vrijdag 27 december 2024

Natascha van Weezel en de Palestijnse Genocide 2

In a recent interview with journalist Gideon Levy, the author tried to explain the extraordinary changes that have taken place in Israel since October 7, the most profound of which is that:

‘Israel lost its humanity… Totally lost its humanity… That’s the first and most dramatic change… after the seventh of October… We can do whatever we want… and nobody will tell us how far we can go. We can go as far as we want.’ 

De angst voor de wereld en het wantrouwen onder veel joden zijn verworden tot een geconditioneerde reflex, die bij velen van hen de aangeboren menselijkheid vernietigt. In dit opzicht heeft Hitler alsnog gewonnen. De belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen,’ zei de journalist Max van Weezel, ‘Dat kreeg je vroeger mee van je ouders als je net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren en joods was. Als ik iemand leer kennen vraag ik me af of ik in tijden van nood bij hem of haar zou durven onderduiken, zou ik me bij deze persoon veilig en geborgen voelen.’ Overleven is zodoende de allereerste drijfveer geworden, al het andere is daaraan onderworpen. Het verklaart eveneens de ‘ontzagwekkende angst voor de buitenwereld’ van het gezin waarin Leon de Winter opgroeide met aan de ene kant die minachting van mijn ouders jegens hun niet-joodse omgeving en tegelijkertijd de waanzinnige angst ervoor… Angst, angst, angst… Ik overdrijf niet.

'Angst, angst, angst,' het tekende de generatie joodse jongeren met wie ik opgroeide. En verwonderlijk was dat niet. Bijna de hele westerse beschaafde wereld had de andere kant opgekeken, zelfs de spoorlijnen van Auschwitz werden niet gebombardeerd om de deportaties op zijn minst te vertragen. En toen het allemaal voorbij was ging men over tot de orde van de dag alsof er niets gebeurd was. ‘Ik ben een joodse prinses, te laat uit het ei gekropen. Na 1945, toen alles al voorbij was,’ schreef Anet BleichIk was op het nippertje ontsnapt aan een zwart gat. Joden die op commando van Duitsers hun eigen graf hadden moeten graven. Dat was voorgoed voorbij. Daar zou ook ik voor zorgen. Later ontmoette ik Max (van Weezel svh). Net als ik gefascineerd door dat grote zwarte gat in de buurt waarvan we onze jeugd hadden doorgebracht. Die leegte, die nooit als zodanig werd aangeduid, en die ons toch gemaakt heeft tot wie we zijn geworden. We wisselden onze sprookjes uit. Te laat geboren partizanen.’ Zo droomt een kind, het droomt dat het degenen van wie het houdt, kan redden. Een kind is volkomen weerloos tegen het lijden van zijn ouders, en kan alleen in zijn fantasie dat trauma ontvluchten. Of in woede, dan wel in haat. Kortstondig, dat wel. Wie dit gevoel niet begrijpt is harteloos, en tegelijkertijd, wie de leegte als uitgangspunt neemt voor het handelen, wordt tenslotte even onbarmhartig. Het is de angst en de onzekerheid die zovele naoorlogse joodse jongeren verscheurde, onder wie Anet Bleich: Ik had er voor gekozen om in Nederland te blijven wonen, en die keus was definitief. Maar als ik dertien jaar geleden die andere keus had gemaakt, waar had ik nu dan gestaan? Had ik in de loopgraaf gelegen? Waarom zij wel? Op het moment dat daar mensen sneuvelden, had je het gevoel dat ze in jouw plaats sneuvelden.’ En zo werd stapje voor stapje Israel het land dat vrijwel de enige tastbare manifestatie in deze wereld is van joodse identiteit.’ Niet de joodse humanistische traditie was de kern van haar identiteit maar een land, een vlag, een leger, en eeuwig durend massaal geweld dat haar zou beschermen in dit ‘zwarte gat’ dat al het licht verzwelgt. Israel als symbool van joodse identiteit’ was het antwoord op de vraag: 'wie ben ik?' Kritiek op de dagelijkse terreur van de Israelische bezetting, kon niet anders gezien worden dan een nieuw soort antisemitisme’ dat aan het ontstaan was, dit keer van links,’ aldus de oud CPN-er Max van Weezel. Het was de herinnering aan de holocaust die dit angstbeeld opriep. Kritiek op de zelfbenoemde Joodse staat Israel, op de 'vrijwel enige tastbare manifestatie in deze wereld... van joodse identiteit' kon domweg niet anders zijn dan antisemitisme, het land vertegenwoordigde immers de joodse identiteit,’ dus kritiek op de joodse natie’ was onmiddellijk kritiek op de 'joodse identiteit,’ die zich had losgemaakt van het judaïsme. De nazi's waren niet meer rechts, ze kwamen uit de linker hoek. Kritiek op de staat stond gelijk aan de vernietiging van het jodendom. Dat was voor de getraumatiseerd Max van Weezel niet vreemd, ‘opeens kwam het beeld van mijn opa bij me op, het voorbeeld dat me door mijn ouders was voorgehouden. Opa, die voor de oorlog gewoon links was, en niets van het jodendom wilde weten. En in 1940 aanklopte bij zijn radicaal-socialistische vrienden, die de deur dichtsmeten; ze waren bang. De moraal die mijn ouders uit dit voorval afleidden was duidelijk: verpand niet je hele hart aan links, kijk uit, want je opa was net zoals jij.'   


En zo werd de angst voor het eeuwige verraad de belangrijke drijfveer van de naoorlogse joodse generatie van wie velen zichzelf desondanks als 'links' definieerden. Auschwitz verblindde hen, bepaalde hun hele leven. Deze levenshouding is treffend omschreven door de joods-Canadese tekenares Bernice Eisenstein, die in het aangrijpende boek Ik was een kind van Holocaust Overlevers het volgende schrijft:

'De Holocaust is een drug en ik ben in een opiumkit terechtgekomen. Mijn eerste roes heb ik gratis, argeloos, toegediend gekregen, van iedereen hier. Van de kracht ervan heb ik zojuist een glimp opgevangen, doordat ik mijn ogen liet gaan over de sporen van de naalden op elke linkeronderarm in deze kamer. En vanaf dat moment ben ik verslaafd. Ik zal erachter komen dat er geen eind is aan de dealers die ik weet te vinden voor nog één shot, nog één keer toegang tot die hallucinerende spookwereld. Mijn ouders beseffen niet eens dat ze drugsdealers zijn. Ze zouden zich nooit het soort roes kunnen voorstellen dat H teweegbrengt. Hoe ik ernaar verlang onder te duiken in zijn eindeloze diepte, hoe hij me het huis uit jaagt om in mijn eentje naar de bioscoop te gaan, naar de bibliotheek, waar ik elke film kan zien en elk boek kan lezen dat me aan Holocaust kan helpen. Ik zou hele rollen film, samen met bedrukte boekpagina's, tot een fijn poeder kunnen vermalen, in lijntjes achter elkaar neerleggen en opsnuiven. Toen ik in de twintig was heb ik de roman De laatste der rechtvaardigen van Andre Shwarz-Bart drie keer geïnhaleerd, alleen maar om steeds weer dezelfde dosis toegediend te krijgen. Hij leidde me naar de ultieme, onovertroffen superioriteit van Primo Levi, die me in een roes achterliet, onder mijn bed, opgekruld als een foetus, nog steeds bibberend om meer...


Er zijn geen grenzen aan hoe ver een geobsedeerde fantasie kan gaan met dit soort dingen. Maar om van die verslaving, die dwang, af te komen, zou ik mezelf moeten blinddoeken, mijn oren moeten dichtstoppen, mijn mond afplakken en de waarheid dat ik zonder de Holocaust niet zou zijn wie ik ben, moeten uitvlakken. De Holocaust heeft me gestigmatiseerd en gebrandmerkt met zijn gestippelde kenteken op mijn onderarm, me onherroepelijk zijn wereld binnengetrokken als zijn nakomeling. Het collectieve geheugen van een generatie spreekt en ik ben gedwongen te luisteren, zijn verschrikkingen te zien en zijn verontwaardiging te voelen.'


Dit proces van 'geobsedeerde fantasie' is het onvermijdelijke gevolg van hetgeen de joodse filosofe Hannah Arendt al 65 jaar geleden voorspelde toen ze constateerde ‘dat vele zionisten er inderdaad van overtuigd waren dat zij joden waren door de vijanden van het joodse volk. Hieruit concludeerden de zionisten dat het Joodse volk zonder het anti-semitisme in de landen van de diaspora niet overleefd zou hebben; en daarom waren zij (de zionisten. svh) tegen elke poging om anti-semitisme op grote schaal te vernietigen. Integendeel, ze verklaarden dat onze vijanden, de anti-semieten, ‘onze betrouwbaarste vrienden zijn, de anti-semitische landen onze bondgenoten. (Herzl).’


En zo is een paranoïde levenshouding ontstaan die men als volgt zou kunnen typeren: des te sterker en veiliger de joden zijn, des te angstiger en agressiever de zionisten zich opstellen. Auschwitz, het trauma kan niet worden verwerkt, omdat het antisemitisme de levensader van Israël is. Niet de jood mag zijn toekomst bepalen, dat kan alleen Hitler, de angst die inmiddels tot een irrationele omvang is uitgegroeid. De Joods-Israelische historica Idith Zertal constateert in haar studie Israel’s Holocaust and the Politics of Nationhood (2005): ‘door middel van Auschwitz – dat door de jaren heen Israel’s belangrijkste referentie is geworden in zijn relaties met een wereld die herhaaldelijk gedefinieerd wordt als antisemitisch en voor altijd vijandig – heeft Israel zich immuun gemaakt voor kritiek, en onontvankelijk voor een rationele dialoog met de wereld rondom.’ Bevangen door angst lukt het niet om de werkelijkheid te doorgronden. Het is ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld Max van Weezel, vader van Natascha van Weezel, zich eens publiekelijk afvroeg waarom hij al die jaren niets had geweten van de terreur waaronder de Palestijnen gebukt gaan. Ondanks de talloze bezoeken aan het land kon hij eenvoudigweg de werkelijkheid niet zien, de angst belette hem dat, de angst waarmee hij was opgevoed en de angst die om cynische politieke redenen door de Israelische staat wordt gecultiveerd. Nooit zal de 'linkse' Max van Weezel in staat zijn om net als de journalist John Pilger te berichten dat van de honderden doden en duizenden gewonden in de tweede intifada 90 procent Palestijnse burgers is geweest, 45 procent van hen onder de achttien, en 60 procent werd neergeschoten terwijl ze thuis, op school of op hun werk waren.’ Geen enkele empathie kon dit vacuum vol angst overbruggen. De ouders van Natascha van Weezel raakten erin verstrikt. Langzaam maar zeker weet hun dochter zich nu te bevrijden van het trauma, wanneer zij schrijft: ‘Steeds vaker merk ik dat ik de neiging heb om verhalen uit Gaza uit de weg te gaan. Wat daar gebeurt, is zó hartverscheurend, welke ziel is daartegen bestand?’ Feit is dat zij via haar empathische vermogens zich nu weet los te maken van Israel. De joden die dit niet lukt zullen zichzelf nog verder ontmenselijken. Of zoals de Joods Israëlische auteur Gideon Levy op 28 september 2024 verklaarde: 


You know that today, if you pay some empathy to the suffering of the children of Gaza — you might lose your job, you might be fired, you might be called for interrogation, and you might even go to jail. And all those things happened without any resistance in Israeli society. Now it’s focused on Israeli-Palestinians and Palestinians with Israeli citizenship, but there were also some Jewish teachers and headmasters who were called for interrogation for expressing empathy with the children of Gaza, with the victims of Gaza. Even this is not legitimate anymore in Israeli society. 

https://chrishedges.substack.com/p/the-looming-catastrophe-in-the-middle 



Geen opmerkingen:

THE JEWISH LOBBY IS CRIMINAL

https://x.com/AdameMedia/status/1904376601992945860   ADAM @AdameMedia “I’m telling you lsraeI is getting 30k a year for every man woman and...