vrijdag 12 oktober 2012

Sheila Sitalsing van de Volkskrant 10

Study Group members Jeanine Jerkovic (American), Sheila Sitalsing (Dutch), and Friederike Stützle-Dahns (German)     

                                                                                                  De neoliberale econome Sheila Sitalsing beweerde in haar Volkskrant-column afgelopen maandag dat de president van Venezuela, Hugo Chavez, leed aan wat zij noemt 'gepassioneerd anti-Amerikanisme.' Dat is een door rechts veelvuldig gebruikt begrip dat in wezen uitermate wonderlijk is. Wat betekent het precies? Daarvoor moeten we terug naar het einde van de jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw toen deze politieke term op grote schaal door rechts werd gebruikt om mensen te criminaliseren die zich keerden tegen de Amerikaanse terreur in Vietnam, waarbij uiteindelijk rond de 3,5 miljoen Zuidoost Aziaten vermoord dan wel gedood werden. Over die meedogenloze oorlog schreef naderhand de voormalige minister van Defensie, Robert McNamara, een van de belangrijkste verantwoordelijken voor dit bloedbad, dat 'we were wrong, terribly wrong. We owe it to future generations to explain why.' In zijn in 1995 verschenen boek In Retrospect. The Tragedy and Lessons of Vietnam vertelde hij waarom. Hij schreef:

'We underestimated the power of nationalism to motivate a people (in this case, the North Vietnamese and Vietcong) to fight and die for their beliefs and values -- and we continue to do so today in many parts of the world... We do not have the God-given right to shape every nation in our won image or as we choose.' 


Het is juist dit gewelddadige Amerikaanse expansionisme waartegen Hugo Chavez zich nu keert, en met hem de meerderheid van de Venezulaanse bevolking die hem langs democratische weg opnieuw tot president heeft gekozen. Er zijn meer volkeren die tegen inmenging zijn van het neoliberale Washington. In tegenstelling tot Sitalsing vinden deze burgers dat onder andere de olie-opbrengsten niet alleen maar in de zakken van westerse oliemaatschappijen moeten verdwijnen maar dat de winsten moeten worden besteed aan wat Sitalsing met dedain beschrijft als 'gratis huisvesting, gratis onderwijs, talloze gratis voorzieningen voor de armen,' die Chavez heeft mogelijk gemaakt door zijn 'volksrevolutie' die 'hij de afgelopen veertien jaar zo hartstochtelijk heeft vorm gegeven.' Die politiek staat haaks op de door en door corrupte neoliberale politiek van de olieproducerende landen die door Washington vooral militair en diplomatiek worden gesteund, zoals Saoedi Arabie en de Golfstaten, waar de mensenrechten door onze westerse protégé's massaal worden geschonden, met Bahrein voorop, de plaats waar de Amerikaanse vijfde vloot gestationeerd is. http://en.wikipedia.org/wiki/Human_rights_in_Bahrain Daarover geen woord van Sheila Sitalsing. Dat past ook niet in het door haar bepleite 'marktdenken.' Zij fixeert zich op de politiek van Chavez, gericht tegen Amerikaanse inmenging en Washington's grootschalige schendingen van het internationaal recht. Ik geef een voorbeeld van die door het Westen gesteunde Amerikaanse terreur: in 2002 schreef ik dit in een artikel voor het tijdschrift De Humanist:

                                                                          
4 maart 2000 wees Denis Halliday, de voormalige VN-coordinator van het Humanitaire Programma in Irak het Westerse publiek erop dat wij de mensenrechten in Irak op grote schaal schenden. Na uit protest te zijn opgestapt verklaarde hij in The Guardian: 'Ik had de opdracht gekregen om een politiek te voeren die voldoet aan de definitie van genocide: een bewust beleid dat in feite meer dan een miljoen individuen, kinderen en volwassenen, heeft vermoord. We weten allemaal dat het regime, Saddam Hoessein, de prijs voor de economische sancties niet betaalt… Het zijn de gewone mensen die hun kinderen verliezen of hun ouders door gebrek aan gezuiverd water. Duidelijk is dat de Veiligheids Raad momenteel zijn boekje te buiten gaat, want zijn acties ondermijnen hier het eigen handvest… De geschiedenis zal de verantwoordelijken afstraffen.' Mei 1996 verscheen de toenmalige Amerikaanse ambassadrice bij de VN, Madeleine Albright, in het befaamde CBS programma '60 Minutes.' Haar werd een reactie gevraagd op een VN-rapport waarin melding werd gemaakt van het feit dat als gevolg van de sancties en de Amerikaanse en Britse bombardementen die de infrastructuur volledig hadden verwoest, meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar om het leven was gekomen. De programmamaakster voegde eraan toe: 'Dat zijn meer kinderen dan in Hiroshima stierven… Is het de prijs waard?' Albright antwoordde: 'Wij denken dat het de prijs waard is.' Toen programmamaakster Lesley Stahl aandrong en de ambassadrice vroeg of de Amerikaanse regering 'zelfs met de hongerdood' van kleuters akkoord ging, rechtvaardigde Albright deze genocidale politiek met de opmerking: 'Weet je Lesley… het is moeilijk voor mij om dit te zeggen, want ik ben een humaan mens, maar mijn eerste verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat Amerikaanse troepen niet weer opnieuw de Golfoorlog hoeven uit te vechten.' Met andere woorden: een ongewapend, hulpeloos kind wordt opgeofferd voor een getrainde militair die zich wel kan verdedigen. Burgers worden opgeofferd voor militairen, de omgekeerde wereld, meer dan 1000 jaar nadat in het jaar 975 in het Zuid-Franse Le Pui voor het eerst in de geschiedenis de bescherming van burgers tegen oorlogsgeweld werd vastgelegd. Nog geen zes maanden na haar uitspraak werd Madeleine Albright bevorderd tot minister van buitenlandse zaken. Vier jaar later confronteerde de Australische journalist John Pilger de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken James Rubin met haar uitspraak. Zijn reactie kwam erop neer dat Pilger te 'idealistisch' was. 'Bij het uitvoeren van politiek beleid moet men een keuze maken tussen twee kwaden… en helaas zijn de gevolgen van de sancties groter dan we gehoopt hadden,' aldus Rubin. Hij adviseerde Pilger niet zo naïef te zijn omdat er nu eenmaal een "echte wereld" bestaat waar 'werkelijke keuzes moeten worden gemaakt.'

Voor een onafhankelijke waarnemer is het begrijpelijk dat nationalistische volkeren die gebukt gaan onder armoede geen speelbal willen zijn van de Amerikaanse, c.q. westerse economische en geopolitieke belangen. Maar de context die hun positie duidelijk maakt wordt angstvallig verzwegen door opiniemaker Sitalsing, die afkomstig uit de kolonie Suriname in Rotterdam geschoold werd in het neokoloniale 'marktdenken,' dat de aflopen halve eeuw de kloof tussen arm en rijk wereldwijd heeft laten verdubbelen waardoor nu bijna de helft van de mensheid van 2 dollar per dag moet zien te overleven, terwijl 1 miljard mensen honger lijdt. Is het zogenaamde 'anti-Amerikanisme' volstrekt onbegrijpelijk? Kennelijk wel voor propagandisten als Sitalsing, die in de 'echte wereld' leeft en mensen die daarin verandering willen brengen, afschildert als 'in Hummers rondtuffende revolutionairen met Rolex.'
Meer over haar later.

McNamara: 'We do not have the God-given right to shape every nation in our won image or as we choose.' 

En toch heeft de westerse elite en haar spreekbuizen vanaf het allereerste moment gemeend het recht te hebben anderen te dwingen onze belangen te dienen, zoals onder andere blijkt uit de woorden van Smedley Butler, oud-bevelhebber van het Amerikaanse Korps Mariniers, een van de meest gedecoreerde mariniers in de Amerikaanse geschiedenis. Hij verklaarde in 1933 na ruim 33 jaar actieve dienst het volgende:



Smedley Butler on Interventionism
-- Excerpt from a speech delivered in 1933, by Major General Smedley Butler, USMC.

'War is just a racket. A racket is best described, I believe, as something that is not what it seems to the majority of people. Only a small inside group knows what it is about. It is conducted for the benefit of the very few at the expense of the masses.
I believe in adequate defense at the coastline and nothing else. If a nation comes over here to fight, then we'll fight. The trouble with America is that when the dollar only earns 6 percent over here, then it gets restless and goes overseas to get 100 percent. Then the flag follows the dollar and the soldiers follow the flag.
I wouldn't go to war again as I have done to protect some lousy investment of the bankers. There are only two things we should fight for. One is the defense of our homes and the other is the Bill of Rights. War for any other reason is simply a racket.
There isn't a trick in the racketeering bag that the military gang is blind to. It has its "finger men" to point out enemies, its "muscle men" to destroy enemies, its "brain men" to plan war preparations, and a "Big Boss" Super-Nationalistic-Capitalism.
It may seem odd for me, a military man to adopt such a comparison. Truthfulness compels me to. I spent thirty- three years and four months in active military service as a member of this country's most agile military force, the Marine Corps. I served in all commissioned ranks from Second Lieutenant to Major-General. And during that period, I spent most of my time being a high class muscle- man for Big Business, for Wall Street and for the Bankers. In short, I was a racketeer, a gangster for capitalism.
I suspected I was just part of a racket at the time. Now I am sure of it. Like all the members of the military profession, I never had a thought of my own until I left the service. My mental faculties remained in suspended animation while I obeyed the orders of higher-ups. This is typical with everyone in the military service.
I helped make Mexico, especially Tampico, safe for American oil interests in 1914. I helped make Haiti and Cuba a decent place for the National City Bank boys to collect revenues in. I helped in the raping of half a dozen Central American republics for the benefits of Wall Street. The record of racketeering is long. I helped purify Nicaragua for the international banking house of Brown Brothers in 1909-1912 (where have I heard that name before?). I brought light to the Dominican Republic for American sugar interests in 1916. In China I helped to see to it that Standard Oil went its way unmolested.
During those years, I had, as the boys in the back room would say, a swell racket. Looking back on it, I feel that I could have given Al Capone a few hints. The best he could do was to operate his racket in three districts. I operated on three continents.'



Maar deze werkelijkheid verzwijgt Sitalsing. De realiteit is onzichtbaar voor propagandisten.

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...