Fighting rages in Libya's Benghazi. |
De idee van een heilstaat is absurd. En zelfs de veronderstelling dat er zoiets bestaat als het minst slechte systeem is twijfelachtig. Door de geschiedenis heen leidde elk hegemonistisch streven tot repressie en bloedbaden. Elke politieke waarheid heeft ook daarom in de postmoderne tijd een houdbaarheidsdatum van 24 uur. Vandaar dat de mainstream media elke dag weer en de hele dag door hun waarheden moeten herzien.
In De Groene Amsterdammer van 4 april 2012 schreef de hoogbejaarde nestor van de vaderlandse journalistiek, H.J.A. Hofland, een column onder de kop 'De Libische manier.' Om een goede indruk te krijgen van hoe een postmoderne waarheid al snel in een onwaarheid verandert citeer ik een wat langer fragment van de 'beste journalist van de twintigste eeuw':
De opstand, burgeroorlog, catastrofe in Syrië is het tweede jaar ingegaan, met op de televisie nog altijd dezelfde beelden van stadswijken die als fonteinen de lucht in gaan, de demonstraties en gevechten, de lijken en dan altijd weer de zelfverzekerde, onberispelijk geklede, glimlachende president Assad.
Hij presideert nu ook over meer dan tienduizend doden. Zelden zal de internationale gemeenschap zich van dag tot dag zo zorgvuldig op de hoogte hebben kunnen stellen en met zorgvuldig gehandhaafde daadwerkelijke onverschilligheid de afstand hebben bewaard.
Wat zijn daarvan de oorzaken? Ten eerste is het Westen na de slepende deconfitures in Irak en Afghanistan niet meer bereid zich in het volgende overzeese avontuur te storten. De publieke opinie zal zich heftig tegen zo’n onderneming verzetten, en zeker in dit verkiezingsjaar kan Obama zich dit niet veroorloven. Ten tweede hebben Rusland, China en Iran zich steeds tegen interventie verzet, een extra complicatie. En ten slotte vormden de opstandelingen geen duidelijke eenheid; het was een onoverzichtelijk conglomeraat van stammen, belangengroepen en misschien godsdienstige fracties. Deze algemene situatie zal Assad de overtuiging hebben gegeven dat hij de langste adem had.
Het is duidelijk: 'President Assad' is de grote boef en het — in Hoflands terminologie — 'vredestichtende Westen' is door wat hij 'deconfitures' noemt, dus 'nederlagen,' 'niet meer bereid zich in het volgende overzeese avontuur te storten.' Door het bijvoeglijk naamwoord 'overzeese' wordt zichtbaar dat Hofland met 'het Westen' in feite Washington en Wall Street bedoelt, Europa speelt geen rol van betekenis in zijn beschouwing. En wat hij eufemistisch met 'avontuur' bedoelt, was in het geval van Irak een agressie-oorlog met als doel een greep te krijgen op de enorme Iraakse oliereserves. Het 'avontuur' dus van shock and awe dat in een gruwelijk bloedbad uitliep, een burgeroorlog die nog steeds voortduurt, etnische zuiveringen op mega-schaal en de vernietiging van de staat Irak. Het is altijd goed te weten waar een opiniemaker, gezeten in zijn veilige en comfortabele werkkamer, het precies over heeft zodra hij met veel humbug de werkelijkheid probeert te verhullen.
Wat bedoelt Hofland precies met 'Ten tweede hebben Rusland, China en Iran zich steeds tegen interventie verzet, een extra complicatie'? Ook hier probeert hij de realiteit achter een tendentieuze voorstelling van zaken te verbergen. Het begrip 'complicatie' betekent in dit verband volgens Van Dale 'bijkomende verschijnselen die de oorspronkelijke aandoening ernstiger maken.' Met andere woorden: door een combinatie van wat hij naderhand ‘populistisch alarmisme’ in het Westen noemde, én sabotage van 'Rusland, China en Iran' kan de NAVO, onder aanvoering van Washington, haar grootscheeps geweld niet beginnen. En zonder het zegenend geweld van het westers offensief bondgenootschap zal de grote boef 'Assad de overtuiging' krijgen 'dat hij de langste adem' heeft. Tot zover kenmerkt Hoflands kijk zich door een adembenemend simplisme. Goed en kwaad zijn duidelijk gescheiden. De keuze is al gemaakt, en de lezer is nog niet eens op de helft van zijn column. Welk diep inzicht verschafte de Hofland van 2012 nog meer? Ik citeer:
Wat bedoelt Hofland precies met 'Ten tweede hebben Rusland, China en Iran zich steeds tegen interventie verzet, een extra complicatie'? Ook hier probeert hij de realiteit achter een tendentieuze voorstelling van zaken te verbergen. Het begrip 'complicatie' betekent in dit verband volgens Van Dale 'bijkomende verschijnselen die de oorspronkelijke aandoening ernstiger maken.' Met andere woorden: door een combinatie van wat hij naderhand ‘populistisch alarmisme’ in het Westen noemde, én sabotage van 'Rusland, China en Iran' kan de NAVO, onder aanvoering van Washington, haar grootscheeps geweld niet beginnen. En zonder het zegenend geweld van het westers offensief bondgenootschap zal de grote boef 'Assad de overtuiging' krijgen 'dat hij de langste adem' heeft. Tot zover kenmerkt Hoflands kijk zich door een adembenemend simplisme. Goed en kwaad zijn duidelijk gescheiden. De keuze is al gemaakt, en de lezer is nog niet eens op de helft van zijn column. Welk diep inzicht verschafte de Hofland van 2012 nog meer? Ik citeer:
In Istanbul hebben dit weekeinde de 83 landen die zich ‘Vrienden van Syrië’ noemen vergaderd. Ook veel min of meer theoretische solidariteit met de opstandelingen, maar ook substantiële besluiten. De Vrienden hebben de rebellen, die zich nu het Vrije Syrische Leger noemen, soldij beloofd. Daarvoor hebben de Arabische Golfstaten honderd miljoen dollar beschikbaar gesteld, en de Amerikaanse regering legde daar nog eens 25 miljoen bij. Feitelijk een economische inmenging. Minister Hillary Clinton zei verder dat Amerika de opstand gaat steunen met digitale apparatuur, nachtverrekijkers en dergelijk materiaal. Is dit het begin van de feitelijke steun? Misschien een nieuwe fase in de trage ontwikkeling naar solidariteit door gewapende interventie. Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.
Henk Hofland verontwaardigd dat 'wapenleveranties blijven nog altijd taboe,' aan rebellen in Syrië, die hier Syrische militairen één voor één vermoorden.
Ik bedoel maar: de goeden hebben westers zwaar geschut in dit conflict nodig, net als destijds onder andere de Afghaanse mujaheddin die met Amerikaanse wapens de Russen verdreven uit Afghanistan om vervolgens zelf een schrikbewind uit te oefenen in hun 'bevrijde' land.
The U.S.-built Stinger antiaircraft missile, supplied to the mujahideen in very large numbers beginning in 1986, struck a decisive blow to the Soviet war effort as it allowed the lightly armed Afghans to effectively defend against Soviet helicopter landings in strategic areas.
In 1998 verklaarde Zbigniew Brzezinski, de Nationale Veiligheids Adviseur onder president Carter tegenover het Franse weekblad Le Nouvel Observateur dat de Verenigde Staten de voormalige Sovjet-Unie bewust had geprovoceerd om Afghanistan binnen te vallen door in het geheim islamitische extremisten in dat land financieel en militair te steunen, waardoor ze een gewapende strijd tegen de pro-Sovjet regering konden beginnen. Op de vraag of hij, gezien het terreurbewind van de Taliban achteraf daarvan geen spijt had, antwoordde Brzezinski:
Spijt waarover? Die geheime operatie was een uitstekend idee. Het had als resultaat dat de Russen in de Afghaanse val trapten en wil je dat ik dat betreur? De dag dat de Sovjets officieel de grens waren over gestoken, schreef ik aan president Carter, in essentie: ‘We hebben nu de gelegenheid om de USSR zijn eigen Vietnam Oorlog te geven.’
Het 'uitstekend idee' van de CIA en het Witte Huis kostte aan naar schatting een miljoen Afghanen het leven, maakte tenminste drieënhalf miljoen Afghanen tot vluchteling en verwoeste de infrastructuur van het toch al arme land, waar volgens de officiële CIA-cijfers anno 2014 36 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft, en meer dan eenderde werkloos is. Nadat de Sovjet-troepen zich hadden terug getrokken, liet de Verenigde Staten Afghanistan onmiddellijk weer vallen om het ruim een decennium later zelf aan te vallen, met als leugen dat Osama bin Laden het meesterbrein was achter de aanslagen van 11 september 2001 en zich in Afghanistan verschuilde. Tegen de zin van Afghanistan zelf, nam de NAVO de Amerikaanse bezetting van het land naderhand over. Na nog een decennium massaal geweld, vele burgerdoden, oorlogsmisdaden en superwinsten voor het westers militair-industrieel complex is ook Brzezinki's 'uitstekend idee,' dit 'avontuur,' zoals Hofland het noemde, geëindigd in een militaire nederlaag voor de Amerikanen en Britten.
In 2012 vroeg Hofland zich hardop af: 'Zou het in Syrië kunnen gaan zoals in Libië'? Het is een bekend verschijnsel dat met het stijgen van de leeftijd het begripsvermogen trager wordt, en bij met name ideologisch georiënteerde bejaarden zelfs tot stilstand komt. Ik vrees dat Henk Hofland een levende illustratie van deze kwaal is. Symptomen hiervan zijn de verwijzing naar Libië en de verbolgen opmerking: 'Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.' Er moeten weer een NAVO-'avontuur' worden begonen, net zoals in 2011 in Libië. Daarom was Hofland voorjaar 2012 ingenomen met het feit dat 'Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid' toonden om rebellen in Syrië zwaar te bewapenen met het oog op de vestiging aldaar van een neoliberale democratie. De krankzinnigheid van zijn beweringen bleef in het voorheen kritische weekblad De Groene onweersproken. Niemand van wat Hofland de 'politiek-literaire elite,' heeft genoemd, waar volgens hem geen 'natie zonder [kan],' vroeg zich destijds af waarom beide Arabische landen zich zouden inspannen voor een democratie in Syrië? Qatar is een absolute monarchie, waar volgens Amnesty gemarteld wordt, terwijl Saoedi-Arabië wordt gerund door een corrupte familie die de mensenrechten schendt. Hoflands dwaasheid tekent het niveau van de polder-intelligentsia. Zo mogelijk nog mallotiger is de volgende beschrijving van de achter de dijken zo bejubelde H.J.A., die volgens de socioloog Abram de Swaan 'de krant van gisteren is ontstegen,' en behoort tot 'de onsterfelijken':
In 2012 vroeg Hofland zich hardop af: 'Zou het in Syrië kunnen gaan zoals in Libië'? Het is een bekend verschijnsel dat met het stijgen van de leeftijd het begripsvermogen trager wordt, en bij met name ideologisch georiënteerde bejaarden zelfs tot stilstand komt. Ik vrees dat Henk Hofland een levende illustratie van deze kwaal is. Symptomen hiervan zijn de verwijzing naar Libië en de verbolgen opmerking: 'Maar wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.' Er moeten weer een NAVO-'avontuur' worden begonen, net zoals in 2011 in Libië. Daarom was Hofland voorjaar 2012 ingenomen met het feit dat 'Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid' toonden om rebellen in Syrië zwaar te bewapenen met het oog op de vestiging aldaar van een neoliberale democratie. De krankzinnigheid van zijn beweringen bleef in het voorheen kritische weekblad De Groene onweersproken. Niemand van wat Hofland de 'politiek-literaire elite,' heeft genoemd, waar volgens hem geen 'natie zonder [kan],' vroeg zich destijds af waarom beide Arabische landen zich zouden inspannen voor een democratie in Syrië? Qatar is een absolute monarchie, waar volgens Amnesty gemarteld wordt, terwijl Saoedi-Arabië wordt gerund door een corrupte familie die de mensenrechten schendt. Hoflands dwaasheid tekent het niveau van de polder-intelligentsia. Zo mogelijk nog mallotiger is de volgende beschrijving van de achter de dijken zo bejubelde H.J.A., die volgens de socioloog Abram de Swaan 'de krant van gisteren is ontstegen,' en behoort tot 'de onsterfelijken':
Assad heeft de aarzelingen van de internationale gemeenschap herkend. Het ontbreekt deze vrienden van het Vrije Syrische Leger aan de wil om verder te gaan dan de nu verleende, grotendeels vrijblijvende steun. Hij legt de verantwoordelijkheid voor de schendingen van de wapenstilstand volledig bij de rebellen, en de volgende avond zien we op tv het volgende bedrijf van de moordpartij.
De internationale gemeenschap wordt boos, zint op betere maatregelen en dan herinnert iemand zich hoe in Libië kolonel Kadhafi ten val is gebracht. Met consequente luchtsteun aan de rebellen, en zonder dat ook maar één vreemde soldaat daar voet aan de grond heeft gezet. Onze luchtmacht heeft er ook nog aan meegedaan. President Obama vond er een naam voor: leading from behind. Het is redelijk goed afgelopen. Libië zien we niet meer op de televisie.
Zou het in Syrië ook zo kunnen gaan? Dan moeten we eerst tot de conclusie komen dat de internationale gemeenschap met deze halve maatregelen op de verkeerde weg is omdat Assad zo met het scenario voor het volgende bloedbad wordt bediend. Interventie met grondtroepen is uitgesloten. Misschien gaat het op de Libische manier.
Volgens Hofland zijn we met 'halve maatregelen op de verkeerde weg.' De 'rebellen' in Syrië moeten volgens hem met wapens gesteund worden. Ziehier het resultaat van de terreur die de Syrische 'rebellen' uitoefenen.
Inmiddels kan iedereen weten wat het resultaat is van wat Hofland 'de Libische manier' noemde. 'Leading from behind,' is alle behalve 'redelijk goed afgelopen.' De reden waarom hij en zijn mainstream-collega's 'Libië niet meer op de televisie [zien]' is simpelweg omdat niemand van de westerse commerciële massamedia wil laten zien wat voor mega chaos de NAVO heeft veroorzaakt. Zondag 16 maart 2014 berichtte de goed geïnformeerde Midden-Osten correspondent Patrick Cockburn in The Independent:
Without a central government with any real power, Libya is falling apart. And this is happening almost three years after 19 March 2011 when the French air force stopped Mu'ammer Gaddafi's counter-offensive to crush the uprising in Benghazi. Months later, his burnt-out tanks still lay by the road to the city. With the United States keeping its involvement as low-profile as possible, Nato launched a war in which rebel militiamen played a secondary, supportive role and ended with the overthrow and killing of Gaddafi.
A striking feature of events in Libya in the past week is how little interest is being shown by leaders and countries which enthusiastically went to war in 2011 in the supposed interests of the Libyan people. President Obama has since spoken proudly of his role in preventing a "massacre" in Benghazi at that time. But when the militiamen, whose victory Nato had assured, opened fire on a demonstration against their presence in Tripoli in November last year, killing at least 42 protesters and firing at children with anti-aircraft machine guns, there was scarcely a squeak of protest from Washington, London or Paris.
http://www.independent.co.uk/voices/commentators/three-years-after-gaddafi-libya-is-imploding-into-chaos-and-violence-9194697.html
En ook wat betreft Syrië weten we nu dat ondermeer de Hofland-propaganda de weg vrijmaakte voor de ISIS-terreur, zonder dat deze opiniemaker zich ook maar enigszins zal verontschuldigen tegenover zijn lezers. En zonder dat De Groene Amsterdammer hier consequenties uit zal trekken. Het oproepen tot geweld kan in de polder onweersproken en consequentieloos doorgaan. Plaats de realiteit naast de virtuele werkelijkheid die Hofland verzon en men beseft meteen hoe onnozel het journalistieke niveau in Nederland is. Want ondanks zijn misdadige voorstelling van zaken, blijft hij columnist van De Groene Amsterdammer, zonder dat iemand zich hiertegen uitspreekt. De opiniemakers in Nederland konden decennialang ongestoord en onweersproken hun propaganda blijven verspreiden, omdat nagenoeg iedereen al snel was vergeten wat er was beweerd door deze of gene. Wilde een geïnteresseerde nog eens checken wat iemand had beweert dan moest hij óf een eigen uitgebreid archief hebben aangelegd, óf hij moest uren en soms dagen zoeken waar de informatie nog beschikbaar was. Maar dankzij internet kan iedere burger met een computer in enkele seconden nog eens nalezen of opnieuw beluisteren wat er door opiniërende journalisten allemaal te berde is gebracht. Dit verklaart ook de woede van een mainstream-praatjesmaker als Hubert Smeets over internet en zijn stellige bewering dat 'een groot deel wat op internet verschijnt, gewoon gelul is,' terwijl zijn collega Hofland zijn rancune tegen internet als volgt verwoordde:
Voortaan zou iedereen, zonder aanzien des persoons, vrij zijn om aan de hele wereld te laten weten wat hij van alles vond. En ook kon hij voortaan, zonder tussenkomst van eigenwijze redacties, de wereld melden wat hem was overkomen… Internet heeft het machtsgevoel van de ontevredenen vergroot. Nu kunnen ze de wereld in hun wrok laten delen. Deze bloggers zijn de permanent wrokkenden in digitale gedaante.
'De Libische manier,' waarvan Henk Hofland spreekt.
Zonder tussenkomst van gecorrumpeerde journalisten, die door hun ideologische visie maar al te vaak de werkelijkheid niet kunnen zien, kan de moderne burger zelf direct in contact komen met de informatiebronnen. Daarnaast kan hij/zij dankzij internet over meerdere bronnen beschikken, waardoor de Hoflanden en Smeetsen het monopolie op de berichtgeving hebben verloren en daarmee het alleenrecht op de waarheidsbepaling. Bovendien kan de burger nu de geloofwaardigheid van de journalist testen door zijn eerdere beweringen tegen het licht te houden. Deze democratisering van de media vormt een enorme bedreiging voor de macht van de journalist als spreekbuis van de neoliberale economische en politieke elite. De haat tegen internet is dan ook begrijpelijk. Niet alleen blijven de oplages van kranten en tijdschriften dalen, waarmee de positie van de betaalde opinie-fabrikanten almaar verzwakt, maar bovendien ontstaan er nieuwe kanalen waarlangs dissidente informatie over de werkelijkheid worden verspreid. Truthout, Truthdig, Democracy Now! Information Clearing House, Global Research en talloze andere Amerikaanse internetsites voorzien in de behoefte aan serieuze informatie. Burgers kunnen nu in contact komen met informatie die de commerciële massamedia bewust verzwijgen. Ze kunnen vandaag de dag nieuwe namen tegen komen en nieuwe inzichten, zoals die van de Amerikaanse hoogleraar Michael J. Glennon, die in zijn studie National Security and Double Government (2014) aantoont dat de Amerikaanse democratie is veranderd in een gemilitariseerde National Security State, waarbij een proces op gang is gebracht van
slowly tightening centralized power, growing and evolving organically beyond public view, increasingly unresponsive to Madisonian checks and balances. Madison wrote, 'There are more instances of abridgment (beperking. svh) of the freedom of the people by gradual and silent encroachments of those in power than by violent and sudden usurpations.' Recent history bears out his insight. Dahl (gezaghebbende Amerikaanse hoogleraar politieke wetenschappen aan Yale University. svh) has pointed out that in the twentieth century — the century of democracy's great triumph — some seventy democracies collapsed and quietly gave way to authoritarian regimes. A want of civic virtue, in the form of political ignorance, amplifies that risk. 'If a nation expects to be ignorant and free, in a state of civilization,' Thomas Jefferson wrote, 'it expects what never was and never will be.'
Een een systeem dat volledig berust op technologie kan per definitie niet democratisch zijn. Een technocratische elite die de belangen van de economische elite dient, hanteert andere wetten dan die van de democratie, omdat — in de woorden van de Franse socioloog Jacques Ellul:
Techniek vereist voorspelbaarheid en, evenzeer, precisie in de voorspellingen. Het is dus noodzakelijk dat de techniek prevaleert over het menselijk wezen. Voor de techniek is dit een zaak van leven of dood. De techniek moet de mens reduceren tot een technisch dier, de koning van de slaven er techniek. Voor deze noodzaak moet de menselijke grilligheid vermorzeld worden; de technische autonomie gedoogt geen menselijke autonomie. Het individu moet worden gekneed door technieken, hetzij negatief (door de technieken om d mens te kunnen begijpen) of positief (door de aanpassing van de mens aan het technisch kader), om de schoonheidsfouten die zijn persoonlijke wil veroorzaakt in het perfecte patron van de organisatie te kunnen wegvagen.
In zijn boek The Technological Society (1967) wijst Ellul erop dat in het moderne leven gebaseerd is op 'the standardization and the rationalization of economic and administrative life’ en ‘From then on, standardization creates impersonality, in the sense that organization relies more on methods and instructions than on individuals.' Technologie is niet alleen de machine, die is slechts de uiterlijke vorm ervan, technologie kenmerkt vandaag de dag elke discipline, dus ook alle sociale wetenschappen die onderzoeken hoe de mens het best gekneed kan worden. Reclame en propaganda zijn technologische wapens geworden die de consument dwingt langs de weg van de geconditioneerde reflexen te reageren. Zelfs via zijn onderbewustzijn wordt de massamens beheerst. Wat dat betreft had de Duitse auteur Ernst Jünger gelijk: de technologie is de ware metafysica van de moderne tijd. Alles is ondergeschikt maakt aan nut en efficiency, en daarbij is er ‘no room in practical activity for gratuitous aesthetic preoccupations,’ aldus Ellul. De Amerikaanse historicus, Theodore Roszak, die ondermeer aan Stanford University doceerde, voegde hieraan toe in zijn in 1968 verschenen boek Opkomst van een tegencultuur (1971):
In de technocratie is niets meer klein of eenvoudig of overzichtelijk voor de niet-technicus. In plaats daarvan gaat de omvang en de ingewikkeldheid van alle menselijke activiteiten – politiek, economische, cultureel – de competentie van de amateur-burger te boven en vergt onmiddellijk de aandacht van speciaal opgeleide deskundigen. Rond deze centrale kern van experts die zich bezighouden met de grote publieke zaken van algemeen belang groeit een kring van subsidiaire experts die, gedijend op het algemene sociale aanzien van technische bekwaamheid in de technocratie, zich een invloedrijk gezag aanmatigen over de schijnbaar meest persoonlijke levensfacetten: seksueel gedrag, de opvoeding van kinderen, geestelijke gezondheid, recreatie, enz. In de technocratie streeft alles ernaar puur technisch te worden, het voorwerp van beroepsmatige aandacht. Daarom is de technocratie het bewind van deskundigen – of van degenen die de deskundigen in dienst kunnen nemen.
En op die manier is de democratie uitgeschakeld. Professor Glennon laat aan het slot van zijn boek hoe wijd verspreidt de technologische macht is:
the organizations in question 'do not regulate truck widths or set train schedules. They have the capability of radically and permanently altering the political and legal contours of our society.' An unrestrained security apparatus had throughout history been one of the principal reasons that free governments have failed. The Trumanite network holds with its power something far greater than the ability to recommend higher import duties or more windmills or even gargantuan corporate bailouts: it has the power to kill and arrest and jail, the power to instill fear and suspicion, the power to quash investigations and quell speech, the power to shape public debate or to curtail it, and the power to hide its deeds and evade its weak-kneed overseers. The Trumanite network holds, in short, the power of irreversibility (onomkeerbaarheid. svh). No democracy worthy of its name can permit that power to escape the control of the people.
En toch gebeurt dit, met steun van mainstream-opiniemakers als Henk Hofland, Hubert Smeets etc. die het totalitarisme verkopen als democratie en massamoord als humanitair ingrijpen.
Henk Hofland: 'wapenleveranties blijven nog altijd taboe, al tonen Saoedi-Arabië en Qatar nu tekenen van bereidheid. Tekenen, daar schiet je in Homs nog niets mee op.'
Human Rights Watch : Libyan Militias committed war crimes
An international rights group on Monday accused warring militias in Libya of committing violations that amount to war crimes during a battle the past month for control over the capital's airport.
The five weeks of fighting over Tripoli's airport, along with a parallel battle between militias in Libya's second largest city Benghazi, drove some 100,000 Libyans from their homes and prompted 150,000 foreigners to flee the country. The battles over the past week have been Libya's worst bout of violence since the 2011 civil war that ousted Moammar Gadhafi.
The Truth About The War On Libya Government Lies Revealed A Goverment Conspiracy 2011
Libyan militias 'out of control,' Amnesty International says
February 16, 2012 -- Updated 1114 GMT (1914 HKT)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten