donderdag 16 november 2006

Lex Runderkamp 2


Vrijdag 10 november 2006 besteedde het NOS Radio 1 Journaal aandacht aan het zogeheten ‘Samir A. proces.’ Het werd als volgt ingeleid: ‘de zaak van de terreurverdachten Samir A. en vier van zijn vermeende handlangers… Lex Runderkamp volgt voor ons de zaak.’ Eerst even de feiten. Tijdens zijn verslag zei Runderkamp dat in Samir A.’s verklaring van die dag een ‘rare berusting’ zat. ‘Hij verwacht dat hij wordt weggestopt en dat alles wat hij heeft ingebracht niet zo heel veel gewicht in de schaal zal leggen.’ Runderkamp brengt het volgende te berde: ‘Van het videotestament heeft zijn advocaat ook uitgelegd in het pleidooi de afgelopen dagen dat eh, dat eh. Samir zelf zei...’ Waarom ik dit vermeld zal in de loop van dit stukje duidelijk worden. Runderkamp: ‘Er zit wel één punt in zijn verdediging waar ik absoluut wel begrip voor heb en dat is dat maar heel weinig dingen die hij kan doen een andere verklaring in het oog van het publiek hebben gekregen dan gericht op een aanslag.’ De presentator: ‘Nou, eh, op dit punt dan wel. Kwam hij geloofwaardig over?’ Runderkamp: ‘Nou, ik vond het op zichzelf een verklaring van een jonge man die vond dat iedereen in de wereld alles verkeerd heeft gedaan behalve hijzelf.’ Even later stelt de presentator de vraag: ‘Je had het net al even over die pleidooien van de advocaten, de slotpleidooien. Zat daar nog iets opvallends in?’ Runderkamp: Nou, ik vind het wel opvallend dat de, de, de, eh advocaten zijn behoorlijk gepikeerd over de manier waarop de media ook hun zaak neerzetten. Ze zeggen: “Ja, als het Openbaar Ministerie roept 15 jaar celstraf - dat hebben ze geëist begin deze week - dan zijn jullie er allemaal en op het moment dat wij urenlang, onderdeel voor onderdeel, van het betoog van het Openbaar Ministerie met -voor hun zoveel mogelijk- tegenbewijzen onderuit halen, dan zijn jullie er niet.’’ De presentator onderbreekt met de vraag: ‘Klopt dat Lex. Was jij er niet?’ Runderkamp: ‘Eh, ik was op hun, de, hun zitting was ik er niet, nee inderdaad, maar ik heb ook uitgelegd: dat doet normaal gesproken de media op het moment dat een rechtbank, op 1 december doet de rechtbank uitspraak, als de rechtbank dan zegt: “Samir A. weinig straf of vrijgesproken,” dat is het moment voor de media om uit te gaan leggen wat er fout is gegaan.’ De presentator: ‘Logisch.’ Runderkamp: ‘Dank je wel dat je zegt: “dat is logisch.” Jij bent ook van de media. De advocaten waren wel zo boos dat ze ook geen interview met mij wilden.’ De presentator: ‘Ze hadden, eh, daar gelijk in dan?’ Runderkamp: ‘Nee, ik vind absoluut niet, maar het is een soort gepikeerdheid die kennelijk in de rechtzaal is ontstaan, dat ze zeggen: “We zijn gewend dat de media kritisch zijn naar de overheid, dat je die altijd kritisch volgt, maar behalve als het om een terrorismezaak gaat, dan ineens krijgt het openbaar ministerie, de inlichtingendienst, de politiek de vloer van de media, die mogen zeggen wat er aan de hand is.”’ Presentator: ‘Past dan ook een beetje in het pleidooi van Samir A. hè, iedereen is maar tegen ons enne alles wordt in hetzelfde kader geplaatst.’ Runderkamp: ‘Ja, maar vandaar ook wel mijn observatie dat ik zeg: het feit dat hij geen en-ke-le begrip toont voor het feit dat de manier waarop hij zich gedragen heeft de afgelopen jaren in Nederland, dat dat hem op zijn minst mede tot een serieuze terrorismeverdachte heeft gebombardeerd. Dat hij daar geen begrip voor heeft, ja, dat vind ik dan toch ook wel weer tekenend.’

Een uitzending van 5 minuten en 7 seconden op de kop af, waar alle elementen inzitten van een tendentieuze berichtgeving, een schoolvoorbeeld ervan. Allereerst is er sprake van een fundamentele fout. In de verslaggeving van het NOS Journaal lopen feiten en meningen door elkaar, ze zijn niet gescheiden. Verslaggeven, het zegt het al, is het geven van verslag van feiten, niet van persoonlijke meningen. Runderkamp is geen jurist, zijn kennis van het recht is beperkt, hij is net als iedere sterveling een wandelend vat vol meningen. Wat de opinie is van een willekeurige verslaggever als Runderkamp is misschien wel aardig tijdens familiefeestjes, maar zijn mening is volstrekt oninteressant zodra die in het openbaar geuit wordt in zijn hoedanigheid als verslaggever. In de commerciële massamedia moet men heel terughoudend zijn met het geven van meningen, niet alleen omdat ze vaak gekleurd worden door triviale zaken als ruzie thuis of een verkeerd gevallen maaltijd, maar ook omdat meningen net als een neusverkoudheid besmettelijk kunnen zijn. Journalisten zouden ook uiterst voorzichtig met opinies van anderen moeten omgaan. Niet voor niets schreef de grote satiricus Karl Kraus dat ‘het niet hebben van gedachten en toch in staat zijn ze te uiten, datgene is wat een journalist tot journalist maakt.’ Vooruit dan maar, nog eentje van Kraus om het af te leren: ‘Een journalist is iemand die naderhand alles vooraf geweten had.’ Kortom, meningen zijn vluchtig, onderhevig aan trends en kunnen even dodelijk zijn als een fragmentatiebom. Verslaggevers moeten de taal behoedzaam gebruiken om te ontkomen aan de media vuistregel van Joseph Goebbels dat ‘wij niet spreken om iets te zeggen, maar om een bepaald effect te bereiken.’ In een rechtstaat geldt dat niet de wisselvalligheid van de politiek de rechtstaat levend houdt, maar het recht zelf en dat een journalist dus dubbel zo secuur moet zijn in zijn verslaggeving daarover.

Dat wat de fundamentele fout betreft, nu het specifieke verslag van Lex Runderkamp. In de inleiding krijgt de luisteraar te horen dat hij ‘voor ons de zaak volgt.’ Binnen enkele minuten ontdekken we dat hij de zaak helemaal niet volgde zodra het de slotpleidooien van de advocaten van de verdachten betrof. Hij volgde alleen de zitting van de aanklagers en niet de zitting van de verdedigers, een onvergeeflijk verzuim. Pas als beide partijen zijn gehoord kan de luisteraar zich een oordeel vellen, dat is nu juist de kern van de journalistiek. Dan zegt de verslaggever over Samir A.’s verklaring van die dag dat er een ‘rare berusting’ in zat. ‘Hij verwacht dat hij wordt weggestopt en dat alles wat hij heeft ingebracht niet zo heel veel gewicht in de schaal zal leggen.’ Uit het verzuim van Runderkamp lijkt me dit geen 'rare' opvatting, tenminste de media met Runderkamp voorop bewezen nu juist die stelling. Die berusting is dus niet raar. Alleen door het raar te noemen kan Runderkamp de aandacht afleiden van het feit dat in elk geval hij zijn werk niet naar behoren heeft gedaan. Vanwaar trouwens die kwalificatie ‘rare?’ Waarom moest daar Runderkamp’s mening bij. Is hij bang dat anders de luisteraar niet genoeg doordrongen wordt van de in zijn ogen onbetrouwbaarheid van de verdachte? Het feit dat Runderkamp niet bij de zitting van de advocaten is geweest, verklaart de volgende draai in zijn verhaal: ‘Van het videotestament heeft zijn advocaat ook uitgelegd in het pleidooi de afgelopen dagen dat eh, dat eh. Samir zelf zei...’ De verslaggever wist niet wat de advocaten allemaal hadden gezegd en valt terug op een uitspraak van Samir A. die hij die dag had gehoord omdat hij daar wel bij aanwezig was. Hij probeert snel aan het dreigende onheil te ontkomen, maar niet snel genoeg, want zoals blijkt moet hij toegeven dat hij er niet was. Om nog de schijn van onpartijdigheid op te houden, zegt Runderkamp: ‘Er zit wel één punt in zijn verdediging waar ik absoluut wel begrip voor heb en dat is dat maar heel weinig dingen die hij kan doen een andere verklaring in het oog van het publiek hebben gekregen dan gericht op een aanslag.’ Dat hij als verslaggever meewerkt aan deze stigmatisering laat hij buiten beschouwing. Om te voorkomen dat de luisteraar gaat denken dat ook Samir A. het gelijk aan zijn kant kan hebben kwalificeert nu de presentator de zaak onmiddellijk door op te merken: ‘Nou, eh, op dit punt dan wel. Kwam hij geloofwaardig over?’ Runderkamp: ‘Nou, ik vond het op zichzelf een verklaring van een jonge man die vond dat iedereen in de wereld alles verkeerd heeft gedaan behalve hijzelf.’ Kennelijk weet de verslaggever niet dat een verdachte in het Nederlandse recht niet hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Dat is een van de wezenlijke kenmerken van een rechtstaat, in een dictatuur word je via marteling gedwongen mee te werken. Toch zit die opstelling van Samir A. onze verslaggever zo dwars dat hij deze mening als slotopmerking nog eens herhaalt.

Even later vraagt de presentator: ‘Je had het net al even over die pleidooien van de advocaten, de slotpleidooien. Zat daar nog iets opvallends in?’ Runderkamp geeft geen antwoord, maar moet nu wel gaan toegeven dat hij niet naar die pleidooien heeft geluisterd. Toch meent hij een afgewogen oordeel te kunnen geven voordat de rechterlijke macht het vonnis heeft beargumenteerd. Runderkamp kleedt zijn journalistiek optreden als volgt in: ‘Nou, ik vind het wel opvallend dat de, de, de, eh advocaten zijn behoorlijk gepikeerd over de manier waarop de media ook hun zaak neerzetten. Ze zeggen: “Ja, als het Openbaar Ministerie roept 15 jaar celstraf - dat hebben ze geëist begin deze week - dan zijn jullie er allemaal en op het moment dat wij urenlang, onderdeel voor onderdeel, van het betoog van het Openbaar Ministerie met -voor hun zoveel mogelijk- tegenbewijzen onderuit halen, dan zijn jullie er niet.’’ Iedere onafhankelijke luisteraar denkt nu: dat lijkt me een terechte klacht. Dat is niet een kwestie van ‘gepikeerd’ zijn, op je teentjes getrapt voelen, maar een terechte aanklacht voorkomende uit verontwaardiging over zoveel journalistiek falen. Het gaat hier niet om een of ander akkefietje, maar over de grondbeginselen van onze democratische rechtstaat. De presentator onderbreekt Runderkamp met de vraag: ‘Klopt dat Lex. Was jij er niet?’ Runderkamp kan er niet meer onderuit en komt nu met een onzinnige smoes: ‘Eh, ik was op hun, de, hun zitting was ik er niet, nee inderdaad, maar ik heb ook uitgelegd: dat doet normaal gesproken de media op het moment dat een rechtbank, op 1 december doet de rechtbank uitspraak, als de rechtbank dan zegt: “Samir A. weinig straf of vrijgesproken,” dat is het moment voor de media om uit te gaan leggen wat er fout is gegaan.’ FOUT gegaan? Hier komt de aap uit de mouw. Voor wie is het fout gegaan als Samir A. wordt vrijgesproken? Juist, voor het Openbaar Ministerie en kennelijk ook voor de verslaggever Runderkamp, die op jacht naar allerlei primeurtjes zich al jaren door het OM laat gebruiken en in het kader daarvan verdachten stigmatiseert. Uit zijn woorden blijkt dat door hem Samir A. al schuldig is bevonden, en dat het proces slechts een theaterstukje achteraf is.

Voor een journalist moet er geen goed of fout zijn bij een rechtzaak, tenzij er sprake is van een ernstige schending van een fatoenlijke rechtsgang. Journalisten zijn namelijk geen partij in een strafzaak, hoe graag de Runderkampen van deze wereld dat ook zouden willen. In een rechtzaal is er geen plaats voor de stem des volks. Gelukkig maar, want de geschiedenis heeft ons geleerd dat volkstribunalen altijd in bloedbaden eindigen.
Even illustrerend en absurd is zijn opmerking dat pas bij de uitspraak aandacht kan worden geschonken aan de woorden van de verdediging, en dan pas alleen als het ‘fout is gegaan’ voor het Openbaar Ministerie. Het is al een eeuwlang journalistiek gebruik om het standpunt van beide partijen te laten horen. Desalniettemin merkt de presentator op: ‘Logisch.’ Runderkamp: ‘Dank je wel dat je zegt: “dat is logisch.” Jij bent ook van de media.’ Het wordt een steeds onthullender en beschamender toneelstukje op de radio. Gesterkt door de steun van een presentator, die namens de media schijnt te spreken, vervolgt Runderkamp zijn eigen verdediging met: ‘De advocaten waren wel zo boos dat ze ook geen interview met mij wilden.’ De presentator: ‘Ze hadden, eh, daar gelijk in dan?’ Runderkamp: ‘Nee, ik vind absoluut niet, maar het is een soort gepikeerdheid die kennelijk in de rechtzaal is ontstaan, dat ze zeggen: “We zijn gewend dat de media kritisch zijn naar de overheid, dat je die altijd kritisch volgt, maar behalve als het om een terrorismezaak gaat, dan ineens krijgt het openbaar ministerie, de inlichtingendienst, de politiek de vloer van de media, die mogen zeggen wat er aan de hand is.”’ Presentator: ‘Past dan ook een beetje in het pleidooi van Samir A. hè, iedereen is maar tegen ons enne alles wordt in hetzelfde kader geplaatst.’ Wat nu? De terechte klacht over Lex Runderkamp's journalistiek falen wordt door een presentator van het Radio 1 Journaal gekwalificeerd als - in zijn ogen - de even grote nonsense van Samir A. ‘Ja, maar vandaar ook wel mijn observatie dat ik zeg: het feit dat hij geen en-ke-le begrip toont voor het feit dat de manier waarop hij zich gedragen heeft de afgelopen jaren in Nederland, dat dat hem op zijn minst mede tot een serieuze terrorismeverdachte heeft gebombardeerd. Dat hij daar geen begrip voor heeft, ja, dat vind ik toch ook wel weer tekenend.’ Strikt genomen is dit wartaal. Want opnieuw: niemand hoeft aan zijn veroordeling mee te werken. Uit Runderkamp's woorden maakt de luisteraar op dat Samir A. zich schuldig moet verklaren. Dan de opmerking: ‘in Nederland.’ Wat bedoelt onze verslaggever daarmee? Dit is toch een Nederlandse rechtbank met een Nederlandse verdachte? Hij wordt toch niet vervolgd op grond van verdenkingen van misdaden die in het buitenland zouden zijn gepleegd. Het is alsof Runderkamp de luisteraar nog eens duidelijk wil maken dat we hier eigenlijk met een buitenlander te maken hebben die ook nog eens onze democratie bedreigd. Opmerkelijk is ook dat in zijn verslagen de verdachte allerlei zaken ‘beweert,’ terwijl de officier van justitie telkens ‘verklaart.’ De onevenwichtigheid van de berichtgeving zit ‘m zelfs in de details en de nuances. ‘Het feit dat… voor het feit dat,’ in 1 zin tweemaal het woord feit. Runderkamp is kennelijk van mening dat de luisteraar voldoende ervan doordrongen moet worden dat die Samir A. in feite allang schuldig is en dat dit proces niets anders is dan de juridische vaststelling daarvan. Maar in werkelijkheid zijn dat tot nu toe feiten volgens het Openbaar Ministerie met in hun voetspoor de verslaggever Lex Runderkamp, die voor nieuwtjes volledig afhankelijk is van de officieren van justitie. Feit is dat dit op zijn minst tendentieus is en op zijn ergst ordinaire propaganda. Dit is een travestie van journalistiek, die ongestoord in Nederland kan worden opgevoerd. In de Angelsaksische journalistiek zouden dergelijke journalisten al lang op straat zijn gezet. Zo niet in Nederland. Daar wordt Lex Runderkamp op een Journaal-stoel gezet om met een zelfvoldaan hoofd allerlei propaganda te spuien.

Ik heb vanochtende deze email naar het NOS Journaal gestuurd:
‘geachte collega’s,
in verband met het schrijven van een artikel over de berichtgeving met betrekking tot het ‘samir a proces’ heb ik een simpele vraag. waarom was uw verslaggever vorige week woensdag niet aanwezig bij de slotpleidooien van de advocaten van de verdachten? na een telefonisch gesprek met een van de advocaten, victor koppe, werd me duidelijk dat dit voor hen de druppel was die de emmer deed overlopen, met als gevolg dat ze weigerden aan lex runderkamp een reactie te geven. ik verzoek u mij vandaag of morgen hierover te emailen.
vriendelijk groet
stan van houcke

Ik zal u op de hoogte houden.
De uitzending van het Radio 1 Journaal met Runderkamp kunt u hier beluisteren, het werd na 17.30 uur uitgezonden: http://www.nos.nl/nosjournaal/artikelen/2006/11/10/index_av.html
Of u kunt er hier direct naar luisteren onder de rubriek fragmenten: http://webdisk.planet.nl/houck006/default.aspx

Geen opmerkingen: