Gordon. Vrij Nederland: 'Racisme! Stephan Sanders… over een dolgedraaid debat.' Welk 'debat'?
In Discourse
on Colonialism (1955) schreef de zwarte Franse dichter Aimé Césaire over de
blanke christelijke elite:
bourgeois
swinishness is the rule. We’ve been on its trail for a century. We listen for
it, we take it by surprise, we sniff it, we follow it, lose it, find it
again, shadow it, and every day it is more nauseatingly exposed. Oh! The racism
of these gentlemen does not bother me. I do not become indignant over it. I
merely examine it. I note it, and that is all. I am almost grateful to it for
expressing itself openly and appearing in broad daylight, as s sign. A sign
that the intrepid class which once stormed the Bastilles is now hamstrung. A
sign that it feels itself to be mortal. A sign that it feels itself to be a
corpse.
Zo
ervaart De Ander het, die door de blanke cultuur als onderklasse wordt gezien en als zodanig ook wordt behandeld.
Net als de eigen blanke onderklasse in het Westen beseft de gekleurde intelligentsia
uit de Derde Wereld door ervaring wijs geworden dat de blanke ‘bourgeois
zwijnerij’ altijd de norm is. Of de
repressie een schijn van rechtvaardiging gegeven wordt door de Christelijke-
dan wel de Verlichtingsideologie maakt geen wezenlijk verschil uit voor de
slachtoffers ervan. Weet de blanke ‘elite’ niet beter? Jawel, maar zoals
Césaire een decennium na Auschwitz en Hiroshima vaststelde:
One cannot say that the petty bourgeois has never read anything.
On the contrary, he read everything, devoured everything. Only, his brain
functions after the fashion of certain elementary types of digestive systems.
It filters. And the filter lets through only what can nourish the thick skin of
the bourgeois’s clear conscious.
Hoewel
de ‘politiek-literaire
elite’ met haar 'zuivere geweten' er zich niet of nauwelijks van bewust is, wordt De Gekleurde Ander voortdurend geconfronteerd met
het onderhuids racisme van een aanzienlijk deel van de blanke mainstream
journalisten en hun publiek. Aimé Césaire:
From the historians and novelists of
civilization (it’s the same thing) – not from this one or that one, but from
all of them, or almost all – their false objectivity, their chauvinism, their
sly racism, their depraved passion for refusing to acknowledge any merit in the
non-white races, especially the black-skinned races, their obsession with
monopolizing all glory for their own race.
Om
het concreet te maken: de overtuiging van Henk Hofland dat er sprake is
van ‘het
vredestichtende Westen’ en Geert Mak’s visie dat de VS ‘decennialang
als ordewaker en politieagent’ op aarde
[fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,’
zijn niet gebaseerd op de werkelijkheid, maar op een racistische interpretatie
van de geschiedenis, namelijk dat het Westen orde en gezag, democratie en mensenrechten verspreidt, en wel omdat de gekleurde volkeren dat zelfs niet kunnen. Ik heb hiervan op deze weblog talloze voorbeelden gegeven
en dus laat ik het bij deze twee mainstream opiniemakers, de nestor van de
Nederlandse journalistiek die door zijn collega’s in de polder tot de grootste
Nederlandse journalist van de twintigste eeuw werd uitgeroepen, en de bestseller-auteur
die als de nationale historicus wordt geprezen, maar desondanks geen
geschiedkundige is. De blanke ‘elite,’ door coöptatie
gevrijwaard van dissidente elementen, heeft zich nooit kunnen verplaatsen in de
positie van Aimé Césaire, die al meer dan een halve eeuw geleden
opmerkte
The Indians massacred, the Moslem world drained of itself, the Chinese world defiled and perverted for a good century; the Negro world disqualified; mighty voices stilled forever; homes scattered to the wind; all this wreckage, all this waste, humanity reduced to a monologue, and you think all that does not have its price? The truth is that this policy cannot but bring about the ruin of Europe itself, and that Europe, if it is not careful, will perish from the void it has created around itself.
Het
blanke racisme staat haaks op het rationalisme van de Verlichting en de barmhartigheid van de christelijke boodschap. Alsof hij het geweten moet hebben dat het rationalisme een onhaalbaar ideaal was, begon René Descartes zijn Discours de la méthode pour bien conduite sa raison, et chercher la vérité dans les sciences (1637) met de ironische constatering:
Het
gezond verstand is van alle dingen op de wereld het gelijkmatigst verdeeld.
Want iedereen vindt dat hij er zo goed van voorzien is, dat zelfs degenen die
in iedere andere kwestie het moeilijkst tevreden te stellen zijn er nooit meer
van willen dan ze er al van hebben.
Ook na
de Tweede Wereldoorlog bleek het gebrek aan logica en rationeel politiek
beleid nog steeds niet te zijn verdwenen, toen in 1948 in Zuid-Afrika de Apartheid werd ingevoerd en in
1951 de gezantschappen in Pretoria en Den Haag [werden] opgewaardeerd tot
ambassades. In 1953 werd er nog een cultureel verdrag met Zuid-Afrika gesloten en
PvdA-premier Willem Drees maakte een reis naar het land…
Drees
betoonde zich enthousiast over de ‘stamverwantschap’ en achtte stemrecht voor
de ‘kaffers’ vooralsnog ongewenst. De Nederlandse regering hield zich
consequent afzijdig als er in de Verenigde Naties resoluties tegen het apartheidsbewind
werden ingediend. Het waren vooral Surinaamse en Antilliaanse politici die bezwaar
begonnen te maken, zowel in de Koninkrijksministerraad als in de Nederlandse
delegaties naar de Verenigde Naties waarvan ze deel uitmaakten.
Het bloedbad van Sharpeville in 1960, waarbij de blanke Zuid-Afrikaanse politie in koele bloede 69 vluchtende zwarte mensen doodschoot, onder wie vrouwen en kinderen. die tegen de Apartheid demonstreerden.
De
Nederlandse volksaard, zo zullen we hem maar noemen, met zijn ‘hypocrisie
en farizeïsme’ die ‘hier individu en gemeenschap [belagen]!,’
zoals Johan Huizinga in 1934 schreef in zijn essay Nederlands Geestesmerk, is doordrenkt van het nauwelijks verholen
racisme, anders was deze handelsnatie nooit in staat geweest om op zo grote
schaal in zwarte slaven te handelen en de koloniën in Azië en Zuid-Amerika uit
te buiten. Dat racisme is diep verankerd, zo diep dat het de racist niet meer
opvalt. Een illustrerend voorbeeld was toen in november 2013 de populaire
zanger Gordon op de Nederlandse televisie enkele racistische, lollig bedoelde, opmerkingen maakte over een Chinese deelnemer aan een zangwedstrijd. Een
Amerikaanse choreograaf, die net als Gordon, jurylid, was probeerde hem uit te
leggen dat zijn reactie smakeloos was: ‘You’re not supposed to
say things like that! That is awful.’ De enige reactie van
de Nederlandse zanger was: ‘What?’ Naderhand weigerde hij zijn
excuses aan te bieden omdat mainstream Gordon werkelijk niet besefte hoe
racistisch hij was, overigens dit in tegenstelling tot de reacties vanuit het
buitenland. De volgens Henk Hofland ‘elitaire’
NRC liet de lezers weten: ‘Gordons
humor valt slecht over de grens: ‘racistisch en verre van grappig.’ Ook
de kwaliteitskrant van de ‘politiek-literaire elite’ kwalificeerde ‘hufterigheid’
als ‘humor,’ en zo voltrekt in een 'democratisch' systeem de culturele
gelijkschakeling. In verband hiermee is hetgeen de 'gekleurde' columnist Stephan
Sanders schreef, in Vrij Nederland van
7 december 2013, illustrerend. Hij was van oordeel dat ‘Racisme een soortement van leer
[is], waarbij een raciale of etnische groep superieur wordt geacht boven een
andere.’ Uitgaande van deze
omschrijving is de vraag wat dan de ‘leer’ is waarbij een ‘groep’
geschoolde individuen zichzelf ‘superieur’ acht ‘boven
een andere.’ Die andere wordt gezien als een bende proleten, gedreven
door ‘heb- en vraatzucht…
hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme.’ De vraag is daarom zo interessant
omdat
Sanders, als onderdeel van de ‘politiek-literaire elite,’ met het bekende dedain van zijn milieu
schrijft dat ‘er niet te veel achter’ het, in zijn ogen, vermeende ‘racisme’
van Gordon moet worden gezocht,
want er
is geen ‘achter’: we zien hier een etalage zonder magazijn. De eigenaar heeft
niets op voorraad, maar kan alles bestellen wat u wilt. Dat is Gordon. Dat is
Nederland, handelsland. U vraagt, wij draaien (mits voldoende klandizie).
Voor de ‘volkszanger’
in een ‘behaagzieke’ cultuur ‘is elke uitgesproken mening een
sta-in-de-weg: dat kost maar klanten’ zo schrijft Sanders, overigens, zonder te beseffen dat zijn
typering ook op hemzelf slaat zodra hij stelt: ‘Hoe ging dat vroeger ook al
weer? O ja, dan zei je iets neerbuigende zodat iedereen zijn plaats kende.’ Sanders portretteert het ‘racisme’ van Gordon, als een verschijnsel van de onderklasse.
Vandaar ook dat de Vrij Nederland-columnist (foto links) het geen ‘racisme’ vindt, aangezien de
onderklasse te stupide is om ‘er welomschreven ideeën op na te’
houden, zo suggereert hij. Hier is dus sprake van een onderklasse die De
Ander, met een andere huidskleur en andere cultuur, belachelijk probeert te
maken, een psychologisch mechanisme waar de 52-jarige Stephan Sanders zelf meer
dan eens de dupe van zal zijn geweest. Met de nodige venijn schrijft hij
vervolgens:
Jammer
genoeg voor Gordon en voor veel ‘echte Nederlanders’ zijn de verhoudingen niet
meer zo vanzelfsprekend, de Chinese, Indiase, en Surinaamse doctors geven een
weerwoord in een Algemeen Beschaafd Nederlands waar Gordon alleen maar van kan
dromen.
aldus de kwalificatie
van de publicist uit de middenklasse die ‘filosofie en politieke wetenschappen in Amsterdam [studeerde]’ over een bekende ‘volkszanger’
uit de onderklasse. Als achtergrond voor een goed begrip is interessant te weten dat Sanders
In Kaapstad kleurlingen' ontmoette, 'die worstelen met hun identiteit in het nieuwe Zuid-Afrika en tot
zijn verbazing Afrikaans als eerste taal spreken. Pas na zijn eerste bezoek aan
Kaapstad kwam Sanders (die geadopteerd is door Nederlandse pleegouders)
erachter dat zijn biologische vader een Zuid-Afrikaanse kleurling was.
Sindsdien is hij er vele malen terug geweest.
http://www.winternachten.nl/winternachten/deelnemerpaginadezeeditie.php?deelnemer_id=0202&editie=10064
http://www.winternachten.nl/winternachten/deelnemerpaginadezeeditie.php?deelnemer_id=0202&editie=10064
Hier probeert dus een ontwikkelde 'gekleurde' Nederlander uit de ‘politiek-literaire elite’ een
blanke ‘volkszanger’ uit de Nederlandse
onderklasse op zijn nummer te zetten, net zoals eerder een blanke ‘volkszanger’ probeerde een academisch geschoolde Chinees op
zijn nummer te zetten. Zoals Gordon Stephan Sanders en de zijnen (met nadruk in
Nederland 'allochtonen' genoemd) laat voelen dat ze er niet bijhoren, laat daarop Sanders de ‘volkszanger’ en zijn publiek voelen dat Gordon en zij er niet
bijhoren. Beide partijen sluiten elkaar uit, in een poging in de ‘participatiesamenleving’ een
plaats te bevechten. Een saillant feit daarbij is dat Gordons echte naam Cornelis Willem Heuckeroth is, die ‘zijn jeugd door[bracht] in Floradorp, een wijk in Amsterdam-Noord. Vóór zijn
muzikale doorbraak verkocht hij vrouwenondergoed op de markt,’ een detail dat
Stephan Sanders met minachting verwerkt tot ‘Wij zien: een voormalige
marktkoopman die in zijn Amsterdamse stal vroeger damesonderbroeken verkocht,’
en die eenmaal opgeklommen tot een ‘behaagzieke’ populaire ‘volkszanger’
ineens zijn plaats niet meer weet. Sanders benadrukt de
klassenverschillen nog eens door erop te wijzen dat Gordon intellectueel
voorbij gesjeesd wordt door de zogeheten allochtone Nederlanders:
Dat steekt, een achterblijver te worden in het
land waarvan jij dacht dat jouw eerstgeboorterecht er geregeld was. Die lui
vragen niet langer om ‘geduld’ te worden, door jou, machtige Eerste Zoon, ze
sjezen je voorbij. Dan moet je in het ziekenhuis luisteren naar een Chinese
uroloog, die slecht nieuws heeft over jouw prostaat, en ‘sambal bij’ helpt
niet. Alles wat in Nederland naar racisme riekt, vindt zijn wortels in dit
ressentiment.
Met andere woorden: Sanders' geschoolde middenklasse en de ‘upper classes’
ondervinden geen ‘last’ van de al dan niet Gekleurde Ander, en bezitten
dus geen racistische ressentimenten. Die vijandigheid beperkt zich tot de onderklasse.
Kennelijk verkeert Sanders nooit in kringen van de ‘upper classes’ en kent hij
ook de blanke middenklasse niet goed, want anders had hij geweten dat zijn
veronderstelling volkomen onjuist is. De VN-columnist weet kennelijk niet dat in de
‘upper classes’ het racisme niet speelt omdat in die kringen de gekleurde
medemens letterlijk en figuurlijk onzichtbaar is, en men wil dat het liefst ook
zo houden. Hetzelfde geldt voor de overgrote meerderheid van de ‘upper middle
class,’ die naar zoveel mogelijk status streeft. Maar deze realiteit is,
denk ik, voor hem in dit geval niet belangrijk, want wat Sanders in feite
duidelijk maakt is zijn begrijpelijke, invoelbare weerzin tegen de wijze waarop
hij als gekleurde Nederlander keer op keer geconfronteerd wordt met al dan niet
verhuld racisme. Niet het openlijke racisme, absoluut niet, Nederland is een en
al politieke correctheid, maar wel het -- voor een aanzienlijk aantal blanke
Nederlanders -- onzichtbare racisme dat ze uitstralen, een gebaar, een
manier van kijken, een veelzeggende opmerking, een Freudiaanse Fehlleistung. En
dus pakt de intellectueel Sanders met een vleugje Schadenfreude de ‘volkszanger’ Gordon, op zijn
meest gevoelige plek… bij de ballen. 'Chinese uroloog,' de opgezette 'prostaat' van een blanke, Indonesische 'sambal' gemaakt van hete Spaanse pepers en… het feit dat Gordon een relnicht is. Ons kent
ons, en ons weet hoe ons gepakt moet worden. Dat er steeds meer urologen na
afronding van hun opleiding geen werk kunnen vinden in hun vakgebied en het wel
heel toevallig zou zijn dat Gordon bij een Chinese uroloog terechtkomt, speelt daarbij geen rol. Het betreft hier een beeld.
Het gaat Sanders om het klassenverschil. In dit geval, de onderklasse die overgeleverd is aan de kennis van de middenklasse. Eindelijk kan de publicist wraak nemen op die stupide onderklasse die hem altijd het gevoel heeft proberen te geven geen ‘echte Nederlander’ te zijn. Het is weer één van die talloze voorbeelden hoe verziekt de kapitalistische klassenmaatschappij is. In een dergelijke samenleving zit ieder mens zijn hele leven lang gevangen in een toegewezen rol. Net als een negentiende eeuwse Britse adellijke dame niet wist wat haar personeel dacht, zo weet Sanders niet wat Gordon en zijn publiek denken. 'Het is zelfs helemaal de vraag of Gordon en de zijnen er welomschreven ideeën op na houden over Chinezen,' of over welk ander onderwerp dan ook. Ze behoren namelijk tot een onderklasse die geen gedachten heeft, alleen maar 'ressentimenten.' Voor de zelfbenoemde intelligentsia is De Ander net zo onzichtbaar als de 'allochtoon' is voor de 'autochtoon.' Alleen de gemarginaliseerde kunstenaar kan in deze werkelijkheid nog het universele aspect zien van het menselijk bestaan, en dat tot uitdrukking brengen.
Het gaat Sanders om het klassenverschil. In dit geval, de onderklasse die overgeleverd is aan de kennis van de middenklasse. Eindelijk kan de publicist wraak nemen op die stupide onderklasse die hem altijd het gevoel heeft proberen te geven geen ‘echte Nederlander’ te zijn. Het is weer één van die talloze voorbeelden hoe verziekt de kapitalistische klassenmaatschappij is. In een dergelijke samenleving zit ieder mens zijn hele leven lang gevangen in een toegewezen rol. Net als een negentiende eeuwse Britse adellijke dame niet wist wat haar personeel dacht, zo weet Sanders niet wat Gordon en zijn publiek denken. 'Het is zelfs helemaal de vraag of Gordon en de zijnen er welomschreven ideeën op na houden over Chinezen,' of over welk ander onderwerp dan ook. Ze behoren namelijk tot een onderklasse die geen gedachten heeft, alleen maar 'ressentimenten.' Voor de zelfbenoemde intelligentsia is De Ander net zo onzichtbaar als de 'allochtoon' is voor de 'autochtoon.' Alleen de gemarginaliseerde kunstenaar kan in deze werkelijkheid nog het universele aspect zien van het menselijk bestaan, en dat tot uitdrukking brengen.
De een selecteert op huidskleur, de ander op klasse. In
beide gevallen hebben we met kitsch te maken. In beide gevallen is er sprake
van het behagen van het eigen publiek. Milan Kundera wees er in dit verband op dat
een ontwikkeld mens zich niet de toekomst kan voorstellen ‘zonder de onweerstaanbare opkomst van pasklare ideeën die, ingevoerd
in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen
binnenkort een macht te worden die elk oorspronkelijk en individueel denken
verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd
verstikt.’ De westerse consument verzuipt in de wereld van de kitsch.
Kundera:
Het woord
kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk
mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen
wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de
schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de
banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te
behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de
esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de
massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze
dagelijkse esthetiek en moraal.
Volgens het CBS is 12 procent van de Nederlandse bevolking van niet-westerse allochtoonse afkomst. Waar staan ze hier op het bordes? Socialisten en Liberalen.
Het racisme kent vele gedaanten. Een voorbeeld daarvan uit de kringen
van de Nederlandse intellectuele ‘elite’ is geraffineerder
dan die van Gordon, maar niet wezenlijk anders. Wanneer Hofland spreekt van ‘het
vredestichtende Westen,’ dan is dit verholen racisme, om de simpele
reden dat ook hij maar al te goed weet hoeveel leed het Westen, al dan niet
onder leiding van de VS, tot nu toe heeft veroorzaakt in de rest van de wereld, van
Vietnam en Chili, tot Afghanistan, Irak, en Libië, om slechts enkele
voorbeelden te geven. Als de VS het blanke Europa met evenveel meedogenloos
geweld had behandeld, dan zou Henk Hofland nooit een positieve kwalificatie hebben gegeven. Hetzelfde geldt voor het impliciete racisme van Geert Mak wanneer hij
het heeft over de VS als ‘ordewaker en politieagent.’ Als in plaats
van meer dan drie miljoen Zuidoost-Aziaten om het leven waren gekomen naar
aanleiding van de Amerikaanse agressie, meer dan drie miljoen Europese burgers
gedood waren dan had hij natuurlijk nooit de ‘Amerikanen’ deze
positieve kwalificatie gegeven. Maar omdat het hier gekleurde volkeren betreft
telt hun leed niet mee. De zogeheten opinie-makende ‘politiek-literaire elite’ beseft
niet hoe racistisch ze reageert. ‘What?’
Na eeuwen
westers racisme is deze houding zo diep geïnternaliseerd dat alleen een volstrekt andere
cultuur, niet gebaseerd op imperialisme in welke vorm dan ook, hier een einde aan
kan maken. ‘'Cruelty, mendacity, baseness, and corruption have sunk
deep into the soul of the European bourgeoisie,’ zo signaleerde Aimé Césaire in dezelfde tijd dat Nederland ‘nog een cultureel
verdrag met Zuid-Afrika’ sloot ‘en PvdA-premier Willem Drees een reis naar het land [maakte]’
waar de Apartheid vijf jaar eerder van kracht was geworden. De
als ‘vadertje Drees’ bekend staande socialist ‘betoonde
zich enthousiast over de ‘stamverwantschap’ en 'achtte stemrecht voor de ''kaffers'' vooralsnog ongewenst.’ De erfgenamen van de Verlichting groeiden op met racistische vooroordelen. Het zuiden van
de Verenigde Staten kende tot in de jaren zestig van de vorige eeuw een scherp
doorgevoerde rassen-segregatie, en Nederland voerde na de Tweede Wereldoorlog
een kolonialistische oorlog in Ons-Indië, waar de beschaafde blanke jongens zich ongestraft aan
oorlogsmisdaden te buiten konden gaan, met medeweten van de toenmalige regeringen,
zoals nu pas officieel bekend wordt. Een eeuw geleden schreef de Franse intellectueel
Carl Siger in Essai sur la colonisation
(1907) over de koloniën:
The new
countries offer a vast field for individual, violent activities which, in the
metropolitan countries, would run up against certain prejudices, against a
sober and orderly perception of life, and which, in the colonies, have greater
freedom to develop and, consequently, to affirm their worth. Thus to a certain
extent the colonies can serve as a safety valve for modern society. Even if
this were their only value, it would be immense,
omdat de
beschaafde blanke eenmaal onder de gekleurde gekoloniseerden het beest in hem
de vrij ruimte kon geven, stoom kon afblazen, zoals de geschiedenis van het Europees en Amerikaans
optreden in Azië, Afrika en Latijns Amerika aantoont. De Ander is altijd voor
de Westerling iemand van een lagere orde. De christelijke filosoof
Joseph de Maistre schreef rond 1800:
There
was only too much truth in this first impulse of the Europeans who, in the
century of Columbus, refused to recognize as their fellow men the degraded
inhabitants of the new world… One cannot gaze upon the savage for an instant
without reading the anathema written. I do not say upon his soul alone, but
even on the external form of his body.
De Franse
antropoloog en een van de theoretici van de eugenetica en het racisme,
Georges Vacher de Lapouge zette tegenover de blanke intelligentsia uiteen:
It must nog be forgotten that [slavery] is no
more abnormal than the domestication of the horse or the ox. It is therefore
possible that it may reappear in the future in one form or another. It is
probably even inevitable that this will happen if the simplistic solution does
not come about instead – that a single superior race, leveled out by selection.
Na
uitgebreid en gedocumenteerd op de psychologische kant van het kolonialisme te
zijn gegaan concludeerde in 1955 Aimé Césaire als zwarte intellectueel:
we must
resign ourselves to the inevitable and say to ourselves, once and for all, that
the bourgeoisie is condemned to become every day more snarling, more openly
ferocious, more shameless, more summarily barbarous; that it is an impleccable
law that every decadent class finds itself turned into a receptacle into which
there flow all the dirty waters of history; that it is a universal law that
before it disappears, every class must first disgrace itself completely, on all
fronts, and that it is with their heads buried in the dunghill that dying
societies utter their swan songs.
Een willekeurig maar illustrerend voorbeeld waarbij de Nederlandse ‘politiek-literaire elite’
zichzelf ‘op alle fronten volledig
onteerde’ was toen NRC’s ‘diplomatiek
redacteur’ Robert van de Roer de Nederlandse ‘topdiplomaat’ Peter van
Walsum typeerde als 'het beste
dat Nederland in huis heeft' en zijn collega van De Groene Amsterdammer,
Peter Vermaas, deze hoge ambtenaar kwalificeerde als 'het visitekaartje in
het buitenland,' terwijl toch Van Walsum rond het jaar 2000 als voorzitter
van de 'Iraq Sanctions Committee' medeverantwoordelijk was voor een genocidale
politiek die ertoe leidde dat tenminste een half miljoen Iraakse kinderen onder
de vijf jaar om het leven kwam. Een genocidaal beleid dat volgens
Madeleine Allbright 'de prijs waard' was,
maar die door hoge VN-functionarissen werd betiteld als volkerenmoord.
De Duitse
graaf Hans von Sponeck was van 1998 tot 2000 Humanitair Coördinator van de
Verenigde Naties voor Irak. Hij was de opvolger van de Ier Denis Halliday, die
ontslag nam uit protest tegen de gevolgen van de sancties op de Iraakse
bevolking. Hij bestempelde die als ‘genocide.’ In 2000 nam von Sponeck op zijn
beurt ontslag uit onvrede met de sancties en de tekortkomingen van het
olie-voor-voedsel-programma. Sedertdien
voert hij wereldwijd actie tegen de sancties.
Een van de meer dan een half miljoen Irakese slachtoffertjes onder de vijf jaar van het sanctiebeleid onder leiding van ondermeer de Nederlandse 'topdiplomaat' Peter van Walsum. Dit genocidale beleid, onder druk van de VS en de EU, volgens Geert Mak ‘typisch producten van de Verlichting,‘ werd door de Nederlandse mainstream pers gesteund door erover te zwijgen, of de uitvoerders ervan te prijzen.
Desondanks bleef Peter van Walsum voor de Nederlandse ‘politiek-literaire
elite’ zondermeer 'het beste dat Nederland in huis heeft,' een
topdiplomaat die 'zijn naam als eigenzinnig denker met scherpe tong
waar[maakte],' en bovendien de 'voorzitter van de wereld' was
geweest die 'twee
jaar lang’ als ‘het visitekaartje in het
buitenland' functioneerde.
Ook hier zien we weer het nauwelijks verhulde racisme van de Nederlandse ‘elite,’
want als er 500.000 Joods-Israëlische of christelijke Europese dan wel
Amerikaanse kinderen onder de vijf jaar om het leven waren gekomen door een sanctiebeleid
onder voorzitterschap van Peter van Walsum dan had de diplomaat terecht het etiket
Schreibtischmörder van de voltallige mainstream pers in de polder opgeplakt gekregen. We
hebben het hier over een hoge diplomaat die van de kritische wereldberoemde
journalist John Pilger de vraag kreeg voorgelegd: ‘Aren't
the deaths of half a million children mass destruction?’ waarop Van Walsum antwoordde: ‘I don't think you can
use that argument to convince me.’ Een half miljoen vermoorde
kinderen onder de vijf jaar was voor onze ‘eigenzinnige denker met scherpe tong’
geen ‘argument
om me te overtuigen.’ Meer voorbeelden van Nederlands racisme de
volgende keer.
2 opmerkingen:
Racisme is slechts een aspect van het hele scala van agressie die mensen naar elkaar communiceren. Daar doet onze quasi-intellectueel Sanders ook aan mee.
'Unpeople' (George Orwell) vind ik de beste omschrijving van hoe het Westerse racisme (meestal) werkt in onze tijd. De donkerder gekleurde medemensen worden niet bewust gehaat maar ze worden gewoon niet gezien. Ze tellen niet mee in de Westerse plannenmakerij. Ze zijn slechts figuranten. Het echte verhaal is elders, dat gaat over ons Westerlingen. Onze doden maken ons overstuur, hun doden vinden we "jammer maar helaas" en zijn nooit reden om het wat minder te doen met onze "humanitaire" interventies...
Een reactie posten