vrijdag 30 augustus 2019

De Zionistische Meute 13



Constant Vecht als ASVA-voorzitter in zijn revolutionaire communistentijd, begin jaren zeventig.



Constant Vecht als 'half-joodse' arrivé die op 23 augustus 2019 op Facebook meldde:


Een Jordaans, Berbers, Nederlands (half joods) onderonsje… in Limburg

Gabriel Meijers Van boven of van onderen joods?



    • Constant Vecht Marion Kunstenaar Oi, maar beiden waren we qua achtergrond joods en christelijk, en politiek vrij links georiënteerd. Tien jaar lang collega’s geweest bij De Groene Amsterdammer.


    • Marion Kunstenaar Constant Vecht Ja… sorry, het was niet onvriendelijk bedoeld, maar ik was zo’n unconditional fan van Martin… vandaar!!


    • Manja Ressler Iets om over na te denken, Constant: mijn moeder gebruikte die term ook vaak, tot ik haar vertelde dat 'halfjood' een begrip is dat door de nazi's is uitgevonden. Je bent gewoon Joods voor mij, ook al heb je deels een christelijke opvoeding. Vaderjood, moederjood, we zijn allemaal hartstochtelijk — en kritisch — Joods.


    • Marion Kunstenaar Helemaal eens!!! De ‘oude Jaap’ rabbijn Jacob Soetendorp zei eens mbt ‘vaderjoden’: ‘Joods is wie jood wil zijn!’ Die term werd, als ik mij goed herinner, uitgevonden door Andreas Burnier z.l. Bovendien… als het aan onze vijanden ligt, is er geen twijfel.


    • Constant Vecht Manja Ressler Wie kan zichzelf nou beter omschrijven dan de te omschrijven persoon zelf? Ik zie mezelf als individu, Amsterdammer, Nederlander, afkomstig uit een seculier gezin, waarin de vader een (met name door de oorlog bepaalde) joodse achtergrond had en de moeder zich enigszins thuis voelde bij de remonstrantse kerk. Mijn ‘gemengde’ achtergrond zorgt ervoor dat ik me gevoelsmatig niet eendimensionaal kan ‘definiëren.’ Zou ik dat wel doen, dan voelt dat niet okay, daar ik dan andere identiteitskenmerken zou veronachtzamen. Het is ongetwijfeld waar dat het joodse aspect van iemands achtergrond op historische gronden vaak een sterk stempel druk op iemands persoonlijkheidsvorming, maar het stelt in mijn geval de familiegeschiedenis van mijn moeder geenszins in de schaduw.

    • Manja Ressler Constant Vecht Dat geldt ook voor mij; mijn vader was niet Joods, maar door zijn verzetswerk wel net zo belast met het verleden als mijn moeder. Ik ben ook blij met mijn gemengde achtergrond, maar ik noem mij gewoon Joods. Dat voelt niet als een ontkenning van mijn complexe identiteit. Maar natuurlijk kun je dat alleen zelf bepalen. Mijn probleem is uitsluitend met de beladen term ‘halfjood.'

    • Judith van Praag Marion, Volgens mij had ‘Oom Jaap’ Soetendorp die uitspraak van Ben Gurion. Mijn vader zei het ook vaak, mijn moeder daarentegen, die mij wel Joods liet opvoeden vond dat je enkel Joods geboren kon worden, half of heel maakte haar niet uit. Komt op hetzelfde neer.


    • Mirla Meerschwam Judith van Praag ja klopt


Wat hier opvalt is hoezeer mijn generatiegenoten als hele, halve, eenkwart, eenachtste, of zelfs eenzestiende jood, nog steeds op hun oude dag geobsedeerd bezig zijn met hun al dan niet vermeende ‘joodse’ achtergrond, hoe ‘hartstochtelijk — en kritisch Joods’ — of hoe christelijk dit ‘Joods’ zijn in de praktijk ook moge zijn bij ondermeer ‘halve joden.’ Voor deze groep ‘joodse’ bejaarden blijft voorop staan: ‘Joods is wie jood wil zijn!’  En daarmee is het hele begrip ‘joods’ een inhoudsloze identiteit geworden. 

Hoe is het te verklaren dat de voormalige marxist Constant Vecht, die De Internationale, het strijdlied van de werkende klasse en de communistische intelligentsia, uit volle borst kon meezingen, anno 2019 als eigenaar van een lucratieve hoofdstedelijke antiekhandel, de behoefte voelt om helemaal vanuit Limburg zich als ‘half-jood’ te presenteren? Waarom heeft hij de klassenstrijd ingewisseld voor de identiteitspolitiek? De van origine Joods-Israelische auteur en saxofonist Gilad Atzmon zet in dit verband in zijn boek Being in Time – a Post Political Manifesto (2017) uiteen dat:

the West and America in particular have been led into a disastrous Identity (ID) clash…

In the book I argue that the transition from traditional Left ideology into New Left politics can be understood as the aggressive advocacy of sectarian and divisive ideologies. While the old Left made an effort to unite us all: gays, blacks, Jews or Whites into a political struggle against capital, the New Left has managed to divide us into ID sectors. We are trained to speak ‘as a…’: ‘as a Jew,’ ‘as a black,’ ‘as a Lesbian.’ The new left has taught us to identify with our biology, with our gender, sex orientation and our skin colour, as long as it isn’t ‘White’ of course.

In Being in Time, I noted that it was a question of time before White people would also decide to identify with their biology. And this is exactly what we saw in Virginia last weekend.

Enige achtergrond informatie betreffende dit laatste: ‘De Unite the Right-rally (ook bekend als de Charlottesville-rally) was een demonstratie die plaatsvond op 11 en 12 augustus 2017. De demonstratie was opgezet door extreemrechtse alt-right-groepen tegen het verwijderen van het standbeeld van Robert Edward Lee in Charlottesville, Virginia. Onder de demonstranten bevonden zich blanke racisten, neo-nazi's, neo-confederalen en leden van militie-organisaties uit de Verenigde Staten.

Het evenement kreeg grote bekendheid nadat een supporter van de demonstratie met een auto inreed op een tegendemonstratie. Hierbij vielen een dode en een aantal zwaargewonden.’

Atzmon: 

Tragically, ID politics is a vey dangerous political game. It is designed to pull people apart. It is there to introduce conflict and division. ID politics doesn’t offer a harmonious vision of society as a whole. Quite the opposite, it leads to an increasingly fractured social reality. Take, for instance, the continuous evolution of the LGBT group. It is constantly expanding to include more and more sectarian sexually oriented social subgroupings (LGBTQ, LGBTQAI and even LGBTQIAP ).

In the New Left social reality, we, the people are shoved into ID ghettos that are defined by our biology: skin colour, sexual orientation, the Jewish mother, etc.

Instead of what we need to do: fight together against big money, the bankers, the mega-corporations, we fight each other, we learn to hate each other. We even drive our cars over each other.

I am opposed to all forms of ID politics, whether it is White, Black, Jewish, Gender or sex oriented. But, obviously if Jews, Gays and others are entitled to identify with their ‘biology,’ white people are entitled to do the same. I think that universalism is what we used to call it when we still cared about intellectual integrity.

The problem created by ID politics is extremely grave. ID politics doesn’t offer a prospect of peace and harmony. Within the context of ID politics, we cannot envisage a peaceful resolution of the current ID clash. Can anyone foresee the LGBT community embracing KKK activists into their notion of ‘diverse society?’ The same can be said about the KKK, are they going to open their gates to cultural Marxists? 

ID politics equals ID clash, an irreconcilable conflict with no end, the complete destruction of American and, to a certain extent, Western civilization. This may explain why George Soros and his open society are invested in this battle. As long as the working people are fighting each other, no one bothers to challenge the root cause of our current dystopia, namely the banks, global capitalism, wall street, Mammonism and so on.

The remedy is clear. America and the West must, at once, break away from all forms of ID politics. Instead of celebrating that which separates us, we must seek what unites and makes us into one people. I am advocating a radical spiritual, ideological and metaphysical transition. Whether or not we like to admit it, these moments of unity are often invoked by waves of patriotism, nationalism and religious figures. But they could also be inspired by the spirit of justice, equality, compassion and love.  Neither the New Left or the Alt Right offers any of the above. They are equally invested in Identitarian ideologies. The electoral success of Trump, Corbyn and even Sanders or Le Pen points at a general human fatigue.  Readiness for change is in the air.  

ID politics manifests itself as a set of group identification strategies. It subdues the ‘I’ in favor of symbolic identifiers: the ring on the appropriate ear, the nose stud, the type of skullcap, the colour of the scarf and so on.

Within the ID political cosmos, newly emerging ‘tribes’ (gays, lesbians, Jews, Blacks, Whites,vegans, etc.) are marched into the desert, led towards an appealing ‘promised land,’ where the primacy of the symptom (gender, sexual orientation, ethnicity, skin colour etc.) is supposed to evolve into a world in itself. But this liberal utopia is in practice a sectarian and segregated amalgam of ghettos that are blind to each other. It has nothing in common with the promised universal, inclusive cosmos.

‘The personal is political,’ as the common feminists and liberal preachers have disseminated since the 1960s, is a phrase designed to disguise the obvious; the personal is actually the antithesis of the political. It is, in fact, the disparity between the personal and the political that makes humanism into an evolving exchange known as history. Within the Identitarian discourse, the so-called ‘personal’ replaces true and genuine individualism with phony group identification — it suppresses all sense of authenticity, rootedness and belonging, in favor of a symbolism and imaginary collectivism that is supported by rituals and empty soundbites. Why are we willing to subject ourselves to politics based on biology, and who wrote this new theology found in pamphlets and in the growing numbers of ID Studies textbooks? Is there a contemporaneous God? And who created the ‘pillar of cloud’ we are all to follow?

It is clear that elements within the New Left, together with Jewish progressives and liberal intelligentsia, have been at the heart of the formation of the ideological foundation of ID politics. At least traditionally, both Jewish liberals and the Left were associated with opposition to any form of exclusive political agenda based on biology or ethnicity. Yet, one may wonder why does the New Left espouse such an exclusivist, sectarian and biologically driven agenda?

Atzmon toont in zijn boek overtuigend aan dat: 

binnen het identiteitsbetoog het zogeheten ‘persoonlijke’ het ware en authentieke individualisme vervangt door een valse groepsidentificatie — het onderdrukt elk gevoel voor individualiteit, het geworteld zijn en voor het ergens bijhoren, ten gunste van een symboliek en denkbeeldig collectivisme dat ondersteund wordt door rituelen en loze kreten.

De pathologische drang om ergens bij te horen dat de halve- tot éénzestiende jood in zijn greep houdt, leidt, net als bij de antisemiet, onherroepelijk tot een verdeling van de wereld in joden en niet-joden, tot een overgrote meerderheid die er niet bij hoort en een uiterst kleine groep uitverkorenen die er wel bijhoort. Net als ooit de orthodoxe jood in zijn armoedige shtetl sluit ook de postmoderne zionist zich af van de omringende wereld van de goj. En zodra een Vlaamse auteur als Dimitri Verhulst in een kritische column over de Israëlische terreur de joods-Franse zanger Serge Gainsbourg vrij aanhaalt als zou ‘Jood-zijn geen godsdienst’ zijn, omdat ‘geen enkele God Zijn schepsels zo’n lelijke neus zou geven,’ dan meent de zelfbenoemde ‘half-joodse’ zionist Constant Vecht dat Verhulst zich schuldig heeft gemaakt aan ‘semi-nazistisch gebeuzel over neuzen.’ Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid die van oordeel was dat hier geen sprake was van antisemitisme, vernam van Vecht dat hij ‘zeer kwaad’ was ‘omdat je, de uitspraken van Verhulst vergoelijkend, bezig bent het antisemitisme salonfähig te maken.’ De neus blijft kennelijk in kringen van ‘half-joden’ op zoek naar een volwaardige identiteit een heikel punt. De overleden, oud-hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer, Martin van Amerongen, had al eerder in een artikel over Constant Vecht erop gewezen dat: 

Als adolescent had hij, uit angst niet geaccepteerd te worden, ’s morgens in de badkamer met bezorgdheid gezien hoe hij langzamerhand een karakteristieke joodse neus begon te krijgen. 'O God, laat ’m alsjeblieft niet zo groot worden als die van pa!’

En dan nu via Verhulst en Gainsbourg aan zijn grove gok herinnert te worden, maakt Vecht razend. Dit was allemaal nog erger dan het marxistisch-gelul over het historisch materialisme, dat de gewiekste Constant inmiddels had ingewisseld voor het neoliberale kapitalisme, waaraan hij een forse stuiver verdient. De grote neus en de besneden penis mogen dan in zijn kringen ‘karakteristieke’ kenmerken zijn van het joodse identiteit, getuige de reactie van zijn Facebook-vriend Gabriel Meijers, die zich afvroeg ‘Van boven of van onderen joods?,’ maar hier is wederom sprake van veel verwarring. 



Ook Arabieren laten namelijk de voorhuid van hun mannetjes op jonge leeftijd verwijderen. Hoe dat met een half-jood zit, weet ik niet. Ik ga er vanuit dat hij zich niet half laat besnijden. Wat de neus betreft, de neus van de Asjkenazische ‘half jood’ Constant Vecht lijkt niet op de Sefardische neus, maar heeft veel meer weg van de neus van een Turkse paardenhandelaar uit het achterland van Anatolië. Dat is op zich niet vreemd, aangezien er talloze aanwijzingen zijn dat de Asjkenazische joden geen semieten zijn, maar nakomelingen van de Chazaren, een Turkstalig nomadisch volk, waarvan het establishment zich in de negende eeuw van onze jaartelling tot het Joodse geloof bekeerde. In Trouw van 1 februari 2010 berichtte Eildert Mulder onder de kop ‘DNA wijzigt joodse geschiedenis’ het volgende:  

Het leek duidelijk. De Romeinen verdreven de joden uit Palestina, waarna de diaspora begon. Maar volgens historisch onderzoek stammen hedendaagse joden vooral af van bekeerlingen. Die conclusie trekt op zijn manier ook microbioloog Jits van Straten.

Waarom verdiept een microbioloog zich in de oorsprong van de joden? Jits van Straten kreeg belangstelling voor het onderwerp toen hij in de jaren zestig in Israël woonde. Later verhuisde hij naar de VS, hij woont allang weer in Nederland, maar de interesse bleef.

In Israël kwam hij een groep Indiërs tegen. Toeristen, dacht hij. Opmerkelijk, want in die tijd waren de betrekkingen tussen India en Israël slecht. Het waren dan ook geen Indiërs maar Joden uit India, die zich in Israël hadden gevestigd. Maar hoe konden ze er zo Indiaas uitzien? Van Straten ging toen nog uit van het gebruikelijke historische scenario, waarin de Joodse bevolking van Palestina na een opstand tegen de Romeinen in het jaar 70, gedwongen in ballingschap ging. Bijna tweeduizend jaar leefden ze in de diaspora, daarna keerden ze naar Palestina terug, waar ze in 1948 de staat Israël stichtten.

Hij dacht ook dat de Joden zich maar weinig hadden gemengd met hun omgeving. Hoe konden die Indiase joden er dan zo Indiaas uitzien en zo weinig Midden-Oosters? Waarom zijn er zo veel blonde Asjkenazische, Oost-Europese joden? En waarom ogen Marokkaanse joden zo Marokkaans en Chinese joden zo Chinees? Hoe kunnen mensen, wier voorouders tweeduizend jaar geleden één volk vormden, zo verschillen?

Uiteindelijk schreef Van Straten een boek over het onderwerp, althans een onderdeel daarvan: ’De herkomst van de Asjkenazische joden: de controverse opgelost.’ Daarin maakt hij gebruik van historisch-demografisch, genetisch, archeologisch en linguïstisch onderzoek.

De vraag naar de herkomst van de joden kan heftige reacties oproepen, omdat hij de nationale mythe van de staat Israël raakt: die van verdrijving, diaspora en terugkeer. De discussie is al ruim een eeuw oud en laait geregeld op. Ze draait om de vraag: stammen de grote joodse gemeenschappen in de wereld af van het oude volk Israël of van bekeerlingen?

Shlomo Sand, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Tel-Aviv, kiest voor het laatste. Hij geeft als voorbeeld een beroemde bekeerlinge, de kahina, de ’priesteres.’ Volgens de overlevering hield zij de moslimlegers bij hun verovering van Noord-Afrika in de zevende eeuw lange tijd tegen, in wat nu Algerije is. Ze zou hebben behoord tot een Berberstam, die collectief was overgegaan tot het jodendom. Deze joodse ’priesteres’ is in Algerije nog steeds een nationale heldin, ondanks haar verzet tegen de islam, of — bij Algerije weet je het maar nooit — juist vanwege dat verzet. Sand schreef in 2008 in het Hebreeuws het boek ’Wanneer en hoe is het joodse volk uitgevonden?’ In 2009 volgde de Engelse vertaling: ’The Invention of the Jewish People.’

In de jaren zeventig van de vorige eeuw baarde de auteur Arthur Koestler opzien met zijn boek ’The thirteenth tribe’ (’De dertiende stam’). Volgens hem stammen de Asjkenazische joden af van de Chazaren, een Turks volk dat duizend jaar geleden een rijk beheerste in de Oekraïne en de Kaukasus. De Chazaren gingen over tot het jodendom, althans de elite.

Felle kritiek was Koestlers deel. Als hij gelijk had dan zouden alle Oost-Europese joden, onder wie bijna de hele Israëlische elite van dat moment, niet afstammen van het bijbelse volk Israël maar van Middeleeuwse Turken. Shlomo Sand gaat zelfs verder. Als er één volk verwant is aan de oude Israëlieten dan zijn dat volgens hem de Palestijnen.

Jits van Straten wijst op de intrigerende genetische verwantschap tussen Jemenitische joden en Palestijnen. Genetisch onderzoek legt verder wezenlijk verschillen bloot tussen Marokkaanse, Tunesische en Jemenitische joden.

Bij veel genetisch onderzoek van joodse populaties ontbreekt overigens, zo merkte Van Straten, een controlegroep van niet-joden uit dezelfde omgeving. Daarmee zou je kunnen aantonen dat een joodse gemeenschap in een bepaalde regio genetisch niet of weinig afwijkt van de niet-joodse buren. Die waarneming blijft zonder de juiste controlegroepen al bij voorbaat buiten beeld.

Het onuitgesproken uitgangspunt was lange tijd dat de onderzochte groep joden af moest stammen van een joodse oerbevolking. In die onderzoeken zijn er wel controlegroepen, maar de verkeerde. Bij Oost-Europese joden bijvoorbeeld was het uitgangspunt dat hun oorsprong in Duitsland lag. Als controlegroepen gebruikten de onderzoekers daarom Duitsers of andere westelijke Europeanen.

In Israël stuitte Van Straten op een ’doodgezwegen’ dissertatie uit 1997, van Avshalom Zoosmann-Diskin, die afrekent met al die vooronderstellingen. De wetenschapper, die Van Straten wees op het proefschrift, zei dat hij zelf dit soort onderzoek niet meer deed omdat het politiek en sociaal gevoelig lag. Van Straten is niet onder de indruk van die gevoeligheden. „We kunnen niet blijven leven met leugens”, zegt hij laconiek.

In het proefschrift staat een genetische vergelijking tussen een groep Oost-Europese joden met naaste buren en andere joodse populaties elders. De genetisch naaste verwanten blijken de niet-joodse inwoners van Thracië te zijn, het grensgebied van Bulgarije, Turkije en Griekenland. Daarna komen de Bulgaarse joden, gevolgd door maar liefst 36 niet-joodse populaties. Pas dan is er weer een joodse groep met enige genetische verwantschap, de joden van Iran. Genetisch onderzoek, mits goed uitgevoerd, bewijst dat joodse populaties afstammen van groepen bekeerlingen, en niet van een verdreven joodse oerbevolking uit Palestina.

Over de Oost-Europese, Asjkenazische joden, hoofdonderwerp van Van Straten’s boek, bestaan twee theorieën. Ook voor Koestler betoogden sommige geleerden al, dat de Oost-Europese joden afstammen van de Turkse Chazaren.

Als één ding duidelijk moet zijn is dat de meeste Asjkenazische Joden zich antisemitisch opstellen tegenover de Palestijnse Arabieren. Later meer over de zionistische sprookjes.

Intussen is het geruststellend te weten dat Constant Vecht zelf het bewijs heeft aangevoerd dat de Asjkenazische gok wezenlijk afwijkt van de Sefardische neus, zoals ik via het NIEUW ISRAËLIETISCH WEEKBLAD van 16 maart 2016 vernam:


Jonge Spinoza ontdekt

Op de TEFAF-Maastricht hangt, nog tot en met zondag 20 maart, in stand 149 dit portret. “Dit is een sensatie, want het eerste portret dat we van de jonge Spinoza hebben en het enige dat bij zijn leven werd geschilderd,” vertelt de ontdekker, Constant Vecht van Kunstzalen A. Vecht. Eerder bekende portretten kwamen pas na Spinoza’s dood tot stand.

Door David de Leeuw

Volgens twee forensische onderzoeksbureaus, waaronder het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau, is het van de hoogst mogelijke waarschijnlijkheid dat de geportretteerde Benedictus de Spinoza is,” zegt de bekende Amsterdamse kunsthandelaar. Biometrische gezichtsvergelijking van het schilderij met het geëtste portret dat vlak na Spinoza’s dood werd uitgegeven (en de basis vormde voor het oude duizendguldenbiljet), toont aan dat het veel waarschijnlijker is dat het om een en dezelfde persoon gaat dan niet. Alle gelaatskenmerken, zoals de lengte van de neus, de lippen en wenkbrauwen komen namelijk overeen, zelfs tot en met het enigszins luie rechteroog van Spinoza – op de ets het linker. De puzzelstukjes vielen allemaal in elkaar, een verademing na de eerdere ontmaskering van een ‘Spinoza-portret’ uit 1671, toegeschreven aan de schilder Hendrik van der Spyck. De daarop afgebeelde Spinoza is duidelijk veel jonger dan de 38 of 39 jaar die hij toen geweest moet zijn.

De Waarheid

Het door de destijds bekende portretschilder Barend Graat vervaardigde werk komt uit een bijzonder jaar: 1666, het jaar van de valse messias Sjabtai Tsvi, die door euforische mensenmassa’s werd aanbeden. Het standbeeld links achter de geportretteerde is de in die tijd gebruikelijke allegorie van de Waarheid: een vrouw die de zon vasthoudt. Het is het enige bij leven geschilderde portret van Spinoza. Hij staat erop als vroege dertiger. Vecht kwam het tegen op een kleine Parijse veiling. Voor hoeveel hij het op de kop kon tikken, wil hij niet zeggen. Wel dat hij er anderhalf tot twee miljoen euro voor vraagt. Ongetwijfeld met pijn in het hart, want dit is een unieke ontdekking en Vecht is een fervent verzamelaar van onder andere Joodse kunstenaars als Sal Meijer. 'Ook hierin komen mijn Joodse roots goed tot uitdrukking,' zegt hij.

Oproep

Een oproep van Vecht tot besluit: 'Kom tot en met 20 maart naar Maastricht om oog in oog te staan met de man wiens verlichte denkbeelden de wereld veranderden!'

Spinoza, Joodse Verlichtingsdenker

Baruch Spinoza leefde van 1632 tot 1677. Hij was een Nederlandse filosoof, wiskundige, politiek denker en lenzenslijper uit de vroege Verlichting en van sefardische a!omst. Spinoza ontkende elke vorm van Openbaring of profetie en accepteerde geen verklaring dan die gebaseerd op de rede. Hij stelde dat de bijbelse profeten gewone mensen waren met verbeeldingskracht, die niet namens God spraken en dat Joden niet door God waren uitverkoren. In zijn filosofie speelde theologie geen rol. Spinoza stelde dat God en natuur hetzelfde zijn en dat inzicht in de natuur de kennis van het goddelijke verhoogt. Hierom werd hij in 1656 uit de sefardische gemeenschap verstoten en waren zijn boeken tweehonderd jaar lang verboden in Europa. Volgens enkele bronnen zouden rabbijnen hem een pensioen hebben aangeboden als hij afzag van verspreiding van zijn ideeën. Maar veel van wat over Spinoza’s leven geschreven is lijkt niet geheel op waarheid te berusten.
https://www.niw.nl/jonge-spinoza-ontdekt-555/ 

Overtuig u zelf:




De oude communistische activist Constant Vecht met op de achtergrond de Sefardische filosoof Baruch Spinoza. Let op het 'karakteristieke' neus-verschil. 



1 opmerking:

Sjuul van Dissel zei

Sorry Stan, ik had te snel gepost.
Hoi Stan,
Ik had voor mezelf al bedacht dat een zionist een jood op zijn christelijkst is, zogezegd een dubbele jood, de terminologie van onder meer Constant Vecht volgend, al blijft het bij hem bij maar half jood zijn?
Maar ze verheffen zichzelf opruiend tot de ...tigde macht bij elke oorlogsmisdaad en overtreding en/of negeren van internationale wetten en regels, of minachting van goddeloze logica. Gokken erop dat elke machtsverheffing nog maar de wortel is van wat hun gezamenlijke gebeden en propaganda en oorlogsmisdaden vermag.
Optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen, macht-verheffen en worteltrekken zijn de basis van de kansberekeningen van hun in het ons beloofde land geloven, als we maar hard genoeg bidden hebben we geen oorlog nodig, hoefden we niet te gokken, of die oorlog aan andere opgejutte gehypernormaliseerden over te laten, door gebruik te maken van corrupte fascisten die met hun ons dwingen tot het doen of we achterlijk zijn, het recht als irrelevant ter zijde bulldozeren.
Ooit zulke zionazi GOKKEN gezien? En ze groeien en groeien, en groeien en groeien en groeien. Dat is geen voorsprong van een halve neuslengte meer op een normale, de hunne reikt al tot de finish vanaf de startblokken, het apocalyptische eind van de beschaving van de lange neuzen. https://www.facebook.com/sjuul.vandissel

Zionists Torturing Deaf Palestinian

  Ayman AlKhaled heeft deze post opnieuw geplaatst Dr. Michelle Kalehzan @MichelleKalehz1 Whomever these sadistic IOF bullies are they shou...