‘Europese’ aanval op sociale rechten
Het debacle rond de recentste Griekse crisis was zo omvangrijk, dat enkele belangrijke aspecten minder onder de aandacht kwamen. Het zijn nochtans geen kleine details, want samen met de voogdij van “de instellingen”, vroeger bekend als de Trojka, heeft de Griekse regering er zich ook toe verbonden het stakingsrecht te beteugelen en het stelsel van de collectieve arbeidsovereenkomsten te hervormen – hervormen in het voordeel van de ondernemers. Dit is een onderdeel van een veralgemeende aanval op democratische rechten en vrijheden, in de eerste plaats dan de syndicale.
1968
De beruchte “instellingen” beseffen maar al te goed dat een parlementaire goedkeuring voor de zogenaamde bijkomende “offers” niet volstaat. De massale meerderheid voor ‘ochi’, nee, in het referendum over de voorstellen van de “instellingen” illustreerde de omvang van het verzet. Het akkoord van 13 juli heeft veel Grieken murw geslagen, de reactie is niet massaal. Maar het risico op uitgebreid sociaal protest is natuurlijk niet geweken. En ook al daarom moet het stakingsrecht aan banden worden gelegd. Terwijl de rol van vakbonden bij het afsluiten van arbeidsovereenkomsten moet ingeperkt worden.
We zitten hier in een Europees, en zelfs weidser, scenario. “Volgens mij is de sfeer nu zoals in 1968 in Europa. Ik stel vast dat er een houding is die misschien wel niet revolutionair is, maar getuigt van ongeduld. Maar als dat ongeduld een collectief verschijnsel wordt, kan dat tot een revolutie leiden. De massale werkloosheid bij de jongeren is daarbij het meest duidelijken en zichtbare motief”. Die uitspraak komt van Donald Tusk, president van de Raad van de EU. Hij verwoordt wat bij andere regeerders ook leeft: de sociale spanningen lopen op, de ongelijkheden worden velen ondraaglijk. Het antwoord: preventieve repressie.
Cameron
Niet toevallig pakte de Britse premier David Cameron vlak na de nederlaag van premier Alexis Tsipras uit met een plan om in het Verenigd Koninkrijk het stakingsrecht nog verder aan banden te leggen. Zijn voorgangster en geestesgenote wijlen Margaret Thatcher had de Britten nochtans in de jaren 1980 al opgezadeld met een van de felste anti-stakingswetten van Europa. Cameron wil de mogelijkheid om legaal te staken in openbare diensten veel moeilijker maken.
Een staking zou alleen wettelijk zijn als minstens 40% van het totale personeel uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven, te willen staken. De vakbonden moeten bovendien bij een staking een vooropzeg van 14 dagen in acht nemen, en de ondernemers krijgen het recht stakers te vervangen door interimpersoneel. Zo kunnen alle stakingen makkelijk gebroken worden.
NVA-VLD
Cameron maakt gebruik van een metrostaking in Londen om de aanval in te zetten, zogenaamd in naam van de belangen van de gebruikers. Datzelfde argument horen we in België al jaren, ingekleed als de noodzaak van een minimale dienstverlening ten gunste van de gebruikers. Bij elke treinstaking kan men voorspellen dat de klokken weer gaan luiden.
Nu N-VA en Open-VLD samen in de federale regering zitten, wordt de druk op het stakingsrecht steeds groter. N-VA zou nog veel verder willen gaan, die partij zou de vakbonden liefst van ‘rechtspersoonlijkheid’ geven. Niet uit bezorgdheid over de regels van de rechtsstaat natuurlijk, maar om zo de vakbonden makkelijker te kunnen treffen, vooral in de portemonnee.
Europees
De schrik zit er blijkbaar in, want in diverse lidstaten van de EU worden, meestal stapsgewijze, maatregelen genomen om het stakingsrecht te beknotten. Dat gaat gepaard met stappen om ook het stelsel van collectieve arbeidsovereenkomsten af te zwakken, een onderdeel van de zogenaamde “flexibilisering van de arbeid”.
Dat is wat onder meer gebeurt in Italië en Frankrijk, twee landen met een “linkse” regering. De Franse regering heeft sinds begin vorig jaar verscheidene maatregelen genomen om de rechten van de patroons uit te breiden, om de arbeid “flexibiler” te maken. Regering en patronaat hebben in Frankrijk weinig syndicale tegenmacht. In de privésector ligt de syndicalisatiegraad ver onder tien percent, en bovendien zijn er in Frankrijk acht nationale vakbonden.
In Italië heeft premier Matteo Renzi aangedurfd wat de rechtse Silvio Berlusconi niet durfde: raken aan artikel 18 inzake rechten bij ontslag. Renzi zei zijn Franse collega Manuel Valls vorig jaar heel fier dat hij nooit een voet zou zetten in de zaal waar traditiegetrouw de gesprekken tussen regeerders en vakbonden plats hebben. Hij hield woord, Renzi negeert de vakbonden volkomen en voert wetten door met vertrouwensstemmingen in het parlement waar hij anders geen meerderheid zou vinden.
Uitholling
De ver doorgedreven atomisering van de arbeidswereld – met kleinere eenheden, deeltijdse en tijdelijke contracten, interimarbeid, indeling is steeds meer subgroepen enz. – verzwakt op zichzelf al de slagkracht van de organisaties die de wereld van de arbeid vertegenwoordigen. Verdere “flexibilisering” is er bewust op gericht die slagkracht verder uit te hollen.
Maar veel sociaal protest gebeurt buiten de vakbonden. Het gaat ook niet alleen om sociaal protest in de engere zin, maar om uitgesproken politieke protesten. De Spaanse regering heeft daar alvast iets op bedacht met haar plannen om het betogingsrecht zwaar in te perken. Zal de Griekse regering weerstaan aan de verleiding dat voorbeeld te volgen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten