We cannot go on living like this. The little crash of 2008 was a reminder that unregulated capitalism is its own worst enemy: sooner or later it must fall prey to its own excesses and turn again to the state for rescue. But if we do no more than pick up the pieces and carry on as before, we can look forward to greater upheavels in recent years to come. And yet we seem unable to conceive of alternatives. This too is something new... Today, neither Left nor Right can find their footing.
Tony Judt. Ill Fares the Land. 2010
Nu zelfs de mainstream pers begint te twijfelen aan het democratisch gehalte van ‘de democratie’ zou men mogen verwachten dat ze tevens de veronderstelling laat vallen dat het neoliberale kapitalisme houdbaar is. Wanneer professor Marc Chavannes in de NRC schrijft over ‘de aftakeling van de democratie,’ dan dient hij vanzelfsprekend tevens de vraag te stellen wie anders dan de economische macht heeft de kapitalistische 'democratie' kunnen uithollen? Die vraag is onvermijdelijk, aangezien ‘het kapitalisme’ en ‘de democratie’ altijd als één totaalpakket zijn verkocht. Maar omdat de ‘vrije pers’ niet ‘vrij’ en onafhankelijk is van de financiele en daarmee ideologische druk van de economische macht, en daar zelfs een onderdeel van uitmaakt, zal die vraag, hoe noodzakelijk ook, niet worden gesteld. De westerse pers zou anders haar eigen doodvonnis tekenen. Dus ondanks het feit dat al tenminste twee decennia duidelijk is dat de neoliberale leer het tegenovergestelde levert van wat het belooft, blijven de mainstream journalisten het systeem verdedigen. In 2005 schreef de Britse econoom Harry Shutt in zijn boek The Decline Of Capitalism. Can a Self-Regulated Profits System Survive? het volgende:
Thus as the 1980s unfolded it was increasingly evident that the neoliberal ideology which was supposed to have supplanted the Keynesian model based on extensive state intervention was in fact hopelessly undermined by the private sector’s incurable addiction to public subsidy and protection. Yet the dangerous implications of this reality -- effectively concealed from the majority of the public by an establishment propaganda smokescreen, combined with extensive measures indicating that the frontiers of the state were indeed being rolled back -- were for long scarcely recognised.
En worden nog steeds niet door bijvoorbeeld het VVD-PVDA kabinet erkend getuige zijn bezuinigingsbeleid onder het motto dat ‘de verzorgingsstaat' moet veranderen in ‘een participatiesamenleving,’ en dat ‘van iedereen die dat kan, gevraagd [wordt] om verantwoordelijkheid te nemen,’ zoals dit in de neoliberale Newspeak heet. ‘Van iedereen die dat kan,’ behalve dan van de banken die met miljarden aan belastinggeld werden overeind gehouden, om slechts één voorbeeld te geven van de miljarden subsidies aan de economische macht en de talloze belastingvoordelen aan de rijken. Een politieke keuze die de werkloosheid geenszins oplost. Shutt:
by giving private enterprise, particularly in the financial sector, increased license to create and allocate credit while yet maintaining an implicit or explicit guarantee that the state would underwrite any major losses, the authorities were giving a powerfull incentive to irresponsible, or even criminal, behaviour. This phenomenon, refererred to by the few who have been willing to recognise its existence as ‘moral hazard,’ defines the essentially fraudulent nature of the neoliberal prospectus. For while, as noted above, the corporate, mixed-economy model of the post-war era had always implicitly assumed a trade-off between state support for the private sector and the latter’s obligation to help meet the collective economic goals of the community, the moral hazard model actually provided an incentive to anti-social conduct. Moreover, in a climate of intensifying stagnation, where corporate profitability was ever harder to sustain at minimum acceptable levels, the temptation for corporate managers not merely to allocate funds to excessively risky investment but to resort to outright fraud became increasingly irresistible.
Hierover zweeg de ‘vrije pers’ in haar euforie over de almaar stijgende miljardenwinsten op de beurs. Tot in 2008 deze luchthandel van de ene op de andere dag volledig ineenstortte, tot grote schrik van de mainstream pers, maar niet van de bankiers die vanaf het begin wisten dat hun gespeculeer en zelfs zwendel uiteindelijk financieel zou worden gedekt door de staat, uit angst voor de volledige ineenstorting van het kapitalisme. En dus verklaarde de huidige NRC adjunct-hoofdredacteur Egbert Kalse, destijds financieel redacteur van NRC Handelblad, in oktober 2008 desgevraagd:
Jij vraagt je natuurlijk af waarom jouw bank in Nederland in hemelsnaam in Amerikaanse hypotheken gaat beleggen? Dat komt omdat ze dachten daar meer geld mee te kunnen verdienen dan met andere beleggingen. Iedereen (dan bedoel ik voor de verandering maar weer eens echt iedereen) dacht dat de huizenprijzen in Amerika altijd zouden blijven stijgen. Dom natuurlijk, maar zo was het wel. En omdat iedereen dat dacht, dacht ook iedereen dat het wel veilig was daarin te beleggen. Niet dus.
En hoewel hij van niets had geweten schreef hij met een al even onwetende NRC-collega in enkele maanden tijd het boek 'Bankroet. Hoe bankiers ons in de ergste crisis sinds de Grote Depressie stortten’ over de gevolgen van de kredietcrisis en de daarop volgende economische crisis, ‘die miljoenen mensen in de wereld hun baan dreigt te kosten. Een crisis die jaren van wereldwijde economische voorspoed weer tenietdoet.’ Zonder erbij te vermelden dat die ‘economische voorspoed’ in het Westen vooral gebaseerd was op het gespeculeer met en het uitlenen van niet bestaand geld. Opmerkelijk is ook de pedante toon waarmee het boek werd gepresenteerd:
In Bankroet beschrijven Kalse en Van Lent de oorzaken en gevolgen van de zwaarste economische crisis sinds de Grote Depressie. Van de huiseigenaren in Californië tot zakenbankiers op Wall Street. Van de whizzkids die de ingewikkelde financiële producten verzonnen tot Nederlandse bankiers aan de Zuidas. Van de toezichthouders die de crisis niet meer konden stoppen tot politici die hun nationale banken moesten redden.
En al die tijd wist de NRC adjunct-hoofdredacteur Egbert Kalse en zijn collega van niets. 'Dom natuurlijk, maar zo was het wel. En omdat iedereen dat dacht, dacht ook iedereen dat het wel veilig was daarin te beleggen. Niet dus.' En hoewel Kalse en Lent als mainstream journalisten beweren dat ‘Bankroet op zoek [gaat] naar de schuldigen van deze crisis,’ en ook nog eens ‘vooruit blikt hoe het nu verder moet met het mondiale economische systeem,’ zal duidelijk zijn dat ze de mythe proberen hoog te houden dat het neoliberalisme in de kapitalistische ‘democratie’ daadwerkelijk aan banden kan worden gelegd. De schijn wordt gewekt dat we te maken hadden met uitwassen van het systeem, met ‘schuldigen,’ rotte appels in de mand, te weten: de 'bankiers,' maar dat tegelijkertijd het systeem an sich wel deugt. Kenmerkend is de wijze waarop wordt geschreven over ‘de toezichthouders die de crisis niet meer konden stoppen.’ Ook hier is weer sprake van een beschrijving en geen verklaring. Waarom lieten ‘de toezichthouders’ decennialang de neoliberale luchthandel toe? Wie had daar belang bij? De politici? De bevolking? De mainstream journalistiek? De speculanten? En hoe kon in een echte ‘democratie’ enkele ‘whizzkids’ met niet bestaand geld zulke ‘ingewikkelde financiële producten’ op de markt brengen? Waarom zwegen onder andere de twee financieel redacteuren Egbert Kalse en aan van Lent van de ‘kwaliteitskrant’ al die jaren, terwijl toch ‘Een betrouwbare en pluriforme journalistiek van het grootste belang [is] voor de democratische samenleving, die niet goed kan functioneren zonder geïnformeerde burgers en een vrije uitwisseling van ideeën’? Waarom wisten ze niet dat de Britse econoom Harry Shutt al in 2005 de ineenstorting had voorspelt en geanalyseerd? Shutt:
It is thus ironic to reflect that Keynesianism, long hailed as the saviour of the capitalist system, may have turned into the key instrument of its ultimate ruin. For, by drawing private enterprise into such lasting dependence on public subsidy, it may well be judged to have set capitalism on a path of decline from which it may never be able to recover.
Een sprekend voorbeeld van het feit dat het kapitalisme zonder staats subsidies snel ten onder zou gaan, gaf de Amerikaanse geleerde Noam Chomsky in een interview met mij vlak na 11 september 2001 toen hij opmerkte dat er
geen sprake is van vrijhandel. Zo’n 40 tot 50 procent van wat handel wordt genoemd, bestaat uit transacties binnen één en dezelfde onderneming. Omdat grote ondernemingen in feite geheime instituten zijn die niet al hun cijfers openbaar maken, kennen we niet alle details, maar dit zijn reële schattingen. In het geval van de VS en Mexico is het bijna tweederde van alle transacties. Een groot deel van wat handel wordt genoemd is eenvoudigweg geen handel. Het blijft allemaal in één hand, concurrentie is er niet. Als General Motors zijn componenten van Illinois naar Indiana vervoert om ze te laten assembleren of vanuit een fabriek in Noord-Mexico naar de VS transporteert om ze daar te verkopen, kun je niet spreken van vrijhandel.
Veel belangrijker nog is dat alle internationale overeenkomsten inzake vrijhandel één cruciale uitzondering kennen en die heet ‘national security.’ De regels van de vrijhandel mogen zich niet bemoeien met datgene wat onder de noemer 'defensie' valt. Voor kleine en arme landen speelt deze uitzonderingsregel geen rol, voor de VS is hij van doorslaggevende betekenis. Het enorme militair industrieel complex, de kongsi van het Pentagon en het bedrijfsleven, is van vitaal belang voor de Amerikaanse economie. Op die wijze wordt met belastinggeld de economie draaiende gehouden en verdwijnt gemeenschapsgeld naar de grote concerns, een succesvolle manier om kosten en risico’s te spreiden over de bevolking. Dat wil zeggen, de gemeenschap financiert onderzoek en ontwikkeling van de wapenindustrie, vroeger uit angst voor de communisten, nu voor de terroristen. Zo worden de kosten gecollectiviseerd en de winsten geprivatiseerd, die verdwijnen naar de aandeelhouders.
Het gaat jaarlijks om vele honderden miljarden dollar, nagenoeg de hele zogeheten nieuwe economie drijft erop, inclusief de telecommunicatie, computers, de elektronische industrie, internet, automatisering, de luchtvaartindustrie en ga zo maar door. Al die sectoren steunen in hoge mate op staatssubsidies, wat een enorme inbreuk op de vrijhandel betekent. Als een arm land uit noodzaak iets dergelijks probeert, wordt het meteen afgestraft; dat moet zich aan de regels houden. Ook dit is niets nieuws. Degene die in een positie verkeert om te winnen, is vanzelfsprekend voor stander van vrijhandel, wetende dat hij toch gaat winnen.
In concreto, de
‘national defense’ category of federal spending is typically just over half of the United States discretionary budget (the money the President/Administration and Congress have direct control over, and must decide and act to spend each year. This is different to mandatory spending, the money that is spent in compliance with existing laws, such as social security benefits, medicare, paying the interest on the national debt and so on).
Gezien het feit dat het afgelopen decennium de militaire uitgaven van de VS bijna zijn verdubbeld en nu 58 procent van het 'discretionary budget' van de VS bedragen, kan zonder overdrijven worden gesteld dat hier sprake is van 'socialisme voor de rijken,' die met miljarden aan belastinggeld worden gesubsidieerd. Een beleid dat door zowel Democraten als Republikeinen in het Congres klakkeloos wordt gesteund. Op zichzelf is dit niet vreemd wanneer men onder andere weet dat
overall, members of Congress saw their personal wealth grow by more than 16 percent during the worst economic downturn in the Unitged States since the Great Depression, acording to financial disclosures submitte by lawmakers.
According to a new report in The Washington Post, the median net worth of the current Congress rose 5% during the recession while it fell 39% for the average American. The wealthiest one-third of lawmakers saw their net worth rise 14%... The Post analyzed the financial disclosure forms and public records for all Congressional members from 2004 to 2010. Some key findings of the report are:
- By 2010, the median estimated wealth for members of the House of Representatives was $746,000; for senators it was $2.6 million.
- There was virtually no difference between the wealth of Republicans and Democrats in 2010. Just six years earlier, the net worth of Republicans was 44% higher than the net worth of Democrats.
Bovendien worden de verkiezingscampagnes van een opmerkelijk groot aantal Congresleden door rijke donoren gefinancierd.
'By giving money to candidates who promise to lower their taxes, the wealthy have a huge impact on politics,' ondanks het feit dat 'extreme inequality might one day spawn a violent revolution, as has happened in many other countries.'
Maar zoals de New York Times terecht opmerkt 'such routes to change still seem distant, however,' en dus verandert er niets wezenlijks in de neoliberale ideologie van zowel de Democratische als Republikeinse politici.
Kort samengevat, wanneer het militair industrieel complex meer dan de helft van het toewijsbare federale budget opslokt dan is er geen sprake van ‘vrijhandel,’ dat gebaseerd is op concurrentie, en er is tevens geen sprake van 'kapitalisme,' in de zin zoals het gepropageerd wordt. Bovendien is er geen sprake van ‘democratie,’ tenminste niet in de zin zoals ze gepropageerd wordt, volksheerschappij. Het Westen wordt gerund door een plutocratie, die niet democratisch wordt gecontroleerd, omdat de plutocraten geen democratische controle dulden. Ik benadruk dit nog eens omdat een Makkiaan als Geert Mak zelf in zijn reisboek 'Amerika' boek op pagina 450 beweert dat er sprake is van
diepe ideologische conflicten die de Amerikaanse politiek de rest van de 20e eeuw zouden bepalen: voor of tegen staatshulp, voor of tegen federale interventie.
De mainstream opiniemaskers zijn niet in staat achter de facade te kijken, dat kunnen ze niet vanwege hun rotsvast geloof in het kapitalisme. Alles in de wereld bekijken ze door een ideologische bril, vandaar dat hun werkelijkheid onvermijdelijk permanent vertekend is. Een belangrijk en tegelijk illustrerend voorbeeld daarvan is het uit 1975 daterende rapport The Crisis of Democracy, een rapport van de Trilateral Commission ‘on the Governability of Democracies,’ waarin de elite haar zorg uitsprak over de westerse democratiseringsgolf in de jaren zestig en zeventig. Om duidelijk te maken dat we hier niet te maken hebben met de eerste de beste pressiegroep citeer ik Wikipedia:
The Trilateral Commission is a non-governmental, non-partisan discussion group founded by David Rockefeller in July 1973, to foster closer cooperation among North America, Western Europe, and Japan…
De oliemiljardair David Rockefeller werd hierbij langere tijd bijgestaan door ‘Zbigniew Brzezinski, United States National Security Advisor to President Jimmy Carter from 1977 to 1981, and a professor at Columbia University and Rockefeller advisor who was a specialist on international affairs, left his post at the time to organize the group along with’ onder andere ‘Max Kohnstamm (European Policy Centre),’ één van de grondleggers van de Europese Unie die nu hij overleden is door Geert Mak ‘Mijn oude vriend, de Europa-pionier’ wordt genoemd. Maar niet iedereen is even enthousiast over dit soort 'pioniers.'
Linguist Noam Chomsky argues that a report issued by the Commission called The Crisis of Democracy which proposes solutions for the "excess of democracy" in the 1960s, embodies "the ideology of the liberal wing of the state capitalist ruling elite"’ http://en.wikipedia.org/wiki/Trilateral_Commission
Linguist Noam Chomsky argues that a report issued by the Commission called The Crisis of Democracy which proposes solutions for the "excess of democracy" in the 1960s, embodies "the ideology of the liberal wing of the state capitalist ruling elite"’ http://en.wikipedia.org/wiki/Trilateral_Commission
Chomsky’s inschatting is volkomen juist wanneer men alleen al afgaat op ‘its founding declaration:
- "Growing interdependence is a fact of life of the contemporary world. It transcends and influences national systems... While it is important to develop greater cooperation among all the countries of the world, Japan, Western Europe, and North America, in view of their great weight in the world economy and their massive relations with one another, bear a special responsibility for developing effective cooperation, both in their own interests and in those of the rest of the world."
- "To be effective in meeting common problems, Japan, Western Europe, and North America will have to consult and cooperate more closely, on the basis of equality, to develop and carry out coordinated policies on matters affecting their common interests... refrain from unilateral actions incompatible with their interdependence and from actions detrimental to other regions... [and] take advantage of existing international and regional organizations and further enhance their role."
Ook de politieke uitspraken van de ideologische vriend van Geert Mak’s ‘oude vriend, de Europionier Max Kohnstamm,’ te weten de ‘National Security Adviser,’ tijdens het bewind van president Jimmy Carter, Zbigniew Brzezinski, geven een heldere inkijk in de denkwereld van deze vooraanstaande geopolitieke adviseur van de Amerikaanse elite, die voor één van de rijkste mannen ter wereld, de miljardair David Rockefeller, van de Trilateral Commission een invloedrijke commissie maakte. Zo verklaarde Brzezinski over de soevereiniteit van landen dat
Met andere woorden: het zelfbeschikkingsrecht van landen, die de Amerikaanse geopolitieke en economische belangen hinderen, kan met geweld worden geschonden. ‘In het internationaal recht’ mag ‘soevereiniteit’ dan wel ‘een belangrijk concept,’ zijn aangezien ‘het gaat om het respect voor elkaars grenzen en het recht om gezag uit te oefenen binnen de grenzen van een nationale staat,’ maar dat is allemaal slechts ‘relatief’ volgens Zbigniew Brzezinski, een van de meest invloedrijke Amerikaanse geopolitieke ideologen. Het internationaal recht stelt weliswaar dat ‘een andere staat niet het recht heeft zich te bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden en dat zij zich onthoudt van agressie tegen de soevereine staat,' en dat 'Soevereiniteit [ook] betekent dat een soevereine staat geen enkel gezag over een andere soevereine staat uit kan oefenen,’ dit alles is evenwel, volgens de intellectuele grondleggers van de Trilateral Commission, slechts ‘in naam,’ zo, maar ‘niet in werkelijkheid.’ En terwijl de Makkianen in al hun naieviteit alle supranationale instellingen als de neoliberale Europese Unie toejuichen in de verwachting dat daarmee het motto van Beethoven’s Negende Symfonie in vervulling zal gaan, zodat ‘Alle Menschen Brüder,’ zullen worden, heeft de westerse economische en politieke elite natuurlijk een volstrekt andere agenda en gebruikt ze dit soort instellingen en opiniemakers om haar handel te verkopen aan het grote publiek. Weet deze domineeszoon veel, pas in februari 2013 ontdekte hij dat het ‘grootkapitaal’ inderdaad bestaat, dat hij er weliswaar nooit in geloofd heeft ‘maar nu wel,’ en dat die macht ‘ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen!’ Dit slag opiniemakers beseft in de verste verte niet hoe doortrapt de macht te werk gaat. De sociopaat, de van oorlogsmisdaden beschuldigde Henry Kissinger, zei op 1 december 1998 in een lofrede op David Rockefeller ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de Trilateral Commission:
In 1973, when I served as Secretary of State, David Rockefeller showed up in my office one day to tell me that he thought I needed a little help,
en dat
David’s function in our society is to recognize great tasks, to overcome the obstacles, to help find and inspire the people to carry them out, and to do it with remarkable delicacy.
Kissinger eindigde zijn speech met de woorden:
David, I respect you and admire you for what you have done with the Trilateral Commission. You and your family have represented what goes for an aristocracy in our country—a sense of obligation not only to make it materially possible, but to participate yourself in what you have made possible and to infuse it with the enthusiasm, the innocence, and the faith that I identify with you and, if I may say so, with your family.
De 'onschuld' van de miljardairs familie, die met gangsterpraktijken de grootste olieboeren van de VS werden. Inderdaad, Kissinger heeft gelijk: het gaat er niet om wat de waarheid is, maar wat gezien wordt als waarheid. Voor een cynicus geldt dat alles een prijs heeft, maar niets een waarde.
om te voorkomen dat Salvador Allende president van het democratische Chili zou worden. Dat moest met alle mogelijke middelen worden gesaboteerd. ‘Kan niet schelen hoe riskant… 10 miljoen dollar beschikbaar, zo nodig meer. Fulltime karwei – beste mensen die we hebben… Laat de economie kermen. 48 uur voor plan de campagne,’ waren zijn genotuleerde woorden. Ondanks de Amerikaanse inmenging en schending van de soevereiniteit van Chili werd Allende tijdens vrije verkiezingen gekozen als nieuwe president. Onder leiding van de toenmalige Nationale Veiligheidsadviseur Henry Kissinger werd in het geheim ‘een strategie van destabilisatie, ontvoering en moord,’ ontwikkeld ‘met het doel een militaire staatsgreep uit te lokken,’ zo blijkt uit vrijgekomen documenten. Op 11 september 1973, de dag dat de Senaat Kissinger’s benoeming als minister van Buitenlandse Zaken sanctioneerde, werd Allende tijdens een gewelddadige staatsgreep vermoord. Omdat hier sprake was van een grove schending van de internationale rechtsorde verklaarde minister Kissinger tegenover de Senaatscommissie voor buitenlandse betrekkingen dat de Amerikaanse regering geen enkele rol had gespeeld in die militaire coup. Op zijn beurt beschreef de Amerikaanse marineattaché in Chili, Patrick Ryan in een intern rapport de elfde september tevreden als ‘onze D-day’ om vervolgens te concluderen dat ‘Chili’s coup de etat (sic) bijna perfect’ was. Onmiddellijk nadat de wettige en democratisch gekozen regering van Chili was uitgeschakeld, kreeg het militaire regime die de macht had gegrepen aanzienlijke economische en militaire steun van de VS. Dat in Chili intussen op grote schaal de mensenrechten ernstig werden geschonden, speelde daarbij geen enkele rol. Integendeel, zo valt te lezen in een in 1999 vrijgegeven Amerikaans memorandum, waarin een gesprek tussen Kissinger en juntaleider Pinochet te lezen is. Het onderhoud vond plaats op 8 juni 1976, op de dag dat Henry Kissinger een toespraak zou houden voor de Organisatie van Amerikaanse Staten over het onderwerp mensenrechten. Gedwongen door de publieke opinie en het Congres moest hij als Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken in het openbaar enkele kritische opmerkingen maken over de martelingen en verdwijningen van politieke tegenstanders in Chili. Voorafgaand aan dit optreden zei Kissinger in een gesprek onder vier ogen geruststellend tegen de despoot Pinochet: ‘De toespraak is niet tegen Chili gericht. Dat wilde ik u zeggen. Naar mijn oordeel bent u een slachtoffer van alle linkse groeperingen ter wereld en bestaat uw grootste zonde erin dat u een regering omver hebt geworpen die bezig was communistisch te worden… We hebben de omverwerping van de pro-communistische regering hier met instemming begroet. We zijn er niet op uit uw positie te verzwakken… Ik wil graag onze betrekkingen en vriendschap bevorderen.’
Twee moordenaars ontmoeten elkaar. Links Pinochet. Rechts Kissinger.
In 1998 vertelde Zbigniew Brzezinski, de Nationale Veiligheids Adviseur onder president Carter tegen het Franse weekblad Nouvel Observateur dat de Verenigde Staten voor 1980 de voormalige Sovjet Unie bewust had geprovoceerd om Afghanistan binnen te vallen door in het geheim islamitische extremisten in dat land financieel en militair te steunen, waardoor ze een gewapende strijd tegen de pro-sovjet regering konden beginnen. Op de vraag of hij daar nu geen spijt van had, antwoordde Brzezinski: ‘Spijt waarover? Die geheime operatie was een uitstekend idee. Het had als resultaat dat de Russen in de Afghaanse val trapten en wil je dat ik dat betreur? De dag dat de Sovjets officieel de grens waren over gestoken, schreef ik aan president Carter, in essentie: ‘We hebben nu de gelegenheid om de USSR zijn eigen Vietnam Oorlog te geven.’ Deze geopolitieke strategie kostte een miljoen Afghanen het leven, maakte drieënhalf miljoen Afghanen tot vluchteling en verwoeste de infrastructuur van het toch al arme land. Met het oog op een ongestoorde oliedoorvoer vanuit de Kaspische Zee regio vielen twee jaar geleden de Amerikanen zelf Afghanistan binnen om er Hamid Karzai, de voormalige employee van de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal tot ‘interim president’ te verheffen. Teneinde de steun af te kopen van de talloze oorlogsbaronnen doet Washington ondertussen niets wezenlijks tegen de explosieve groei van de opiumteelt. Volgens de VN is sinds de Amerikaanse inval Afghanistan weer ’s werelds grootste producent van heroïne. Tegelijkertijd zijn al meer dan tienduizend Afghaanse burgers slachtoffer geworden van de Amerikaanse bombardementen, meer dan drie keer zoveel als op 11 september 2001 vielen. Desondanks hebben zowel de massamedia als bepaalde academische kringen in Nederland hiervoor nauwelijks of geen aandacht. Bovendien wordt de beschikbare informatie niet in een bredere context geplaatst. Misschien wel het meest illustrerend voor het feit dat de schijn in deze gruwelijke farce de werkelijkheid heeft vervangen, was het nieuwsbericht dat de olie-adviseur Karzai door het modehuis Gucci tot de best geklede staatsman ter wereld is uitgeroepen. Zo werd de slechtst vermomde marionet op aarde alsnog een salonfähige icoon van het ‘nieuwe democratische Afghanistan.’
Het zal niemand verbazen dat de elite binnen de Trilateral Commission uiterst benauwd was voor het breed gedragen democratiseringsproces in het Westen in de jaren zestig en zeventig en dat ze daarom in 1975 sprak van ‘The Crisis of Democracy.’ Voor de rijken als David Rockefeller was het ook een crisis en wel omdat die ‘Crisis’ de legitimering vernietigde van de misdadige praktijken van de westerse elite al dan niet in NAVO verband en met de vaak zwijgzame steun van de EU-landen. Dit weerhield de Makkianen er niet van om zelfs nog in 2012 met grote stelligheid te beweren dat de VS ‘decennialang als ordebewaker en politieagent’ in de wereld optrad ‘om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.’ Meer daarover morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten