zaterdag 20 oktober 2018

Ian Buruma en de 'Joden' 2



vanitas vanitatum omnia vanitas


Wanneer de mainstream-journalist Ian Buruma stelt dat gedwongen emigratie ‘het lot van de Joden [is geweest] sinds de achtste eeuw voor Christus’ vormt dit tevens zijn belangrijkste argument om Stephen Miller, ‘the US president’s senior policy adviser’ af te schilderen als een afvallige ‘afstammeling van Joden.’ In zijn bombastisch taalgebruik is Miller 

een bedreven agitator, wiens opruiende retoriek tegen immigranten en vluchtelingen de massa’s tijdens Trump’s bijeenkomsten tot razernij opzwepen,’

en dat is als het ware een verraad aan zijn joods-zijn, wat dit ook voor hem mogen betekenen. Mijn oude vriend beargumenteert zijn veroordeling van Miller niet met humanistische, ethische overwegingen, maar vanuit het oogpunt van de ‘Jews.’ Wat goed is voor het ‘Joodse’ volk -- dat voor het merendeel in de diaspora leeft -- is goed voor de wereld. Dus allereerst voor hen geldt: ‘Open societies, religious tolerance, and freedom of movement have been rare blessings.’  Buruma’s redenering is vervolgens: 

What is odd about Miller, among other things, is the seeming clash between his views on immigrants, refugees, and minorities and his personal background. He is a descendent of Jews who came to the United States after fleeing pogroms in Belorussia.

Wat op het eerste gezicht rationeel klinkt, is het bij nadere beschouwing geenszins. Wat is namelijk ‘vreemd aan Miller’? Als ‘afstammeling van Joden,’ kan Miller wel degelijk een extreem nationalist zijn die van het adagium uitgaat ‘eigen volk eerst,’ in dit geval het multiculturele Amerikaanse volk. Miller, geen joodse achternaam, kan zelfs een geassimileerde jood zijn die is opgegaan ‘van een minderheidsgroep in een gevestigde gemeenschap, waarbij de geabsorbeerde groep onderscheidende kenmerken verliest.’ Maar in het tribale denken van Ian Buruma geldt: eenmaal een ‘Jood’ altijd een ‘Jood.’ Desondanks afficheert hij zich als een ‘liberal’ die, behorend tot de ‘urban elites,’ de beginselen van het Verlichtingsgeloof aanhangt. Zijn opvatting is daarom zo verdacht omdat het uitgaat van de overtuiging dat het individu niet bij machte is zelf zijn identiteit te bepalen, en tot aan de dood zijn afkomst als een last met zich meedraagt. En dit nu is in flagrante strijd niet alleen met de Verlichtingsidealen, maar ook met het feit dat het joods-zijn een keuze is, en geen biologisch, genetisch gegeven, zoals Buruma en de zionisten en, niet te vergeten, de nazi’s kennelijk menen. 

Kortom, het vreemde hier is niet de  ‘nativist’ Stephen Miller, maar de ‘liberal’ Ian Buruma. Ik bedoel, met evenveel recht zou men kunnen stellen dat een arme jood nooit een rijke jood zou kunnen worden,  aangezien dit een ‘clash’ zou betekenen met ‘his personal background.’Maar Ian is slim genoeg om deze vergelijking niet te maken. Ik ga er dan ook vanuit dat mijn oude vriend retoriek heeft ingezet om zijn gebrek aan argumenten te verhullen.  Hij bespeelt de sentimenten, zoals tevens blijkt uit zijn veelvuldig gebruik van adjectieven en hyperbolen: ‘een bedreven agitator, wiens opruiende retoriek tegen immigranten en vluchtelingen de massa’s tijdens Trump’s bijeenkomsten tot razernij opzwepen.’ Dat Stephen Miller abjecte opvattingen heeft is overduidelijk, maar daar heeft zijn ‘Joodse’ afkomst niets mee te maken.  


Geen opmerkingen:

LIKELY RAPED TO DEATH BY JEWISH ZIONISTS