Rutger Pontzen, let op de middlemen, de mensen zonder vak die in onze parasitaire cultuur rijk worden aan mensen met talent. Een voorbeeld geeft de NRC-bijlage Boeken van afgelopen vrijdag:
'Ik verkoop Naipaul aan China'
Gesprek met Andrew Wylie, literair agent in Londen en New York
Maartje Somers
Literair agent Andrew Wylie trekt graag aan de touwtjes van de boekenwereld. Een schrijver heeft de meeste kans als wij hem vertegenwoordigen.
Vanavond eet hij met Henry Kissinger. Philip Roth is een goede vriend, zoals Susan Sontag een goede vriendin was. Hij stond aan het ziekbed van Dmitri Nabokov, hield de hand vast van Roberto Bolaños weduwe en gaf V.S. Naipaul les in economie. De New Yorker Andrew Wylie zit sinds een paar decennia muurvast op de top van de apenrots der literair agenten... Hij wordt door uitgevers bewonderd en verguisd, vaak tegelijk. Wie een baal geld meeneemt en de ambitie heeft een oeuvre uit te geven, is bij hem aan het goede adres.
Aldus de 'slijpsteen voor de geest' in een bewonderend portret van deze 'literair agent'. De handelaar is in een consumptiecultuur belangrijker geworden dan de producent, de lijstenmaker duurder dan de beeldend kunstenaar, de recensent invloedrijker dan de kunstenaar zelf. Snap je Pontzen, de vorm belangrijker dan de inhoud. We leven in een barokke tijd.
1 opmerking:
Wie een baal geld meeneemt en de ambitie heeft een oeuvre uit te geven, is bij hem aan het goede adres.
Een komische (of treurige) voetnoot. Een paar jaar geleden waren Nederlandse kunstenaars opeens heel hot en gewild in de New Yorkse galeries. Ik heb me door een insider off the record laten uitleggen hoe dat kwam. Dat was niet omdat omdat Nederlandse kunstenaars zulk goed werk maakten, maar omdat Nederland het enige land was dat zijn kunstenaars geld (subsidies) meegeeft om in New York te mogen exposeren. De galeriehouders wreven zich in de handen: kunstenaars die geld meenamen i.p.v. kosten, dat was nog eens een opsteker!
En dat voormt ook weer een aardig voorbeeld van hoe kunstsubsidies aan de kunstenaar voorbij gaan en in de handel wordt gestoken.
Stan, leestip: Ons kent ons Citaten:
Of, zoals kunstsocioloog Howard Becker alweer twintig jaar geleden in Artworlds analyseerde: kunst is niet een autonoom werk van hogere gedachten en motieven, maar 'een gezamenlijk product van al die mensen die volgens de in hun wereld geldende conventies met elkaar werken produceren.'
In Amsterdam zijn op iedere 100 duizend inwoners zelfs 22,5 galeries
Of zoals het met Ronald Ophuis ging. Vermeulen stelde in 1993 diens schilderijen van verkrachtingen in concentratiekampen tentoon. 'Op dat moment kon de publieke opinie alle kanten op. Maar wat gebeurde er? De invloedrijke verzamelaar Martijn Sanders kocht Ophuis, het werk werd geaccepteerd in de kunstwereld en sindsdien verkoopt Ophuis alles. ... Ronald Ophuis laat zijn zaken over de grens bijvoorbeeld regelen door Aeroplastics in Brussel.
Ook Rein Wolfs van het Boijmans Van Beuningen en lid van de aankoopcommissie, is op het gebied van Nederlandse kunst 'de Nederlandse galerie de eerste plek om aan te kopen'. Toch vindt Wolfs het algehele niveau van de galeries nog steeds te laag. Ze moeten eerst maar eens marktwirtschaftlicher te werk gaan. Leuk vindt Wolfs het niet, maar kunst is nu eenmaal 'keiharde business geworden'.
Een deel van de sector lijkt zich inderdaad te realiseren dat het etaleren van wat artistieke bevlogenheid in een eenmanszaakje niet de goede resultaten oplevert. Professionalisering en internationalisering, dat zijn de ontwikkelingen die de mensen uit de kunstwereld graag zien.
Een reactie posten