Nederland maakt zich geen zorgen om #TTIP omdat het neoliberalisme regeert
Afgelopen zaterdag werd in vierhonderd Europese steden gedemonstreerd tegen het vrijhandelsverdrag dat de EU wil sluiten met de VS, het zogenoemde trans-Atlantische handels- en investeringsverdrag, of op z’n Twitters: #TTIP.
door Ewald Engelen
15-10-2014
Ook al suggereert de naam dat het om het wegnemen van handelsbelemmeringen gaat, in werkelijkheid zijn de handelstarieven tussen de EU en de VS al zo laag dat het doel van het verdrag een ander is, namelijk marktharmonisatie.
De economische, sociale en ecologische regels voor de toegang tot consumptie- en productiemarkten in de VS en de EU moeten gelijkgetrokken worden. Oftewel, de interne markt die sinds 1993 met veel pijn en moeite in Europa is opgezet, moet ook de VS gaan omvatten.
Je snapt meteen dat dit grote gevolgen gaat hebben voor voedselveiligheid, arbeidsomstandigheden, concurrentie en dus economische groei en werkgelegenheid. Worden het Amerikaanse standaarden waar bedrijven aan moeten voldoen of Europese? En belangrijker nog: hoe voorkomen we dat schaalvergroting tot oligopolisering en kneveling van de democratie door oppermachtige multinationals leidt? De crisis heeft aangetoond dat wat goed is voor het grootbedrijf niet automatisch goed is voor burgers. Gegronde redenen voor politieke bezorgdheid dus. En de arrogante wijze waarop de Europese onderhandelaars deze zorgen bagatelliseren, burgers hebben uitgesloten van de onderhandelingen terwijl het grootbedrijf vrijelijk mag aanschuiven, heeft het wantrouwen van kiezers alleen maar gevoed.
In haar veelgeroemde bespiegeling op de Grote Financiële Crisis, Fool’s Gold, heeft de Britse antropologe en redacteur van The Financial Times, Gillian Tett, gewezen op de ‘sociale stilte’ die er vóór de crisis rond banken en financiële markten heerste. Die stelde bankiers in staat ongemerkt een financiële noodlotsmachine te bouwen die in 2008 plotseling in het gezicht van de burgerij ontplofte. Tett laat er geen twijfel over bestaan dat naast hogere buffers constante democratische controle, geïnformeerd door een kritische pers, cruciaal is om zo’n zelfde kladderedatsj in de toekomst te voorkomen.
Terwijl de demonstratie in Londen ruim duizend demonstranten trok, stonden er op het Beursplein in Amsterdam minder dan vijftig. Toegegeven, het regende pijpenstelen en dan is demonstreren een stuk minder leuk dan met een strakblauwe hemel. Maar er is meer aan de hand. Zoals Joris Luyendijk een dag later vanuit Londen tweette: ‘Als NL werd gedomineerd door linkse kerk, zouden media nu vol staan met TTIP. Feit is: totale stilte. Want neoliberalism rules.’
Wat goed is voor het grootbedrijf is niet vanzelf goed voor burgers
Luyendijk heeft gelijk: in Nederland reikt de Tea Party met haar nadruk op marktwerking en begrotingsconsolidatie van de PVV aan de rechterkant tot de PvdA in het midden. De sprekerslijst van zaterdag sprak boekdelen: vier vertegenwoordigers van ngo’s, een academicus en vier vertegenwoordigers uit de politiek: Jasper van Dijk van de SP, Bas Eickhout van GroenLinks, Anja Hazekamp van de Partij voor de Dieren en Matthijs Pontier van de Piratenpartij. Het politieke midden schitterde door afwezigheid. Bezorgdheid over dit verdrag is volgens het midden kennelijk een linkse vergissing.
Tetts ‘sociale stilte’ indachtig ligt een deel van de verantwoordelijkheid voor de geringe opkomst bij het Nederlandse journaille. Ook die liet het zaterdag afweten: Volkskrant, NRC, FD, Parool – niemand liet zich zien. Dus stond er maandag niets in de krant.
Zes jaar crisis heeft de gevolgen van een kwart eeuw identity politics niet kunnen wegvagen. In Nederland wordt het publieke debat sinds Bolkesteins aanval op het multiculturalisme gedomineerd door zwarte piet, moslimfundamentalisme en vrijheid van meningsuiting. Daarvan kennen journaille en publiek alle danspasjes en dus liggen de redactionele prioriteiten vast. Als een hoofdredacteur moet kiezen tussen een debat over TTIP of de mogelijke vervolging van Wilders kiest hij blind voor het laatste. Te technisch is het argument. Journalistieke lafheid en luiheid zijn de eigenlijke redenen.
Kwalijker is het gesteld met de economieredacties. Illustratief is de blog afgelopen zondag van FD-journalist Marcel de Boer, waarin hij badinerend de draak stak met het krachteloze protest in Washington ter gelegenheid van de jaarvergadering van het IMF. De Boer verhaalt hoe hij lacherig met NRC-redacteur Maarten Schinkel langs een ‘clubje jong bejaarden’ liep ‘dat opkwam voor de mensenrechten, het milieu en voor de gelijke behandeling van homo’s’. Het tekent een slippendragerige vereenzelviging van de kant van wat ooit de ‘vierde macht’ heette met gezagsdragers, hotemetoten, bobo’s en the great and good van de financiële wereld. Erbij zijn, erbij horen, one of the guys zijn, dezelfde taal spreken, is belangrijker dan de achterkant van hun ongelijk aantonen. Als niemand machthebbers meer de waarheid durft te zeggen, duurt de ‘sociale stilte’ onverminderd voort en komen elites met alles weg.
https://www.groene.nl/artikel/laf-en-lui
Ter herinnering:
Meer over Maarten van Schinkel als neoliberale lakei: http://stanvanhoucke.blogspot.nl/search?q=maarten+van+schinkel
Ter herinnering:
ZONDAG 2 FEBRUARI 2014
De Mainstream Pers 133
22 april 2008 berichtte de NRC:
Bizarre complottheorieën op documentairefestival
Documentairefestival Docs at the Docks wil ‘de andere waarheid’ laten zien. Het biedt een 'broodnodig tegenwicht tegen de eenzijdige berichtgeving.'
Amsterdam, 22 april. Heb je wel eens het gevoel dat het Journaal en de kranten je niet het hele verhaal vertellen? Maar heb je ook geen zin of tijd om het internet af te struinen op zoek naar alternatieve waarheden? Op de NDSM-werf, een oud haven- en industrieterrein in Amsterdam-Noord, gaat vanavond het tweede seizoen van Docs at the Docks van start, een reeks documentaireavonden waarbij je eens ‘een andere kant’ te zien krijgt.
Voor de openingsavond is gekozen voor vertoning van deel 3 van de populaire documentairefilm Zeitgeist, Don’t Mind the Men Behind the Curtain, die met name in de VS heel vaak bekeken en gedownload is. De documentaire gaat onder meer over de manipulatieve macht van de Amerikaanse centrale bank en de mannen die de touwtjes in handen hebben.
Docs at the Docks
Aanvang openingsavond: 20.30u (zaal open om 20.00u). Thema: ‘Ruled by Secrecy – Wat gebeurt er achter de schermen?’ Vertoning van deel 3 van de documentaire Zeitgeist (47 min.) uit 2007 van Peter Joseph. Gasten: Stan van Houcke (voormalig VPRO-journalist) en Maarten Schinkel (financieel redacteur NRC Handelsblad). Interviews: Daan de Wit (Deep Journal).
Collega Maarten Schinkel bleek een ogenschijnlijk aimabele gesprekspartner die, als 'financieel redacteur' van wat Henk Hofland 'de politiek-literaire elite' waar een 'natie niet zonder [kan],' opvallend weinig begreep van de financiële wereld. Toen ik opmerkte dat de financiële transacties van banken in feite zwendel waren aangezien het een handel in niet bestaand geld was, en dat het speculeren met lucht zou ontploffen, keek hij mij allervriendelijkst aan om vervolgens te verklaren dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen omdat er genoeg buffers ingebouwd waren. Zes maanden later brak de kredietcrisis in volle hevigheid uit. Ik meld dit nog even omdat Maarten Schinkel in de nrc.next op woensdag 29 januari 2014 tegenover de jeugdige lezers van de krant zijn neoliberale ideologie nog eens verdedigde onder de kop 'Wie is rijk in Nederland?' Hij schreef:
Een dubbeldekker. Daarin passen volgens Oxfam de 85 rijkste mensen ter wereld, die samen evenveel bezitten als de onderste helft van de gehele wereldbevolking: 3,5 miljard mensen. En dat zorgde vorige week, aan de vooravond van het World Economic Forum, voor de nodige opschudding.
Dat maakt benieuwd hoe dat in eigen land zit.
Waarom hem dat 'benieuwd' maakte legde hij niet uit, en de reden wordt pas aan het eind van zijn column duidelijk. Maarten Schinkel komt na een simpele berekening tot de ontdekking dat:
De verbijsterende conclusie [dus] moet zijn dat de 85 rijkste Nederlanders, met 61,2 miljard euro, samen evenveel bezitten als tussen de 70 en 80 procent van alle Nederlandse huishoudens, van onderaf gerekend.
Als 'overtuigde democraat,' zoals hij mij destijds vertelde, zijn deze feiten moeilijk te verkopen aan een jeugdig publiek dat om bijvoorbeeld een woning te kunnen bemachtigen bij de — door de overheid gesubsidieerde — commerciële banken moeten aankloppen voor een hypotheek. Maarten Schinkel vertelt hen dat weliswaar de situatie in Nederland 'veel erger [is] dan de wereldwijde calculatie van Oxfam,' maar voegt daar onmiddellijk aan: 'Wat is hier de adder?' Schinkel doelt hiermee op het oude gezegde van Vergilius 'latet anguis in herba,' in goed Nederlands:'een addertje onder het gras,' hetgeen betekent 'het leek heel mooi, maar er was kwade trouw of een boze bedoeling in het spel.' Daarom is de vraag gerechtvaardigd: wiens 'boze bedoeling'? Is Oxfam te kwader trouw of Maarten Schinkel's berekening of beide? Het is niet helemaal duidelijk, maar in elk geval is er twijfel gewekt, een suggestie gedaan die als volgt wordt uitgewerkt: de belangrijkste verklaring voor het feit dat het verschil tussen arm en rijk in Nederland veel groter is dan in de Derde Wereld komt door 'schulden.' Niet van de banken, want die schulden zijn gedekt door de westerse belastingbetalers om hun vertrouwen in de zwendelende bankiers te herstellen. Die hadden namelijk veel meer uitgeleend dan ze in kas hadden. Nee het gaat Schinkel om de schulden van de onderste klasse. Hij schrijft daarover:
Het nettovermogen is voor de onderste tienprocentsgroep in Nederland sterk negatief. In deze groep overtreffen de schulden verre het bezit, en zij heeft dan ook een vermogen van -43 miljard. Dat trekt de optelsom van de onderste tienprocentsgroepen natuurlijk sterk naar beneden.
In de laatste zin is de 'tienprocentsgroep' ineens meervoud geworden. De 'financieel redacteur' van de NRC bedoelt waarschijnlijk de groepen 'tussen de 70 en 80 procent van alle Nederlandse huishoudens, van onderaf gerekend,' maar absoluut zeker is dit niet, want anders had hij dit wel geschreven. Hoe dan ook, wat Maarten Schinkel na een weeklang hard nadenken eigenlijk wil stellen, is het volgende:
Een berekening à la Oxfam zou zo voor de meeste westerse landen negatief uitvallen. Want in het arme deel van de wereld hebben de armste mensen niet alleen geen vermogen, maar ze hebben ook een vermogen niet: het vermogen tot het maken van grote schulden. Zo zou je hoogstwaarschijnlijk kunnen betogen dat de tienprocentsgroep van minst vermogende Afrikanen veel 'rijker' is dan de onderste tienprocentsgroep van elk willekeurig westers land. Want geen vermogen is statistisch beter dan een negatief vermogen.
Waarmee Maarten Schinkel als spreekbuis van de neoliberale elite wil aantonen 'hoe wankel' de 'snappy berekeningen [van Oxfam] kunnen zijn. Ook al zijn ze goed bedoeld, en happen ze heerlijk weg.' Met andere woorden: in Nederland zijn mensen arm omdat ze te veel lenen, en het gevolg is dat qua vermogen de '85 rijkste Nederlanders, met 61,2 miljard euro, samen evenveel bezitten als tussen de 70 en 80 procent van alle Nederlandse huishoudens, van onderaf gerekend.' Dit klopt ook, maar dat is niet waar Schinkel op doelt. Hij suggereert dat de oorzaak in feite bij de onderklasse moet worden gezocht, die leent teveel en bezit daardoor wel degelijk een 'vermogen,' alleen is dat negatief. Waarom die onderste tien procent zoveel moet lenen, verzwijgt hij, want dan zou de aap uit de mouw komen, namelijk dat in het neoliberale systeem de onderste tien procent anders niet mee kan doen aan het kapitalistische systeem, en nog meer zouden verpauperen. Dus legt hij de 'schuld' van de 'verbijsterende' kloof tussen arm en schatrijk bij de slachtoffers van het neoliberalisme, niet bij de profiteurs ervan. Bovendien kan Schinkel, zelf trotse bezitter van een positief vermogen, daarmee het feit relativeren dat 'de 85 rijkste mensen ter wereld,' tezamen 'evenveel bezitten' als 'de onderste helft van de gehele wereldbevolking.' Sterker nog hij stelt dat 'dergelijke snappy berekeningen' van Oxfam 'wankel' zijn, niet meer dan 'goed bedoelde' linkse propaganda. Hoewel hij de feiten niet kan weerleggen, doet hij toch alsof ze niet deugen. Maarten Schinkel weet dat wel, maar net als bij al die andere Nederlandse Makkianen uit een kleinburgerlijk milieu, die brandend van ambitie het verschil tussen goed en kwaad negeren, verspreidt ook hij de grote leugen. Hij wordt daar goed voor betaald. Gehoorzaamde hij niet aan de wetten van de markt dan zou mijn oude, eertijds uiterst linkse, kameraad, de SP-multimiljonair, Derk Sauer, namens de aandeelhouders van de NRC gedwongen worden Maarten Schinkel op straat te zetten. Het totalitaire neoliberalisme, waarbij een kleine elite de toekomst van de mensheid bepaalt, kent eenvoudige en voor elke deelnemer duidelijke spelregels. De belangrijkste is het maken van zo hoog mogelijke winsten en iedereen die dat niet beseft moet een hoge prijs daarvoor betalen. Meer over Maarten Schinkel kunt u hier lezen: http://stanvanhoucke.blogspot.nl/search?q=maarten+schinkel
Angst is de enige plausibele verklaring voor de houding van de intellectuele corruptie onder de Nederlandse 'politiek-literaire elite.' Wat gemakshalve 'de tijdgeest' wordt genoemd, wordt beheerst door angst, en daarmee onverschilligheid en cynisme. In zijn Volkskrant-column van donderdag 30 januari 2014 schreef de oud PVDA-minister Marcel van Dam:
De laatste 25 jaar heeft de PVDA stelselmatig meegewerkt of aanvaard dat de laagste inkomens steeds verder achterblijven. Met als gevolg dat de 10 procent van de bevolking met de laagste inkomens in vergelijking met 1980 dertig procent aan koopkracht heeft ingeleverd. De hoogste inkomens stegen pijlsnel. In het mede door Bos geformeerde kabinet wordt de afstand versneld groter. Door sociaal-democraten afgedwongen sociale grondrechten zoals verwoord in de grondwet (vrije keuze van arbeid en recht op bijstand) worden door 'sociaal-democratische' bewindslieden tot een aanfluiting gemaakt.
Schinkel's 'onderste tienprocentsgroep in Nederland' is dus dankzij de neoliberale ideologie van dereguleren en privatiseren de afgelopen kwart eeuw bijna eenderde in koopkracht achteruit gegaan, en heeft om de consumptiecultuur te kunnen bijbenen noodgedwongen geleend. Ik stel met enige klem 'noodgedwongen,' omdat door de onophoudelijke commerciële reclame en politieke propaganda de consument zijn identiteit is gaan ontlenen aan de hoeveelheid materie die hij kan verwerven. Dit is een massapsychologisch en daarmee politiek feit. Kopen is bestaan, niet kopen betekent de dood. Degene die de neoliberale kapitalistische ideologie aanhangt kan daar moeilijk tegen zijn, per slot van rekening wordt niet voor niets wereldwijd jaarlijks vele honderden miljarden aan reclame uitgegeven, reclamecampagnes zijn kennelijk effectief, ze houden mensen begerig. Bovendien hebben de meest onbeschaamde graaiers de top bereikt dankzij het feit dat de staat een premie verleende aan hebberigheid door een groot deel van de controlemaatregelen op de mateloosheid af te schaffen. Men kan moeilijk bankiers financieel steunen, die met dezelfde cultuurloze hebzucht een miljardenschuld hebben opgebouwd, om vervolgens de onderste 10 procent van de bevolking te verwijten dat ze schulden hebben gemaakt. De zwendelaars aan de top geven immers het goede voorbeeld van wat deze VVD/PVDA-regering een 'participatie samenleving' noemen. Logica is evenwel onder de Makkianen ver te zoeken. Onlangs verscheen het drukwerkje Thuis in de Tijd dat 'onder redactie van Thierry Baudet en Geert Mak' claimt de vermeende 'politieke discussie' over de overdracht van macht aan de Europese Unie nieuw leven in te willen blazen. Mak kwam niet verder dan het laten afdrukken van zijn Abel Herzberg-lezing 2013, met daarin een oproep de neoliberale Europese Unie nog meer macht te geven, ondermeer omdat
de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, een vijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt.
En dus moet de Nederlander die 'deur' niet 'dichtgooien,' stelt Mak, want 'Geen Jorwerd zonder Brussel.' Het is een neoliberaal materialistische argument dat in een consumptiecultuur doorslaggevend is. Dit verhaal is niet nieuw, dus blijft Thierry Baudet over, die aangekondigd wordt als 'rechts,' een 'nationalist' en 'conservatief' en toch pas'net dertig.' Maar, zoals het in het poldermodel betaamt: 'we mogen elkaar, en we luisteren naar elkaar,' en dus 'zoeken we niet naar wat ons verdeelt, maar naar waar we elkaar vinden. Omdat we er toch met elkaar uit zullen moeten komen in dit land.' De controverse moet worden vermeden, de 'politiek-literaire elite' dient in een klein land uiteindelijk met één gemeenschappelijke stem te spreken, anders zullen 'we er toch' niet 'met elkaar' uit 'komen in dit land.' De normen en waarden die men koestert moeten zich daarnaar richten, zo verordonneert de Nederlandse mentaliteit van opportunisme en conformisme. Het is altijd prettig wanneer gesprekspartners zelf meteen aantonen dat'Hypocrisie en farizeïsme hier individu en gemeenschap [belagen],' zoals Huizinga opmerkte. Hoe dan ook, om zo controversieel mogelijk te zijn stel ik dat Thierry Baudet's betoog als los zand aan elkaar hangt. Deze tegenstander van nog meer macht overhevelen naar het neoliberale bolwerk 'Brussel' om op die manier het bestaan van het provinciale 'Jorwerd' te prolongeren, bezit niet de intellectuele integriteit om zijn betoog inhoud te geven. Daarover later meer.
Meer over Maarten van Schinkel als neoliberale lakei: http://stanvanhoucke.blogspot.nl/search?q=maarten+van+schinkel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten