievorming vrijwel uitgeschakeld. Dat publiek kent geen maatschappelijke of informele groepssamenhang meer; de geïnstitutionaliseerde middelen van vrije en informele discussie zijn gefragmenteerd. Er is een zekere overeenkomst tussen de uiteengeslagen massa en de bewust bij elkaar gebrachte menigte. In geen van beide gevallen zijn de mensen verenigd; opinies, emoties en motieven om te handelen vallen alleen maar samen omdat er een gemeenschappelijke noemer is: de homogene bereidheid om ongeordend te reageren op de opwindende stimuli van symbolen en slogans. Met de vernietiging van de groepen aan de basis en van de vrijwillige organisaties krijgen massa en menigte definitief de overhand. 

In een dergelijke cultuur kan het individu niet autonoom handelen. Hij moet gehoorzamen aan de wetten van de markt, en zelfs de geringste afwijking wordt gezien als een frontale aanval op het geheel, zoals de Van der Noordaa’s van de reguliere pers laten zien zodra hun eigen weergave van de werkelijkheid wordt bedreigd. De zelfcensuur is bij hen zo diep geïnternaliseerd dat zij zich er niet eens meer bewust van zijn. Zij zijn als eersten slachtoffer geworden van hun eigen mythen, en gaan er gedachtenloos vanuit dat journalisten met afwijkende feiten of interpretaties wel terroristen-vrienden moeten zijn, of, in dit geval, op zijn minst ‘Poetin-Trollen.’ In de zwart-wit werkelijkheid van de propagandist bestaat geen nuance, zo bewijst ook de recente geschiedenis. In vroegere tijden was dit slag mensen priester of dominee geworden door wie twijfel als dodelijk werd ervaren. Vandaag de dag vindt men de evangelisten steeds meer in de journalistiek, zij vormen een brigade van 'gatekeepers' van de absolute waarheid die ipso facto geen tegenspraak duldt. Illustrerend is de wijze waarop NRC Handelsblad de Van Noordaa-berisping presenteert. Onder de tendentieuze kop ‘Raad voor de Journalistiek mengt zich in informatieoorlog MH17’ luidt de inleiding: 

Een Nederlandse journalist handelde ‘onzorgvuldig’ door een collega te beschuldigen in een tweet over MH17, stelt de Raad voor de Journalistiek in een opmerkelijke uitspraak.     

Hier wordt de lezer niet geïnformeerd, maar gemanipuleerd. Hij/zij wordt meteen een bepaalde richting op geduwd. Veelzeggend is dat voor de zelfbenoemde ‘kwaliteitskrant,’ evenals de rest van de Nederlandse reguliere pers, al vanaf het begin vaststond dat de Russen de daders waren van het neerstorten van de MH17, en dat er daarom nu sprake is van een ‘informatieoorlog,’ dus van een ‘hevige strijd’ tussen degenen die de waarheid vertellen en zij die leugens verspreiden. Het spreekt voor zich dat de NRC zich tot de eerste partij beschouwt, Hoflands zogeheten ‘infanterie’ van de waarheid, die slechts vier dagen na het neerstorten op 17 juli 2014 bij monde van opiniemaker Bas Heijne Rusland de schuld gaf van de ‘terreurdaad met het vliegtuig van Malaysia Airlines,' en dat daarom 'het moment' was aangebroken 'voor Nederland om eens te stoppen met zijn knuffelhouding tegenover Rusland,’ terwijl Heijne over geen enkel bewijs beschikte wie de daders waren. Niet in staat tot enige intellectuele terughoudendheid begon hij meteen het ‘Gesundes Volksempfinden’ te mobiliseren door als volgt op de collectieve slachtoffer-emoties in te spelen:

Nederland is een klein land, dus de afschuwelijke dood van 193 landgenoten bij de aanslag op vlucht MH17 zal jarenlang zijn weerslag hebben in de Nederlandse samenleving, misschien wel heel veel jaren. Zo veel mensen staan in een directe relatie met de slachtoffers of hun familieleden; een aantal vrienden van mij hebben een goede vriend of kennis verloren. De afgelopen dagen vulden de sociale media zich met uitroepen van ongeloof, rauw verdriet en hartverscheurende getuigenissen van verlies, vriendschap en liefde. Dit is een nationale tragedie. 

Toch klonk de eerste reactie van de regering op deze terreurdaad erg voorzichtig of zelfs vreemd gedempt. De minister-president weigerde zich te laten verleiden tot speculaties over de daders en sprak slechts van een reusachtige ‘ramp.’ Eerst moesten alle feiten bekend zijn, sprak hij — in zijn geval een bekend refrein.



Kortom, volgens de veel geprezen opiniemaker van de krant — die drie jaar later de prestigieuze P.C. Hooftprijs van het polder-establishment ontving voor het feit dat hij, volgens de jury, ‘schrijft als een denker én denkt als een lezer’ hoefden voor de minister president niet ‘alle feiten bekend’ te zijn om ogenblikkelijk een oordeel uit te spreken. In oktober 2014 wist op zijn beurt NRC’s Chef bijlage Boeken, Michel Krielaars, in zijn schotschrift Het Klein Koude Front, zonder enig bewijs, te beweren dat 'separatisten in Oost-Oekraïne vlucht MH17 neerhaalden.’ Ziehier het kwaliteitsniveau in het kleine kikkerland. Het feit dat beide prominente medewerkers van NRC Handelsblad juridisch houdbare bewijzen niet nodig hadden om een verstrekkende beschuldiging uit te spreken, is een kenmerkend verschijnsel bij de NRC geworden. Zo kwalificeert de krant het feit dat Van der Noordaa door de Raad voor de Journalistiek berispt werd voor het feit dat hij de ‘algemene normen ten aanzien van het publiceren van ernstige beschuldigingen’ had ‘geschonden’ als ‘opmerkelijk.’ Maar wat is er ‘opmerkelijk’ aan het feit dat Robert van der Noordaa op de vingers is getikt vanwege het feit dat hij zonder bewijs een collega-journalist beschuldigde van samenwerking met ‘terroristen’? Toch niet omdat de betrokken Max van der Werff ‘sceptisch over het onderzoek’ van het JIT schrijft? De NRC zwijgt erover. Stel dat ik Van der Noordaa, zonder enig bewijs, ervan zou beschuldigen dat hij in Oekraïne en de Russische Federatie tevens voor de CIA heeft gewerkt, louter en alleen omdat hij temidden van alle corruptie wist te overleven, en de westerse inlichtingendiensten gebruik maken van de geopolitieke informatie van ondermeer westerse zakenmensen, en zijn anti-Russische houding aansluit bij de belangen van het westers establishment. Stel dat de Raad voor de Journalistiek mij vervolgens vanwege smaad had berispt, zou de NRC dan gemeend hebben dat die uitspraak ‘opmerkelijk’ was? Nee, natuurlijk. Dus waarom dan wel in het geval van Robert van der Noordaa? Meer daarover de volgende keer.
LUX ET LIBERTAS. LICHT EN VRIJHEID.








1 opmerking:

Mvk zei

dat laatste citaat van Arendt, interessant op z'n minst, zeker in het licht van dadelijk '75 jaar vrijheid' waarbij allerlei figuren de westerse vrijheid zo gaan bejubelen en met vingers naar rusland en syrië gaan wijzen door o.a. kunst van gevluchte en onderdrukte kunstenaars te tonen, zo voorspelbaar allemaal. maar echte vrijheid in het westen, ja, nee die is er niet als ik jouw artikel en de boeken van herman en mills lees. ik vind het zo jammer van dat soort festiviteiten met alle bekende prominenten, ik heb bijna geen geloof meer in die zogenaamde westerse vrijheid :-)

LIKELY RAPED TO DEATH BY JEWISH ZIONISTS