Kijk mijn rechtszaak tegen de UvA terug: klokkenluiden en academische vrijheid
Op maandag 22 mei vond het kort geding plaats dat ik had aangespannen tegen de UvA (download de dagvaarding in pdf hier of via Scribd-link). De vraag die tijdens de zitting centraal stond is of de UvA mij als klokkenluider heeft benadeeld, waarmee de klokkenluiderswet is overtreden. Volgens die wetgeving moeten klokkenluiders beschermd worden tegen benadeling zoals discriminatie, smaad of laster, intimidatie, berisping of schorsing.
Mijn pleidooi was dat ik al vanaf het moment dat ik me meldde als klokkenluider benadeeld ben. Ik was al in januari dusdanig geïsoleerd dat men kan spreken van een informele schorsing, terwijl de klokkenluiderswetgeving juist bedoeld is om klokkenluiders zo goed mogelijk het alledaagse werk te laten doen zolang het onderzoek naar de gemelde misstanden plaatsvond.
Centraal in de zitting stond de “root cause”: mijn pleidooi was dat de UvA mij al rondom de publicatie van het stuk in Folia benadeelde, niet alleen door mij als wetenschapper niet te beschermen tegen aanvallen van studenten op mijn wetenschappelijke werk over androgynie, maar ook door hun kant te kiezen in interne communicatie en in een stuk in Het Parool. Deze gang van zaken is terug te lezen in twee eerdere blogs van mij, hier en hier.
Het verweer van de UvA was dat ik niet gecanceld ben, maar dat ik mezelf heb gecanceld door mijn boosheid en mijn manier van communiceren. Daarop reageerde ik door te stellen dat ik hierin inderdaad wat fouten heb gemaakt, maar niet zo ernstig als de UvA het doet voorkomen. Bovendien was mijn boosheid ook terecht en altijd het gevolg van forse intimidatie, uitsluiting en ontmenselijking van de UvA, waardoor we weer terug zijn bij de root cause.
De UvA beargumenteerde verder dat ze volgens hen wél adequaat gereageerd hebben op mijn klokkenluidersmelding, door de commissie-Stolker in te stellen. Hier reageerden mijn advocaten op door te stellen dat de melding niet alleen moet worden onderzocht maar dat de klokkenluider zelf ook beschermd moet worden.
Ook zou terugkeer naar de werkvloer voor mij volgens de UvA simpelweg niet mogelijk zijn omdat het teveel onrust zou veroorzaken en omdat mijn aanstelling binnenkort toch door de kantonrechter ontbonden zou worden. De repliek van mijn advocaten hierop was dat niet vooruit mag worden gelopen op uitspraken van andere rechters, en dat daarmee de zaak onterecht in het arbeidsrecht getrokken wordt.
De rechtszaak is integraal terug te zien op de website van Potkaars, die een prachtige videoregistratie van de zaak maakte. De YouTube-video is hieronder ook te bekijken. Het team van de UvA wilde niet in beeld worden gebracht, maar hun advocaat is wel te horen.
De uitspraak van de rechter volgt schriftelijk op maandag 5 juni.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten