Sonja heeft een nieuwe reactie op je bericht "Geen Brussel zonder Geert Mak" achtergelaten:
In dit interview komt mijns inziens naar voren wat links in Nederland mist, en waarom het gefaald heeft:
‘De crisis is een bewuste strategie voor sociale afbraak’
De wereld verkeert vandaag in een diepe crisis. Tegelijk wil men ons doen geloven dat het neoliberale groeimodel het enig mogelijke is. De Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos doorprikt die mythe en maakt er zijn missie van om een kennisleer van alternatieven uit te bouwen. Hoog tijd dat de universiteiten ramen en deuren openen om alternatieve kennis binnen te laten, aldus de Sousa.
‘De crisis is een bewuste strategie voor sociale afbraak’
De wereld verkeert vandaag in een diepe crisis. Tegelijk wil men ons doen geloven dat het neoliberale groeimodel het enig mogelijke is. De Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos doorprikt die mythe en maakt er zijn missie van om een kennisleer van alternatieven uit te bouwen. Hoog tijd dat de universiteiten ramen en deuren openen om alternatieve kennis binnen te laten, aldus de Sousa.
Boaventura de Sousa Santos is een monument in de sociale wetenschappen. Hij is hoofd van het departement Sociologie aan de Universiteit van Coimbra, Portugal maar het grootste deel van het jaar is hij onderweg, nieuwe werelden aan het verkennen. Van augustus tot december is hij op reis in de VS en Latijns-Amerika, de andere helft van het jaar reist hij door Europa.
Hij is een van de grondleggers van het Wereld Sociaal Forum en medewerker van het progressieve platform Transform Europe. De crisis in zuid-Europa en vooral in Griekenland volgt hij op de voet.
MO* ontmoette de Sousa voor een interview, aansluitend bij een lezing die hij gaf aan de Universiteit van Louvain La Neuve.
Waarom is de huidige crisis zo anders dan vorige crisissen?
Boaventura de Sousa: Omdat hij een alles omvattende en permanente karakter heeft aangenomen en zo ook de verklaring geworden is voor alles wat slecht gaat: de salarissen worden ingeperkt omdat het crisis is. De pensioenen gaan omlaag, omdat het crisis is. De gezondheidszorg wordt geprivatisserd, omwille van de crisis.
De hele sociaal-democratie in Europa wordt afgebouwd in naam van de crisis. Een crisis die voorgesteld wordt als een schuldencrisis van de soevereine staten maar die in feite een financiële crisis is van een systeem dat volkomen kleptocratisch en crimineel is. Een crisis veroorzaakt door een gedereguleerd financieel kapitaal dat speculeert met de miserie van de mensen. Hoe meer landen er bankroet gaan, hoe meer dit systeem zich verrijkt.
En de gevolgen daarvan gaan niet enkel over getallen maar over mensenlevens: mensen die hun werk verliezen, hun huis verliezen, die zelfmoord plegen.
De crisis is sociaal, maar ook politiek.
Boaventura de Sousa: Ik zie zeven grote bedreigingen die tegelijk uitdagingen zijn om die trend te keren.
De eerste bedreiging is de desorganisatie van de staat. De staat is een instantie die voor een zekere veiligheid en bescherming zorgt. Op basis van harde sociale strijd van het volk en de arbeidersklasse hebben mensen in het verleden rechten verworven. Die rechten gaven toegang tot consumptiegoederen, onderwijs, gezondheidszorg en werkloosheidssteun.
Alles wordt geprivatiseerd en ondergeschikt gemaakt aan de logica van de markt.
In de 19de en begin 20ste eeuw konden de arbeiders de producten die ze produceerden, zelf niet kopen. Ze hadden geen arbeidscontracten en waren heel onzeker over hun toekomst. Na WOII ontstaat de sociaal-democratie, die in een aantal landen zoals België nog wel overeind blijft maar die in tal van landen een ernstige crisis doormaakt. In zuid-Europa heb je nog wel sociaal-democratische partijen maar geen sociaal-democratische maatschappelijke context meer.
De maatschappelijke context neigt veel meer naar partijen aan de rechterzijde van het politieke spectrum. Terwijl vroeger de staat ook nog niet-mercantiele relaties had met zijn burgers, is dat vandaag steeds minder het geval. Alles wordt geprivatiseerd en ondergeschikt gemaakt aan de logica van de markt. En dat is een reële bedreiging want we hebben vandaag geen alternatief voor dit concept van de staat.
De tweede bedreiging is de destabilisering van de democratie. Na WOII is er een spanning gegroeid tussen democratie en kapitalisme. Zo lang het financiële kapitaal gereguleerd was en er publieke dienstverlening was door de staat, had je een klimaat waarin de sociaal-democratie kon gedijen.
Het kapitalisme laat zijn ware aard zien en die is destructief.
Maar dat pact tussen democratie en kapitalisme is sinds de val van de Muur verbroken. Er is vandaag niets meer dat het kapitalisme aan banden legt, het laat zijn ware aard zien en die is destructief: het vernietigt de rechten van mensen, hun toekomstperspectieven, de natuur, en dit enkel met het doel om meer winst te maken.
Het enige waar het kapitalisme nog bang van moet zijn, is van zichzelf, van zijn eigen destructieve logica. In de politiek van vandaag is alles te koop en lobbygroepen zetten de democratie onder druk. Volgens mij is dit het einde van de democratie zoals we die tot nog toe gekend hebben.
De derde bedreiging?
Boaventura de Sousa: Dat is het vermarkten van de kennis. Kennis moet geld opleveren. Universiteiten investeren veel meer in biotechnologie dan in humane wetenschappen omdat dit meer opbrengt. Maar de impact daarvan op de samenleving is nauwelijks te schatten. Ook het Europese programma Horizon 2020 is een voorbeeld van die dominantie van de technologie.
De vierde bedreiging is de vernietiging van de natuur. Het kapitalisme verlegt vandaag een volgende grens en speelt met de draagkracht van de natuur. Hoezeer de natuur onder druk staat zien we voortdurend in de extreme natuurrampen. Ook daarin speelt de ongelijkheid: in de VS is er geld om de schade van Katrina te herstellen, Bangladesh heeft geen geld om zijn inwoners te beschermen. De vernietiging van de natuur betekent de vernietiging van de bestaansmiddelen van talloze mensen op het platteland. Die worden dan ook nog eens onder druk gezet door grote megaprojeten zoals stuwdammen en ontginningsprojecten. Met geweld worden ze van hun grond verdreven.
Er gaapt een steeds grotere kloof tussen betaald en onbetaald werk.
De vijfde bedreiging is de devaluatie van de arbeid. Arbeid was in de Europese samenlevingen het instrument om toegang te krijgen tot burgerschap. Op basis van hun arbeid kregen ze ook rechten en professionaliseerden ze zich. Vandaag is werk - als een instrument voor burgerrechten - volkomen geërodeerd. Werk wordt precair en vakbonden worden afgebouwd.
70 procent van de wereldeconomie is informeel en er gaapt een steeds grotere kloof tussen betaald en onbetaald werk. Een jonge afgestudeerde die uren, dagen en nachten doorbrengt met CV’s klaar te maken en te solliciteren, accumuleert niet-betaald werk. Al de uren dat je onderweg bent naar je werk en in de file zit, is onbetaald werk. Je bent geen 8 uur per dag met je werk bezig, maar 12 of 14 uur.
De zesde bedreiging is de criminalisering van het sociaal protest. Meer en meer vaardigen regeringen wetten uit die mensen verbieden om nog op straat te komen, zelfs voor vreedzame protesten. In Latijns-Amerika beroepen regeringen zich op de antiterrorismewetten om protesten van inheemse volkeren tegen de invasie van multinationals in hun territoria te blokkeren.
Racisme neemt vandaag nieuwe vormen aan, als discriminatie van andere visies.
De zevende bedreiging is de kolonisering van de hoofden en van alles wat anders is. Het racisme neemt vandaag nieuwe gedaantes aan. Er groeit een cognitief racisme, geen racisme van de huidskleur maar voor andere visies. Islamofobie is zo’n racisme. Racisme is meestal een reactie ten aanzien van iemand die je ofwel als minderwaardig beschouwt, ofwel als gevaarlijk. En meestal alle twee.
Dit is wel een zeer omvattend donker beeld. Wat staat ons te doen in zo’n situatie?
Boaventura de Sousa: De situatie waarin we vandaag verkeren lijkt inderdaad zo donker dat we het ons niet kunnen veroorloven om bij de pakken te blijven zitten. Je kan dit niet laten gebeuren.
Al deze bedreigingen en kritieken die ik hier geschetst heb, komen voort uit een andere visie, een kijk die haaks staat op het hegemonische discours. Het zijn allemaal thema’s die op de agenda gezet zijn door sociale bewegingen en groepen die uitgesloten zijn van het dominante model.
Er zijn talloze vormen van verzet tegen dit systeem maar de media geven daar heel weinig zichtbaarheid aan. Het is een “sociologie van het afwezige”, een grote zwarte vlek. Vaak wordt er lokaal aan alternatieven gewerkt, maar omdat die geen zichtbaarheid krijgen, denkt men ook dat die er niet zijn. Er is een zekere verzwakking of uitputting van de alternatieven, als je kijkt naar wat bijvoorbeeld het Wereld Sociaal Forum was.
Wat biedt dan nog wel perspectief?
Boaventura de Sousa: Ik denk niet dat je voor dit cluster van problemen een uitweg kan vinden via de directe politiek. Die is niet geschikt om dit soort problemen aan te pakken.
We moeten dringend werk maken van een ander kennissysteem.
We moeten vandaag werken aan een ander soort kennis, een kennis die vertrekt vanuit het principe van waardigheid. Kennis die leeft buiten de universiteiten en onderzoeksinstellingen.
De onderzoeksinstellingen zijn vandaag zo gestandaardiseerd, dat overal hetzelfde wordt onderwezen, terwijl universiteiten oorspronkelijk zijn opgericht om een toekomstproject voor je land te bedenken. Je kan Mexico niet voorstellen zonder de Autonome Universiteit van Mexico-stad (UNAM) of Brazilië zonder de Universiteit van Sāo Paulo. Maar het neoliberalisme is niet geïnteresseerd in dat soort projecten.
In Coimbra proberen we allianties uit te werken om een kenniscentrum uit te bouwen dat de kennisleer zelf omvormt, om ruimte te geven aan de mensen van deze bewegingen en organisaties. We hebben niet alleen alternatieven nodig, maar ook een alternatief denken over alternatieven. We moeten kijken door een nieuwe bril.
De manier waarop er met de Griekse crisis wordt omgegaan, getuigt van weinig creativiteit. Daar domineert ook een erg eenzijdige marktgerichte visie.
Boaventura de Sousa: Absoluut. Ik verken momenteel met mensen uit Griekenland de mogelijkheid om te komen tot een mediteraan blok, waar volgens mij ook Tunesië toe zou moeten behoren, om een alternatief te formuleren voor dit eenzijdig Europeese beleid. Als we dat niet doen, gaat er met de andere landen van Europa gebeuren wat er met Griekenland gebeurt.
Het neoliberalisme laat geen ruimte voor sociaal beleid. Rapporten van de grote bedrijven stellen zelf publiekelijk dat de lucratieve markten van de toekomst in het domein van de gezondheidszorg en het onderwijs moeten gezocht worden. De privatisering zal verder oprukken en men begint bij de zwaksten, in casu Griekenland, maar die trend zal zich ook doorzetten in Frankrijk, Duitsland en de landen van Noord-Europa, dat leidt geen twijfel. Ik was in Denemarken op een forum van Transform Europe. De mensen daar zijn zeer bezorgd om de besparingen in de gezondheidszorg. Dit is een geprovoceerde crisis die Europa volop in de greep heeft.
Zijn de Europese politici zich ervan bewust?
Boaventura de Sousa: De meesten weten perfect waar ze mee bezig zijn. Barroso was zich wel degelijk bewust van de lijn die hij verdedigde, net als Junker. Ze zullen ook beloond worden voor het zo mooi in de pas lopen. De VS gebruikt ook Europa om dit model te implementeren. Het Verdrag van Maastricht heeft die lijn bezegeld. De Europese Centrale Bank staat onder controle van het financiële kapitaal. De grote namen Mario Monti, Mario Draghi en Victor Halberstadt komen allemaal van Goldman Sachs.
De crisis is een bewuste strategie om het sociale beleid kapot te maken, te beginnen bij het zwakste land.
De crisis is een bewuste strategie om het sociale beleid kapot te maken, te beginnen bij het zwakste land. Het probleem is dat de schuldenlast in Griekenland vandaag groter is dan toen de crisis begon. Moest Europa echt een politiek-economische unie zijn, dan zou het probleem Griekenland niet bestaan. Griekenland staat voor slechts 2 procent van de euro-economie. Als de Griekse crisis als ons gezamenlijk probleem zou opgenomen worden, zou er geen probleem zijn. Maar Duitsland wil zijn banken redden, vooral de Deutsche Bank, die voorheen geld aanbood aan Portugal, Spanje en Griekenland, om Duitse wagens mee te kopen: Mercedes-Benz, VW, Audi.
Met die Griekse crisis is er een oud spook terug opgedaagd in Europa, dat van het kolonialisme van het Noorden tegenover het Zuiden. Ik denk dat we vandaag het einde meemaken van de Europese Unie zoals we die tot nog toe gekend hebben. Ofwel moeten we Europa herdenken, ofwel zal het uiteen vallen.
Zonder een Europese Unie betekenen we niets in de wereld van vandaag
Boaventura de Sousa: Europa was lange tijd een teken van hoop, een model van samenleven in eensgezindheid, een enkele munt, een paspoort. Dat zijn concrete voordelen die de burgers voelen. Maar datzelfde Europa is vandaag ook een strenge toezichter geworden die in sommige landen een sociale afbraak veroorzaakt. In plaats van een bron van welzijn wordt het een bron van malaise en dat is gevaarlijk.
Ook Europa heeft een breuklijn die haar opdeelt in metropolitane en in koloniale samenlevingen.
De noord-zuidas die door Europa loopt, is onze abyssale lijn, de breuklijn die de wereld opdeelt in metropolitane samenlevingen en koloniale samenlevingen. In mijn boek “Essay over de zelfkastijding” beschrijf ik dat fenomeen voor Portugal. De Portugezen denken altijd dat het aan henzelf ligt wanneer het slecht gaat. Griekenland, Italië, Spanje, Portugal, wij worden soms behandeld alsof wij een protectoraat zijn.
Heeft de globalisering die verdelingslijn niet definitief opgeheven? We leven vandaag toch in een multipolaire wereld.
Boaventura de Sousa: Die tweedeling staat nog steeds overeind, ook in volle globalisering. Ze wint zelfs aan kracht. Er zijn twee globaliseringsbewegingen en de abyssale lijn verdeelt de twee: de wereld van de grassroots en de uitgesloten groepen, en de wereld van het grootkapitaal. Van het Economisch Forum van Davos en van het Wereld Sociaal Forum.
De voorbije jaren heeft de tegenbeweging die we van onderuit hadden opgebouwd, om tal van redenen veel aan kracht verloren. De financiële crisis en de antiterrorisme-wetten hebben daar mee voor gezorgd. Door die wetten wordt het bijna onmogelijk om mensen uit het Midden-Oosten op het volgende Wereld Sociaal Forum in Quebec te hebben. Een andere reden is dat ook de progressieve bewegingen in Latijns-Amerika, die in het zog van die Wereld Sociale Fora zijn ontstaan, vandaag in crisis verkeren: Argentinië, Brazilië, Venezuela. Ook Ecuador zal binnenkort de impact voelen.
De VS zijn erop uit de opkomende economieën te vernietigen.
Ook in de hegemonische globalisering van de dominante krachten zie je een verdeling, met de komst van de BRICS. Die zorgen ervoor dat de dynamische as vandaag verschuift van het Westen naar het Oosten en dat gaat voor ernstige conflicten zorgen, conflicten die vandaag in de maak zijn. De VS zijn erop uit de opkomende economieën te vernietigen.
Ook Europa hebben ze een serieuze slag toegekracht met de crisis in Oekraïne, die volledig geprovoceerd is om Rusland te treffen. Ook de halvering van de olieprijs was daarop gericht. China direct treffen is moeilijker, maar ze kunnen wel de toeleveranciers van China treffen, een aantal landen in Latijns-Amerika. In Argentinië heeft men de regering kopje onder willen duwen met het geval Nisman (de rechter die dood is teruggevonden en zou aanklagen dat de presidente een geheim akkoord had met Iran om, in ruil voor olie, het onderzoek naar de schuldigen van de aanslag op het Joods Cultureel Centrum -met name in Iran- in de doofpot te stoppen, nvdr). En ook Brazilië moet afgeremd worden. Er zijn twee zaken die de VS een doorn in het oog zijn: de oliereserves van présal, die Brazilië onder eigen beheer wil houden en niet wil privatiseren. En omdat Brazilië en de BRICS aan een alternatieve bank werken.
Twee zaken van Brazilië zijn een doorn in het oog van de VS: hun olievoorraden en de alternatieve bank.
Al die factoren samen maken dat de tegenbeweging vandaag een heel moeilijk moment doormaakt. Het eerste decennium van de 21ste eeuw was een periode van offensieve strijd in Latijns-Amerika. Vandaag is de regio terecht gekomen in een situatie van proberen te behouden wat ze hebben veroverd. Er zijn nog tal van initiatieven bezig, maar de druk van het eenheidsdenken is zo groot. Vandaar het belang om niet alleen alternatieven te bouwen, maar ook om een alternatief denkkader te hebben waarin al die alternatieven legitimiteit krijgen, vanuit een ander waardenpatroon.
We moeten ruimte creëren voor alternatieven. Trouwens, je ziet ook dat het kapitalisme nooit alles in zijn greep kan hebben, anders had er niet zoiets ontstaan als Podemos of de overwinning van Syriza.
Podemos en Syriza maken ook duidelijk dat als je iets wil veranderen, je macht moet hebben en in het strijdperk moet treden. Dat deden ook de Zapatisten in Mexico.
Boaventura de Sousa: Dat zijn drie heel verschillende cases, met een heel andere strategie. Toen de Zapatisten in januari 1994 in opstand kwamen, hadden ze wel degelijk de bedoeling om de Mexicaanse staat te veranderen. Het aanvankelijke doel was niet om zich tevreden te stellen met de autonomie in hun eigen regio. De Akkoorden van San Andrés, waar lang over onderhandeld is, hadden aanvankelijk de bedoeling om de grondwet te veranderen en de staatsvorm aan te passen. Maar dat is mislukt. De Zapatisten hebben vandaag nog een heel internationale visie: op ethiek, cultuur en sociale transformatie. Maar ze hebben elke band met traditionele politieke partijen verbroken.
Podemos hanteert een heel andere strategie en zoekt synergie met de beweging van de Indignados, om van protestas naar propuestas te komen, naar concrete voorstellen. In Chili hebben de studenten die zo intens geprotesteerd hadden op straat, met president Bachelet onderhandeld. Een aantal maken nu deel uit van enkele ministeries.
Je mag de staat niet overlaten aan de rechtse krachten.
Dat zijn allemaal verschillende strategieën om deel te nemen aan de macht. Je mag volgens mij de staat ook niet overlaten aan de rechtse krachten. Veel mensen hebben vandaag sympathie voor het anarchisme en zijn voorliefde voor horizontale structuren. Over heel Europa heb je jongeren die dit gedachtegoed, overigens een historisch gedachtegoed in Europa, aanhangen.
Je ziet ook groepen die een cultuur uitbouwen buiten het kapitalistisch systeem, met initiatieven als lokale munten en ruilsystemen. Deze groepen hanteren een ander concept van samenleving dan het dominante en het is aan zulke initiatieven dat ik geloofwaardigheid wil geven door ze te benoemen en te analyseren.
Via de universiteit?
Boaventura de Sousa: Via de volksuniversiteit van de sociale bewegingen. Het is een “Ocupy” van het concept van onze universiteiten. We werken met workshops buiten de ruimte van de universiteit waarin we intellectuelen en academici samenbrengen met mensen van sociale bewegingen. Een derde academici, tweederde sociale bewegingen en niemand krijgt meer dan drie minuten spreektijd. Op die manier proberen we andere onderwijsvormen en nieuwe allianties te creëren. We hebben andere bronnen van informatie nodig, behalve tv en internet, we moeten naar de wijk, naar het platteland, naar andere stemmen en andere culturen om te luisteren hoe zij de werkelijkheid zien.
Ecuador en Bolivia hebben het concept van “het goede leven” in de grondwet, als alternatief voor ontwikkeling. In de praktijk lijkt dit echter niet echt te werken.
Boaventura de Sousa: Toch is het niet onbelangrijk dat het in de grondwet staat. Wanneer een idee deel is gaan uitmaken van de sociale strijd, dan blijft het aanwezig in de geest van de mensen, onafgezien van het feit of men er ook in slaagt om dit te realiseren. Het is daarom dat het socialisme nog altijd tot het gedachtegoed van veel mensen blijft behoren. Het wordt een deel van het historische geheugen.
Het is ook heel tekenend dat een land als Ecuador in de grondwet een concept naar voor schuift dat niet eens uit de Spaanse taal komt maar uit de inheemse cultuur. Een concept dat niet vertrekt van altijd maar meer hebben en groeien, maar vanuit voldoende hebben en goed kunnen leven. Niet het fetisjisme van de markt, maar in relatie met de natuur en met de erkenning van Pachamama als bron van leven. Zo’n idee staat haaks op de ongelimiteerde exploitatie van natuurlijke rijkdommen maar pleit voor respect voor de vitale kringlopen van de natuur. Die idee van “het goede leven” zet ons op weg naar een post-extractivistisch model.
Voor u is de keuze duidelijk: ofwel investeren we in dit nieuwe ontwerp ofwel stevenen we af op een “metropolitan” oorlog.
Boaventura de Sousa: Als we niet bouwen aan interculturele relaties en als we alle diversiteit als een pletwals vernielen en onze macht gebruiken om onze positie steeds door te drukken en op te leggen, met een visie die enkel gericht is op de markt en op een neoliberal model, dan betekent dat gegarandeerd oorlog.
Maar er is een andere weg en dat is de weg van de alternatieven. Die zijn talrijk aanwezig, in India, Azië, Latijns-Amerika, Afrika. Maar je moet ze uitleggen en begrijpbaar maken, je moet ze zichtbaar maken. Centraal daarbij staat de idee van waardigheid. Hoe kunnen we vanuit dit concept omgaan met de islam, met het wereldbeeld van inheemse volkeren. Dat is geen makkelijke dialoog want je moet een andere taal spreken, en je moet vooral weten dat je onwetend bent. Mijn werk bestaat erin een verlichte onwetende te zijn. En dat is wat ik heel graag ben: weten dat ik niet weet, dat mijn kennis onvolledig is.
Lees hier een samenvatting van de lezing die de Sousa gaf in Louvain La Neuve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten