woensdag 24 september 2008

Marnix Koolhaas van de VPRO


Tijdens mijn verblijf in het buitenland schreef Marnix Koolhaas een column voor de VPRO waarin hij mij ter verantwoording riep voor mijn verslaggeving op 30 april 1980. Marnix Koolhaas is een radiomaker van de VPRO die bij mijn toenmalige collega's bij deze omroep vooral bekend werd vanwege zijn nooit helemaal opgehelderde verlangen om een reportage te maken over Tristan da Cunha, een geisoleerd eiland in het zuiden van de Atlantische Oceaan, waar, zo wist Marnix te melden, het geweldig kon waaien. Zo mogelijk nog beroemder werd Koolhaas door zijn belangstelling voor Reinier Paping, een schaatser die in '63 met al zijn tenen nog aan zijn voeten, de Elfstedentocht wist te winnen. Welnu, na een dergelijke loopbaan is het in Nederland onvermijdelijk dat Koolhaas verzocht werd zijn mening te verkondigen over van alles en nog wat. Dit verklaarde hij van de zomer:


De jaren '80 na Wijnand Duyvendak
Mijn steen voor Hanneke
Was u goed of fout in de jaren ’80? Wijnand Duyvendak is tot de conclusie gekomen dat hij deels “fout” was, en stapte daarom vrijwillig op als Kamerlid. Met zijn stap lijkt de jacht geopend op het "verzetsverleden" van de generatie die de jaren ’80 maakten tot wat ze in zeker opzicht werden: een decennium van verzet - een minder vriendelijke nastoot van de post-babyboomers die de flower power net hadden gemist, weinig kans op leuk werk hadden, en bovendien zagen dat de idealen van de jaren '60 verkwanseld werden. Als domineeszoon roept Duyvendak nu zijn voormalige strijdmakkers op om de zondes uit de jaren ‘80 collectief op te biechten, "zodat die onverwerkte jaren '80 verwerkt kunnen worden".
De wet dat het een generatie duurt voordat de vraag naar goed of fout overstegen kan worden, blijkt in het naoorlogse Nederland van ijzer te zijn. Via de tv-serie De Bezetting (1960-1965, al snel ingekort en herhaald), Presser’s “Ondergang” (1965) en de start van Lou de Jong’s Geschiedschrijving (deel 1 verscheen in 1969) duurde het tot 1983 voordat met Hans Blom’s oratie 'In de ban van goed en fout?' de moraal-reflex langzaam uit de nationale oorlogsgeschiedschrijving verdween.
Met de jaren ‘60 gebeurde iets vergelijkbaars. Vanzelfsprekend eiste de protestgeneratie de eer op van de omwenteling die van Nederland hét moderne en sociale welvaartsland had gemaakt dat model kon staan voor de hele westerse wereld. Die mythe werd pas in 1995 doorgeprikt toen de Amerikaan James Kennedy -blijkbaar hadden we daar te weinig zelfreflectie voor- “Nieuw Babylon in aanbouw” publiceerde. Na Kennedy werd het bon ton (Bolkestein dankte er zijn politieke opkomst aan!) om de protestgeneratie en alles wat verder modieus links was geweest de schuld te geven van zowat alles wat zich aan maatschappelijke problemen voordeed: het allochtonenprobleem, de verloederende jeugd, het egoïsme, kortom: wie dacht goed te zijn geweest in de jaren ’60, was vanwege dezelfde feiten in de jaren ’90 opeens “fout”. Elk land krijgt de geschiedschrijving die het verdient.
Dankzij Duyvendak zijn nu de jaren ’80 aan de beurt. Niet door een boek (Eric Duivenvoorde publiceerde in 2000 onder de ongelukkige titel “Een voet tussen de deur” een geschiedenis van de kraakbeweging die nauwelijks opviel), maar door een calvinistisch kamerlid dat in het openbaar wilde biechten. En een oproep deed aan zijn voormalige strijdmakkers om hun jaren 80-zonden eveneens vrijwillig op te biechten. Plotseling was het meest roerige decennium uit het recente verleden daarmee in het zo bekende “goed-fout”-paradigma beland. Voor onderzoeksjournalisten of zij die daarvoor door willen gaan breken gouden tijden aan. Bij tientallen moeten ze te ontmaskeren zijn: de voormalige krakers, stenengooiers, Shell-slangen-doorsnijders, dreigbrievenschrijvers en F16-slopers die hun heldendaden uit de jaren ’80 altijd angstvallig op hun CV’s hebben verzwegen en nu zijn komen bovendrijven in de politiek, in de ambtenarij of in het bedrijfsleven.
Laten we dus maar een voorzetje geven. De dag die de jaren ’80 markeerde was natuurlijk de Kroningsdag. Op díe 30e april werd je als politiek bewuste scholier of student tot een bekentenis gedwongen: je was vóór of tegen die Kroning. Wie tegen was hing in elk geval de beroemdste poster uit die tijd “geen woning geen kroning” voor zijn ramen. Wie wat meer lef had begaf zich op straat om tegen de Kroning te demonstreren, daartoe aangezet door de presentatoren van de tweede publieke radiozender van ons land, destijds “Hilversum 2” geheten. Op die radiozender werd een zogenaamd “alternatief” verslag gegeven van de historische feestdag. Dat verslag moest tegenwicht bieden tegen het “staatsverslag” zoals dat op Hilversum 1 door de NOS werd verzorgd.
Hoe klonk dat ook alweer? In de catalogus van “Beeld en Geluid”, de beheerder van de omroeparchieven, vind je de bewuste registratiebanden zonder problemen. Maar lenen, dat lukt niet. Volgens de beschrijving geldt de volgende beperking: “VERBODEN GEHEEL OF GEDEELTELYK UIT TE ZENDEN BEHOUDENS TOESTEMMING VAN DIRECTIE VARA-RADIO”. Dat is merkwaardig. Wie toestemming vraagt, zo leert het recente verleden, krijgt die toestemming zonder enige toelichting niet. Gelukkig circuleren er voldoende cassettes van de uitzending van die dag, om ook zonder inbraak bij Beeld en Geluid het originele radio 2-geluid van de Kroningsdag te laten. Luister bijvoorbeeld naar een fragment waarin Hanneke Groenteman (toen "Hoor Haar", nu bij omroep MAX furore makend) en oproer-verslaggever par excellence Stan van Houcke (toen radio STAD, nu nog altijd anti-autoritair voortbloggend op stanvanhoucke.blogspot.com) hun partijdigheid nadrukkelijk onderstrepen. Want natuurlijk is niet alleen de jaren 80-inbreker “fout”, ook –en misschien zelf nog veel meer!- dienen zij rekenschap en verantwoording af te leggen die op 30 april 1980 via de staatszender Hilversum 2 opriepen tot openbare geweldspleging, aanslagen op lijf en leden, en andere wetsovertredingen.
Het is een leuk lijstje namen, dat destijds het oproer zo openlijk steunde. Naast Hanneke Groenteman en Stan van Houcke waren dat o.a.: Paul Witteman (destijds presentator van “In de rooie haan”), Henny Stoel (eveneens “In de rooie haan”), Cees “rondom 10” Grimbergen, Coen Serré (ex-VARA-omroeper – gepensioneerd maar nog jaarlijks meespelend in de NOS-VARA-tourtoto), Heikelien Verrijn Stuart (toen Radio Stad, nu Joegoslavië-tribunaal en internationaal gerespecteerd jurist), Jan Reiff (nu NOVA, toen “Dingen van de Dag”), Ineke van den Bergen (toen VPRO, nu De Volkskrant), Harmke Pijpers (toen VPRO, inmiddels via Talpa en Beau van Erven Dorens bij de Wereldomroep beland) en Jan Carmiggelt (toen radio Stad, nu directeur Theo Thijssen-museum).
O ja: zelf gooide ik op die bewuste 30e april een steen. Maar dat vertelde ik al acht jaar geleden op radio 1. De steen was voor Hanneke. Niet om haar te raken, maar om haar te steunen. In de strijd waartoe zij opriep. Want zij was mijn radioheldin.
Marnix Koolhaas'


Ik kom hierop terug.

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...